Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I®
RH.
N° 1219.
1872.
BUITENLAND.
Zondag, 16 Juni.
Gouda.
ORDER
Mr. J. K.TIIOKBECKE.
Buitcnlandseh Overzicht.
i
I
I
1
I
'I
3
EIST.
ontbieden
SDIERTEN
in Huizen
los te ma-
i bewerking,
livering be-
>nde.
41.
1,1.58,8.98,
12.40, 9.33,
12.40,2.38,
6.30, 9.58.
10, 8.91.
15, 19.15,
1.—,2.35,
4
■4
GOUDSCHE COURANT.
1
2.20, 3.20,
«.80.
16, 8.41.
1, 8.41.
12.40,2.83,
'IE.
i nn *t MO-
et ter o»ht
iken, zoolang
i I
4.3«, 8.38,
i, 8.84,1.38.
J.
12.40,1.98,
N
onden
ut
-ankenstaot
ter inzage.
m,
it 5 per ft.
door hem
leheimhou*
4.12, «.14.
i, 8.4,8.17.
8.A.
10.45, 19.5,
kwam. Daarover nader in bijzonderheden te
treden, is onnoodig; het is de geschiedenis der
laatste maanden, die allen nog versch in het
geheugen ligt.
Alles op deze wereld is onderworpen aan de
natuurwet van opkomst, bloei en verval. Aan
die natuurwet kan ook 't genie niet ontkomen
zyn we daaraan indachtig dan hebben we vrede
met het heengaan van den staatsman, aan wien
't land gedurende rijn krachtige bloei-periode
zoo ontzettend veel heeft te danken.
IV.
De val van het eerste ministerie—Thorbecke
gaf aan een reeks van ministerieën het leven,
die allen toonden hoegenaamd geene regeerkracht
te bezitten. Zoodra de agitatie tegen de Bis
schoppen was afgeloopen en het meerendeel der
Protestanten tot de overtuiging kwam, dat men
hen had beet genomen en de godsdienst-quaes-
tie had gebezigd als een masker voor de poli
tieke doeleinden der agitateurs, toen in weerwil
van den val van 't ministerie de Bisschoppen
toch kwamen en bleven en 't nieuwe ministerie
in de wet tot regeling van het toezicht op de
kerkgenootschappen slechts den bestaanden toe
stand regelde, toen kwamen velen terug van
hun vrees en sloten zich op nieuw by den emi-
nenten leider aan en zoo werd feiteljjk de op
positie, met Thorbecke aan 't hoofd, regeerende
party. De regeeringen, die elkander soms met
verbazenden spoed opvolgden, konden slechts
zoolang hun bestaan rekken ah zy de noodige
kracht ontleenden aan de beginselen der tegen
partij. By elke nieuwe verkiezing leed de »te-
genovergestelde richting** verliezen en nam de
liberale, of, zooals men toen nog zeide, Thor-
beckiaansche party toe in getalsterkte en in
levenskracht
Steeds wanneer er weder een ministerieele
crisis was (en men had er tusschen 53 en 62
een zestal) dacht het grootste deel der natie
dat Thorbecke zou worden geroepen, doch
steeds te vergeefs. Geen der demissionaire mi-
nisteriën had de stoutmoedigheid om Thor
becke voor te dragen, doch ten laatste moest
men althans wel tot leden zjjner party de
toevlucht nemen, wanneer men hem zelf niet
wilde. In 1858 trad het ministerieRochussen
op met een liberaal programma, het waren ook
liberale mannen die daarin zitting hadden en
hun eenige fout was, dat zy zitting namen in
een kabinet, waaruit het erkende hoofd hunner
party was buitengesloten. Hier kwam bij dat
de minister Rochussen langzamerhand zyn li
berale beginselen verloor en vooral in Indië
meer en meer onder de behoudsmannen ge
raakte. Dit gaf oneenigheid in den boezem
van het kabinet, waardoor het onmogelyk bleek
't aan te vullen, toen twee der ministers, door
een votum der eerste kamer getroffen, hun ont
slag hadden genomen. De wet op de spoor
wegen van de heeren van Tets en van Bosse
werd door de eerste kamer verworpen en 't
ministerie zakte ineen.
Wederom was toen de beurt aan de conser
vatieven. Doch ook dit ministerie, kon evenmin
als het volgende een duurzaam bestaan hebben.
Het ontbrak by deze kabinetten gewoonlyk
aan die eensgezindheid, welke voor de levens
vatbaarheid van een ministerie onmisbaar is.
Het was steeds verdeeldheid in eigen boe
zem, die langzamerhand de kabinetten sloopte.
Dat er in zulke jaren geen quaestie was van
afdoen, dat sprak van Mlf. De enkele wetten
van belangryken aard, die tot stand kwamen
waren zoodanig gefatsoeneerd door de oppositie,
dat zy meer haar werk, dan dat der regeering
waren.
Ten laatste werd in ’t einde van 1861 Thor
becke geroepen om een nieuw ministerie samen,
te stellen. De man, die eerst als minister en
later als hoofd der oppositie, zoo bij uitnemend
heid geschikt bleek te zjjh, om te organiseeren,
doch die uit kwalyk te begrjj pen vrees, zoolang
werd buitengesloten, kon «indelyk op nieuw al
zyn krachten wjjden aan I lands belang. In
Februari trad het tweede ministerieThorbecke
op en terstond werd gevoeld dat de krachtige
hand wederom aan ’t roer stond. Het was niet
meer 't ziekelyk leven van een ministerie, dat
zyn tegenpartij ,,aar de oogen moest zien en van
haar levenskracht erlangen; het nieuwe minis
terie trad op zelfstandig en krachtigbewust
van de grootste sympathie by de volksvertegen
woordiging en by het volk te ondervinden. Dat
waa in waarheid het geval. Men was den el-
lendigen toestand der doodgeboren kabinetten
zoo moede, dat 'tcelfs aan hen, die niet Thor-
beckiaansch waren, althans eenige verademing
gaf, dat er een ministerie bestond, waaraan lan
gere levensduur voorbeschikt scheen. Wederom
was 't ministerieThorbecke vruchtbaar aan
organieke wetten. Het middelbaar onderwys,
door Thorbecke geregeld, en de afschaffing der
plaatselyke accynsen, door Betz voorgedragen,
zyn daarvan wel de voornaamste. Toch leed
ook dit kabinet aan de kwaal, die vroegere
ministerieën had doen bezwykey: de koloniale
quaestie. Het gevoelen van hen, dat Indië niet
slechts beschouwd moest worden als een soort
van wingewest, waarvan men vruchten had te
plukken, doch waarvoor men geene zorgen be
hoefde te hebben, die onafhankelijk waren van
de te genieten vruchten; de meening dat ook
Indië door de wet moest worden geregeerdde
veroordeeling van een financiestelsel, dat slechts
in evenwicht werd gehouden door 't batig slot
der Indische administratiedit alles werd meer
algemeen. Wy gelooven te mogen zeggen te
gen den zin van Thorbecke. Was hy een warm
voorstander der nieuwere begrippen omtrent
koloniale regeering geweest, er zou ook in dat
opzicht veel meer zyn tot stand gebracht. Zijn
scheppend vermogen zon ook daar ten goede
hebben kunnen werken. Doch 't mocht zoo
niet zyn. Ook in dit kabinet was de koloniale
politiek weldra de twistappel; Thorbecke trad
uit hot ministerie. Van dien tijd af dagteekent
de scheuring in de liberale party, die vooral
bij het derde ministerie, waarin de grijze staats
man tot zyn dood toe zitting had, sterk uit-
De Fransche pers houdt zich nog steeds bezig
met de raadselachtige opgewondenheid ran den pre
sident bij gelegenheid van de discussie over art. 37
der legerorganisatie,
De meeste bladen keuren de howling van den
heer Thien bij het jongste tumult in de Nationale
Vergadering ten zeerste af. Hij beeft in zeer stellige
bewoordingen verk aard zijn ontslag te willen nemen,
wanneer men hem zijn zin niet gaf. Deze kinder»
achtige tactiek van een zoo hoog geplaatst persoon
als de president der Republiek, wekt te recht de
ergernis op van de pers en het groote publiek. Beide
doen wet nadruk uitkomen, dat het samengaan met
iemand, die steeds gereed staat om zyn portefeuille
op de groene tafel te werpen, wanneer men hem niet
blindelings gehoorzaamt, op den duur eene onmoge
lijkheid wordt. De Nationale Vergadering zou ein
delijk wel tens haar geduld kunnen verliezen, en tot
een stap haar toevlucht nemen, die, met het oog op
den immer precairen stand der Fransehe zaken, niet
gewcnscht kan zyn. De gryze auteur van Ze coava-
lai et l'empire moet gezegd hebben«ik heb niet de
commies willen zijn van een Koning; ik begeer die
ook niet te wezen vau de Nationale Vergadering.'*
Indien bet gezegde waar is, dan blijkt daaruit, dat
de heer Thiers niet van zins is, de wettig gekozen
volksvertegenwoordiging te gehoorzamen.
De Duitsche Bondsraad heeft Dinsdag het wets
ontwerp tegen de Jezuïeten aangenomen; de inhoud
luidt aldus: «Aan de leden van de orde van Jezus
of van een met deze orde verwante broederschap,
kan, ook wanneer zij het Duitsobe burgerrecht bezit
ten, op elke plaats van het gebied des Bonds het
verblijf door de landspolitie ontzegd worden Da
uitvoering dezer wet is opgedragen aan den Bonds
raad. In de korte memorie van toelichting wordt
gezegd dat het wetsontwerp een gevolg is van het
besluit van den Rijksdag en slechts ais voorloopig
moet worden beschouwd; later sullen andere wets
bepalingen volgen, om te voorzien in vragen, door
bet besluit van den Rijksdag aan de orde gesteld.
Men zie omtrent deze wet lager onder onze rubriek
Duitschland.
De half-officiëele Prov. Corretp. zegt, dat van de
goedkeuring van de wet betreffende de Rijksreken-
kamer niets kan komen, nu dc Rijksdag de door den
Bondsraad afgekeurde bepalingen ook by do derde
lezing heeft volgehouden, en de voorloopige regeling
behouden blijft. Het orgaan van von Bismarck deelt
verder mede, dat „er hoop bestaat”, dat de Rijks
dag de volgende week zijn werkzaamheden zal ein
digen; de Keizer heeft met het oog op de sluiting
van de zitting zijn vertrek naar Eins op 22 dezer
vastgesteld. Z. M. gaat later naar Gastein om in
het begin van September naar Bèrlijn t<ng te keeren,
wanneer de herfstmanoeuvres zullen plaats hebben,
die door «hoog vorstelijk bezoek” zullen worden op
geluisterd. De komst van den Keizer van Oosten
rijk en wellicht ook van den Keizer van Rusland
wordt hierdoor bevestigd. Groote wapenschouwingen
met vorstelijk bezoek waren, zooals men zieh herin*
uert, liefhebberijen van den ox-Keizer Napoleon lil