unQK
Nieaws en Advertentieblad voor (ioada en Onislrc!
jm; chkdiet
1871.
N? 1128.
iTdimsche
Wocnsilng, 1") November.
[',i ilioiidiging.
voer Ikeren.
I>e staalsbegTootiiig\
ju rie s PHOTO GRA-
all
Dg inzending van advertontiön kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
5T 12 Gouda is voorne-
4 DECEMBER 1871
Iiis roeger aangekondigd
te VERKOOPEN eenige
BP EN, bestaande lioofd-
HUIZEN met TUINEN
ki d Fluwelen- en Cat-
eei BOVEN- en BE-
V tschranrkten eenige
rsr'ti'Ie.J'-n als:
|jrt, enz., alles nader cn
ISTJIN, II, N». 37.
prsch atten en neemt gel-
jénositegen vergoeding
D Directie
Dï IIEGT.
piLïEVER FORTUYN.
EE HRADEN van den
<anc maken bekend,
fit igin van den Heer Com-
de Iside in de ringvaart
J\ auutrkerk aan den IJs-
egen keersluisjes. gedu-
)EN, e rekenen van heden
[t t Zins-opgang gesloten
Nove ober 1871.
uiralen voornoemd,
nwestt", De Dijkgraaf,
3. iv. p. DREGGEN Az.
|r> cpei in schilderachtige
j) f 1.50. SERAIL-AL-
grokperingen, gephoto-
|n vooi den prijs van slechts
BUM, 24 Photograpliiën,
leien, |n de bekoorlijkste
en bjjeengsvoegd ia een
erd Znk-Albuin, voor den
10 pit idles te zamen
e techti 15.— Verkrijg-
an hfct bedrag, hetzij in
of jostzegels, door tus-
DEI|M, te Maim.
en V IET HOUDERS van
\i' rklar.pg van den alhier
Inmligo den Heer Dr. J.
DER, lat het tot stuiting
r alhier heerschende pok-
|i is oi n het bed met toe
leren, tijdens zijne ziekte
Ii m di porken overleden
I LiS v.'in ROON, genaamd
nden.
,aer aipwezig is het geval,
alineij 2 der wet van 28
a sliladtjn0. 125).
(slag tel nemen en te doen
jlgende voorwerpen, als
li vee tin peluw twee vee-
pelen- <h cin katoenen de-
n stel bedgordjjnen en acht
t op ie gebruikelijke wpze
aanplLkking ter openbare
•ugt en |gep aatst worden m
ut.
den 11 November 1871.
Witho Iders voornoemd,
1 f* Burgemeester,
N. VANlh'llUlIiN JJztiNUOOiiN.
GOUDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75,
franco per post f 2.
PUHl
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Hoofdstuk V. Binnenlandsche Zaken.
1. Departement 201,850.
2. Bestuur der provinciën - 582,900.25
3. Militie en schutterijen - 5(5,200.
4. Medische politie - 139,400.
5. Verschillende uitgaven - 12,270.
6. Waterst. en publ. werken
(waaronder /'8,000,000.
voor spoorwegen) - 16,085,204.
7. Onderwijs - 1,719,629,40.
8. Kunsten en wetenschapp.- 172,765.
9. Armwezen - 451,300.
10. Ned. Staatscourant en
Staatsblad - 73,550.
11. Nijverheid - 138,805.
12. Pensioenen enz. - 338,654.
13. Onvoorziene behoeften - 64,000.
20,036,533.65
Meer dan voor 1871 607,997.42 bijna uit
sluitend het gevolg van meer behoefte voor afd. 6.
Verbetering van de Merwede, van de Zwolsche
en Rottordamsche waterwegen en van de ba-
ven te Harlingen dragen daartoe bij.
Omtrent de vijf eerste afdeelingen dezer be-
grooting valt even als over de zeven laatsten
weinig bijzonders mede te deelen. Een aantal
wetten wordt in 't voorloopig verslag gevraagd
doch 't vaste antwoord van den Minister is:
Ik verwijs naar lioofdst. I dtr memorie van ant
woord, waarin, om niet de Arnh. tt. te spre
ken, aan de Kamer den raad gegeven wordt
niet, als de kinderen, om meer te vragen voor
dat gegeten is wat op 't bord ligt.
Een uitzondering hierop maakt de water
staat. Zoodra men op dat gebied komt, is de
minister geheel anders. Heeft men de water
staat wel niet eens liet troetelkindje van dezen
genoemd? Daar zjjn geen verwijzingen, geen
halve antwoorden, maar duidelijke taal. Drin
gend noodig is een algemeene wet op den wa
terstaat, met organisatie van 't corps ambtena
ren, met betere regeling van bot toezicht op
do rivieren, met meer bepaalde afscheiding van
den rijks- en provincialen waterstaat.Is 't een
schets der aanstaande wet? Kan men weldra,
zoo niet in deze dan bjj den aanvang der vol
gende zitting die wet verwachten? Zou 'ttlan
niet wenschelijk zijn om ook dit hoofdstuk ster
ker te besnoeien dan blijkens het voorloopig
verslag 't plan schijnt te zjjn
Als eerste stap wordt voorgesteld de jaar
wedden der vaste opzichters bij den waterstaat
te verlioogen. Wanneer de wet werkelijk
„onderweg" is, dan zou 't beter zijn dien eer
sten stap nog niet te doen. Vooral ook omdat
verhooging der meeste andere ambtenaarstrac-
tementen niet minder noodig is, dan van die
bij den waterstaat. In welke verhouding
om er slechts een te noemen staat de be
zoldiging van de ambtenaren bij den waterstaat
tot de bezoldiging vun de ambtenaren bij liet
lager onderwijs, bij de onderwijzers
Het is zeer gemakkelijk om een hoog eind
cijfer voor de begrootiug te krijgen, daar het
weinig moeite kost de uitgaven van de 6' Afd.
van dit hoofdstuk te verlioogen. Er is aan onze
dijken en rivieren zooveel te doen, zooveel te
onderhouden, dat de sommen daarvoor uit te
trekken zeer elastiek zijn, en waar dan op de
tegenwoordige begrooting ruim 6 ton meer wordt
gevraagd, daar mocht wel mot meer aandrang
in 't voorloopig verslag zijn gevraagd, of er
hoegenaamd geen mogelijkheid bestond om deze
uitgaven uit te stellen of over meerdere jaren
te verdeelen. Deze minister noemt zich zoo
gaarne een vriend van zuinig beheer; hij weet
dau ook op de meeste afdeelingen zijner begroo
ting te bezuinigen, o. a. op de 2' ongeveer
f 30,000.— op de 7' ongeveer f 80,000hier
op maakt hjj echter een uitzondering voor de
6Je afd. die met niet minder dan 7 ton ver
hoogd wordt; d. i. met de grootste helft van
het te-kort dat voor 1872 wordt geraamd.
Hoofdstuk VI. Marine.
1. Administratie f 254,433.33
2. Loodswezen - 1,049,483.
3. Materieel der zeemacht - 3,797,881.
4. Personeel - 3,229,591.19
5. Pensioenen enz - 607,739.
6. Onvoorziene uitgaven - 60,000.
Hoofdstuk VII A. Nationale Schuld.
1. Interesten, lijfrenten enz. f 27,766,270.36
2. Amortisatie en aflossing - 353,700.—
28,119,970.36
Het bedrag voor amortisatie voorgedragen is
ongeveer 50,000.— liooger dan voor 1871.
Hoofdstuk Vit L5. Financiën.
1.
Departement
380,040.—
2.
De grootboeken der schuld
-
74,435.—
3.
De publieke schatkist
-
103,600.—
4.
Het muntwezen
-
34,375.—
5.
Administratie der directe be
lastingen enz.
3,488,500.-
6.
Uitkeering van i/i van 't per
soneel aan de gemeenten
-
6,934,000.—
7.
Adm. van het zegel, de re
gistratie enz.
-
885,612.—
8.
Adm. der posterijen
-
1,604,700.—
9.
Exploit, enz. der telegraphie
-
1,318,100.
10.
Eerediensten
-
2,074,093.29
11.
Landsadvocaten
-
1,200.
12.
Pensioenen snz.
-
1,519,785.14
13.
Onvoorziene uitgaven
-
54,500.—
18,472,940.43
j 8,999,127.52
Ook dit hoofdstuk bedraagt meer dan voor
het loopeinle jaar werd geraamd (ruim 90,000),
hetgeen moet geweten aan een noodzakelijke
verbetering van liet loodswezen. De 3° afd.
is met ruim 40,000 verminderd.
De raming overtreft die voor 1871 met
196,941.95.
Bij de behandeling van den financieelen toe
stand zal er gelegenheid zjjn, op dit hoofdstuk
nader terug te komen. De verhooging is groo-
tendeels veroorzaakt door meerdere opbrengsten.
Hoofdstuk VIII. Oorlog.
Van dit hoofdstuk zullen we de afzonder! jjke
cjjfers niet opgeven, omdat de meesten bij do
memorie van nntwoord veranderd zijn en we
de juiste cijfers nog niet kennen. De legeror-
ganisatie, die de minister zonder wet wilde in
voeren en waarvoor op de begrootiug aanvan
kelijk gerekend was, is nu wederom in den
steek gelatende minister schijnt dus meer en
meer tot een ander gevoelen te komen.
Dit hoofdst. was uitgetr. voor f 14,657,900.
Bij de memorie van antwoord
werd dit bedrag verminderd met - 191,212.
f 14,466,688.—
Ongeveer 150,000.— minder dan voor 't
loopeiule jaar.
Door dezen stap zul wellicht de minister van
oorlog ook zijne begrootiug zien aannemen,