BINNENLAND.
Koloniën.
de Gobierno, dat eenige vrijwilligers een priester had-
ften WiTTfen gevangen' nemen, vermeldt het blad, dat
'toen m de straat de la Magdalena het hoogwaardige
werd voorbijgedragen, de vrijwilligers met ontblooten
hoofde het geweer presenteerden en den priester ver
gezelden. De koffiehuizen ziju open en Madrid zag
er voor het overige uit als gewoonlyk.
Het gerucht liep, dat bevelen tot inhechtenisneming
waren uitgevaardigd tegen eenige leden der permanente
commissie en onderscheidene generaals.
De Impartial van Vrijdag 25 April beweert, dat de
regeering op het punt stond eene schikking te treffen
met de bank van Spanje o*er het voorschot van 30
millioen realen, en dat de onderhandelingen betreffende
een voorsdiöt van 50 millioen van andere firma's in
beginsel tot eert goedeu uitslag hebben geleid. Uit de
onlangs gegeven staten blijkt, dat de republikeinsche
regeering het tekort van 428 millioen, in de schat
kist, voud, toen zij het bewind aanvaardde, en dat
het onder haar bestuur mét 16 millioen verminderde.
Verder, dat de hoogste rente voor tijdelijke voorschot
ten onder het republikeinsch bewind is getveest 12
pCt.terwijl vroegere regeeringen, ook de jongste,
Van 1823 pCt.' Èrioéstén betalen.
Gouda, 1 Mei.
Maandagavond had in „dePaauw" alhier de nlgemeene
vergadering plaats van de ai&bachtstand-vereeniging,
waarin door den Penningmeester, den heer Polet,
rekening over het afgeloopen dienstjaar werd gegeven.
De Voorzitter, de heer Borsteegh, leverde een kort
verslag van den stand en de werkzaamheden der ver-
eeniging, waarin onder anderen voorkwam
Op 1 Maart 1873 waren 487 leden.
1872 390
Bijgekomen 97 /r
Onder deze leden waren 21 weduwen die genot
van de inrichtingen hebben zonder dat zij contributie
behoeven te betalen.
De overige 466 leden hebben gesamen lijk/751 ge
contribueerd.
In het afgeloopen dienstjaar is verkocht:
Aan kruidenierswaren en spek voor 18753,396
brood- 16908,75
t, vleesch- 1755
kolen- 5340
Totaal ƒ42757.145
Het vorige jaar bedroeg dit -39015.32
Het debiet is dus vermeerderd. 3741.82*
De vereen iging had op het einde van het laatste
dienstjaar wel geen geld in kas nhaar is eigenares van
een onbezwaard huis, ter waarde van/2600 behalve
hare roerende goederen.
Uit het bovenstaande medegedeelde volgt dat aan
gezien dé vereenigiug de verschillende goederen, door
elkander, voor omtrent 12 °/0 minder levert dan ze
elders worden verkocht, de gesamenlijke leden/5130.84
hebben bespaard.
Ieder lid heeft, door elkander genomen 10.53
bezuinigd, welk bedrag voor de weduwen, die geen
contributie betalen, zuivere winst is.
Naar men verneemt heeft gisteren een onzer stad-
^Ngenooten, de heer W. Lampe, de eer gehad met
▼rouw en kind ontvangen te worden door H. M. onze
geëerbiedigde Koningin.
De aanleiding hiertoe was het volgende
In het vorige jaar was de echtgenoote van genoem
den heer bevallen van eene dochter op denzelfden
dag, dat H. M. verjaarde. Na H. D. permissie daar
toe ontvangen te hebben, werd de jonggeborene naar
H. M. genoemd.
Dezer dagen had H. M. den wensch te kennen ge
geven de kleine eens te zien en gisteren werd daaraan
gevolg gegeven.
Met de bekende minzaamheid en lieftalligheid van
H. Majesteit heeft zij de kleine op haar schoot ge
nomen en de ouders toegesproken.
Nadat H. M. haren wensch te kennen had gegeven
later nog eens te vernemen hoe het de kleine giDg,
heeft het gelukkige ouderpaar het paleis verlaten.
Voor de wiskunde zijn gisteren te 'sïlage geëxa
mineerd en toegelaten o. a. de hh. W. P. Tempelaar
uit Schoonhoven en H. H. Zijlstra uit Stolwijk.
Te Moordrecht is eergisteren middag brand ontstaan
bij den bakker Jongebreur, terwijl de kinderen alleen
te huis waren ®n de ouders zich in de middagkerk
bevonden. Door het spelen van een kind met luci
fers is de brand in de krullen ontstaan. Door spoe
dig aangebrachte hulp ts de brand beperkt tot een
schuur.
Staten-Genera^l. Tweede Kamer. Zittin
gen van 29 eb;80 Ajril.'
In de zitting van Dinsdag had de voortzetting der
discussie over Atchin plaats. Dé minister vau ko
loniën heeft de volle verantwoordelijkheid voor de
Oorlogsverklaring op zich genomen, onvoorwaardelijk.
Daarna heeft :hy zeer breedvoerig de noodzakeHjkheid
van dien maatregel verdedigd na al den hoon en
vernedering van Atchin Ondervonden. De rtgeering
wilde niéts liever dan eene vreedzame oplossing, maar
nu de verraderlijke haudelwijze moesten wij ophel
dering eu anders genoegdoening erlangen. Ook de
minister is met smart veryild over het aanvankelijk
échec, maar toqh niet ontmoedigd, en herinnert aan:
Palembang, Bali, Boni enz» De expeditie was goed
ingericht, doch ovcrjMe uitvoering kan nu nog niet
geoordeeld worden. ij is het eens met den heer
de Roo, dat hot lot van het ministerie hier een on
dergeschikte zaak is, ei» wanneer spreker meent dat
de regeering te kort geschoten is, dat hij dan een
votum der kamer uitlokke. Hij roept hem daartoe
op in naam van het land en van het kabinet.
De heer Nierstrasz zegt dat uit de rede van den
minister de ware redenen voor de oorlogsverklaring
niet gebleken zijn. Jlij critiseert wijders den onvol
doenden toestand onzer land- en Zeemacht voor deze
expeditie en daarom noemt hij de oorlogsverklaring
lichtvaardig en roekeloos.
De heer Heemskèrk, na mede gewezen te hebben
op on/.e onvoldoende voorbereiding en op de niet
genoegzame rechtvaardiging der oorlogsverklaring,
vraagt of wij in staat ziju tienduizend inau naar
lndië te zenden benevens eene voldoende scheeps
macht en het verder benoodigde. Zoo niet, dan moet
het bewind de vaderlandsliefde hebben om af te
treden.
De heer Stieltjes vraagt inlichting nopens den toe
stand van laud- en zeemacht, geschut, beaumontge-
weren enz.de expeditie moet doorgezet worden,
maar alles hangt af van de beantwoording zijner
vragen en daarvan zal ook afhangen of hij den Minis
ter in het vervolg kan blijven steunen.
De heer van Lijnden, repliceerende, blijft van oor
deel dat de oorlog niet gerechtvaardigd is.
De heer Haffmans oordeelt dat de minister de aan
leiding tot de oorlogsverklaring is, door een van hem
gezonden telegram, inhoudende dat langer dralen on
geoorloofd was.
Dt/or den heer de Roo wordt nnder volgehouden
dat diplomatieke en militaire voorbereiding bij de
expeditie ontbroken heeft, llij vreest dat de gtvol-
gen van dezen oorlog stagnatie zullen brengen in de
ontwikkeling van Iudië. De uilnoodigiiig van den
Minister om een moïie van wantrouwe»! voor testellen,
beantwoordt hij met het verzoek aan den Minister
om door een zijuer vrienden eene motie van vertrouwen
voor te stellen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken antwoordt
aan den heer De Roo, dat diplomatieke voorbereiding
en inmenging onstaatkundig zou geweest zyn, daar
waar ons standpunt in den O.-l. archipel steeds
zelfstandig en vry van inmenging was.
In de zitting van gisteren is de discussie over
de nota betreffende de Zaak van Atchin voortgezet.
De minister van buitenlandsche zaken vroeg bet woord
ter beantwoording van den heer van Lynden, die uit
de instructie van den gouverneur-generaal had afge
leid dat wij agressief wilden te werk gaan. Dit nu
Jjas in het geheel het geval niet. Men kon zich niet
langer laten beleedigen en honen, maar toch ^wrts de
bedoeling den vredelievenden weg in te slaan. Maar
toen het Indisch bestuur, dat aanvankelijk geloof
sloeg aan de verzekeringen van Atchin, zag dat die
openingen slechts dienden tot dekmantel van vijan
delijkheden, bleef er niets anders over dan de hand
aan het zwaard te slaan. Met vreemde mogendheden
hadden besprekingen plaats gehad en wel met goeden
uitslag, zoodat de minister niet gelukkig was geweest
in zijne diplomatie. Die welwillende ondersteuning
moest bestendig worden en daartoe zou gaarne ieder
aan de regeering ondersteuning schenken. Hij geloofde
daarom niet dat verdere discussie over onze besprekin
gen met het buitenland dienstig en oirbaar was. llij ver
zocht de kamer in het belang van het kabinet en ook in
het nationaal belang met de gedane mededeelingen
genoegen te nemen.
De minister van koloniën verklaarde nog op het-
zelfdé standpunt te staan van den Vorigén dag en
dat hij niets terugnam van zijne verantwoordelijkheid
hij moest evenwel zijne verwondering betuigen dat
die van de zijde der kamer opgevat werd in een zin,
die uiet overeenstemt met het begrip der ministeriële
verantwoordelijkheid. Wat betreft de instructie van
den commissaris, deze bevatte wat hij had medege
deeld men wilde opheldering omtrent het verledene
en waarborgen voor de toekomst. Dnt was de alge-
meene strekking; het stuk zelf was nog niet in han
den der regeering. De thans uit lndië ontvnugen
berichten bielden niet9 nieuws in en naarmate de
mails aankwamen, zouden nadere inlichtingen kunnen
gegeven worden. Hij zou voortgaan met de mede-
dueling van feiten, wanneer die door den telegraaf
werden aangebracht. De minister trad verder in eeite
beantvyoording van verschillende sprekers, en zeide
daarbij o. a. dat hij aan den gouverneur-generaal
had gevraagd geef mij telegrapbisch op uwe behoefte
aan personeel en geschut enz. Sedert wéren drie
telegrammen gekomen met opgaven en hy "kon ver
klaren dat een groot deel van het getiéagde reeds
op weg was naar lndië en dat alle andere eiachen
zooveel mogelyk zouden bespoedigd worden. De
regeering zal aan de kamer de noodige gelden aan
vragen, terwijl alle personeel en materieel zoo spoe
dig mogelijk zal worden uitgezonden.
Onderscheidene leden ea ook de bovengenoemde
ministers hebben vervolgens nog het woord gevoerd.
Er zijn geene motien voorgesteldde zaak blyft
evenwel aan de orde tot later. De discussien over
de nota zijn gesloten.
Naar men uit zekere bronnen verneemt, heeft de
werving voor het leger in Oost-Indie zulke gunstige
resultaten, dat men vertrouwt een voldoende ver
sterking van het O.-Iud. leger hier te lande te kun
nen vinden, zoodat men niet tot het buitenland toe
vlucht zou behoeven te nemen. Van officieren is
het aanbod zelfs zoo groot, dat niet allen, die wen-
schen, zullen kunnen overgeplaatst worden. By de
marine is het echter, wat de mariniers en matrozen
betreft, minder gunstig gesteld, daar niettegenstaande
het verhoogde haudgeld, nagenoeg niemand zich aau-
meldt. U
Als een bijzonderheid deelt men ons mede, dat
de vijf zonen van een predikant op Texel, die allen
in ons leger dienen (twee als officier en drie als
onderofficier), zich hebben aangeboden om deel te nemen
aan de expeditie tegen Atchin. (H. e* N. D. Qt.)
Bij kon. besluit van 28 April jl., is deoommis-
taris dra koning» in de provincie Znidhollaitd gema
tigd, de provinciale staten in dit gewest in buitengewone
vergadering bijeen te roepen, op Dinsdag den 6den
Mei e. k., des voormiddags teu «if ure, ten einde te
besluiten a. tot het nemen van voorzieningen ter
buitengewone herstelling vaö den Ondelandscben Zee
dijk, en b. tot wijziging der provinciale huishoudelijke
begrooting voor 1873.
Te Amsterdam heelt de burgemeester ter kennis
van de ingezetenen gebracht, dat Z. M. de koning
hem opgedragen heeft, aan de burgerij HD. dank
over te brengen voor de bewijzen van gehechtheid
aan zijnen persoon, gedurende liet verblijf in de
hoofdstad ondervonden. Hij bericht veder, dat hem
namens Z. M. twee duizend gulden zyu ter hand
gesteld ten behoeve der nlgemeene armen dér stad.
De Deventer werkliédenvereeniging heeft zich bij
adres tot Z. M. den Koning gewend, met het verzoek,
dat het der regeering moge behagen, zoo spoedig
mogelijk, op het voetspoor der meeste andere natiën,
een wetsontwerp in te dienen ter regeling van den
arbeid van kinderen.
Men meldt ons uit Amsterdam dat de nieuwe di
recteur van den sohouwburg aldaar, de heer Victor
Driessens, onderhandeling heelt nangekuoopt met hét
Haagsche tooneelgezelschap van den heer Valois, ttft
het bespelen van den schonwbarg en dat aan den
heer Victor van Hamme, zoon van' den vroegeren
balletmeester, die thans te Florence geënghgeerd it.
be regie van het ballet en de samenstelling van het
daartoe benoodigde personeel zal worden opgedragen.
Vod
Naar wij vernemen zal Z. M. den 5den Mei a. i.
de residentie verlaten, ten einde H. D. reit naar de
noordelijke provinciën te aanvaarden.
In het tijdschrift voor Indische taal-, land- en vol
kenkunde vindt men in dl. V (1856) o, a. do be
schrijving eener inbcemsche munt van Atchin. Het
muntstuk, dat aan de redactie van dat tijdschrift
toegezonden was, bestond uit tin en had de grootte
van een duit. Aan de eene zijde was in Arabische
letter» een inscriptie te lezen, omgeven ?an een ring
van kleine ronden punten, als moest het een parel-
rand voorstellen. Het opschrift luidde: „de han
delsplaats Atchin, het verblijf des vredes," èen om
schrijving welke, bij het bekende niet zeer Vredelie
vende karakter der Atchineezen, aan Talleyrand's woord
herinnert, dat de taal den mensch geschonken is om
zijne gedachten te verbergen. Aan de keerzijde ziet
men drie groote letters ouder elkander geplaatst,
met het jaartal 1260 (van de Mahom. jaartelling)
d. i. 1844, omgeven van een gelijken rand als aan
de andere zijde.
Onder de in het politieblad gesigualiscerde personen
komt voor G. Janssen, oad 22 jaren. Hij is door
.de Arrond. ^Rechtbank te 's-fBosoh, wegens diefstal
TR een herberg, tot gevangenisstraf voor den tijd van
drie jaren, en door de Arrond. rechtbank te Eind
hoven wegens eenvoudigen diefstal, tot gevangenisstraf
van 2 jaren veroordeeld. In den nacht fan 23 op
24 April jl. is hij uit het huis van correctie te Hoorn
ontvlucht, 't Is een gevaarlijk persoon, vroeger in Prui
sen uit eene gevangenis ontvlucht. Naar men verneemt
is de vltoehteling te Buikfeloot gevat ei» Zondag morgen
te Hoorn teruggebracht.
Men meldt uit Eindhoven aan de N. R. Cl. d8. 29
April: Gisteren avond hadden hier ouder de arbeiders
der sigaren fabrieken talrijke oploopen plaats, onder
groot geschreeuw én getier, tot zelfs laat in den avond.
Door het hoofd der plaatselijke politie werd de me
nigte in naam der wet gesommeerd om uit elkaar te
gaan en rustig te blijven, doch daaraan werd geen
gévolg gegeven. De brigade maréchaussee, gedeeltelijk
te paard en gedeeltelijk te voet, beeft daarop de
menigte uiteen gedreven, waarbij enkele personen
werden gewond en verscheiden werden gearresteerd.
Vferder rs het des nachts rustig gebleven. Naar men
verneemt, is de oorzaak der ontevredenheid het besluit
van verscheiden sigarenfabrikanten, om geen sigaren
makers in dienst te nemen, die lid zijn van het
Sigarenmakersbond. Verder verneemt men, dat een
gedeelte dier fabrieken voor drie dagen zal worden
gesloten.
Men meldt uit Rozendaal van 28 April In de
vorige week heeft onder deze gemeenle het volgende
ergelijke vooral plaats gehad. De kapelaan Lam-
bregte bracht bij een zieken arbeider, Bierstekers, een
bezoek. De huisgenoolen hielden het er voor dat
de zieke betooverd was, en verlangden met aandrang
dat de geestelijke hem zou onttooveren. Daar deze
daaraan geen gevolg wilde geven, werden deuren en
vensters gesloten, waarna de kapelaan bij de keel
gegrepen, met een mes bedreigd en aan een zijner
handen ferwoud werd. Hierop wilde de geestalyke
door een venster ontsnappen, hetgeen men hem belette
steeds door de woedende huisgenooten achtervolgd en
mishandeld, vluchtte bij in de schuur, en ontkwam ein
delijk door eene deur, deerlijk gehavend, met gescheurde
kleederen, en met achterlating van hoofddeksel en
gebedeboek.
Bij een der buren binnengegaan, verkeerde de gees
telijke in zulk een toestand, dat hij zich terstond te
bed moet begeren. Later per rijtuig huiswaarts ge
bracht, moest geneeskundige hulp worden ingeroepen.
In berichten uit de Kaapstad wordt o. a. mede
gedeeld: Er is een plan gevormd om aan de Kaap
eene hoogeschool te stichten. Eene vergadering van
bevoegde mannen is gehouden, waarin eenparig beslo
ten werd, dat die oprichting noodzakelijk is, welk
besliit aan de regering is medegedeeld. Van de
diamantstreken beeft men bericht omtrent verschei
dene belangrijke sleeuen, die laatstelijk gevonden
zijn, o. a. een lichtgele »nn 63 karaten en een van
105 lioht gekleurd. Ér hebben voortdurend nog al
diefstallen op de diamantvelden plaa's. In den Oranje-
Vrijstaat is men zeer Verblijd over het aanhouden
van de beterschap van president Brand. Te Bloem
fontein is uit Nederland aangekomen en plechtig
ontvaugen dr. Brill, de nienwberoemde rector vsn het
Grey-college.
Te Arnhem worden pogingen aangewend om eene
naamlooze vennootschap Hotel Beekhuizen" op te
richten, welke zich ten doel stelt recht tegenover het
kasteel „Bieljoen*, aan den straatweg van Arnhem
uaar Zutphen, te Velp, een groot hotel te bouwen
en te éfcploiteeren. Het voor deze onderneming rer-
eischte kapitaal bedraagt ƒ500,000, waarvan door de
oprichters voor een bedrag van 66000 is deelge
nomen. Het plan van het gebonw, hetwelk ongeveer
260^ logeerkamers en zalen zal horatten, en waar
schijnlijk den lsten Mei van het volgende jaar voor
het publiek geopend zal kunnen worden, is ontwor
pen door den heer C. Outshoorn, te Amsterdam.
Te Utrecht had Zondag 11. in de kerk van de
H Maria de priester-wyding plaats van de hb. Strous-
berg en Gatzenmeijer, bij ae oud-roomsche gemeen
ten' irt Duitschland. Deze plechtigheid werd door
den aartsbisschop bij de oud-bisschoppelijke clerezy,
den heer H. Loos, geadsisteerd door den geestelykheid,
verricht. De kerk was letterlijk te klein om alle
toehoorders te kunnen bevatten. Beide geeéteiyken
zullen spoedig naar Duitschland vertrekken.
Z. M. heeft aan 12 gevangenen in het tuchthuis
te Leeuwarden kwijtschelding verleend van hun ver
deren straftyd en voorts den straftijd verminderd, van
14 met 6, '72 met 8 en 1 met 2 maanden.
Ook te Hoorn hebben 3 gevangenen, onder welke
eenige der uit Leiden overgeplaatste gedetineerde sol
daten, vermindering van straftijd bekomen, en vier
"jn geheel van hun verderen straftijd ontslagen.
O O S T-I N D I
In Kei «Igemeen Oerticht ru den Indiër komt
het Tolgende roor r
Wij betreuren, dat de noodaaketijkheid beitaat Atchin
den oorlog nan te doen. Engeland dringt er echter
op aan dut, wij den zeeroof in die «treken onderdruk
ken. De Sultan ie eenerzijds «edert lang orermoedig,
«nderszijd» te zwak om te vatallen tan zijn eertijd»
geducht Kijk tot het nakomen zon zijne bereleu te
dwingen. Indien wij dus den oorlog voeren en, zooals
de Minister van Koloniën in de Kamer verklaard
heeft, de integriteit des land» eerbiedigen, zal men
weinig of niets uitrichten. Wij zijn tegen uitbreiding
rail onze bezittingen in dezen archipel gestemd; maar
is eenmaal de teerling geworpen, dan brengt liet
factum, dat op elke koloniale Mogendheid rust, medp,
verder te gaan dan men soms wil. Deze expeditie,
eenmaal noodig geoordeeld, is het voorspel van het
geen een jaar later misschien met meer kosten en
moeite zal moeten plaats vinden, indien bloote erken
ning van onze souvereiniteit en handhaving der tractaten
ons ultimatum uitmaakt.
De telegraaf berichtte eergisteren, dat de Tweede
Karnrr de besluiten tot uitvoering der suikerwet heeft
afgekeurd. Wij vereenigen ons ten volle met dat be
sluit, want vooral bet belang vau de bevolking hadden
wij meer op den voorgrond willen zien staan.
Practisch effret zal dit besluit slechts in zeer geringe
mate kunnen hebbenwant de nieuwe contracten
met alle fabrieken zijn gesloteh, op twee uitzonde-
ringen na.
Eene belangrijke ordonnantie van 14 dezer regelt
de tusschenkomtf van de particuliere industrie bij de
GouvernemeL-koffiecuituur, wat bereiding cn levering
betreft. Wij zien in dien maatregel weinig heiivoor
den planter. Zonder verhooging van den koffieprijs
zal men de cultunr niet zien uitbreiden of verbeteren.
Een van twee is toch waarde planter gevoelt zich
gedrukt door de bereiding, of niet. In het laatste
geval zijn de voorschriften doelloos. Maar in het
eersle wijzen wy op gebrek aan goede communicatie
wegen en op gemis aan concurreutie, waarvan het
gevolg z il zyn dat de planter zich van de zorgen
der bereiding tegen eiken prys ontslaat. Alleen voor
W. I. bereiding wordt hooger prys betaald. Mochten
enkele industrieelen door een en ander winnen, dat
denkbeeld van mr. P. Myer blyven wy verwerpelijk
achten.
Bij Kon. besluit van 10 Januari jl. zijn de voorwaar
den van benoembaarheid tot ambteu bij de Rijkstele-
graphie gesteld. Jaren geleden was dit besluit met de
daarbij behoorende programma's van examens in de
pen en men kondigt het af, nu de dienst georganiseerd
en het personeel uitgebreid is j
By de rerolutie van den G. G. is ten overvloede
verklaard, dat de inlandsche scholen te Padang, Painan
en Iroesan, Gouv. s instellingen J^jn de oprichting
eener tweede school te Padang is gelast; 10 iulaud-
sche scholen in de residentie Tapanoeli worden als
Gouvernements-instellingen bevestigd, en 7 negorij -
scholen ter W estkust door de Regeering overgeuomen.
Uit den vulkaan Kaba, in Palembang, die sedert 1833
niet meer gewerkt heeft, stijgen sedert eenigen tijd
rookwolken op, tcrwyl aardbevingen zich in dat gewest
deden gevoelen.
Omtrent de inscheping der troepen, zegt bet Bat.
Handelsblad van 20 Maart:
Hoewel de lucht den geheelen dag een dreigend
aanzien had gehad, werd de revue over de expedi-
t ion ai je troepen, gisteren namiddag door Zyne Excel
lentie den gouverneur-generaal gehouden, door goed
weder begunstigd.
Te half vyf ure werden de troepen op den weg
aan de noordzijde van het Koningsplein opgesteld
van den Citadelweg tot aau den ingang van het paleis.
Precies te vijf ure arriveerde de gouverneur gene
raal, vergezeld'van den leger-commanduntden op
perbevelhcbbcr der expeditie en andere militaire auto-
riteiten bij het hoofd der troepen waarop de staf-
mnziek zich deed hooren en de troepen geïnspecteerd
werden.
Aan den ingang van het paleis verzamelden zich
by den gouverneur-generaal tevens de overige officie
ren van den staf, den geneeskundigen dienst, de mi
litaire administratie enz. en defileerden de expedi
tionaire troepen voor Zijne Excellentie.
Na dit was geschied, wendde Z. E. zich tot den
generaal Kohier en zeide ongeveer het volgende:
//Generaal 1 ik behoef u niet te zeggen, welke wen-
schen ik voor de expeditie koester. Niet alleen hare
krijgsverrichtingen, maar ook het wedervaren van alteu,
die daaraan deelnemen, zullen door mij steeds aandach
tig en mei innige belangstelling worden gadegeslagen.
„Ontvang dezen handdruk, tot een hartelijk af
scheid voor u en voor allen die met u vertrekken.
„Lange redevoejingen zijn anti-militair. Vergun
mij dat ik, vrij vertaald, tot u richt de weinige maar
kernachtige woorden, waarmede een der grootste hel
dert Van zijn tijd een der échittereudste overwinningen
inleidde
Koning en Vaderland vertrouwen, dat ieder
man zijn plicht zal doen,""
De krachtige toesprrak maakte blijkbaar op allen
een diepen Indruk. Generaal Kohier antwoordde:
„Excellentie! Wij zullen onzen plicht doen, dat
beloof ik.
Eu waarlijk, wie in de gelegenheid was de ferme
houding dei1 troepen te bewonderen, al ware het
roemrijk verleden van ons Indisch leger niet daar,
al kwamen ook bij het gezicht van die mannen, die
daar zoo rustig en krachtvol, blijkbaar met den besten
moed bezield, hadden gedefileerd, de namen Bali,
Baiidjermasin, Boni en zooveel anderen ons net voor
den geest, wie zal er aan twyfelen, of ook zij zullen
onder de geliefde Nederlandsche driekleur, daarginds
den roem van het Nederlandsch-Indisch leger ten
volle handhaven
Voor zoo verre wij er over konden oordeelen en
ook volgens het oordeel van oud-officieren, daarbij
tegenwoordig, liet de uitrusting niets te wenscben
over, en verzekerde men ons nog zelden eene ex
peditie te hebben zien vertrekken waarvan de toerusting
zoo uitstekend goed was als van de troepen die wij
zagen defilecren
Aan het Mail-overzicht van de Javabode ont-
leenen w ij het volgende
„Nadat de mail den 16en dezer was vertrokken en
wij in ons laatste mail—overzicht ons onthouden had
den, eenige melding te maken van de toebereidselen
voor een oorlog tegen Atchin, werd op denzelfden
dag door de redactie vau een schrijven ontvangen,
waarbij namens Z. E. den G.-G. dank werd gezegd voor
j het in s lands belang in acht genomen stilzwijzen en de
mededeeiing werd gevoegd dat de omstandigheden een
I verder zwijgen overbodig maakten.» [Hierop treedt
het blad in eene meer of min juiste omschrijving
van de feiten, die de oorlogsverklaring vooraf zijn ge
gaan, doch die onzen lezers uit de officieele Nota der
Regeering bekend zijn.»
Vervolgens zegt de Java-Bode:
u t Is ons niet mogelijk met dezen oorlog ingenomen
te zijn wij kunnen die met beschouwen als te zijn
gerechtvaardigd.
„Java verkeert in vele opzichten nog in zulk een
erbarmelijken en onvoldot-ndeu toestand, de meeste
onzer buitenbezittingen worden zoo slecht verzorgd en
leveren zoo weinig op, zoodat zij dan ook lastposten
zijn, bet personeel van vele takken van bestuur is nog
zoo ontoereikend voor de groote uitgestrektheden welke
moeten worden beheerd, dat wij niet kunnen inzien
het nut om nu weder naar ons toe te trekken het toe
zicht van een groot land als Atchin. Welk nut zullen
wij er vooreerst stichten?
„Millioenen zullen worden uitgegeven, die zeker door
den Sultan, indien hij overwonnen wordt, niet zullen
worden terug betaald, ai verbindt hij zich tot de be
taling van eenige oorlogskosten. En voor al die millioe-
nen, voor al de menschenlevens welke weder zullen
worden opgeofferd, zal niets verkregen worden dan
een tractoat, want de regeering schijnt niet verder
te zullen gaan. Annexatie wil meu niet en al wilde
men, zoo zouden de middelen ous ontbreken om
het geannexeerde land te besturen. Een toestand
zal misschien in het leven worden geroepen, zooals
die, welke bestaat op de oostkust (Palembang niet
medegerekend)een toestand van verwarring, on
macht, voortdurend schipperen, zich laten welge
vallen en ter expeditie trekken, een toestand die
niet wyst op de wilskracht van een doortastende eu
flinke Kegeering.
„Maar al zijn wij tegen den oorlog, zoo zien wij tooh
met deelneming vertrekken onze dappere troepen, geleid
door degelijke en bekwame officieren.
„De kolonel E. C. van Daalen, eerst met de laatste
Fransche mail uit Europa van verlof teruggekeerd,
zal over de gezamenlijke infanterie-iroepen het bevel
voeren. Eigenlijk is zijn betrekking geert andere dan
diejvan een vermomd onderbevelhebber der expeditie.
Eerst gisteren middng, dus op het laatste oogenblik
als t ware, heeft de Regeering, naar wij meeneu
op voordracht van Z. E. den legercommandant, de
aanstelling geteekend. Zij is bepaaldelijk goed te
keuren. Immers zon bij mogelijke ontstentenis van
den generaal Kohier, de kolonel Koopmans, coinman-
daut van het stoomschip Djambi, het opperbevel moeten
aanvaarden.
„Een sterke opnemingbrigade is aan de expeditie
toegevoegd, onder bevel van den kapitein Ballusseck.
Haar taak is hoogst belangrijk en de goede uitvoering
er van zal veel kunnen bijdragen niet alleen tot ver
zekering van een goedeu uitslag der expeditie, maar ook
tot het verkrijgen vaa de zoo noodige kennis der
gesteldheid van het land, waarvan tot nog toe, ten
minste voor zoover het binnenland betreft, slechts wei
nig bekend is.
„Uit alles blijkt dat de tegenwoordige legcr-com-
mandanl uitstekend partij heeft weten te trekken