LOTEN.
I
MUZIEK.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1871.
N? 1089.
BUITENLAND.
dagen.
[ans op wlnst.
.">0,000.
[18 dagen.
|liCenliig!804.
111. 200,000
30,000
13,000
10,000
3,000
Woensdag, 16 Augustus.
Onze verdediging.
Bulleiiianilscli Overzicht.
T"
iin hier te lande.
De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
E. K.
|T3 fl. 108.
1,70, kwart 0.90,
ISENTHAL C°.
f 1.—
brocent als men een
IU50,000, fl. 25,000
ft per keerende post
(A. DU MOSCH.
baar bij HH. GEBR.
PTEMBER.
ke alle 1 September
loten a j 4.halve
direct beantwoord
disc.
liu worden overal ver-
A. DÜ MOSCH.
baar bij HH. GEBR.
Solo.
5 M A te Franeker.
M. de Koningin,
ï.ns weer herdrukt de
f i te salonstukken,
de Salon
B 0.50
C - 0.75
C - 0.50
C - 0,20
C - 0.30
Iütundn0. 4
a urka
mnce sans
\u der Zau-
i b. Grande
C - 0.50
|1 .ust (2e dr.) C 0.40
Plaisante-
C - 0.40
|ü- Venise.
C - 0.50
d jiein Kind
B - 0.40
1 i gave zijn steeds voor-
i! Boekhandelaar
.U A ,V te Gouda.
i Mi Hiiukiu'iu.
GOUDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.
AÜVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Noromers VIJF CENTEN.
Het ministerie der nationale defensie is, nie
mand zal het ontkennen, een echt Nederlandsch
ministerie.
Bedaard, bezadigd overdenkt het, van hande
len is vooreerst geen sprake. Men overweegt,
spreekt van toekomstige wetsontwerpeu cn re
gelingen, verandert nog eens een kleinigheid
in de livrei van 's Kouings soldeniers, beproeft
wapenen en ja alles kan niet op eens, voor
een begin is dit vooreerst genoeg, een volgend
zittingjaar zal misschien de resultaten van veel
jarig onderzoek en daarop gebaseerde wetten
aan het licht brengen. Men zal de zaak be
voegd of onbevoegd bespreken, verslagen zullen
op verslagen volgen; men zal verklaren dat
men zeer vaderlandlievend is, dat men Neer-
lands vrijheid krachtig wil verdedigen, dat de gel
den aan de verdediging besteed, premiën zijn,
uitbetaald voor het behoud van onze onafhan-
hankelijkheid, dat de tegenwoordige toestand on
houdbaar is, dan echter zullen de maars komen,
waarom men juist de aangeboden wetsontwer-
per niet kan goedkeuren.
Bezwaren van technischen aard, aanmerkingen
van zeer ondergeschikt belang zullen bjj de
eindstemming de zaak doen vallen, en een groot
deel van den nationalen tijd zal weder zoek ge
bracht zijn zonder eenitr resultaat. Geeft het
ministerie ueu moed niet op, wil het getrouw
aan de leuze bij de opt.ediug nogmaals een po
ging aanwenden, dient het andermaal een wet
in van doortastenden aard, het lot van het wets
ontwerp kan reeds voorspeld worden. Komt
het in discussie, de vertegenwoordiging zal het
met dezelfde betuigingen verwerpen, en geduldig
een volgend afwachten.
Sedert jaren is de defensie aan de orde, door
den afgeloopen oorlog, onzaliger nagedachtenis, is
de queestie urgent geworden en het ministerieele
programma wns daarvan het gevolg. De wil is
goed, maar dit is in defensie-zaken niet voldoende,
de minister van oorlog moet geld, veel geld hebben
ter volvoering zijner plannen, en juist de geld-
qumstie zal de oorzaak zijn, die elke regeling belet.
Men wil wel eens over defensie spreken, maar de
vertegenwoordiging zoo min als het land willen
den minister van oorlog meerdere sommen toe
staan. De millioenen jaar op jaar, naar bet oor
deel niet slechts van deskundigen, maar ook van
de elkander opvolgende ministers van oorlog nut
teloos uitgegeven, hebben een weerzin tegen alle
militaire uitgaven teweeg gebracht, elke ver
meerdering dier uitgaven zal bestrjjding vinden,
en wordt eens de quiestie der verdediging het
schibboleth bij de stembus, dan is het bijna zeker
dat die candidaten zullen zegevieren, die vermin
dering van krijgsuitgaven als leuze aannemen.
Stelt dan het Nederlandsche volk geen prijs
op zijn onafhankelijkheid? Is het onverschil
ligheid omtrent zijn vrjjheidis gouddorst, steeds
geprikkeld door de uit Indië verkregen mill'oe-
nen, de eenige hartstocht geworden, die alles
beheerseht
Niemand zal zeker zulk een geringe gedachte
hebben van bet volk, wier vaderen enz. enz.
de Nederlandsche weldadigheid getuigt tegen
de beschuldiging van gouddorst, maar wjj zjju
geen soldatenvolk. De Nederlandsche burger
is afkeerig van het soldatenpakde jongeling
I vertrekt meestal met een beklemd gemoed als
het lot hem ongunstig geweest is, en al moge
de dienst veel van zijn verschrikkingen verlo-
ren hebben, toch verlaat degroote meerderheid
niet vreugde het soldateukleed. Men krjjgt
goed eten, voor velen beter dan te huis, de be-
handeling is wel, toch zijn slechts weinigen
geneigd langer dan uoodig in dienst te blijven,
het getal vrijwilligers is bij voortduring gering,
I hoeveel ook gedaan wordt om het kazerneleven
smakelijk te maken.
De Nederlanders zijn geen soldatenvolk, ge
tuige de betrekkelijk geringe deelneming aan
de weerbanrheidskorpsen, getuige de weerzin
over het algemeen tegen schutterdienst. Men
wil geen persoonlijke diensten, het geld aan de
verdediging besteed, acht men verkwist, toch
is de onafhankelijkheid des lands ieder dierbaar,
en de krachtigste bestrjjders van het niilitai-
ristne zouden in tijden van gevaar niet achter
blijven om den vreemden indringer zoo moge
lijk tegen te houden.
Zon mogelijk, zoude dit misschien ook een
der redenen zijn, die van krjjgsiiitgaven afkee-
rig maken.
Omringd van machtige volken, die gemakke
lijk een tienmaal grootere macht tegen ons in
liet veld kunnen brengen, overtuigd dat bij
een vijandelijken aanval de grootste helft des
lauds niet te verdedigen is, en dat de kleinere
helft door het water beschut, even goed door
burgers, als door krijgslieden van professie kan
verdedigd worden, twjjfelt men aan het nut der
jaarlijks terugkeerende krijgsuitgaven, en die
twjjfel wordt niet weggenomen door den strijd
die door de deskundigen over lauds verdedi
ging gevoerd wordt. Verschillen deskundigen
nog in de meest gewichtige zaken, hoe kan men
dan van de burgerij vorderen dat zij met vreugde
gelden zal opbrengen voor het bouwen van ver
sterkingen, voor het invoeren van veranderin
gen en wjjzigïngen als die versterkingen na
korten tijd weder worden geslecht en die veran
deringen en wijzigingen spoedig weder veran
derd en gewijzigd worden V
Het is dan ook noch lafheid noch gierigheid
die de oorzaken zjjn dat militairisme en krijgs-
begrootingen hier volstrekt niet gezien zijn.
Het woord soldaat reeds hindert den vrjjen
man, wij zijn geen krijgsknechten van den vorst
uic voor soldjj ons leven moeten wagen om den
vorst te verdedigen of aan zijn heerschzucht te
voldoen.
Wel willen wij onze onafhankelijkheid ver
dedigen maar vrijwillig, uit de overtuiging dat
ons land waardig is verdedigd te worden. Daar
voor zijn echter geen jaren oefening,geen solda-
tenldecd noodig. l)e legers werden in Frankrjjk
geslagen, de franc-tireurs brachten den Pruisen
de meeste s hade toe.
Zal het ministerie der Nationale verdediging
te gemoet komende aan de groote grieven des
volks met afschaffing der tegenwoordige leger-
organisatie volkswapening daarvoor in de piaats
stellen
Zeker die hervorming zou te radicaal zijn en
wij durven haar niet van een Nederlandsch mi
nister verwachten. P.
Het Engelsehc ministerie heeft jl. Vrijdag in het
hoogerhuis eeue nieuwe en grievende nederlaag ge
leden. He lords hebben de Ballot-bill (de invoering
der stembus) verworpen met 97 tegen 48 tteuunen.
Nauwelijks was Gladstone de ipuntie van den ver
koop der officierspusteii, hoe dan ook, te boven
gekomen of dit nieuwe incident is opgekomen. He