"binnenland.
BUITENLAND.
Huileiilandsch Overzicht.
Laatste Berichten.
Brief van een Burgerman.
ADVERTENTIËN.
1
i
m
1
Burgerlijks Stan d.
de goede bestanddeelen, 't zij dan oude of nieuwe,
zich met elkander zullen vereenigen, en uit die
vereeniging zal vöortvloeijen de meer en meer
toenemende bloei der gemeente en bet heil
onzer gtad.
In de Fransche Nationale Vergadering zijn de be
raadslagingen over de belasting op de inköinsten af
gebroken en daarop in behandeling genomen het
wetsvoorstel omtrent de Fransche bank. De regee-
ring wilde liet aantal in omloop te brengen bank-
billelteu vermeerderen. Nadat de regeering op spoed
had aangedrongen, oindat de qüaestie vóór uit. Dec.
beslist moest /.:jn, en n idat de commissie .deze op
marking hoog had opgéuöinen, vooral omdat de re-
geering gezegd had, dat een leeuing aan te gaan
onmogelijk was, en daarom de vermeer lering van
bankpapier noodzakelijk, is de conclusie van het j
rapport dOor de commissie ingediend. De commissie
wenschte een maximum van 2700 millioen, en de
regeering wilde 't maximum bepalen op 3 milliard.
Eindelijk is 't op 2800 millioen vastgesteld. Daar
op is de vergadering tot Woeusdag 3 Januari uit
eengegaan.
In Engelaüd schijnt de keuze van het liberale
parlementslid, den heer Henry Bouverie William
Brand, tot opvolger van den heer Denison, als voor
zitter van het lagerhuis, door alle partijen met ge
noegen vernomen te zijn, niettegenstaande hij vroeger
bekend was als Whipper der liberalen en zich in
het parlement geen naam als redenaar heeft gemaakt,
maar men hem in de vergaderzaal zelfs zelden hoorde.
Aan bekwaamheden voor zijn aanstaande moeilijke
betrekking schijnt het den heer Brand echter niet
te ontbreken, daar hij onder het ministerie Pelmers-
ton jaren lang met veel lof den post waarnam van
secretaris van de schatkist en ook tot zegelbewaar
der van den prins van Wales werd benoemd.
Wat de toestai d van laatstgemelden prins betreft,
schijnen zijne krachten meer en meer toe te nemen
eft ofschoon verscheidene léden der koninklijke fa
milie weder naar den prins zijn vertrokken, schijnt
zyn herstelling naar wensch voort te gaan.
De Duitsche regeering heeft aan het einde van het
jaar op hare gewone wyxe een schitterend bewijs
willen geven, dat zij meer en meer den w« g van
het constitutional isme bewandelen wil. Niet alleen
dé vreemdsoortige instelling, die men bondsraad
noemt, die de plaats vervult van een eerste kamer
of senaat en te gelijk een tak van het uitvoerend
bewind is, omdat hij samengesteld is uit vertegen
woordigers der verschillende regeeringen en met den
bondskanselier de nieuwe Duitsche rijks-provincie
bestuurt, niet alleen dit Duitsche regeeringsli-
chaam zelf maar ook de geheimhouding zijner hande
lingen en beraadslagingen was reeds langen tijd een
doorn in de oog en der Duitsche liberalen. Hei be
hoeft geen vermelding, dat die klachten en wenschon
geen gehoor vonden bij de regeering, die in den
bondsraad haar bolwerk en in de geheimhouding
der beraadslagingen haar kracht vindt. Doch plot
seling komt de ofliciecle Reichmnztiger, in eene rnede-
deeliug aan zijne geabonneerden bij gelegenheid van
het einde des jaars, op arroganten toon verklaren,
dat hij zich verwaardigen zal, om iu 't vervolg met
de overige dfficieele mededeelingen een verslag open
baar te maken van de zittingen vau den bondsraad
en van de byzondere bijeenkomsteu dér regeerings-
commissarissen voor zoover zoodanige openbaarma
king noodzakelijk zal séhijften. En :hog zöu men
durv«*n beweren, dat de Duitsche regeering den geest
des tyds, die openbaarheid van alle regeeringshaude-
lingen wenscht, miskent, wanneer men ziet dat zy
volkomen publiciteit belooft van nllés slechts mét
uitzondering van dat, wat zy zelve beter oordeelt
geheim te houden. Het is te hopen d it het Duitsche
publiek deze belangrijke (f) concessie zal weten op
prys te stellen.
De gunstige verwachtingen, die men in Oostenrijk
koesterde van de deelneming der Poolsche afgevaar
digden aan de beraadslagingen in den C.sleithaan-
schen ryksraad, zijn niet beschaamd. Blijkens tele
gram uit Weenen hebben zy gisteren de resolutie
van den Lembergschen landdag bij den rijksraad
ingediend en daarmede het bewijs geleverd, dat zy
langs grondwettigen weg en met medewerking van
den rijksraad tot een vergelijk willen medewerken.
Thans zullen dus de Duitsche centralisten het bewijs
moeten leveren, dat de Foederalistische partij ongelijk
heeft, wanneer zij beweert dat binnen de grenzen
der centralistische constitutie van 1867 geen verge
lijk mogelijk is.
ENGELAND.
Volgens in Engeland ontvaftgéjn berichten, heeft
zich aan de oostelijke grenzen van/ het Indische rijk
een kleine oorlog ontwikkeld, wdlke, naar het zich
laat aanzien, eenige overeenkomst zal erlangen met
den Abyssinischen veldtocht. De berichten munten
echter niet door duidelijkheid uit, en het weinige
wat de Engelsche bladön daaromtrent mededeelen, is
meer geschikt om de zaak te verwarren dan op te
helderen. De te be*echten vijand is de stam der
LÓoshais, in hetonafhankelijke landschap 1 Tipperah,
tussohen Birma en zuidoostelijk Bengalen. Naar het
schijnt is het hoofddoel van den veldtocht de De-
vrijding van 48 Britsche onderdapep. Zooveel is
echter zeker, dat het biunertrnkken van het vijande
lijk land te gelijk van tweel zijden, Jiamelijk van het
Noorden en liet Zuiden, heeft plaats gehad; uit Katschar
is generaal Bourohier opgerekt en b£ett zijn kamp te
Silhet. als basis voor zyi^^provianjeerintfj'opgesla
gen uit Tèittagoug of'Islamabad ruk1( geuemal Brown-
lon op; de laatste, is van; proviand voor (idrie maan
den voorzien. B«idegeueranlp zijd, volgens ^d|ergisteren
uit Calcutta óntvangen telegram, reeds11 mjèfc den vij
and ié botsing gjpkorfieii; Brownlon heat 00 den
21ste verscheiden dorpen'der Looshais, niLeen zwak
ken tegenstand, vernield ;.%n Bouröhier is cj»Den)23ste
te Kolell aangekomen* n® een aanval afg?s|agen en
de Looshais tot het vallei van den naohfl1 vervolgd
te hebben. De vyApd schijnt echter nog Volstrekt
niet geneigd te zijn -Itot het aanknoopen, van onder
handelingen, terwyl (verscheidene inlqndscra hoofden,
die met de Eitgelsqken in bondgenootschap leven,
thans den vijand schijneni te sterken, althans geene
ondersteuning aan ^öe Kngelêohe tjroepen verleenen.
Het land is aan dej trrtepen even greinig bekend ais
indertijd jj|Lbyssinië.J}
B E L G I
De senitót heeft ponderdag het budget vau het
ministerie van oorlog voor 1872 in behandeling ge
nomen en[ de algemeene beraadslaging daarover in
ééne zitting ten einde gebracht. In die zitting heeft
het gouvernement, bij monde der ministers Malou
en de Theux, opnieuw, gelijk bij de kamer, verklaard
dat hei nog geen gevestigd gevoelen over de vraag
stukken rakende het krijgswezen had, en dat het zich
niet kon verbinden om binnen eeu bepaald tijdsbestek
over twee maanden bij voorbeeld, of vier of zes,
eene voordracht tot oplossing dier vraagstukken in
te dienen: dat men vodflf het rapport der Belgische
staatse .mmissie over de legerorganisatie, alsmede de
bes.uiten van Frankrijk én van andere naburige staten
omtrent de aan hun éigefo krijgswezen te geven in-
richdug, diende te kennen en zich hierdoor in zijne
voorstellen moest laten leidendat er buitendien op
dit oogenblik of in de iiaaste toekomst geen gevaar
van oorlog voor België te vreezen was, en dat er
dus geene reden besiond om aan het gouvernement
den noodigen tijd toi rijpe overweging der militaire
vraagstukken te ontzeggen. Bij de ontwikkeling dezer
beschouwingen hebben de heereu Malóu en de Theux
geen woord gezegd, hetwelk vooruitzicht gaf op ver
mindering der lasten van het krijgswezen, persoon
lijke of geldelijke.
Blijkens een bericht van den Echo du parle
mentis de heer Bara voornemens om in de kamer
van vertegenwoordigers voor te stellen, te bepalen
dat het othc.eclc en volledige verslag van de zittin
gen der wetgevende kamers op staatskosten in het
Fransch en in het Vldainsch om niet zal worden
verstrekt en dag op dag toegezonden aan een ieder,
die het recht heeft om by de verkiezing van leden
voor die kamers eene stem uit te brengen.
Hierdoor zou naar de bedóeling Van den héér Bara
en van zijrte liberale vrienden moeten worden bewerkt,
dat de kiezers bekend wierdeu met de werkelijke
denkwijze en richting der politieke partijen en der
onderscheiden staatkundigen, welke thans eeta geheim
zouden zijn voor de vele kiezers, die enkel eeu
katholiek dagblad lezen.
DÜITSCHLAND.
Naar aanleiding van een paar artikelen over den
staatkundigen toestand Vhn Luxemburg, opgenomen
in ijle Metier Zeitung, wordt dit* onderwerp door de
National-Zeitung op de volgende wijze besproken.
De stelling, waarin Luxemburg zich thans bevindt,
is het gevo.g van een zet der Bismarcksche staat
kunde, die indertijd nood/.akelyk was geworden door
den algemeenen politieken toestand. Dien te gispen,
daarop een blaam te wefpen, niidat de partij door
dien staatsman op zoo schitterende wijze is voort
gespeeld en gewonnen, welk verstandig mensch zou
tot iets dergelijks thans willen overgaan?
Hoedanig dit echter moge zijn, hei is intusschen
uitgemaakt zeker, dat de toestand, waarin Luxemburg
zich bevindt ten gevolge van de regeling der zaken
in 1867, op den duur niet houdbaar is, vooral sedert
jtfaren
éi te^iens'vlde
land yan dij
Luxemburg
jpporwègaangd
l&iid moet wen
gebezigd, om
weder aanDyi||
tpt stand wotmj
de hoofdzaak'i«
Verbimd
ftich 'tot Piifl
gSpunten woril
I of jandere wijze
lierdbor zou
hierbij voot ons
%n aankomt, aan
EIzas-Lotharingen in het bezit van| Duitschland is!
overgegaan. /j£i
Op zich zelf genomen, is hetjlmbr Duitschland
van gering belang of het kleine (Wage daaraan wordt
toegevoegd of niei. Maar het heeft hierbij om een
andere reden belang en wel om defjAplgendcLuxem
burg wordt als het ware dagelijls meer en meer
,tqt een brandpunt van clericaal-Franschgezinde kuipe
ryen, waardoor onze zekerheid mix betrekking tot
Frankryk in gevaar wordt gebrachtJllndien een nieuwe
oorlog tusschen Duitschland en FrólKrijk mocht ont
branden, dan zou de rechtervleugel/van de Duitsche
armeei steunende op Metz en DiedqUwbven (Thionville)
een vyandelijk ge?ind land met rat nog niet ont
mantelde Luxemburg in den éug %«)ben en daardoor
natuurlijk ernstig worden bedreig^ De Franschen,
vau den sta.it der zaken gebruifcljwillende makenL
zouden de neutraliteit van Belgffi^jniet eerbiedigen^
maar hoogst ^waarschijnlijk zich ifcor dién srnat een
wieg banen, t om zich van Luxemburg-j meestqr tip
u aken, indien j dp kans dttnrtöe vijfer^eelig scheen, 'te|
ei'nde ojJ diej wijze het Duitsche9jwef! in denjrug
te befjoken: S JnRifl J
Wij jmqgeifipns overtuigd hprojtóf'8# de Ditifschfr
legeer?hg| Luïffemburg niet uit het| öog!-verliest'ij De
j genaunjigo fcUfcnstelli ng van het' önifcche r^k
;ijn qmténstelw^ftnakeri he| mogwiMl cw langs vef^-
J pheid'èni i wegépliiaar het «loei Jè tntsl én "dë^ bë-
BL.iiu^ ^!jfffen, die J daprÊyj tilroraen ontpioét
4 rten tijdig) te keérë|l w|lke Duitsch-
ant, fiedijéigen. gelling ^oor
lomrni in J net tc
[ënhétd, Ijéai'by |hek
kuftneif/'Ws uitg^i
ciftuhrg pp d^i, eiji
ihland te^erbiodji'
gebracht,;, hetgëp
en waarop 'hetplll
onzen vyandiggeZinden nabuur i zou eedj brandpnut
voor zijn kuiperijen tegen Duitschjand worden ont
nomen.
Eqn andere belangrijke aangelegenheid, waarop de
aandacht reeds lang is gevestigd, zal spoedig worden
geregeld, namelijk het vraagstuk betreffende het do
teeren van ferflieriBtelijke legerhoofden. Meu mag
de beslissing in deze zaak weldra te gefmoet zien.
Men verneemt, dat geen der prinsen op de lijst
der begiftigden voorkomt en onder de overige nameu
geen nieuwe worden aangetroffen.
Gouda, 2 Januari.
NaöT wij roet genoegen vernemen, hebben de werk
lieden der stearine-kaarsenfabriek alhier, bij gelegen
heid van het nieuwe jaar, eene week dubbel loon
gekregen.
Te Gouderak heeft zich eene subcommissie ge
vormd voor de nationale feestviering op 1 April
1872. Zij bestaat uit de beeren: M. Bron, J. Suiits,
P. Molenaar, J. A. van Wijk, J. A. Bochove en
W. Srait9.
Ook te Ouderkerk a/d IJsel heeft zich eene sub
commissie gevormd, om gelden in te'zamelen voor
het gedenkteeken te Briélle, ter herinueriug van 1
April 1872.
Vrijdag ll.lhad de stemming plaats voor een heem
raad van den polder Berg-Ambacht. Er werden 150
stembiljetten ingeleverd, uitmakende 1184 stemmen.
Twee stemmen waren van onwaarde. De uitslag tvria
dat, in plaats van wylen den heer Jan van der 'Hoe,
gekozen werd de heer Dirk de Jong, met 954 stem-
meif, terwyl op den heer Arte Schouten 227 stemmen
waren uitgebracht.
Den 29° Dec. 11. werd te Schoonhoven eene af-
deeling opgericht van de Holl. ranatschappij van
Landbouw. Tot leden van het bestuur zijn benoemd:
tot president de heer J. J. Groeneveldt, burgemees
ter; tot vice-president de heer B. Linn en tot secre
taris-penningmeester, de heer C. B. van Baaren.
Te Dordrecht heeft zich een commissie gevormd,
ten einde eene feestviering te regeleu, ter gelegen
heid van de overbrugging van het Hollandsche Diep.
In de Vrijdag-avond door de eerste kamer gehouden
zitting zijn na discussie, voornamelijk over de immi
gratie, de begrootingen van Suriname en Curasao
met algemeene stemmen aangenomen. De minister
vhn koloniën heeft bij die gelegenheid verklaard dat
hij, tot zijn leedwezen, de berichten omtrent de on
geregeldheden, die op het laatst van November op
Curasao waren voorgevallen, niet kon tegenspreken
de rast was er echter, volgens de laatste berichten van
I 7 Dec., volkomen hersteld.
1 In de zitting van Zaterdag heeft de kamer het
hooÉdst. koloniën, nadat verschillende bédenk ingen
tegen het koloniaal regeeringsbeleid door den minister
waren beantwoord, mét 32 tegen 3 stemmen aange-
noni|en. Hoofdst. X en de credietwet voor oorlog
werden daarna met algemeene stemmen aangenomen.
De kamer h«*eft voorts besloten de tractaten ipet
Engeland en de amortisaiiewet te behandelen in de
op 15 Jan. aanst. te houden zitting.
De Ef. R. Ct. verneemt uit 's Hag», dat de ko
ning al de hoofdstukken van de begrooting heeft be
krachtigd.
Bij beschikking van den Minister van Binnenland-
sche Zaken van 28 dezer is aan den Raad van Toezicht
op <le spoorwegdiensten, aan de Commissie voor de
overbrugging en aan de explotatie-maatschappij officieel
kennis gegeven, dat de brug over het Hoilandsch
Diep met 1 Januari e. k. voor het publiek verkeer
kan wdrden geopend, zoodat in deze alles geheel naar
wensch is geslaagd. De oefeningen van het personeel
op den niéuwen spoorwsg, sectie I, zijn reeds aan
gevangen en de voltooiing van kleinere détails der
iitricbtingen wordt met den meestal spoed afgewerkt.
Tengevolge der opening van den tunnel onder den
•Mont-Cenis én het in werking brengen van een recht-
streekschen posttrein tusschen Parijs en Modaqe, zullen
de brievenmalen naar en uijb Neqqrlaodsch Indië via
Briudisi voortaan over Frankrijk, en Italië, en niet
langer over Duitschland en Italië typrden geëxpedieerd.
verband voorts met een vervroegd Vertrek der
stoom booten uit Brindisi, zullen de voor Nederlandsch
Indië bestemde, brievenmalen mede op een vroeger
tijdstip dan tolj dos verre moeten Verzonden worden,
zoodat de corréspondentie voor Nederlandsch Indië
té Amsterdam j«n te 's-OraveuhagVv en op andere
(jbnitéen naar evenredigheid, in 't> vervolg uiterlijk
dés Donderdags avond ter post is te bezorgen.
jv|
l'l t.
Versailles, 31, Dec. De president der repu
bliek heeft bettueken gewisseld met de leden ran
het presidentschap der nationale vergadering. De
bijeenkomsten waren hoogst vriendschappelijk, mnar
er is geene rede gehuudea. Daarna heeft de heer
Thiers eeu gfoof aantal afgevaardigden ontvangen.
De receptie heeft een hoogst gunstigen indruk ge-
lnaakt.
De benoemde Kritische gezant te Berlijn zal Dina-
derwaarts vertrekken.
LOllden, 1 Jan. De staat der inkomsten over
de laatste 9 maai den toont eene vermeerdering aan
van 949,156 en over het gehoeie jaar van
2,263,891.
De houders van 5 percent Turksche bonds, die de
rentebetaling over hei laatste kwartaal verlangen,
moeten daarvan voor 9 Februari kennis geveu aau
het agentschap der keizerlijk Ottomanische bauk bij
hen te lande.
l)e Duitsche consul-generaal te Singapore noodigt
de belangstellenden uit tot inschrijving voor een
monument ter eere van graaf Möltke.
Sandringham, 1 Jan. Volgens het bullet n,
hedeu middug uitgegeven, heeft de prins van Wales
deze uaclrt goed geslapen. De pyu eu de koorts
sijn minder.
Washington, 1 jan. De minister van finan
ciën zal gedurende de inaand Januari 2,000,01)0 aan
goud ter markt brengen en eén gelijk bedrag in'
schatkistbons laten k'>opeq.
I N gTe Z O N DEIN.
Langer dan ik oorspronkelijk gedacht had, 'Mijn
heer de Redacteur, heb ik gewacht uitt eeu tweeden
brief aan U te zenden tér plaatsing in uwe courant.
De reden daarvan is, dat ik een zware kou gevat
heb voor een paar wek*n, en mij daardoor niet op
gewekt gevoelde iets anders te doen, dan dat, wat
bepaald ged ian morst worden. Nu ben ik echter
genoegzaam beter en begin alzoo mijn tweeden brief.
Aau den avond vau den dag, waarop de üoudache
Ct. uitkwam, waarin mijn eerste brief opgenomen was,
had ik het genoegen mij in de sociëteit wOus Ge
noegen" te bevinden. Ik zat aan een van die kleine
tafeltjes, die tusschen de kolfbaan en de billqrten
staan onder het gmot van een glaasje beiersch bier.
Tegenover mij zat X, een braaf man burgerlijk in
houding en manieren, even als ik doch die boven
iny voorheeft door zijne betrekking hij is eeu eep
swm timmerman dikwijls in aanraking te komen
roet menschen van hoogeren stand. Daardoor weet
hij veelal irts te vertellen omtrent de leefwijze, het
karakter, en de omstandigheden van diegenen, die ik
en mijns gelijken alleen kruucii door hen te zien
wandeïèn óp een der stadssingels, of hen te zien zitten
in een komedie, waar zij #bij gebrek aan beter" ko
men en niet nalaten dit te kennen ie geven door
gezichten Ite ^rekken, waarop duidelijk te lezen staat
„hoe vervelend, dat hier geen loges zijn; r.u moeten
wij bij al dat gepeupel zitten," en dergelijkfe verhe
vene gedéchten meer. Deze X. nu, zat de Goudsche
Courant, dien dag uitgekomen, te lezen. Hij was
juist op de laatste pagina gearriveerd, toen uit de
kolfbaan een heer naar hem toetrad. Deze heer
was een levende illustratie van het spreekwoord „de
kleéren makejn den man," want deden de kieéren het
hier niet j gemelde heer, zon, wegens totaal gemis
van mannelijke eigeuschappen, als daar zijn-: moed,
verstand, kracht enz. misschiet voor elk ander we
zen gehouden worden, maar zeker nooit voor een man.
„Zoo X, Vindt-je wat nieuw» inde Gouwenaar?"
was de vraag van den heer.
„Dat mag wel zoo; niet bijster veel," was des
timmermans antwoord.
„Neen, dat kan ik ook niet «ggen;"ging de heer
voort„ijc las hem van middag t'huis, maar nieuws
haalde ik ëf niét veel uit."
„Hebt lÜ [ook de|n brief gelezen, die er in staat
vroeg de burgerman.
„Ja wél, maar mijn inzien^ niet veel zaaks. En
wat ik al heel gek vind, i» dat de schrijver zich
zoo leelijk tegenspreektin de eerste regels van zyn
brief zq^t hij geen fransch te kénnen en m de laatste
baalt hij een boeien franschen zin aan. Een van beiden
is dus zeker, of bij sprak onwaarheid, door te zeggen
geen fransch te kennen, of hij schreef den brief niet
zelf; ju beide gevallet» zeer afkeurenswaard."
Ware het niet dat dje heer, die zich verwaardigde
op de/.e éry2}e mijn briéf te beoordeelen, op den schou
der geklopt en door eén luitenant aangesproken was
gewordenJ ik had aif niijne rceening te kennen gege
ven dat ejr nog een deéde geval mogelijk was; en
niet alleejn mogelijk, maar Zelf» zéér'duidelijk voor
ieder, diej uilt mijn brijrf eenvoouig las, wal er in?
stond. lie fransche zié toch, die zoo hevig 't onge
noegen van bovengenbeinden heer opwekte, was niet
mijn zin, j paar de zin van mijn neef, de liulpon-
derwijzeri en! heb ik,Wat ligt mogelijk is, onder het
overbrengen bier of daar mij aan een schrijffout schul
dig geuiatfktL de bru-f jen du» ook de fransche zin is
niet direct door mynl hand in de courant gekomen,
maar is natuurlijk dopr handen gegaan van de redactie,
die een Gout niet zou jilaieu staan. Ik raad gemel
den heer aap, voortaan wanneer hij leest, beter daarbij
te denken, én wil <»f kan hjj iftika niet, dan in zijn
eigen belin^ zich van dlwaze aanmerking te onthouden.
Sints ik ujmijn eersieë brief sahreef, zijn er 2 r.iads
vergaderii geb gehoudqn. Hoewel mets bijster iute
res-an ts vioorviel, zag ik tocb iets der opmerkiug
waardig. Onder mijnej Imrgermanéprincipes is er een,
dat aldus luidt: „men moet nooit spreken, zonder
te denken; qn nooit aanmerkingen maken, wanneer
meu uiet zeker weet, 'jjiat de aanmerkingen gegrond
z^n. Dit principe nu, jtoo dacht ik in myn eenvoud
was ecu principe van jeder meusch, die maar eenigs-
zins zich op 't bezit |an gezond verstand mag be
roemen. Dflt ik dwaalde iu deze meening leerde ik
in epn van bqvengeuoeiupe Raadsvergaderingen. Er wa»
qtmestie Üaij afstand van een stukje grond aan de
Ötertriue-Xaajrseiifabriekalhier. Men stemde en
tot den lifsthmi werd Ibealoteu. Nauwelijks was dit
geschied, of ecu der loden stond op eu betuigde
zyn groote verwonderiijg, dat 4 raadsleden, die te
vens coiuibi»sari8sen ddr Stearine-kaarsenfabriek wa
ren mede hadden gestemd, daar art. 46 der gemeente-
wet verboëd uieê»tciuim'u over een zaak door raadsleden,
die betrokken zyn bij flic zaak. Terstond werd hein
beén^ooM, dat hy ini|dwafiug verkeerde; dat by
tal van besluiten beslist was dal commissarissen geen
belanghebbenden waren^ I en dat dus zyn opmerking
verviel. Het raadslid, dat de opmerking gemaakt
had, zweég hierop en dé zaak was uit. Maar wat
niet uit fvas, mijne bevreemding,) dat in een st d
als Gouua (op een d(|rb, waar slechts boerenloden
van den raad zyn, zou ik 't kunnen begrypen) door
ieaaud, die zich verbeeldt eeu beschaafd, zelfs wel
een gestudeerd man te iijn, znlk een beschuldiging
durft geworpen te worden naar 't hoofd van achtens
waardige ménnen; eene beschuldiging, waardoor hij
niets andersl wilde zeggéu, alt: „gy heeren wilt,
zonder er hef recht toe te hebbeu, en dat wel, waar
de Avet zulks uitdrukkelijk verbiedt, medestemmen
in een zaakJ waarby gij zelf belang hebt. Zulk een
beschuldiging, geheel zpnder grond, en dadelyk by
de miuste tcgeuwprpiug ingetrokken, verdient wel
de sterkste Afkeuring. J Wat moet men denkén van
een raadslid* dat op z^o lossen groud zoo iets durft
zeggen 1 Misschien legt 't aan myn burgerlijke ideën,
maar ik geloof, dat wanneer iemand niet meer be
wijzen geelt van gedacht te hebben, voordat hy
spreekt, jen |onderzochi te hébben, voordat hy be
schuldigd dit zoo iemand, wat hy ook moge wezen,
nooit eep goed raadslid is.
Sinds mijn laatsteu brief heeft onze stad meer dan
één verlies te betreuMU. Vooreerst overleed de door
ieder Gouwenaar gekende Jue, aauz^ger van geboorte-
en doodsberichten. Een woord van bnlde aan zijn
nagedachtenis schijnt mij niet ongepast. Jue was in
de wieg gelegd voor zijne betrekking. Wanneer gij
hem op -zijn wandelingen door de stad in de verte
aan zaagt komen, behoefdrt gij niet langer te twy-
felen of hij dé verschijning dan wel de verdwijning
van een wereldburger aankondigde. Was het een
doodsbericht ziju geheele houding dicteerde droefheid
en rouwzijn hoofd hing terneder op zijn borst, zyn
voorhoofd was gerimpeld, in zijn oog parelde een
traan En zijn stem, die klonk dan zoo aan
doenlijk, zoo zielsbedroefd, zoo smartelijk, ais alleen
door een diep geschokt hart kan worden voortgebracht.
Was het daarentegen een geboorte-bericht; hoe ge
heel anders was zijn uiterlijk. Een glimlach op zijn
gelaat, blijdschap in het oog, huppelend in zijn gang,
scheen hij bijna te dansen over de straat. Jue was
epn model-aanzegger. Wel waren er roenschener
zijn menschen, voor wie niemand heilig is die
zeiden: Jue behoort tot „de fijnen"; maar wat daar
ook van aan moge zijn, voor mij was Jue het ideaal
van een aanzegger, en niet leedwezen denk ik er aan,
dat wauneer mijn dood eens aan de huizen rondge
zegd wordt, dit gedaan zal wordeii door iemand, die
met verheugd ge;aat en vrolijke gebaren, al gieche
lende met de opendoende dienstmeisjes, mijn over
lijden bekend maakt. Eere zij Jae's nagedachtenis;
hij ruste in vrede
Vervolgens overleed pistoor Bakker. Het eerste
woord, dat gehoord werd bij zijn dood, was; hij
was een weldadig, braat man. Gelukkig hij, wie
zulke woorden verdient en pastoor B verdiende ze
in volle mate; vraagt den armen, hoe zij over hem
dachten en gij zult zijn lof hooren verkondigen in
eenvoudige, blijkbaar oprechte bewoordingen. Geloof
mij, de menschen zien er niet tegen op zelfs van
doodeu k*\ aad te spreken; doch hier verstomde de las
ter bij den dood van de/en man hoorde men niets
dan goeds. M ijrie lezers, ik wensch u toe, dat van
u eenmaal 't zelfde zal kunnen gezegd wofden!
Hoewel het niet te loochenen valt, dat sedert laug
Fransche en Engelsche parfumerieu en essenties bijna
algemeen bij voorkeur worden gezocht en het pu
bliek uit vooroordeel de even goede, dikwerf betere
Duitsche preparaten achterstelt, ia bet des te aan
genamer op te merken, hoe zelfs Fransche en Engelsche
bestureu en personeu van den eersten rang ten aanzien
vau de monawaters aan eea Duttsch fabriekaat boven
al de overige den voorrang toekennen. Dit is het
geval met het beroemde K. K. Oostenrijksch uit
fluitend bevoorrecht en het eerst in Amerika en
ook iu Engeland gepatenteerde ANAl'HERIN
MONDWATER van deu K. K. bof-Undarts Dr. J.tJ.
POPP te Weenen, welks vermaardheid overal buiten
de greczen van Duitschland i* doorgedrongen en
dergelijke toiletartikeleu vau Parijs en Londen in alle
opzichten verre overtreft. Weldoende en krachtvol,
een veilig voorbehoed- en afdoend geneesmiddel is
het beproefd in alle ongestcJdhedeu van den mdnd,
der tauden en van het tandvleesch, vooral tegen «Ik
soort van tand- en kiespijn. Yerfrisschend, opwek
kend eu zuiverend is de invloed op den mond en op
de tauden, die het gezond, vast en in den natuurlijken
toestand bewaart, ook voorkomt het de bloeding
van het tandvleesch eu geneest zelfs het scorbuat.
Ontelbare getuigenissen waarborgen de uitstekende
voortreffelijkheid van dit middel dat in zijne soort
ónder de uuttigste en schoonste samenstellingen be
hoort en met volle recht nis het béste en Werkzaam-
ste MONDWATER wordt geprezen.
Ghsoikji: 20 Dec. Adrian*, Quder* W. Poot en L. Bout boor*.
1 Jan. Catharioa, ouder* W. Nicawveid tn G. van Maarea.
Arie, ouders J. Bonueur en C. Vaike. -1. A. da Jong
en M. P. Verblaanw.
OvKEifcDiN; 1 Jan. E. Boa wed. G. Met, 72 j.
bjjna 73 jaren mijn waarde Broeder HENDRIK
BRAGGAAR, Weduwenaar van wylen Johanna
Caïtsijn.
J. J. BRAGGAAR.
Gouda, den 28 December 1871.
Heden overleed onverwacht mijne ge
liefde moeder, Vrouwe ADRIAN A JUSTIN A
WERNINK te Oudslioorn, weduwe van den
WelEd. Heer PETRUS ADRIANÜS WAGE-
MAKER WERNINK, in den ouderdom van
circa 85 jaren. W. WERNINK.
Gouda31 December 1871.
Algemeene Kennisgeving.