Nieuws- en Advertentieblad hor Gouda en Omstreken.
1873.
N? 1324.
BUITENLAND.
Woensdag 19 Februari.
ergif.
D,
iding.
Biiilcnlandscli Overzicht.
Gemeentebelangen.
V, do.
•'.'J
De inzending van advertentiön kan geschieden tot én uur des namiddags op den dag der uitgave.
1''.
raten.
Hun te-
GOUDSCHE COURANT.
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
apbollen
oren be-
6 Cts.
taakt de
len. In
reke-
uwer
ge
it MS,
ADVERTENTIÊN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
Kiezers
LENT fi
ll tegen
r, hoofd-
e vruch-
nz. zeer
'/sk 33,
i de he-
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is 1.75,
franco per post f 2.
van alle
Jts.
■aat, en
•n. Adres
ie-Bureau
'egeven.
»pping,
net zeer
It rijker
sning
CEU-
1OU-
VAN
sten
en
ALZ-
kkige
den
ig op
slijm
11
en
ge‘
De Broglie, de rapporteur der Dufaure-coramissie
is ziek. Daardoor kan het uitbrengen van rapport
en het afdoen der zaak wel vertraagd worden. In-
tusschen verneemt men, dat gisteren bet rapport in
de commissie zou gelezen worden.
De uitroeping van de republiek in Spanje heeft
Thiers niet weinig in ongelegenheid gebracht; men
zegt zelfs dat hij nog pogingen heeft aangewend om
Amadeo van zijn besluit terug te brengen. De repu-
nederlaag, die hij peraooillflk bliek schrijft men geen lang leven toe en vreest dat
ondervindt; het is de voorbode van zjjn val,
want de kiezers die den door hem bestreden
persoon verkozen, toonen daardoor dat hun
vertrouwen in hem is geschokt, dat zij hem
niet zouden herkiezen, als hg op dat oogenblik
aftreden moest. Feiteljjk is hg nog volksver
tegenwoordiger, in waarheid is hg 't niet meer;
de belangstelling in zijn persoon is verminderd
en hij wordt in zekeren zin onmachtig gemaakt
om zijne krachten aan 't algemeen belang te
wijden.
Maar wanneer zij dan niet mogen medespre-
ken, waarom zullen de raadsleden dan de kie
zersvergaderingen bijwonen Zullen zij eenvou
dig als figuranten verschijnen? Een minder
passende rol voor den volksvertegenwoordiger
voorzeker, al zijn er dan ook velen, die zich
daarmede tevreden moeten stellen.
Reeds bovsn werd er op gewezen,
genwoordigheid zal er toe bjjdragen om meer
bezoekers aan deze bijeenkomsten te verschaf
fen. Hun belangstelling zal de belangstelling
van anderen wekken. Maar ook zal hunne
tegenwoordigheid de beraadslagingen degelijker
en alzoo de vergaderingen waardiger maken.
Zij zullen niet behoeven te zwijgen, wanneer
de gelegenheid daar is om door hun meerdere
ondervinding, door de kennis van bijzonderhe
den de vergadering in te lichtenzij zullen
zelfs 't voor hunne medeleden kunnen opnemen,
wanneer die mochten worden bestreden, maar
ook wanneer zij dit niet doen zal hunne tegen
woordigheid anderen afschrikken om op onbe-
tameljjke wijze hun collega's aan te vallen en
wetens of onwetens onjuiste voorstellingen van
'teen of ander te geven.
Zoo zorgen zij niet alleen in den Raad, maar
ook daar buiten voor de gemeentebelangen.
ontbreekt, is zgn val zek r; bjj de aanstaande
aftreding zal hg niet v >rden herkozen; wie
zich zelven niet kan ve dedigen, en ook niet
verdedigd wordt, moet h< i onderspit delven.
Nu is het voor den i mhang reeds genoeg
te weten„ons” raadslid is tegen een can-
om een ander te (temmen, en men let
om
didaat,
volstrekt niet op de1 beweegredenen, die hem
daartoe leiddendie beweegredenen kunnen
zuiver, maar zjj kunnen ook valsch zijn. Zoo
dit laatste het geval is, zal 't wel geen betoog
behoeven, dat het nadeelig voor de gemeente
zou zijn, wanneer de raad werd gevolgd. Maar
ook bjj zuivere beweegredenen is er nadeel.
Men moge in het afgetrokkene het wenscheljjk
achten dat er vólkernen overeenstemming besta
tusschen de leden van een college, in de prak
tijk blijkt dit niet wenschelijk. Er moet strijd,
er moet wrijving van gedachten zjjn.
In weerwil dat we dit erkennen, streven we
er allen naar om tegenstanders door geestver
wanten te vervangen, streven we er naar om
die schadelijke overeenstemming in de hand te
werkenmisschien doen we dat wel uit ge
makzucht.
Wanneer nu raadsleden medespreken over
de candidatuur voor een collegialeu zetel, dan
vloeit daaruit voort, dat de aanhang, gereed de
wenken van „haar” lid te volgen, geen ander
kiest, dan wie door dat lid wordt aanbevolen
en zoo zou hjj, die den grootsten aanhang bad
verworven, weldra alleenheerscher zijn en wat
werd er dan van den constitutioneelen staat?
In het algemeen belang zjjn alzoo de raads
leden verplicht zich onzijdig te houden, wan
neer de kiezers zich voorbereiden voor een
nieuwe verkiezing.
Maar ook in hun eigen behing.
Het is toch mogeljjk dat de door hen bestre
den candidaat wordt gekozen.
Een aangename verhouding zal dat voorze
ker geven. Stel u voor in een eollegie te zit
ten met personen, die met alle macht die in
hen is u hebben bestreden, met hen te moeten
samenwerken, die reeds van te voren hebben
verkondigd uwe medewerking niet te begeeren..
Maar dit is nog niet het meeste. Wordt de
door het raadslid bestreden candidaat gekozen,
dan wordt daardoor dat raadslid zelf getroffen
dan is dat een
VI.
De bjjeenkomst van kiezers op den 12° dezer
maand in „Ons Genoegen" gehouden, werd door
vier raadsleden bjjgewoond. Dit is een gewich
tige afwjjking van de gewoonte, die hier schjjnt
te gelden, dat Raadsleden zich van 'tbjjwonen
der kiesvergaderingen voor hun college moe
ten onthouden. De eerste bjjeenkomst werd
slechts door één lid bezocht, doch vorige ver
gaderingen, hetzjj een bepaalde vereeniging, hetzjj
een of meer personen haar uitschreven, herin
ner ik mjj bijna niet, dat door raadsleden wer
den bjjgewoond. Men schjjnt 't ongepast te achten
zich onder de kiezers te mengen, wanneer zjj
over een nieuwe keuze beraadslagen wellicht
vreest men dat daardoor reeds het onzjjdig stand
punt zou worden verlaten, dat sieraad van den
volksvertegenwoordiger in enger en ruimer kring.
Is dit wel zoo? Zou niet juist door hunne
tegenwoordigheid de waardigheid der vergade
ringen worden verhoogd Zouden de beraadsla
gingen er niet degeljjker door worden, ook zon
der dat zjj er zich in mengden Zou ook hier
het voorbeeld niet tot navolging wekken
Een geheel andere zaak is 't evenwel, wan
neer een raadslid een voorgestelden candidaat
verdedigt of bestrjjdt, zooals Mr. Kkanenbuuo
dit op beide vergaderingen heeft gedaan.
Niet op den spreektrant, niet op de argu
menten ziet dit, want ieder vogeltje zingt, zoo
als het gebekt is, maar alleen op het feit dat
een raadslid én do candidatuur van den Heer
Schoneveld én die van den Heer Knaap (op-
merkeljjk genoeg beide voorgesteld door den
Heer Tkupstua) bestreedde wijze waarop het
geschiedde, laat ik daar.
Een raadslid moet zich niet mengen in de
discussiën over de meer- of mindere voortreffel jjk-
heid van A of B om eerlang naast hem zitting
te nemen. Hij moet dit nalaten, zoowel in 't
algemeen belang, als in zjjn eigen belang.
In het algemeen belang. Het spreekt van
zelf, dat ieder raadslid onder de kiezers een
aanhang heeft; men moge hen vrienden, voor
standers of hoe ook heeten, ieder raadslid heeft
zjjne verdedigers voor alles wat hij als zooda
nig zegt of zwjjgt, doet of laat. En dit is na-
tuurljjk zoodra het een lid aan dien aanhalig