Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ING,
l
o -
N,
1873. f
N?1350.
BUITENLAND.
Biiïteulaudsch Overzicht.
BINNENLAND.
Zondag 20 April.
nhem.
Afkondiging.
I
)ED, ter
ooooo.
rd by de
yzondere
toedoht.
3 s
1
Ji <1 ate n
jaarlijksche onmitere huurwaarde aan
8.
ot
-id
'am.
i
GOUDSCHE COURANT.
BUK.
JENINGBN.
ÉCHT.
KAN.
AN DgR
der orde
.DOOIRi.
tjjn ver-
gehoudep
sstuur der
▼an de Rómusnt, door de Rcgee
een
volgende dagen ter invulling zal doen
Beschrijvingsbiljet, inhoudende eene
▼an de grondslagen der voornoemde
na de uitreiking, door
OO8TENRUK.
De plechtige opening der tentoonstelling te Weenen
zal in de rotonde plaats hebben, waar reeds de
zitplaatsen worden ingericht. Erenals in 1867 te
Parijs, zal men beginnen met eene godsdienstoefening,
welke, naar men hoopt althans, geleid zal worden
door kardinaal Rauscher. Daarna zal baron Schwarz-
Senhorn een rede houden, welke beantwoord zal
worden door den keizer, die dan de tentoonstelling
geopend verklaart. Waarschijnlijk zullen de aartsher-
togen Karei Lodewijk en Reinier eveneens elk eene
toespraak houden eerstgenoemde in hoedanigheid van
beschermer der tentoonstelling, de laatste als president
▼an de keizerlijke commissie. De zangers van de
groote opera zullen daarop een te Deutn zingen.
Vervolgens worden de buitenlandsche commissarissen
aan den keizer voorgesteid en inakeu ajlen in optocht
een wandeling door het gebouw. De toegangsprijs
op den dag der opening is bepaald op 25 gulden.
De inzenders hebben recht op kostelooze plaatsen,
welke hun tot bijwoning van de plechtigheden der
opening zijn gereserveerd.
maand- of weekhuren worden aangegeven. Andere
aangiften worden aangemerkt als niet gedaan.
#Voor zoover de belastingpligtige de aangegeven
maand- of weekhuren niet zelf tot jaarhuren heeft
herleid, wordt da eerste ffdoor vermenigvuldiging met
tien en de laatste door vermenigvuldiging met drie
en dertig tot jaarhunr herleid en alzoo herleid, als
de aangegeven jaarlijksche onzuivere huurwaarde aan -
gemerkt.”
2°. Op de verpligting, om bij hunne bezwaarschrif
ten, ingevolge art. 1 der wet van den 4den April
1870 (Staatsblad n°. 60) over te leggen een duplicaat
▼au bun aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij
den Ontvanger der Directe Belasting verkrijgbaar
gesteld.
Gouda, den 18“ April 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
Dilooglekveu Foutuijn. tan Bergen IJzbndoorn.
In een ander gedeelte van bedoeld artikel wordt
de qusstie der Evangelische Kerk besproken. Het
blad deelt te dezen opzichte mede, dat het ontwerp,
hetwelk tot basis voor de verdere beraadslagingen
over de ontwikkeling der Kerk zal strekken, door den
opperkerkeraad bijna is voltooid. Ten gevolge daarvan
zal de minister van eeredienst nog in dit jaar de
verschillende provinciale synoden en in het aanstaande
jaar de landssynode bijeenroepen* De regeering stemt
geheel en al in met het gevoelen van den minister
van eeredienst en beschouwt het met hem als een
eerste plicht, dat slechts maatregelen, getuigende van
wezenlijke welwillendheid, geheel overeenkomstig met
de overleveringen der Hohenzoliernsche monarchie,
behooreu te wprden gebezigd, om aan de Evangelische
Kerk nieuwe waarborgen te schenken voor de hand
having harer hoogste belangen, en de zegenrijke ver»
vulliag harer taak, gegrond op de verheven waarheden
door haar verkondigd.
Spaansche telegrammen maken gewag van scher
mutselingen tusschen de troepen en de Carlisten, waarin
de eerste steeds de overwinning behalenvan eenige
beteekenis schijnen die gevechtjes echter niet te zijn.
Zooveel is zeker dat de Carlisten niet vooruitgaan
na den mislukten aanval opj> Puycerda blijven zij
weder in de bergen zij geven thans voor, de
geioovigen zijn vindingrijk dat de aanval op Puy-
cerda slechts een manoeuvre is geweest, waardoor een
ander gewichtig operatieplan moes! worden bedekt
verder hebben zij hun eigen lezing van de schermut
selingen, juist het tegenovergestelde van hetgeen uit
Madrid wordt bericht.’
Te Barcelona zyn eenige Carlistische hoofden ge
vangen genomentwee hunner waren gekomen van
Madrid, een derde van Saragossahet schijnt dat
ze te Barcelona dus iets in ’t ziu hadden.
W. van BEMMEL»
A. van GENT,
P. M. ROOSENDAAL, en
G. A OUD1JK.
Wordende de belanghebbenden voorts in het bijzon
der aandachtig gemaakt
1°. op de wijzigingen welke bij de wet van 9 April
1869 (Staatsblad u®. 59) in de wet vau 29 Maart
1833 (Staatsblad n°. 4) zyn gebracht, als:
a. aan art. 17 der wet van 1833 is toegevoegd
de volgende bepaling:
Wegens Vrouwelijke dienstboden, die op den In
Mei des jaars, waarover de belasting loopt, ouder
dan 18 en jonger dan 21 jaren zyn, bedraagt de
belasting 5,00 zonder toepassing van het opklimmend
tarief.*
b. art. 19 lett. g en dier wet, aangevuld bij
art. 10 der wet van 1843, wordt gelezen als volgt:
rDienst- en werkboden in gebouwen, instellingen, ge
stichten of inrigtingen, vermeld onder lett. c en d
van art. 5 f 2, voor zooveel zij geeno belastbare
diensten verrigten, reg'.streeks teu behoeve van ben,
die aldaar in eenige betrekking of als leden werk
zaam zijn
fl)e eenige vronwelijke bediende, overigens naar
de eerste, derde of vierde klasse belastbaar, in dienst
van den belastingpligtige, welke geene andere be
dien leo houdt en vier of meer eigen of aangehuwde
kinderen, kindskinderen, of pupilhjp bij zich heeft
inwoneu, die op den In Mei d«s jaars, waarover de
belasting loopt, jonger dan 21 jaren zijn.*
e. De twee eerste parngraphen van art. 27 der
wet van 1833 zyn gewijzigd als volgt:
f 1. Die na den 15n Mei een perceel in gebruik
neemt, is voor dit perceel de belasting naar de vier
eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die
dan nog over is, verschuldigd.
2, Ann den belastingpligtige, die in den loop
des dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin
eenige roerende goederen of iemand in zijne dienst
achter te lafen, wordt ontheffing verleend van zijn
aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd
dos dienstjaars, die dan nog over is, indien daarvan
door hem, binnen den tyd van eene maand, volgende
op die waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs,
schriftelijke aangifte is gedaan ten kantore des Ontvan
gers, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet.
»De ontheffing wordt ook verleend over het drie-
ntandelyksche tydvak waarin het perceel werd ver
laten, iudien de belastingpligtige daarna, doch in den
loop van datzelfde tijdvak een ander perceel, waarvoor
hy belastingplichtig, in gebruik neemt.
«By overlijden van den belastingpligtige treden
lyne erfgenamen in dezelfde regten en verpligtingen.
#De aangiften, volgens het eerste en derde lid
^gediend, worden als gewone bezwaarschriften aange
werkt en behandeld.*
d. Aan f 1 van art. 28 der bovergenoemde wet
TRn 1838 zyn de navolgende bepalingen toegevoegd:
»Ten aSnzieii van den eersten grondslag kunnen,
De aanstaande verkiezing te Pary^ stelt alle an
dere in de schaduw. Men hoort van de departementen
bijna niet, terwijl de Fransche bladen vol zijn van
artikelen voor en tegen de Rémusat en Barodet. Deze
laatste heeft zijne candidatuur nog niet ingetrokken.
Dit wordt hem en zijn voorstanders, waaronder vooral
de Rtpublique franqaite, het orgaan van Gambetta
behoort, kwalijk genomen. De gematigde republi»
kernen zouden willen, dat nam Barodet to Lyon
verkoos, waar hij zeker is te slagen en zijne candi
datuur als protest tegen de laatste uitzonderings
wet zijn reden van bestaan heeft. Wórdt Barodet
niet op 27 April verkoz.eu, dan is zyn verkiezing te
Lyon op 11 Mei toch zeker.
De cindidatuur van Barodet te Parijs, tegenover
de Rémusat, wordt thans bepaaldelijk een vyandige
daad tegenover de regeering van den heer Thiers.
Zoo althans wordt ze beschouwd door Littré, den
beroemden taalkundige. Hy «chryft aan LeTempt
u De République franqaüe mag zeggen, dut de Candida
tuur »an den heer Barodet eenparig is gesteld door
de republikeinsche partijer zyn toch eenigen, die
niet daarmede instemmen en daaronder ik, die een
republikein meen te zijn van vrij wat ouderen
datum, dan de heeren, die thans de République Fran-
qaite schrijven. Dat op dit oogenblik de heer Ba
rodet te Parys candidaat gesteld wordt tegen de
Rémusat is een rcchtstreeksche aauval op de legeering
van den heer Thiers. En zoolang niet de vijf mil
liards zijn betaald en niet de Duitsche troepen ons
gebied verlaten hebben, zal niets ter wereld mij bewe
gen, aan dergelyken aanval mede te doen.*
Dit briefje, van een man zoo algemeen geacht, als
Littré, zal te Parijs veel gewicht in de schud leggen.
Het is evenwel verklaarbaar dat de geavanceerd en
aan Thiers een waarschuwing willen geven en hem nu
niet te wille zijn.
De candidatuur van de Rémusat, door de Rcgee
ring ondersteund, is een onhandigheid in meer dan
een opzicht j vooreerst heeft zij alles van een officiëele
candidatuur, en bovenal had de Regeering door haar
houding in den laatsten tyd geen recht meer om
op de ondersteuning van de radicalen te rekenen het
is geen tijd meer voorde verkiezing vnn een Minister,
en toch ware het wellicht te winnen geweest, wanneer
de Regeering minder had gedraald, toen het tijd van
spreken was; de circulaire van de töémusit en de
verkiezingen op 11 Mei kwamen te laat.
De halfofficieele Prov. Currenp. bevat in haar jongst
verschenen nummer een artikel over de ontwikkeling
der Duitsche eenheid. Het bl .d voegt daarbij de mede-
deeling, dat de berichten, door sommige dagbladen
medegedeeld ten aanzien van de conferentie der
Duitsche ministers van justitie, zeer o> juist mogen
worden genoemd. Het blad /egt, dat al he geen is
verspreid betreffende de onaangename stemming van
enkele leden der conferentie ten eenenmale ongegrond
is en dat integendeel de grondslig reeds is gelegd,
waarop ierder zul worden voortgebouwd, een en ander
w
Gouda, 19 April.
Schaakwedstrijd.
KAMPEN GOUDA
(wit) (zwart)
lfid“ Zet. A 1 A 3. 16de Zet. G 8 H 7.
--ih
De 2de luitrnanUkwnrtirrmeester J. W. Altink is
van het depot alhier overgeplaalst naar Leiden.
De beide kweekelingen der Rijks Normaalschool
alhier, J. V. Disselkoen en T. den Hertog, hebben
den 17 en 19 dezer met uitmuntend gevolg te *s Hage
examen afgelegd voor de acte van hulponderwijzer.
Mejuffrouw Agatha Schouten alhier heeft voor de
betrekking van hnlponderwijzeres te Ztdt-Bomniel
bedankt.
Mejuffrouw J. Koorevaar, thans hulponderwjj-
zeresse te Oosterbeek verkreeg te Arnhem eepe acte
voor het jEngelsch en Mejuffrouw P. W. van Amerom,
hulpondei wijreresse te Ede eene acte voor het FranSch.
BURGEMEESTERen WETHOUDERS van Gouda
Gezien het besluit vun den Heer Commissaris des
Konings in de Provincie Zuid-Hotland, van den 8n
Maart 1873, Ar N°. 398/1, 3e Afd. Prov. Blad N°.
i 26) betreffende de beschrijving voor de personele Be
lasting, dienstjaar 1873/74, doen te weten
l®. Dat de Ontvanger der Directe Belastingen,
laan de Woningen der ingezetenen, op den 6n Mei
aai.stuande eu volgende dagen ter invulling zal doen
bezorgen een
1 korte schets
belasting, hetwelk, acht dagen
of vAn wege dien Ontvanger zal worden afgehaald,
p terwijl zij, welke bij de beschrijving geen biljet
zullen hebben ontvangen, gehouden zijn om de ver-
eischte, behoorlijk ingevulde verklaringen vóór of
uiterlijk op den 31 Mei dezes jaars in te dienen,
ten kantore des Ontvangers, alwaar de biljetten ter
invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn.
2°. Dat tot tegenschatters zyn aangesteld de
Heeren: