"binnenland. BUITENLAND. Huileiilandsch Overzicht. Laatste Berichten. Brief van een Burgerman. ADVERTENTIËN. 1 i m 1 Burgerlijks Stan d. de goede bestanddeelen, 't zij dan oude of nieuwe, zich met elkander zullen vereenigen, en uit die vereeniging zal vöortvloeijen de meer en meer toenemende bloei der gemeente en bet heil onzer gtad. In de Fransche Nationale Vergadering zijn de be raadslagingen over de belasting op de inköinsten af gebroken en daarop in behandeling genomen het wetsvoorstel omtrent de Fransche bank. De regee- ring wilde liet aantal in omloop te brengen bank- billelteu vermeerderen. Nadat de regeering op spoed had aangedrongen, oindat de qüaestie vóór uit. Dec. beslist moest /.:jn, en n idat de commissie .deze op marking hoog had opgéuöinen, vooral omdat de re- geering gezegd had, dat een leeuing aan te gaan onmogelijk was, en daarom de vermeer lering van bankpapier noodzakelijk, is de conclusie van het j rapport dOor de commissie ingediend. De commissie wenschte een maximum van 2700 millioen, en de regeering wilde 't maximum bepalen op 3 milliard. Eindelijk is 't op 2800 millioen vastgesteld. Daar op is de vergadering tot Woeusdag 3 Januari uit eengegaan. In Engelaüd schijnt de keuze van het liberale parlementslid, den heer Henry Bouverie William Brand, tot opvolger van den heer Denison, als voor zitter van het lagerhuis, door alle partijen met ge noegen vernomen te zijn, niettegenstaande hij vroeger bekend was als Whipper der liberalen en zich in het parlement geen naam als redenaar heeft gemaakt, maar men hem in de vergaderzaal zelfs zelden hoorde. Aan bekwaamheden voor zijn aanstaande moeilijke betrekking schijnt het den heer Brand echter niet te ontbreken, daar hij onder het ministerie Pelmers- ton jaren lang met veel lof den post waarnam van secretaris van de schatkist en ook tot zegelbewaar der van den prins van Wales werd benoemd. Wat de toestai d van laatstgemelden prins betreft, schijnen zijne krachten meer en meer toe te nemen eft ofschoon verscheidene léden der koninklijke fa milie weder naar den prins zijn vertrokken, schijnt zyn herstelling naar wensch voort te gaan. De Duitsche regeering heeft aan het einde van het jaar op hare gewone wyxe een schitterend bewijs willen geven, dat zij meer en meer den w« g van het constitutional isme bewandelen wil. Niet alleen dé vreemdsoortige instelling, die men bondsraad noemt, die de plaats vervult van een eerste kamer of senaat en te gelijk een tak van het uitvoerend bewind is, omdat hij samengesteld is uit vertegen woordigers der verschillende regeeringen en met den bondskanselier de nieuwe Duitsche rijks-provincie bestuurt, niet alleen dit Duitsche regeeringsli- chaam zelf maar ook de geheimhouding zijner hande lingen en beraadslagingen was reeds langen tijd een doorn in de oog en der Duitsche liberalen. Hei be hoeft geen vermelding, dat die klachten en wenschon geen gehoor vonden bij de regeering, die in den bondsraad haar bolwerk en in de geheimhouding der beraadslagingen haar kracht vindt. Doch plot seling komt de ofliciecle Reichmnztiger, in eene rnede- deeliug aan zijne geabonneerden bij gelegenheid van het einde des jaars, op arroganten toon verklaren, dat hij zich verwaardigen zal, om iu 't vervolg met de overige dfficieele mededeelingen een verslag open baar te maken van de zittingen vau den bondsraad en van de byzondere bijeenkomsteu dér regeerings- commissarissen voor zoover zoodanige openbaarma king noodzakelijk zal séhijften. En :hog zöu men durv«*n beweren, dat de Duitsche regeering den geest des tyds, die openbaarheid van alle regeeringshaude- lingen wenscht, miskent, wanneer men ziet dat zy volkomen publiciteit belooft van nllés slechts mét uitzondering van dat, wat zy zelve beter oordeelt geheim te houden. Het is te hopen d it het Duitsche publiek deze belangrijke (f) concessie zal weten op prys te stellen. De gunstige verwachtingen, die men in Oostenrijk koesterde van de deelneming der Poolsche afgevaar digden aan de beraadslagingen in den C.sleithaan- schen ryksraad, zijn niet beschaamd. Blijkens tele gram uit Weenen hebben zy gisteren de resolutie van den Lembergschen landdag bij den rijksraad ingediend en daarmede het bewijs geleverd, dat zy langs grondwettigen weg en met medewerking van den rijksraad tot een vergelijk willen medewerken. Thans zullen dus de Duitsche centralisten het bewijs moeten leveren, dat de Foederalistische partij ongelijk heeft, wanneer zij beweert dat binnen de grenzen der centralistische constitutie van 1867 geen verge lijk mogelijk is. ENGELAND. Volgens in Engeland ontvaftgéjn berichten, heeft zich aan de oostelijke grenzen van/ het Indische rijk een kleine oorlog ontwikkeld, wdlke, naar het zich laat aanzien, eenige overeenkomst zal erlangen met den Abyssinischen veldtocht. De berichten munten echter niet door duidelijkheid uit, en het weinige wat de Engelsche bladön daaromtrent mededeelen, is meer geschikt om de zaak te verwarren dan op te helderen. De te be*echten vijand is de stam der LÓoshais, in hetonafhankelijke landschap 1 Tipperah, tussohen Birma en zuidoostelijk Bengalen. Naar het schijnt is het hoofddoel van den veldtocht de De- vrijding van 48 Britsche onderdapep. Zooveel is echter zeker, dat het biunertrnkken van het vijande lijk land te gelijk van tweel zijden, Jiamelijk van het Noorden en liet Zuiden, heeft plaats gehad; uit Katschar is generaal Bourohier opgerekt en b£ett zijn kamp te Silhet. als basis voor zyi^^provianjeerintfj'opgesla gen uit Tèittagoug of'Islamabad ruk1( geuemal Brown- lon op; de laatste, is van; proviand voor (idrie maan den voorzien. B«idegeueranlp zijd, volgens ^d|ergisteren uit Calcutta óntvangen telegram, reeds11 mjèfc den vij and ié botsing gjpkorfieii; Brownlon heat 00 den 21ste verscheiden dorpen'der Looshais, niLeen zwak ken tegenstand, vernield ;.%n Bouröhier is cj»Den)23ste te Kolell aangekomen* n® een aanval afg?s|agen en de Looshais tot het vallei van den naohfl1 vervolgd te hebben. De vyApd schijnt echter nog Volstrekt niet geneigd te zijn -Itot het aanknoopen, van onder handelingen, terwyl (verscheidene inlqndscra hoofden, die met de Eitgelsqken in bondgenootschap leven, thans den vijand schijneni te sterken, althans geene ondersteuning aan ^öe Kngelêohe tjroepen verleenen. Het land is aan dej trrtepen even greinig bekend ais indertijd jj|Lbyssinië.J} B E L G I De senitót heeft ponderdag het budget vau het ministerie van oorlog voor 1872 in behandeling ge nomen en[ de algemeene beraadslaging daarover in ééne zitting ten einde gebracht. In die zitting heeft het gouvernement, bij monde der ministers Malou en de Theux, opnieuw, gelijk bij de kamer, verklaard dat hei nog geen gevestigd gevoelen over de vraag stukken rakende het krijgswezen had, en dat het zich niet kon verbinden om binnen eeu bepaald tijdsbestek over twee maanden bij voorbeeld, of vier of zes, eene voordracht tot oplossing dier vraagstukken in te dienen: dat men vodflf het rapport der Belgische staatse .mmissie over de legerorganisatie, alsmede de bes.uiten van Frankrijk én van andere naburige staten omtrent de aan hun éigefo krijgswezen te geven in- richdug, diende te kennen en zich hierdoor in zijne voorstellen moest laten leidendat er buitendien op dit oogenblik of in de iiaaste toekomst geen gevaar van oorlog voor België te vreezen was, en dat er dus geene reden besiond om aan het gouvernement den noodigen tijd toi rijpe overweging der militaire vraagstukken te ontzeggen. Bij de ontwikkeling dezer beschouwingen hebben de heereu Malóu en de Theux geen woord gezegd, hetwelk vooruitzicht gaf op ver mindering der lasten van het krijgswezen, persoon lijke of geldelijke. Blijkens een bericht van den Echo du parle mentis de heer Bara voornemens om in de kamer van vertegenwoordigers voor te stellen, te bepalen dat het othc.eclc en volledige verslag van de zittin gen der wetgevende kamers op staatskosten in het Fransch en in het Vldainsch om niet zal worden verstrekt en dag op dag toegezonden aan een ieder, die het recht heeft om by de verkiezing van leden voor die kamers eene stem uit te brengen. Hierdoor zou naar de bedóeling Van den héér Bara en van zijrte liberale vrienden moeten worden bewerkt, dat de kiezers bekend wierdeu met de werkelijke denkwijze en richting der politieke partijen en der onderscheiden staatkundigen, welke thans eeta geheim zouden zijn voor de vele kiezers, die enkel eeu katholiek dagblad lezen. DÜITSCHLAND. Naar aanleiding van een paar artikelen over den staatkundigen toestand Vhn Luxemburg, opgenomen in ijle Metier Zeitung, wordt dit* onderwerp door de National-Zeitung op de volgende wijze besproken. De stelling, waarin Luxemburg zich thans bevindt, is het gevo.g van een zet der Bismarcksche staat kunde, die indertijd nood/.akelyk was geworden door den algemeenen politieken toestand. Dien te gispen, daarop een blaam te wefpen, niidat de partij door dien staatsman op zoo schitterende wijze is voort gespeeld en gewonnen, welk verstandig mensch zou tot iets dergelijks thans willen overgaan? Hoedanig dit echter moge zijn, hei is intusschen uitgemaakt zeker, dat de toestand, waarin Luxemburg zich bevindt ten gevolge van de regeling der zaken in 1867, op den duur niet houdbaar is, vooral sedert jtfaren éi te^iens'vlde land yan dij Luxemburg jpporwègaangd l&iid moet wen gebezigd, om weder aanDyi|| tpt stand wotmj de hoofdzaak'i« Verbimd ftich 'tot Piifl gSpunten woril I of jandere wijze lierdbor zou hierbij voot ons %n aankomt, aan EIzas-Lotharingen in het bezit van| Duitschland is! overgegaan. /j£i Op zich zelf genomen, is hetjlmbr Duitschland van gering belang of het kleine (Wage daaraan wordt toegevoegd of niei. Maar het heeft hierbij om een andere reden belang en wel om defjAplgendcLuxem burg wordt als het ware dagelijls meer en meer ,tqt een brandpunt van clericaal-Franschgezinde kuipe ryen, waardoor onze zekerheid mix betrekking tot Frankryk in gevaar wordt gebrachtJllndien een nieuwe oorlog tusschen Duitschland en FrólKrijk mocht ont branden, dan zou de rechtervleugel/van de Duitsche armeei steunende op Metz en DiedqUwbven (Thionville) een vyandelijk ge?ind land met rat nog niet ont mantelde Luxemburg in den éug %«)ben en daardoor natuurlijk ernstig worden bedreig^ De Franschen, vau den sta.it der zaken gebruifcljwillende makenL zouden de neutraliteit van Belgffi^jniet eerbiedigen^ maar hoogst ^waarschijnlijk zich ifcor dién srnat een wieg banen, t om zich van Luxemburg-j meestqr tip u aken, indien j dp kans dttnrtöe vijfer^eelig scheen, 'te| ei'nde ojJ diej wijze het Duitsche9jwef! in denjrug te befjoken: S JnRifl J Wij jmqgeifipns overtuigd hprojtóf'8# de Ditifschfr legeer?hg| Luïffemburg niet uit het| öog!-verliest'ij De j genaunjigo fcUfcnstelli ng van het' önifcche r^k ;ijn qmténstelw^ftnakeri he| mogwiMl cw langs vef^- J pheid'èni i wegépliiaar het «loei Jè tntsl én "dë^ bë- BL.iiu^ ^!jfffen, die J daprÊyj tilroraen ontpioét 4 rten tijdig) te keérë|l w|lke Duitsch- ant, fiedijéigen. gelling ^oor lomrni in J net tc [ënhétd, Ijéai'by |hek kuftneif/'Ws uitg^i ciftuhrg pp d^i, eiji ihland te^erbiodji' gebracht,;, hetgëp en waarop 'hetplll onzen vyandiggeZinden nabuur i zou eedj brandpnut voor zijn kuiperijen tegen Duitschjand worden ont nomen. Eqn andere belangrijke aangelegenheid, waarop de aandacht reeds lang is gevestigd, zal spoedig worden geregeld, namelijk het vraagstuk betreffende het do teeren van ferflieriBtelijke legerhoofden. Meu mag de beslissing in deze zaak weldra te gefmoet zien. Men verneemt, dat geen der prinsen op de lijst der begiftigden voorkomt en onder de overige nameu geen nieuwe worden aangetroffen. Gouda, 2 Januari. NaöT wij roet genoegen vernemen, hebben de werk lieden der stearine-kaarsenfabriek alhier, bij gelegen heid van het nieuwe jaar, eene week dubbel loon gekregen. Te Gouderak heeft zich eene subcommissie ge vormd voor de nationale feestviering op 1 April 1872. Zij bestaat uit de beeren: M. Bron, J. Suiits, P. Molenaar, J. A. van Wijk, J. A. Bochove en W. Srait9. Ook te Ouderkerk a/d IJsel heeft zich eene sub commissie gevormd, om gelden in te'zamelen voor het gedenkteeken te Briélle, ter herinueriug van 1 April 1872. Vrijdag ll.lhad de stemming plaats voor een heem raad van den polder Berg-Ambacht. Er werden 150 stembiljetten ingeleverd, uitmakende 1184 stemmen. Twee stemmen waren van onwaarde. De uitslag tvria dat, in plaats van wylen den heer Jan van der 'Hoe, gekozen werd de heer Dirk de Jong, met 954 stem- meif, terwyl op den heer Arte Schouten 227 stemmen waren uitgebracht. Den 29° Dec. 11. werd te Schoonhoven eene af- deeling opgericht van de Holl. ranatschappij van Landbouw. Tot leden van het bestuur zijn benoemd: tot president de heer J. J. Groeneveldt, burgemees ter; tot vice-president de heer B. Linn en tot secre taris-penningmeester, de heer C. B. van Baaren. Te Dordrecht heeft zich een commissie gevormd, ten einde eene feestviering te regeleu, ter gelegen heid van de overbrugging van het Hollandsche Diep. In de Vrijdag-avond door de eerste kamer gehouden zitting zijn na discussie, voornamelijk over de immi gratie, de begrootingen van Suriname en Curasao met algemeene stemmen aangenomen. De minister vhn koloniën heeft bij die gelegenheid verklaard dat hij, tot zijn leedwezen, de berichten omtrent de on geregeldheden, die op het laatst van November op Curasao waren voorgevallen, niet kon tegenspreken de rast was er echter, volgens de laatste berichten van I 7 Dec., volkomen hersteld. 1 In de zitting van Zaterdag heeft de kamer het hooÉdst. koloniën, nadat verschillende bédenk ingen tegen het koloniaal regeeringsbeleid door den minister waren beantwoord, mét 32 tegen 3 stemmen aange- noni|en. Hoofdst. X en de credietwet voor oorlog werden daarna met algemeene stemmen aangenomen. De kamer h«*eft voorts besloten de tractaten ipet Engeland en de amortisaiiewet te behandelen in de op 15 Jan. aanst. te houden zitting. De Ef. R. Ct. verneemt uit 's Hag», dat de ko ning al de hoofdstukken van de begrooting heeft be krachtigd. Bij beschikking van den Minister van Binnenland- sche Zaken van 28 dezer is aan den Raad van Toezicht op <le spoorwegdiensten, aan de Commissie voor de overbrugging en aan de explotatie-maatschappij officieel kennis gegeven, dat de brug over het Hoilandsch Diep met 1 Januari e. k. voor het publiek verkeer kan wdrden geopend, zoodat in deze alles geheel naar wensch is geslaagd. De oefeningen van het personeel op den niéuwen spoorwsg, sectie I, zijn reeds aan gevangen en de voltooiing van kleinere détails der iitricbtingen wordt met den meestal spoed afgewerkt. Tengevolge der opening van den tunnel onder den •Mont-Cenis én het in werking brengen van een recht- streekschen posttrein tusschen Parijs en Modaqe, zullen de brievenmalen naar en uijb Neqqrlaodsch Indië via Briudisi voortaan over Frankrijk, en Italië, en niet langer over Duitschland en Italië typrden geëxpedieerd. verband voorts met een vervroegd Vertrek der stoom booten uit Brindisi, zullen de voor Nederlandsch Indië bestemde, brievenmalen mede op een vroeger tijdstip dan tolj dos verre moeten Verzonden worden, zoodat de corréspondentie voor Nederlandsch Indië té Amsterdam j«n te 's-OraveuhagVv en op andere (jbnitéen naar evenredigheid, in 't> vervolg uiterlijk dés Donderdags avond ter post is te bezorgen. jv| l'l t. Versailles, 31, Dec. De president der repu bliek heeft bettueken gewisseld met de leden ran het presidentschap der nationale vergadering. De bijeenkomsten waren hoogst vriendschappelijk, mnar er is geene rede gehuudea. Daarna heeft de heer Thiers eeu gfoof aantal afgevaardigden ontvangen. De receptie heeft een hoogst gunstigen indruk ge- lnaakt. De benoemde Kritische gezant te Berlijn zal Dina- derwaarts vertrekken. LOllden, 1 Jan. De staat der inkomsten over de laatste 9 maai den toont eene vermeerdering aan van 949,156 en over het gehoeie jaar van 2,263,891. De houders van 5 percent Turksche bonds, die de rentebetaling over hei laatste kwartaal verlangen, moeten daarvan voor 9 Februari kennis geveu aau het agentschap der keizerlijk Ottomanische bauk bij hen te lande. l)e Duitsche consul-generaal te Singapore noodigt de belangstellenden uit tot inschrijving voor een monument ter eere van graaf Möltke. Sandringham, 1 Jan. Volgens het bullet n, hedeu middug uitgegeven, heeft de prins van Wales deze uaclrt goed geslapen. De pyu eu de koorts sijn minder. Washington, 1 jan. De minister van finan ciën zal gedurende de inaand Januari 2,000,01)0 aan goud ter markt brengen en eén gelijk bedrag in' schatkistbons laten k'>opeq. I N gTe Z O N DEIN. Langer dan ik oorspronkelijk gedacht had, 'Mijn heer de Redacteur, heb ik gewacht uitt eeu tweeden brief aan U te zenden tér plaatsing in uwe courant. De reden daarvan is, dat ik een zware kou gevat heb voor een paar wek*n, en mij daardoor niet op gewekt gevoelde iets anders te doen, dan dat, wat bepaald ged ian morst worden. Nu ben ik echter genoegzaam beter en begin alzoo mijn tweeden brief. Aau den avond vau den dag, waarop de üoudache Ct. uitkwam, waarin mijn eerste brief opgenomen was, had ik het genoegen mij in de sociëteit wOus Ge noegen" te bevinden. Ik zat aan een van die kleine tafeltjes, die tusschen de kolfbaan en de billqrten staan onder het gmot van een glaasje beiersch bier. Tegenover mij zat X, een braaf man burgerlijk in houding en manieren, even als ik doch die boven iny voorheeft door zijne betrekking hij is eeu eep swm timmerman dikwijls in aanraking te komen roet menschen van hoogeren stand. Daardoor weet hij veelal irts te vertellen omtrent de leefwijze, het karakter, en de omstandigheden van diegenen, die ik en mijns gelijken alleen kruucii door hen te zien wandeïèn óp een der stadssingels, of hen te zien zitten in een komedie, waar zij #bij gebrek aan beter" ko men en niet nalaten dit te kennen ie geven door gezichten Ite ^rekken, waarop duidelijk te lezen staat „hoe vervelend, dat hier geen loges zijn; r.u moeten wij bij al dat gepeupel zitten," en dergelijkfe verhe vene gedéchten meer. Deze X. nu, zat de Goudsche Courant, dien dag uitgekomen, te lezen. Hij was juist op de laatste pagina gearriveerd, toen uit de kolfbaan een heer naar hem toetrad. Deze heer was een levende illustratie van het spreekwoord „de kleéren makejn den man," want deden de kieéren het hier niet j gemelde heer, zon, wegens totaal gemis van mannelijke eigeuschappen, als daar zijn-: moed, verstand, kracht enz. misschiet voor elk ander we zen gehouden worden, maar zeker nooit voor een man. „Zoo X, Vindt-je wat nieuw» inde Gouwenaar?" was de vraag van den heer. „Dat mag wel zoo; niet bijster veel," was des timmermans antwoord. „Neen, dat kan ik ook niet «ggen;"ging de heer voort„ijc las hem van middag t'huis, maar nieuws haalde ik ëf niét veel uit." „Hebt lÜ [ook de|n brief gelezen, die er in staat vroeg de burgerman. „Ja wél, maar mijn inzien^ niet veel zaaks. En wat ik al heel gek vind, i» dat de schrijver zich zoo leelijk tegenspreektin de eerste regels van zyn brief zq^t hij geen fransch te kénnen en m de laatste baalt hij een boeien franschen zin aan. Een van beiden is dus zeker, of bij sprak onwaarheid, door te zeggen geen fransch te kennen, of hij schreef den brief niet zelf; ju beide gevallet» zeer afkeurenswaard." Ware het niet dat dje heer, die zich verwaardigde op de/.e éry2}e mijn briéf te beoordeelen, op den schou der geklopt en door eén luitenant aangesproken was gewordenJ ik had aif niijne rceening te kennen gege ven dat ejr nog een deéde geval mogelijk was; en niet alleejn mogelijk, maar Zelf» zéér'duidelijk voor ieder, diej uilt mijn brijrf eenvoouig las, wal er in? stond. lie fransche zié toch, die zoo hevig 't onge noegen van bovengenbeinden heer opwekte, was niet mijn zin, j paar de zin van mijn neef, de liulpon- derwijzeri en! heb ik,Wat ligt mogelijk is, onder het overbrengen bier of daar mij aan een schrijffout schul dig geuiatfktL de bru-f jen du» ook de fransche zin is niet direct door mynl hand in de courant gekomen, maar is natuurlijk dopr handen gegaan van de redactie, die een Gout niet zou jilaieu staan. Ik raad gemel den heer aap, voortaan wanneer hij leest, beter daarbij te denken, én wil <»f kan hjj iftika niet, dan in zijn eigen belin^ zich van dlwaze aanmerking te onthouden. Sints ik ujmijn eersieë brief sahreef, zijn er 2 r.iads vergaderii geb gehoudqn. Hoewel mets bijster iute res-an ts vioorviel, zag ik tocb iets der opmerkiug waardig. Onder mijnej Imrgermanéprincipes is er een, dat aldus luidt: „men moet nooit spreken, zonder te denken; qn nooit aanmerkingen maken, wanneer meu uiet zeker weet, 'jjiat de aanmerkingen gegrond z^n. Dit principe nu, jtoo dacht ik in myn eenvoud was ecu principe van jeder meusch, die maar eenigs- zins zich op 't bezit |an gezond verstand mag be roemen. Dflt ik dwaalde iu deze meening leerde ik in epn van bqvengeuoeiupe Raadsvergaderingen. Er wa» qtmestie Üaij afstand van een stukje grond aan de Ötertriue-Xaajrseiifabriekalhier. Men stemde en tot den lifsthmi werd Ibealoteu. Nauwelijks was dit geschied, of ecu der loden stond op eu betuigde zyn groote verwonderiijg, dat 4 raadsleden, die te vens coiuibi»sari8sen ddr Stearine-kaarsenfabriek wa ren mede hadden gestemd, daar art. 46 der gemeente- wet verboëd uieê»tciuim'u over een zaak door raadsleden, die betrokken zyn bij flic zaak. Terstond werd hein beén^ooM, dat hy ini|dwafiug verkeerde; dat by tal van besluiten beslist was dal commissarissen geen belanghebbenden waren^ I en dat dus zyn opmerking verviel. Het raadslid, dat de opmerking gemaakt had, zweég hierop en dé zaak was uit. Maar wat niet uit fvas, mijne bevreemding,) dat in een st d als Gouua (op een d(|rb, waar slechts boerenloden van den raad zyn, zou ik 't kunnen begrypen) door ieaaud, die zich verbeeldt eeu beschaafd, zelfs wel een gestudeerd man te iijn, znlk een beschuldiging durft geworpen te worden naar 't hoofd van achtens waardige ménnen; eene beschuldiging, waardoor hij niets andersl wilde zeggéu, alt: „gy heeren wilt, zonder er hef recht toe te hebbeu, en dat wel, waar de Avet zulks uitdrukkelijk verbiedt, medestemmen in een zaakJ waarby gij zelf belang hebt. Zulk een beschuldiging, geheel zpnder grond, en dadelyk by de miuste tcgeuwprpiug ingetrokken, verdient wel de sterkste Afkeuring. J Wat moet men denkén van een raadslid* dat op z^o lossen groud zoo iets durft zeggen 1 Misschien legt 't aan myn burgerlijke ideën, maar ik geloof, dat wanneer iemand niet meer be wijzen geelt van gedacht te hebben, voordat hy spreekt, jen |onderzochi te hébben, voordat hy be schuldigd dit zoo iemand, wat hy ook moge wezen, nooit eep goed raadslid is. Sinds mijn laatsteu brief heeft onze stad meer dan één verlies te betreuMU. Vooreerst overleed de door ieder Gouwenaar gekende Jue, aauz^ger van geboorte- en doodsberichten. Een woord van bnlde aan zijn nagedachtenis schijnt mij niet ongepast. Jue was in de wieg gelegd voor zijne betrekking. Wanneer gij hem op -zijn wandelingen door de stad in de verte aan zaagt komen, behoefdrt gij niet langer te twy- felen of hij dé verschijning dan wel de verdwijning van een wereldburger aankondigde. Was het een doodsbericht ziju geheele houding dicteerde droefheid en rouwzijn hoofd hing terneder op zijn borst, zyn voorhoofd was gerimpeld, in zijn oog parelde een traan En zijn stem, die klonk dan zoo aan doenlijk, zoo zielsbedroefd, zoo smartelijk, ais alleen door een diep geschokt hart kan worden voortgebracht. Was het daarentegen een geboorte-bericht; hoe ge heel anders was zijn uiterlijk. Een glimlach op zijn gelaat, blijdschap in het oog, huppelend in zijn gang, scheen hij bijna te dansen over de straat. Jue was epn model-aanzegger. Wel waren er roenschener zijn menschen, voor wie niemand heilig is die zeiden: Jue behoort tot „de fijnen"; maar wat daar ook van aan moge zijn, voor mij was Jue het ideaal van een aanzegger, en niet leedwezen denk ik er aan, dat wauneer mijn dood eens aan de huizen rondge zegd wordt, dit gedaan zal wordeii door iemand, die met verheugd ge;aat en vrolijke gebaren, al gieche lende met de opendoende dienstmeisjes, mijn over lijden bekend maakt. Eere zij Jae's nagedachtenis; hij ruste in vrede Vervolgens overleed pistoor Bakker. Het eerste woord, dat gehoord werd bij zijn dood, was; hij was een weldadig, braat man. Gelukkig hij, wie zulke woorden verdient en pastoor B verdiende ze in volle mate; vraagt den armen, hoe zij over hem dachten en gij zult zijn lof hooren verkondigen in eenvoudige, blijkbaar oprechte bewoordingen. Geloof mij, de menschen zien er niet tegen op zelfs van doodeu k*\ aad te spreken; doch hier verstomde de las ter bij den dood van de/en man hoorde men niets dan goeds. M ijrie lezers, ik wensch u toe, dat van u eenmaal 't zelfde zal kunnen gezegd wofden! Hoewel het niet te loochenen valt, dat sedert laug Fransche en Engelsche parfumerieu en essenties bijna algemeen bij voorkeur worden gezocht en het pu bliek uit vooroordeel de even goede, dikwerf betere Duitsche preparaten achterstelt, ia bet des te aan genamer op te merken, hoe zelfs Fransche en Engelsche bestureu en personeu van den eersten rang ten aanzien vau de monawaters aan eea Duttsch fabriekaat boven al de overige den voorrang toekennen. Dit is het geval met het beroemde K. K. Oostenrijksch uit fluitend bevoorrecht en het eerst in Amerika en ook iu Engeland gepatenteerde ANAl'HERIN MONDWATER van deu K. K. bof-Undarts Dr. J.tJ. POPP te Weenen, welks vermaardheid overal buiten de greczen van Duitschland i* doorgedrongen en dergelijke toiletartikeleu vau Parijs en Londen in alle opzichten verre overtreft. Weldoende en krachtvol, een veilig voorbehoed- en afdoend geneesmiddel is het beproefd in alle ongestcJdhedeu van den mdnd, der tauden en van het tandvleesch, vooral tegen «Ik soort van tand- en kiespijn. Yerfrisschend, opwek kend eu zuiverend is de invloed op den mond en op de tauden, die het gezond, vast en in den natuurlijken toestand bewaart, ook voorkomt het de bloeding van het tandvleesch eu geneest zelfs het scorbuat. Ontelbare getuigenissen waarborgen de uitstekende voortreffelijkheid van dit middel dat in zijne soort ónder de uuttigste en schoonste samenstellingen be hoort en met volle recht nis het béste en Werkzaam- ste MONDWATER wordt geprezen. Ghsoikji: 20 Dec. Adrian*, Quder* W. Poot en L. Bout boor*. 1 Jan. Catharioa, ouder* W. Nicawveid tn G. van Maarea. Arie, ouders J. Bonueur en C. Vaike. -1. A. da Jong en M. P. Verblaanw. OvKEifcDiN; 1 Jan. E. Boa wed. G. Met, 72 j. bjjna 73 jaren mijn waarde Broeder HENDRIK BRAGGAAR, Weduwenaar van wylen Johanna Caïtsijn. J. J. BRAGGAAR. Gouda, den 28 December 1871. Heden overleed onverwacht mijne ge liefde moeder, Vrouwe ADRIAN A JUSTIN A WERNINK te Oudslioorn, weduwe van den WelEd. Heer PETRUS ADRIANÜS WAGE- MAKER WERNINK, in den ouderdom van circa 85 jaren. W. WERNINK. Gouda31 December 1871. Algemeene Kennisgeving.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1872 | | pagina 7