m
Nieuws en Adverlenlieblad voor Gouda en Omstreken.
N? 1215.
1872.
LING
Vrijdag, 7 Juni.
Gouda.
Kennisgeving.
ndboek
Nationale Militie.
Mr. J. R. THORBECKE.
I
I
•i
V
AFKONDIGING.
a
I
nden
r
I
De inzending van advertentiën kan geschieden tot Mn uur des namiddags op den dag der uitgave.
z
GOUDSCHE COURANT
.41.
1,1.S8. S.M.
12.40,2.33,
het professoraat te bekleeden, doch' zelfs de
minister Anton Reinhard Falck durfde de be*
1,12.40,2.33,
I, 6.36, 9.58.
3.—,4.—,
15,1.—,3.35,
r
nde.
ITGAVË
(postsmlsl
door geheel
6.30, 8.33.
5, 6.36, 8.38.
18.
12 40, 1.88,
I.
.36, 8.41.
6, 8.41.
,12.40,2.38,
10, 2.20, 3.20,
15. 6,30.
in.
"r”- T’.'
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG én VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in dén avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prgs per drie maanden is 1.75,
franco per post f 2.
ADVERTENTllN worden geplaatst
- van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VUF CENTEN.
de ziel van bjjna allen vooruitgang in ons land
en aan zjjn naam, aan zjjn levensschets knoopt
zich als van zelve onze staatsgeschiedenis van
1830 tot nu toe vast. Zjjne plaats is naast
de groote staatslieden van vroeger tjjd, naast
de Witt, Slingelandt, v. d. Spiegel en v. Ho
gendorp, mannen wier leven zoo geheel één is
geworden met het staatsleven van hun tijd, dat
scheiding onmogeljjk is..
Veertig jaren mocht Thorbecke de ziel van
bijna allen vooruitgang in Nederland zijn. Ge
lukkig zoo lang! Wél heeft hij zijn leven
mogen wijden aan den staatsdienst, wél heeft
hjj mogen arbeiden tot dat de nacht is geko
men, en waar we dan ook klagend uitroepen
Thorbecke is niet meer!, daar zjj in onze klacht
tevens een dankbare klank omdat hjj zooveel
5.10, 8.21.
1.15, 12.13,
1, 4.12, 6.14".
1.2, 6.4, 8.17.
2, 8.6.
I, 10.45, 12.5,
0. ,t.
17.
De BURGEMEESTER van Gouda brengt ter al-
geuieene kennis, dal ingevolge art. 138 der Vet op
de NATIONALE MILITIE van Ren I9n Augustus
1861, (StaatMad n». 72), de INSPECTIE der VER
LOFGANGERS voor de gemeente Gouda, is bepaald
op MAANDAG den 17* JUN1J 1872, des morgens
ten 10 ure.
Ihrt daaraan beboeren deel te nemen de VER
LOFGANGERS der NATIONALE MILITIE, van
de ligtingen 1868, 1869, 1870 en 1871 voor zoo
ver zij vóór den 1* April II. in bet genot van on
bepaald verlof zijn gesteld, (daaronder ook begrej en,
dezulken, die tot eeoe andere gemeente beboeren,
f dook thans in deze gemeente woonachtig zjjn), welke
Verlostangen op voorschreven dag en uur neb ba-
booten te bevinden op de Stndstimmenrerf aan de
Tuifmaikt alhier.
Wordende hun voorts medegedeeld
dat zij, volgens art. 140 der genoemde wet, ter
inspectie behooren te verschenen in uniform gekleed
en voorzien van de kleed ing- en uitrustingstukken,
hun bij het vertrek met verlof medegeven, van bun
zakboekje en van hnn verlofpas
l. dat zij volgens art. ISO dier wet, worden geacht
onder de wapenen te zjjn, niet alleen gedurende
den tijd dien het bedoeld onderzoek duurt, maar
in het algemeen wanneer zjj in uniform zijn ge
kleed, zoadat zij, die ongeregeldheden a s anderzins
plegen bij het gaan naar de plaatr voor het on
derzoek bepaald, gedurende het onderzoek en bij
het naar hnis keeren, te dier zake zullen worden
gestraft volgens het crimineel Wetboek en bet Re
glement van Krijgstucht voor het krijgsvolk hier
te lande, bij genoemd art. 130 toepasselijk verklaard.
c. dal hjj die door ziekte niet kan verschijnen een
attest van een Geneesheer of Heelmeester, door den
Burgemeester geriseerd, moet overleggen, en
d. dat degene, welke zonder vergunning absent is,
volgens de net met arrest zal worden gestraft
Gouda, den 4* Juni 1872.
De Burgemeester voornoemd,
van BERGEN IJZENDOORN.
De BURGEMEESTER van Gouda brengt bij deze
ter kennis van de belanghebbenden, dat ‘door den
Heer Provincialen Inspecteur der Directe belastingen
enz, te Rotterdam, op den 29* Mei 1872 is executoir
verklaard: het kohier van het patentregt over het
dienstjaar 1871/72. -
Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld
in handen vau den Heer Ontvanger, dat ieder daarop
voorkomende verpligt is zjjnen nanslag, op den bij
de Wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden in
gaat de termjjn van DRIE MAANDEN, binnen
welke de reclames behooren te worden iugediend.
Gouda, den 5" Junjj 1872.
De Burgemeester voornoemd,
van BERGEN IJZENDOORN.
mocht tot stand brengen, omdat hjj zoo lang
voor zjjn vaderland heeft geleefd.
Wjj zullen trachten hem in herinnering te
brengen, en daardoor tevens den tjjd, waarin
hjj zgn grootste kracht ontwikkelde, den tjjd,
waarin Palmerston van hem moet hebben ge
zegd: die man is te groot voor zoo’n klein land.
Jan Rudolph Thorbecke werd den 15* Ja
nuari 1798 te Zwolle geboren. Zijne ouders
waren brave, fatsoenlijke, onbemiddelde lieden,
die echter niets ontzagen om den veelbeloven-
den knaap een zorgvuldige opvoeding te schen
ken en die hun zorg in ruime mate bekroond
zagen door zjjn buitengewone ontwikkeling.
In 1814 verliet hij als prima de latgnsehtt
school zjjner geboortestad en studeerde bjj eerst
aan het Athenaeum te Amsterdam, later aan
de Leidsche Hoogeschool. Tweemalen werd hjj
in zjjn studententijd met de gouden medaille
bekroond voor zjjne antwoorden op prjjsvra-
gen. Na in 1820 gepromoveerd te zjjn, werd
hjj door de regeering ondersteund tot het doen
van een wetenschappelijke reis door Dnitech-
Gedurende twee jaren bezocht hjj de
LAPSING
iten of bui-
T, N«. 37,
t het Heel-
>ni Hjj is
teren. Wie
n pet goed
g in de Hol-
d en de Ge
en op veilige
erzonden. I
IRVATION J
elljjk toezigt
aid en voot-
is door hem
delaar H. A.
de Molsteeg
co aanvraag
she Uitgave
15 Cts., de
franco pet
Een groote slag heeft Nederland getroffen.
Thorbecke is niet meer. De ziekte, die hem
gedurende een groot gedeelte van den winter
aan zjjn kamer kluisterde, en die scheen te wij
ken toen de lentezon haas eerste koesterende
stralen verspreidde, doch die nog niet genoeg
was geweken, toen de grjjze staatsman met zjjn
nog altgd jeugdigen jjver reeds weder een werk
zamer aandeel aan 't staatsbestuur wilde nemen,
dan van uit zgn kamer mogeljjk wasde ziekte,
die toen en feller terugkwam en hem op het
ziekbed wierp, sleepte weinig dagen Ijj-
dens ten grave.
In weerwil van zgn hoogen ouderdom, in
weerwil van een oppositie, die 'vaak van die
zjjde kwam, van waar hg bondgenooten had
mogen verwachten, in weerwil van smaad en
verguizing, is Thorbecke steeds gebleven het
middelpunt, waarom zich allen bewogen, die in
vroeger zoowel als in later tjjd, in 1840 zoo
wel als in 1870, met bedachtzaam overleg en land,
bedaarden stap voorwaarts wilden. Niet minder beroemdste hoogescholen van Duitschland, waar
hevig was Thorbecke gekant tegen hen die in die dagen vooral het onderwgs in de wjjs-
sneller vooruit wilden gaan, als tegen hen die begeerte uitblonkde wjjsbegeerte, die men bjj
stil stonden of terug wildener zgn zelfs oogen- ons nog met een wantrouwend oog aanzag.
blikken geweest, waarin men meenen zoude dat Aanvankeljjk was de jeugdige geleerde toen
hjj aan stilstand de voorkeur zou hebben ge- reeds bestemd om aan een der hoogeschofen
geven boven den wat al te haastigen voor-
waartschen tsap.
Sedert ongeveer veertig jaren is hjj geweest noeming niet te doen, omdat het vooroordeel
4t-t vu-o---J 1 jegen de Duitsche wjjsbegeerte te sterk was.
Thorbecke keerde spoedig naar Duitschland
terug en vestigde zich eerst te Giessen, en
later te Göttingen, waar hjj, zonder vaste aan
stelling, voor de studenten voorlezingen hield,
voorname! jjk over geschiedkundige onderwerpen.
In die dagen was hjj een zeer ijverig mede
werker van de iGötttaper gtlehritr Anzeiger."
In het laatst vap 1824 keerde hg naar
Nederland terug, en trad hjj als Nederlsndsch
publicist op, doch reeds in het volgend jaar
werd hjj benoemd tot professor in de staatkun
dige wetenschappen aan de hoogeschool te Gent.
Sedert dien tjjd begint bjj meer en meer op
den voorgrond te geraken en zagen een aantal
brochures van hem het licht. Toen de Belgische
omwenteling uitbrak, werd hjj verplaatst naar