BINNENLAND. Na «tailing ran het débat stelde de heer Ernoul <3e volgende motie voor: „De Nationale Vergadering van oordeel, dat de regeeringsvorm niet in discussie is, en dat het van belang is bet land gerust te stel len door eene beslist conservatieve politiek aan te nemen, betreurt liet, dal de jongste wijzigingen aan de conservatieve belangen niet die genoegdoening hebben gegeven, die men reoht had te verwachten." De heer Target en eenige anderen verklaarden voor de motie-Eruoul te zullen stemmen, maar niet temin de republikeinsche oplossing in de constitu tioneel wetten aangeboden, aan ie nemen. Zij wen- achten in elk geval eene beslist conservatieve politiek. De heer de Normandie stelde de eenvoudige orde van den dag voor, terwijl de heer Broët deze motie voorstelde: „De Vergadering, vertrouwen stellende in de verklaringen van de Regeering en verwachtende van haar eene besliste conservatieve politiek, gaat over tot de orde van den dag." De inotié-Ernoul w?rd aangenomen met 360 te gen 344 stemmen. In eene derde Zilting, des avonds te 8 uur begon nen, deelde de voorzitter mede, dat Thiers en zijn ministerie hun ontslag hadden genomen. Dit werd verleend ep onmiddellijk tot de keuze van een an deren president der 'Republiek overgegaan. Mnc-Ma- hon, de bekende generaal van Napoleon III, werd niet '390 stemmen verkozen. Na eenige aarzeling aanvaardde deze de betrekking en des middernachts deelde Buffet dit nieuws aan de Kamer mede. Groot is de agitatie te Parijs en elders, maar dank zij de krachtige pogingen der republikeinen om de gemoederen tot rust te brengen, is de orde ner gens verstoord. Het ministerie is als volgt samen gesteld de Broglie, buiteolandsohe zaken en vice- president van den ministerraad Beulé, binnenlandsche zaken Magne, financiënErnoul, justitie Batbie, openbaar onderwijsLa Bouillerie, koophandelDe- seilligny, openbare werken vice-admiraal Dompierre Cornoy, marineSissey stemt er in toe voorloopig de portefeuille van oorlog te behouden. Woensdag en Donderdag hebben de Duitsche Bonds raad en rijksdag een uitstapje gemaakt naar Bremen en Wilhelmshafen, ten einde de belangrijke haven en verdedigingswerken aldaar te bezichtigen. Gedu rende die dagen heeft de staatsmachine natuurlijk stilgestaan. Met nieuwen ijver zijn echter Vrijdag de werkzaamheden hervat, want de leden van den rijksdag wenschen de tegenwoordige zitting, die toch reeds veel tyd dreigt in te nemen, zooveel mogelijk te bekorten. Verschillende wetsontwerpen, waaronder de legerorganisatie en de geheele rijksbegrooting zeker niet de laatste plaats innemen, moeten nog in be handeling genomen worden, en van een buitenge wone herfst zit ting willen de meesten niet hooren. De Staats-Anzeiger bevat een decreet van den Rijkskanselier, bepalende dat, volgens een door den Bondsraad genomen besluit, de congregatiën der Re demptoristen en der Lazaristen, de priesters van den Heiligen Geest, en de congregatie van het Heilig hart van Jezus moeten aangemerkt worden als ver want met de orde der Jezuïeten, zoodat hunne instel lingen binnen zes maanden moeten ontbonden worden. Die Italinieschen Nachrichteneen te Rome verschij nend Duitsch orgaan dat dus zeker niet van genegen heid voor de jezuïeten verdacht kan worden, bevestigt het vermoeden ten aanzien van de gevolgen, die men na het betreurenswaardige votum der Italiaansche kamer ten aanzien van den generaal der jezuïeten on vermijdelijk achtte. De paus heeft terstond aan dezen martelaar het verblijf op het Vaticaan aange boden. Opmerkelijk is het dat dit blad, ondanks de onbedriegelijke bewijzen voor het tegendeel, den ge zondheidstoestand van den paus gunstig blijft noemen. Te Olten in Zwitserland zijn de afgevaardigden vergaderd geweest van de Zwitsersche volksver- eenigingen besloten werd tot definitieve oprichting van een „algemeene Zwitsersche Volksvereeniging'" waarvan het doel zal zijn de herziening der Bondscon- stitutie te bevorderen. De Deensche Kamer is gesloten met een troonrede voorgelezen door den President-Minister Holstein; tot Minister van Mariue is in plaats van den tijdelijk fungeerenden Thomson benoemd de hoofdofficier Ravon. De crisis in Frankrijk is aanvankelijk tot eene oplossing gekomen. Thiers en zijn ministerie treden afpresident van de voorloopige republiek is thans maarschalk Mac Mahon. Hoe dit in zijn werk is gegaan kan men vinden in de telegrammen, die wij in ons overzicht zooveel mogelijk hebben medegedeeld. Zoodra het voorstel van Ernoul was aangenomen, kon Thiers niet anders doen, dan het gezag neder- leggen en reeds lang van te voren wist men, dat slechts twee personen in aanmerking konden ko men, ora hem te vervangen Grcvy en Mac Mahon. De vervanging van Thiers door Grévy indien Thiers vervangen worden moest zou voor Frank rijk ontegenzeggelijk het gelukkigst zijn geweest Maar dan zou de vertegenwoordiging geheel anders moeten zijn samengesteld dan nu met andere woor den, dan zou het niet hebben moeten kunnen komen tot eene botsing tusschen Thiers en de rechterzijde. Nu de aanval vau die zijde kwam, van de zijde eener coalitie van Bonapartisten, legitimisten, ultra- montanen en Orleanisten was Mac Mahon de nange- wezen man. Niet omdat hij is eeue zoo scherp ge- teekende personaliteit. Integendeeljuist omdat hij dat niet is en toch populair genoeg is, om het noodige gezag te oefenen. Men wilde geen dictatormen wilde een volgzaam man, die niet als Thiers zijne eigene denkbeelden heeft over de vraag, of Frankrijk nu nog langer kan blijven in den voorloopigeu toe stand eener Republiek, die toch wederom geeue Re publiek is. Voor zulk eene rol is Mac Maliou de aangewezen persoon en geen wonder dus, dat hij met algemeene stemmen der coalitie werd verkozen tot President. Waar de vraag is nu: wat nu?, en het is er eene waarop de coalitie zelve niet zal we ten te antwoorden. Men houde in het oog, dat de coalitie eenvoudig is een monsterverbond, bijeenge dreven door vrees voor de Republiek en in zijn angst alles wagende om slechts dit tene te voorkomen. Maar zeer duidelijk eil volkomen terecht werd door Thiers gezegd: „gij wilt de monarchie. Welnu ves tig de monarchie. Maar gij vestig haar niet, want er is maar cén troon en daarop kan men niet met zijn drieën gaan zitten." Dat is de zaak. Men heeft nu Mac Mahon, maar heeft men nu daarmede wat men wenscht In geeneu deele. Men heeft alleen, voor een tijd, voorkomen, wat men vreesde. Men heeft afgebroken, maar is machteloos, om te bouwen, waut de bouw meesters zij u het oneens. Het eeiiige wat men bereikeu kan is door de nieuwe regeering eenigen invloed te oefenen op nieuwe verkiezingen. Hier en daar zal men een canJidaal winnen, maar hoe meer men er wint, des te min der zal de vertegenwoordiging worden de vertegen woordiging der naiie, des te grooter het gevaar, dat de Republiek, die kouien moet, komt met ge weld in stede van met bedaard overleg, gelijk het geval zou zijn geweest, indien mea den wijzen raad van Thiers had gevolgd. Daarin ligt thans voor Frankrijk het grootp gevaar. De zege der zoogenaamde conservatieven is weder de voorzichtigheid, die de wijsheid bedriegt. Men had veel kunnen behouden, door zich bij Thiers aau te sluiten. Wat uien behouden zal, nu men hem ver dreef, moet de tijd leeren. ITALIË. De groote parlementaire slag ia geslagen en het ministerie heeft bij de kloosterwet de overwinniug behaald, maar het i9 goene schitterende overwinning, welke zij bevochten heeft. Na zoo ontzaglijk veel moeite, na parlementaire kunstgrepen van allerlei aard, en nadat de redactie van het oorspronkelijk ontwerp in verscheidene opzichten was gewijzigd, ten einde den steun van een groot aantal der anders getrou wen, thans afvalligen te winnen, heel't het ministerie, op een aantal van 414 uitgebrachte stemmen, slechts eene meerderheid van 13 stemmen gehad. Niettemin is het besluit der Kamer belangrijk de linkerzijde, nog kort geleden zoo zeker van de overwinning, heeft de vlag moeten strijken zij be seft maar al te goed, dat van het betrekkelijk groot aantal stemmen, door haar verkregen (namelijk 193) een aanzienlijk deel niet uit een beginsel, maar uit sluitend voor deze enkele gelegenheid haar is toege vallen, en dat zij dien steun zal derven, zoodra an dere onderwerpen in behandeling worden genomen. De slag wordt door de oppositie te sterker gevoeld, omdat zij te zekerder meende te zijn van dc over winniug, en groote verontwaardiging heerscht in haie rangeu tegen den gehaten „reactionairen baron," nl. tegen Ricasoii, wiens voorstel de verschillende par tijen der rechterzijde tot elkander heeft gebracht ten opzichte van het belangrijke art. 2 der wet op de geestelijke corporatiën. Gelijk wij reeds gemeld hebben, heeft dc Kamer der Afgevaardigden het voorstel-Mancini tot verdrij ving der Jezuïeten en met hen geaffilieerde orden verworpen, doch daarentegen aangenomen het voor stel van den afgevaardigde de Donnos, volgens het welk de generaal der Jezuïeten wordt„ uitgesloten van de voorrechten, aan de hoofden der overige orden verleend. Dit laatste voorstel schijnt door de regeering minder levendig bestreden te zijn, dan het voorstel-Mancini, waarin zij een inbreuk meende te zien op de wanrborgenwet. De stelling der re geering is in deze netelige quaestie zeer moeilijk, daar zij aau den ceuen kant gaarne aan den drang der openbare meeniug zou gevolg willen geven, eu aan den anderen de aanwezigheid des Pausen te Rome nog steeds als eene noodzakelijkheid voor Ita lië beschouwt, en daarom den Paus zooveel mogelijk concessiën wil doen. De regeeriiig vmoest tegen wil en dank met de omstandigheden te rade ga.in, en ging daarom van de stelling uit, dat bet generalaat, ook dat der Jezuïeten, eene naar kerkelijk recht de jure en de facto besiaaude instelling is. Hunne ophefltog zou in de tegenwoordige omstandigheden in elk geval een gewaagde maatregel zyn geweest; vooral op een tijdstip dat in den schoot der Kerk zelve groote beslissingen te wachten zijn, was de maatregel, naar haar inzien, minst genomen, ontijdig. De bevolking, welke veelal onder den invloed der radicale partijen staat, volgt de verhandelingen in de Kamer met blijkbare spanning, en het gepeupel heeft zioh in sommige groote steden laten verleiden tot buitensporigheden, welke, zooals dezer dagen nog te Genua, de tusscheokomst der gewapende macht noodzakelijk maakten. Men meent, dat door de uit sluiting der Jezuïeten van de voorrechten inde wet bepaald, aan de ontevredenen ten minste écne con cessie zal zijn gedaan. De geestelijkheid kan door den maatregel niet gevoelig getroffen worden, daar in de eerste plaats aan de andere generalaten daar voor een betrekkelijk hooger bedrag ten goede komt, en ten tweede de orde der Jezuïeten wel niet in verlegenheid zal gebracht worden om de middelen voor het onderhoud van haren generaal le vinden. Gouda, 27 Mei. Zaterdag jl. werd in de sociëteit „Ons Genoegen" alhier onder't praesidium van den heer J. Broedelet, schoolopziener van het zevende district der provincie Zuid-Holland, de voorjaarsvergadering gehouden van de onderwijzers uit dat district, die trouw opgekomen waren, uitgezonderd eenige, die door ongesteldheid verhinderd waren. Na het voorlezen der notulen werd met volstrekte meerderheid van steramen tot vice-president verkozen de beer G. H. Westbrock, instituteur te Schoonhoven, en zulks ter vervanging van den heer M. H. Kluit man, hoofdonderwijzer alhier, die als zoodanig aftrad en niet herbenoemd kon worden. In plaats van den heer W. Reuhl, gepensioneerd hoofdonderwijzer, die bij een schrijven voor de betrekking van penning meester bedankt had, werd benoemd de heer J. D. Emeia, hulponderwijzer alhier. Nu werd door den heer M. H. Kluitman de volgende belangrijke vraag ter bespreking ingeleid Welke zijn' de oorzaken van het tegenwoordig gebrek aan jongelin gen, die tot onderwijzers opgeleid willen worden Eene levendige gedachtewisseling werd hierover door ver schillende onderwijzers gevoerd, tot dat men tot de con clusie kwam, dat de geld-quoestic wel als voornaamste oorzaak van dit gebrek diende beschouwd te worden. Werd eerst de financieele positie des onderwijzersin 't algemeen beter, dan zou men met grond meer kwec- kelingen Trunnen verwachten. Na verschillende gewichtige discussieu over het al of niet wenschelijke van eene wetsherziening en den leerplicht, welke laatste zaak door de hoofdonderwij zers J. Kiewiet de Jonge, te Oudewater, en II. H. Hartman, te Cappelle aan den IJsel, besproken werd, die er beide groote voorstanders van bleken te zijn, werd besloten de behandeling van dat onderwerp tot eene volgende districtsvergadering uit te stellen, daar de tijd tot sluiten noopte. Men meldt uit den Haagt In verband tot de gejrqchten, in de vorig* /.week verspt-eid, kan thans me,f"iekerheid worden'Jgemeld, dat alleen de heer de Vries gisteren aan Z. M. ont slag heeft gevraagd als Minister van Justitie. De regeering heeft geantwoord op het ongunstig verslag der Tweede Kamer betreffende de herziening der militie-wet. Zij meent den ingeslagen weg te moeten blijven volgen; zij acht de beslissing omtrent het beginsel van afschaffing van plaatsvervanging en nummervcrwiBseling, neergelegd in de tegenwoordige militie-wet, zeer goed mogelijk. De noodzakelijkheid eener aanzienlijke uitbreiding van vrijstellingen en ontheffingen wordt geenszins toegegeven. Wilde men hiertoe overgaan, dan ware het te vreczen, dat het gevorderde contingent jaarlijks niet meer zou kunnen afgeleverd worden. Uitvoerig wordt uiteengezet, hoe invoering van verplichten persoonlijken dienst vooral dringend gevorderd wordt door den toestand van het leger, die blijkens het verslag veel te wenschen overlaat. Wijders wordt aangetoond, dat afschaffing der plaatsvervanging met behoud der numraerver- wisseling niet zal baten. Algeheele opheffing van het stelsel van vervanging in den dienst wordt ver- eischt. Kan men door beperking ook al het gehalte van hen, die voor andere optreden, verbeteren, dan zullen toch steeds de meest ontwikkelde elementen zich aan den dienst blijven onttrekken elementen die in den tegen woordigen tijd in geen leger kunnen gemist worden, wil het geschikt zijn voor zijn taak, verdediging des vaderlands. pe lowering dat, werd het voorstel tot wet ver- lereir, de dienstplicht bij ons te lande iu onder leiden opzichten drukkender zou zijn dau iu Prui- wordt wijders weerlegd. Ook verklaart de re- wering dit ty geen bezwaren zal maken, wanneer kamer de bevoegdheid voor de nieuw te schep pen vrijwilligers wil opheffen om buiten de kazerne te wonen. *-<••. Het het wegnemen van uitstel van eerste oefening foor het tweede en derde jaar zon zij zich insge lijks kunnen vereenigen. Naar aanleiding van. den in het verslag uitgedrukten wensch om de vrij will i- («rs op jeugdiger leeftijd toe te laten, is het voor- linl zoodafcig veranderd, dat jongelieden thans reeds op achttien en negentienjarigen leeftijd als vrijwilli ger bij de militie zollen kunnen optreden. Een dien- nrereenkomstig gewijzigd ontwerp van wet is bij de nota van antwoord overgelegd. Staten-GJoneraal. Twbedr Kamer. Zïttin- geu van 24 en 26 Mei. In de zitting van Zaterdag is het orediet van &Vn ■illioeu tot versterking der krijgsmacht in liidië, met hei oog op Atchin, aangenomen möi algemeene stera- uen, op één na. Na de stemming ontving de minister van koloniën een telegram van don gouverneur-generaal van Ned.- Indië, twee dagen ouder dan dat van Reuter, en waarin aangevraagd worden eenige nadere benoodigd- heden, doch met geen woord over de onrustbarende tijdingen nopens Deli gesproken wordt. Aan de orde zou eerder zijn het contract met de handelmaatschappij, maar de behandeling daarvan was uitgesteld tot Maandag, omdat de minister vnn kolo niën de vroegtijdige beëindiging der zitting heeft ge- wensoht, om voor hem overwegende redenen. In de zitting van gisteren zijn ingekomen ont werpen tot wijziging der wet op de inkwartieringen en tot regeling der consulaat-rechten. De discussion over de overeenkomst met de handelmaatschappij zijn niet afgeloopen. De hh. Blom, 's Jacob en Heemskerk waren voor, de hh. Lenting, vau Houten en Blussé tegen de overeen komst. Heden jroortzetting. Ver- Worpen werd een voorstel van den heer van Was- senaer Cntwyck, om de militie-wet voor het recès te behandelen. Tegen het einde der zitting heeft de minister vnn koloniën medegedeeld een telegram van dén gou verneur-generaal van Nederlamlsch-Indiö, meldende dat by dezen geruchten ter oore waren gekomen dat Deli bedreigd word. Er zouden meer troepen gezon den worden naar Deli en Tapanoeli, westkust van 8umatrn. Aan VAmi du Limbourg wordt uit Rotterdam ge schreven dat bij het Ministerie van Oorlog een ont werp van wet in bewerking is tot aanvulling van de leemten, hjjj de regimenten ontstaan door het ver trek van officieren naar Indiö ten behoeve der expe ditie naar Atchin. De Minister zou een beroep wenschen te doen op de officieren der scbuttery be nedén den rang van kapitein en hun voorstellen twee jnreri dienst te doen bij de infanterie, met behoud van hun rang en de daaraan verbonden sold ijMen zon den dienat zoo gemakkelijk mogelijk, dat wil zeggen zoo min mogelijk tijdrooveud maken. De liberale Kiesvereeniging de Grondwet, te 's Gra- venhage, heeft in hare gisteren avond gehouden ver- gaderiug, na beraadslaging tot candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Tweode Kamer: Mr. G. de Vries, Minister van Justitie, met 39 van de 52 stemmen. De overige stemmen waren uitgebracht op jhr. mr. de Jonge. De internationale vereeniging van Werklieden, afdeeling Amsterdam, overwegende, dat de tegenwoor dige oorlog van Nederland met Atchin, even als elke andere oorlog, in strijd is met de zedevvet en de menschelijke liefde onderling, en schadelyk voor de beide partijen, die met elkander in vrede moesten leven, heeft een manifest aan het Nederlandschc Volk uitgevaardigd, waarin zij verklaart dat haar leden, als burgers van den Nederlandschc Staat, pro- teiteeren tegen de voortzetting van dezen oorlog, en de Regeering van Nederland verzoeken, alsnog den scheidsrechtelyken weg, tot vereffening der gerezen geschillen, te willen inslaan, opdat er niet onnoodig méér kostbaar menschenbloed vlocije, dan reeds, zoo voorbarig, vergoten is, en het Nederlandschc Volk de verbazende onkosten spare, die elke oorlog on vermijdelijk na zich sleept. Zy vermeent met te meer klem op de overweging van dezen wensch te kunnen aandringen, dewijl de Hooge Regering zelve verklaard heeft, dat het haar niet om uitbreiding van grondgebied te doen is. Zy dringt ten sterkste bij het geheele Nederlandschc Volk, in naam van men9chelijkhcid, recht en bescha ving, aan op de meest krachtige eu uitgebreide on dersteuning van dezen wensch. I)e vereeniging tot bescherming van dieren, waarvan Z. M. de koning beschermheer is, hield gisteren avond in het gebouw der loge hare algemeene vergadering onder voorzitterschap van den heer H. D. Potter, dit met bet doen van eenige mededeeling de vergaderine opende. O. a. deed de voorzitteV uitkomen, dat het bestuur in zijne pogingen ter verkrijging van meer dere correspondenten in zooverre was geslaagd, dat weder twee vereenigingen, te Leiden en te Haarlem, waren tot stand gekomen. Het deed hem leed er op te moeten wijzen, dat Nederland steeds verstoken is van eene wet, welke overal, met uitzondering van Spanje bestaat, waarbij mishandeling van dieren wordt strafbaar gesteld en waardoor alzoo de dieren be schermd worden. De herhaalde pogingen tot het verkrijgen van zoodanige wet hadden er niet toe j geleid om Nederland daarvan iu hel be/.it fce stellen. Nog deelde de president mede, ten bewijze dat het denkbeeld van dierenbescherming meer en meer iugaug vindt, dat het getal der leden met bet niet onaan zienlijk cijfer van 274 was «toegenomen, hetgeen hein hoop gaf, dal het streven luar dierenbescherming doorde leden ieder in zijn kring zal worden be hartigd. Aan een 20 tal dienaren van policic worden voor gedane bekeuringen beloouiugen uitgereikt, waarbij de voorzitter een hartelijk woord tot aanmoediging voegde en voorop stelde dat niet alleen bekeuringen, maar het doen voorkomen van dieren-mishandciing door de vereeniging beloond werden; Bij het beraadslagen over voorsleiien, welke door de leden ter sprake zonden wordeu gebracht, werden onderscheidene zaken besproken. De eerste betrof' het oude gebruik san de boogescholen eu ook aan de veeartsenijkuudige school bij het onderwijs in de physiologie waar dieren gemarteld norden, om de j studeerende jongelieden te wijzen op sommigen geval- len, welke zich kunnen voordoen. De spreker vroeg olf het in eene beschaafde maatschappij paste het dier, i den Griend van den mensch, bij wyze van proefje te martelen. Om dit te keer te gaan, hoopie hij dat liet bestuur een verzoek aan de regeeriiig zou richten om bij het onderwijs in de physiologie ue proeven zoo min mogelijk met lerende dieren te ne- j men en te trachten de pijnbankeo voor de onscbul- dige dieren af te schaffen. Ook kwam de vetriuaire school te Utrecht ter sprake, waar de pooten van paarden stukgeslagen, weder worden bygemaakt en de dieren daarna dezelfde mishandeling ten tweeden- male ondergaan, om de daar studeerenden in het zetten ra n paarden pooten te onucrwyzcn. Qok dit behoorde tegengegaan te worden. Volgens de school berichten in de Nieutce Bijdragen over April, zijn de volgende plaatsen bij het open baar lager onderwij» vacantals.- bij het gewoon 24 als hoofdonderwijzer, 107 als hulponderwijzer, waaronder 3 waarnaar ook hulponderwijzereasen mo gen mededingen, 5 uitsluitend als hulponderwijz.eres; bij het gewoon en meer uitgebreid 1 als hoofdon derwijzeres, 5 als hulponderwijzer en 2 als hulp- onderwijzeres. Uit berichten in de Standaard over de Moerdijksche quaestie schijnt te volgen, dat ds. Bange, een der ringpredikanten, aan de zijde van ds. Koeken staat. Toen 't zyn beurt was om te prediken, zette hy zich onder het gehoor van ds. Koeken en bezocht hem daarna in de pastorie. Ook stelde de heer Bange aau den heer Koeken eigeuhaodig drie opgevraagde atteetatiën van lidmaatschap ter hand en toonde daarmede hem als predikant te erkennen. In de N. Rott. Ct. leest men het volgende uit treksel van een brief, geschreven ter reede van Atchin, van 5 tot 9 April 1873. 5 April. Heden morgen kwam een der stoom schepen van N. I. stoomvaartmaatschappij, dc Cortes de Vries, op de reede met de voor de expeditie be stemde mineurs en sappeurs aan boord, terwijl voor den middag de komst der overige vijf stoomschepen geseind werd. Deze vaartuigen moeten vijf andere transportschepen sleepen, op welke zich de overige troepen der expeditie bevinden. Met uitzondering van Z. M. raderstoomboot Sumatra is nu de geheele vloot, zoowel oorlogs- als transportschepen, in den vóórmiddag ter reede gekomen. De bevelhebbers der land- en zeemacht vergaderden oumiddelijk daarop aan boord van Z. M. stoomschip Citadel van Ant werpen, om het plan van campagne vast te stellen. Er is besloteu morgen ochtend eene militaire verken ning aan den wal te doen. 6 April. De verkenning had heden morgen ten zeven ure plaat9. Ze bestond uit twee compagniën infanterie, geleid en beschermd door de marine. Het was een imposant gezicht, de eerste soldaten (tirailleurs) op Atchiii8 bodem te zien stappen en zich onverwijld aan den ingang van het bosch opstellen. Nauwelijks was dit geschiedt of de vijand kwam wanhopend op de onzen toeschieten, doch deinsde dadelijk terug, ten gevolge van welgericht snelvuur uit de Beaumont-ge- weren vau onze wakkere soldaten. De eerste benting werd spoedig genomendaarop voegden zich nog twee compagniën bij de eerste eo ging men het bosch dieper in. Intusschen opende de tweede, veel sterkere benting het vuur tegen de nabij liggende schepen, doch werd pa korten tijd door het geschat van Z. M. stoomschip Citadel van Antwerpen tot zwijgen gebracht. Drie maal schoot dat oorlogs- vaartuig de Atchineesche vlag van de wallen onder een luid hoera op zee. Ten half één wa9 inmiddels de verkenning wéder geëmbarkeerd, in het binnen land handgemeen te zyn geweest. Overal verdedigde de vijaud zich met wanhoop en bier en daar stort ten de Atchineezen zich op de bajonetten der onzen. Vele vijanden vielen, velen werden gewond. Aan onze zijde hebben wij liet verlies van een inlandschen sergeant te betreuren, terwijl vier andere inlanders ernstig gewond werden. Van de Europeanen viel gelukkig niemand en werd ook niemand gewond. Ten één uur vergaderden de generaal Kohier met zijnen ?taf en de kapitein ter zee Koopman opnieuw aan boord van de Citadel van Antwerpen eu stel den het verdere plan van aanval vast. Men was over de verkenning zeer tevredeu, en besloot in den vroe gen morgen von den Sen het algemeen debarkement te doen plaats hebben. 8 April. Iledeu -beeft het algemeen debarkement plaats gehad, naar w ensch, doch niet zonder hevigen stry«l. De vyand stortte zich meermaal met de grootste vcruilteriiig en als razend op de bajonetten onzer dap peren, doch werd telkens door het welgericht vuur der onzen met kracht teruggedreven. Eene groote slachting werd onder hem aangericht, terwijl aau onze zijde 47 gewonden en enkele dooden werden geteld. Eene poging van een deel onzer troepen om eender laatste beatings aan strand te nemen mislukte, en nu bivonacqueeren de onzen niet ver vau daar, op onge veer eeu half uur afstand. 9 April. In den nacht werden onze troepen her haaldelijk door deu vijaud aangevallen. Heden morgen opende de zeemacht een algemeen vuur tegen de ben- tuig die gisteren stand gehouden heeft. De geweldige muur bezweek voor de kolossale granaten die er tegen geworpen werden. Toen onze troepen de benting daarop bestormden, werd ze door deo vijand ontruimd, die gillend in de bosschen verdween. Nu wappert er de HollaudBche vlag. Ik moet eiudigen, want ik verneem dat het post pakket straks sluit. Bij eene volgende gelegenheid schrijf ik nader. De onthulling van het gedenkteeken ter eere van Adolf van Nassau, le Heigerlee, heeft Vrijdag 11. of schoon het weder niet gunstig \va9, op plechtige wijze, in tegenwoordigheid van den koning en de prinsen plaats gehad. Het monument is eene groep van drie figuren. Graaf Adolf'van Nassau, die doodelijk ge wond, den blik dankbaar voor de overwinning ten hemel slaat, en tegen de Nederlandsche Maagd leunt, terwijl hij hft gebroken zwaard in de vuist, en de linkerhand geklemd houdt om het vaandel, waarop de leus: „Uecuperare aut mori" (overwinnen of ster ven). De Nederlandsche Maagd, in fiere strijdbare houding, blikt den vijand van vaderland en vrijheid aan, hoewel met teekenen van droefheid en zich ten volle bewust, dat de tegen haar leuneude held voor hare belangen viel, is zij tevens vastberaden en be reid hem, den voorzaat van ons vorstenhuis, tegen wien ook, ter zijde te staan. Nevens haar staat de Leeuw van Nederland met opgerezen manen, den rechter-voorpoot geplaatst op de door Filips geschon den privilegiën, gereed om deze te verdedigen als het kostbaarste kleinood van bet Nederlandsche volk. Het monument, ontworpen door den heer J. E^en- berger te Groningen en uitgevoerd door den boer Jos. Geefs te Antwerpen, wordt een meesterstuk van kunst genoemd. Aan de eene zyde leest men „23 Mei 1568. De eerste zege in de tachtigjarige worsteling voor de vrijheid der Nederlanden." Aau de zijde daarnaast „Oranje met Nederland verbonden." Vervolgens „23 Mei 1868. Door het nageslacht den Vaderen gewijd.» En eindelijk; Graaf Adolf van Nassau bleef iu den roemrijken slag."

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1873 | | pagina 2