T Nieuws- en Adverlenlieblud voor Gouda en Omstreken. 1871. N? 1120. !nsr, I S R. BUITENLAND. Vrijdag, 27 October. tup Pillen, lliiitcnlandscli Overzicht. k cpü tlfi kortst van let aloude en echte men in het bijzonder Uco. tl'. Gcuda alleen en uit- Do inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave. smW ,4." dad'lijk ongesteldheden der MAAG 'de 5PIJSVERTERING. Zij de GAL. SCHERPTE in IlsLüG der HUID, zij zijn en SLIJMAFDRIJVEND. van'37'/a Cent m dubb.,'* laar ij de hh.j bi W Iroog., heilige weg D.321. I' me ster. Irant», pot. rif. liman, de Hoogstraat. I. I som. I* i ling "latiu. "f. rgb, Lfaarlem. hoek Bak kersteeg. lest. 1 1' oori i, Weste Wagenst. p h t Steen w. over de Don- ht'i Urbauns Pillen, sinds lem hetend, en in algemeen ge- |t bij den heer L. SCHENK lutelijli verzi W 1 N G. telyll verzocht, ivel attent te r ons bij niemand anders, de fut vo geus het oude en echte verk ijgbaar gesteld in de hier- en ^laatwn dan Ay de hier- ndei In elk doosje is een Ie e tenhanduje nnamteekening Wei Keu n en Si Zoon, Apo- I ekei ing zich ook bevindt op Ie Doosjes verzegeld zijn. ki irui rrs inünnttdijk daar wel |l n hl i aan W6l tOO te ZiCQ isjes Villen haalt. Alleen die li "iljt I met onze llandleekening n, 'ii z ch te wachten voor >cle uimuuksels. 67) GOUDSCHE COURANT. Da uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is 1.75, franco per post f 2. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderljjke Nommers VIJF CENTEN. In Frankrijk wordt van alles eene politieke quaestie gemaakt. Zoo meet men nu het meerdere ol mindere vertrouwen, dat de natie in de tegenwoordige regee ring stelt, af naar den uitslag der keuzen voor den presidentszetel in de departementale raden. Over het algemeen valt die in den geest der regecring uit. Meu meldt o a. dat l'ouyer-Quertier, de minister vau financiën, in het departement der Beuedeu-Seine en Casimir Péricr, de minister van binnenlandsche zaken in het departement Aube erkozen zijn. De Bonapnrtisten zetten hun campagne in de dag bladpers voort; alle vroegere keizerlijke journalisten vatten de pen weder op. Het mikpunt hunner aan vallen is natuurlijk, naast de republiek, de heer Thiers. Zoo beschuldigden zij hem onlangs van schraapzucht, hetgeen zij bewezen door de niededeeling, dat Thiers zich zijn tractement in goud liet uitbetalen om van do tegenwoordige hooge goudpremie profijt te trek ken. Heftig is hierop het antwoord van het regee- ringsorgaan, dat de bewering voor onwaar verklaart en er tevens een uitval tegen de Bouapartisteu aan vastknoopt. De meer bedaarde republikeinen keuren die heftige tegenspraak zeer af en merken niet onjuist nan, dat het beneden de regeeriug is polemiek te gaan voeren tegen alle lasterlijke aantijgingen der dag bladpers. Zij moet het oog houden op kuiperijen van die zijde, maar geen olie in het vuur der pole miek gieten. Voorts rleelen de legitimistisehe bladen liet adres der 46 clericale afgevaardigden mede, die den paus de verzekering geven van hun onderwerping aan den Syllabus. Te Berlijn is de instelling vau een oorlogsfonds van 40 millioen tlialer aan de orde geweest. De regeering weirscht dat sommetje altijd beschikbaar te bonden voor de eerste kosten eener mobilisatie, doch verscheiden leden hebben het nut en de noodzake lijkheid daarvan betwist. Het ontwerp tot het aflossen der oorlogslecning is voor de tweede maal gelezen, nadat de regeering had medegedeeld, dat nu inderdaad anderhalf milliard van de oorlogskosten is betaald. In Zweden duurt de ministeriecle crisis nog altijd voort, zonder dat men het einde voorziet. De can- didaten voor ministerieele portefeuilles zijn schaarsch. Geen quaestie van beginsel beheerscht den toestand daar, maar de eeuwige militaire quaestie, die dooi het land wordt ontkend, maar wier oplossing door het hof als de redding van Zweden wordt voorgesteld. De Zweden zijn zeer bang voor een nieuwe militaire regeling, omdat zij bij ondervinding weten, hoe lastig een deficit op de begrooting is en hoe moeilijk zulk een te kort uit den weg wordt geruimd. In 1867 bedroeg het Zweedsche deficit op het budget 3,310,420 rijksdaalders, in 1868 steeg liet tot 4,154,358 tegen 1,095,016 rijksdaalders voor 1869. Voor den dienst van 1870 is voor liet eerst weer een batig saldo verkregen, zoodot men met recht huiverig is het land reeds weder met een bovenmatige uitgaaf voor het leger te belasten. Nog steeds wordt de beslissing der Oostenrijkselie quaestie uit Wceucn te vergeefs verwachtDe Oosten- rijksche, Hongaarsche en Boheemsche dagbladen geven omtrent den stand der zaak de meest tegenstrijdige berichten. De Neue freie l'rcise b. v. sprak nog voor ccnige dagen als hare meening uit, dat „de goede kansen op de zijde van vou Hohenwart en het aftreden van von Beust hoogst waarschijnlijk wa ren." Vrijdag echter schreef zq weder, voornamelijk steunende op de tijdingen der oflScieuse Hongaarsche bladen „sedert gisteren middag zijn, zoonis wij mee- rum waargenomen te hebben, de omstandigheden zeer veranderd, en wanneer men, vóórdat het laatste woord, gesproken is, eene voorspelling wagen mag, dan zou men heden eerder kunnen beweren, dat de posit.e van vou Hohenwart ernstig bedreigd wurdt, wanneer hij ten minste de beginselen, waarover von Beust en Andrassy het met de rijksministers Lonyay en Kiihn eens zijn, niet in het antwoord aan den Bo- heemschen landdag opneemt." FBANKRIJK. De heer Gambetta heeft in den Spectator de i'üst, bij wijze van brief aan een lid van den departemen talen raad van l'Aliier, zijn denkbeelden ontwikkeld over den werkkring der gewestelijke Itaden. Hij geeft vooraf als zijn meening te kennen, dat de verkiezin gen voor die lichamen aan zijn partij, die bij de radicale noemt, de overwinning verschaft hebben, en hij verheugt zich oin die reden te meer over de uitbreiding van macht, die aan de gewestelijke ver tegeuwoordiging bij de nieuwe wet grgéveu is. Hij geeft verder tc verstaan, dat de radicale partij van haar overwinning geen gebruik moet maken, om de staatkunde op het terrein tc brengen van het depar tementaal bestuur. De administratie moet gescheiden blijven van de politiek. De raden moeten zelfs niet aandringen op de ontbinding der Nat. Vergadering, ofschoon, z. i. de ontbinding, als logisch gevolg van d n uitslag der verkiezingen, niet achterwege mag blijven. Hij wil, dat de departementale raden vooral zich gelegen laten liggen aan het onderwijs. Hun eerste taak moet zjjn een onderzoek naar den toe stand der scholen, naar de bekwaamheden der onder wijzers, naar het schoolprogramma, en al wat met liet ouderwijs ill verband staat. Voorts moeten zij hunne onverdeelde aandacht wijden aan liet belasting stelsel, daar dit dringend herziening behoeftnau den toestand der wegen en kanalen, aan dien van den landbouw, aan de armenzorg. Kortom, alle be langen van stoffelijken en zedeliiken aard moeten door de raden ter harte worden genomen. Op die wijs kunnen zij, elk in zijn gewest, niet enkel met vrucht werkzaam zijn, maar zullen zij ook krachtig bijt' ingen tot het groote werk der wedergeboorte van Frankrijk. Bij de 12 dezer te Berlijn gesloten overeen komst, tusschen Duitschland en Frankrijk is o. a. een kleine, op zich zelf geheel onbelangrijke wijziging voorgesteld van de grenzen. Opmerking verdient hierbij vooral de reden waarmee die wijziging wordt aanbevolen aan den Duitschen bondsraad en rjjksdag in de memorie vau toelichting, die de overeenkomst vergezelt, wordt gezegd, dat de bewoners der enkele dorpen, die aan Frankrijk zullen worden teruggege ven, zijn „uitsluitend Fransch zoowel wat hun taal betreft als hun geographische ligging." De Tempt merkt op, dut dit argument zeer vreemd is in den mond van een Pruisisch minister, want dut men zich in Frankrijk nog zeer goed herinnert dat Bismarck bij de eerste onderhandelingen te Versailles over den vrede, den nadruk legde bij zijn eischen op de veilig heid van Duitschland. Verder luidt het oordeel der Fransche bladen over de overeenkomst steeds gunstig, en de belangrijke concessies van Duitsche zijde schijnen werkelijk een goeden indruk te hebben gemaakt. Het Journal OJficiel deelt eindelijk den tekst mede van de overeenkomsten, zonder de onjuistheden te herroe pen, die in bet eerste voorloopige bericht van dit officieel orgaan werden opgenomenzoo werd o. a. gesproken van drie overeenkomsten, terwijl nu blijkt dat er slechts twee bestaan, daar de wijziging der grenzen en de regeling der tolrechten in Óen tractaat zijn opgenomen. De ministe van oorlog de Cissey wil een einde maken aan ac tegeuwoordige gewoonte van schier al de Fransche officieren om hun persoonlijke grieven in de dagbladen publiek te maken; men herinnert zich dat de generaals, die door de commissie voor de herziening der militaire bevorderingen in rang zijn verminderd of op pensioen gesteld, hun klachten in een vorm hebben publiek gemankt, die veel had van schelden de Cissey heeft nu eeu dagorder uit gevaardigd, waar'u hij meedeelt, dat de officieren en soldaten, die in de dagbladen hun grieven bespreken, dertig dagen arrest zullen krijgen, indien zij voor de publiceering geen verlof hebben gevraagd aan hun chef. De Temps is onvoorwaardelijk ingenomen met dieu maatregel, en hoopt dat de minister streng de hand zal houden aan zijn dagorder en haar toepassen op alie ambtcraren, die onder zijn departement staan. Ook de Siècle verklaart zich met die dagorder in genomen, met het oog vooral op de militaire discipline en op het feit, dat er een pari ij bestaat, deBonn- arlistische, die elke gelegenheid aangrijpt oin haar voordeel te doen met de ontevredenheid in het leger. I Toch stelt dat republikeinsohe orgaan de generaals, die tegen de besluiten der commissie opkomen, in het 1 gelijk, aithans het hoopt, dat die commissie leereu zal uit het gebeurde, eu in de toekomst met meer i omzichtigheid te werk gaan. „Wellicht is het wèl I bezie niet kwaad," zegt het blad, „dat de commissie eenige zweepslagen heeft ontvangen en dat men haar gewezen heelt op de gevaren, die voortvloeien uit het i door haar gevolgde stelsel, waarvan het minste gebrek is, dut de personen in quaestie niet dooi haar wor- j den gehoord." Overigens klaagt de Siècle over de onduidelijkheid van de dagorder; hoever zal men de grens uitstrek- kenZal het ook verboden zijn, dat de officieren den afgeloopen veldtocht beschrijven, dieu zij hebben bijgewoond? Ook op dit gebied kan men moeilijk buiten personaliteiten blijven, eu kan de opinie van den auteur door den minister van. oorlog niet worden gedeeld; wie moet in zulk een geval beslissenBat meer duidelijkheid in de dagorder zou daarom ook wensohelijk geweest zijn, omdat de Minister het schrij ven over militaire zaken, ter bevordering van de ontwikkeling, heeft aangemoedigd. Men kent de ofll- oierselub te Darijs, die vooral buiteulniiilscliegeschrif ten over militaire zaken vertaalt om de Fraiisohcn niet langer onkundig te laten van 'tgeeu iu den vreemde geschiedt. Een andere quaestie kan oprijzen naar aanleiding van deze i ugorder, nl. hoever de rechten gaan vau publiciteit van de militairen, die tot afgevaardigden zijn verkozen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1871 | | pagina 1