BINNENLAND.
Na «tailing ran het débat stelde de heer Ernoul
<3e volgende motie voor: „De Nationale Vergadering
van oordeel, dat de regeeringsvorm niet in discussie
is, en dat het van belang is bet land gerust te stel
len door eene beslist conservatieve politiek aan te
nemen, betreurt liet, dal de jongste wijzigingen aan
de conservatieve belangen niet die genoegdoening
hebben gegeven, die men reoht had te verwachten."
De heer Target en eenige anderen verklaarden
voor de motie-Eruoul te zullen stemmen, maar niet
temin de republikeinsche oplossing in de constitu
tioneel wetten aangeboden, aan ie nemen. Zij wen-
achten in elk geval eene beslist conservatieve politiek.
De heer de Normandie stelde de eenvoudige orde
van den dag voor, terwijl de heer Broët deze motie
voorstelde: „De Vergadering, vertrouwen stellende in
de verklaringen van de Regeering en verwachtende
van haar eene besliste conservatieve politiek, gaat
over tot de orde van den dag."
De inotié-Ernoul w?rd aangenomen met 360 te
gen 344 stemmen.
In eene derde Zilting, des avonds te 8 uur begon
nen, deelde de voorzitter mede, dat Thiers en zijn
ministerie hun ontslag hadden genomen. Dit werd
verleend ep onmiddellijk tot de keuze van een an
deren president der 'Republiek overgegaan. Mnc-Ma-
hon, de bekende generaal van Napoleon III, werd
niet '390 stemmen verkozen.
Na eenige aarzeling aanvaardde deze de betrekking
en des middernachts deelde Buffet dit nieuws aan
de Kamer mede.
Groot is de agitatie te Parijs en elders, maar
dank zij de krachtige pogingen der republikeinen om
de gemoederen tot rust te brengen, is de orde ner
gens verstoord. Het ministerie is als volgt samen
gesteld de Broglie, buiteolandsohe zaken en vice-
president van den ministerraad Beulé, binnenlandsche
zaken Magne, financiënErnoul, justitie Batbie,
openbaar onderwijsLa Bouillerie, koophandelDe-
seilligny, openbare werken vice-admiraal Dompierre
Cornoy, marineSissey stemt er in toe voorloopig
de portefeuille van oorlog te behouden.
Woensdag en Donderdag hebben de Duitsche Bonds
raad en rijksdag een uitstapje gemaakt naar Bremen
en Wilhelmshafen, ten einde de belangrijke haven
en verdedigingswerken aldaar te bezichtigen. Gedu
rende die dagen heeft de staatsmachine natuurlijk
stilgestaan. Met nieuwen ijver zijn echter Vrijdag
de werkzaamheden hervat, want de leden van den
rijksdag wenschen de tegenwoordige zitting, die toch
reeds veel tyd dreigt in te nemen, zooveel mogelijk
te bekorten. Verschillende wetsontwerpen, waaronder
de legerorganisatie en de geheele rijksbegrooting zeker
niet de laatste plaats innemen, moeten nog in be
handeling genomen worden, en van een buitenge
wone herfst zit ting willen de meesten niet hooren.
De Staats-Anzeiger bevat een decreet van den
Rijkskanselier, bepalende dat, volgens een door den
Bondsraad genomen besluit, de congregatiën der Re
demptoristen en der Lazaristen, de priesters van den
Heiligen Geest, en de congregatie van het Heilig
hart van Jezus moeten aangemerkt worden als ver
want met de orde der Jezuïeten, zoodat hunne instel
lingen binnen zes maanden moeten ontbonden worden.
Die Italinieschen Nachrichteneen te Rome verschij
nend Duitsch orgaan dat dus zeker niet van genegen
heid voor de jezuïeten verdacht kan worden, bevestigt
het vermoeden ten aanzien van de gevolgen, die men
na het betreurenswaardige votum der Italiaansche
kamer ten aanzien van den generaal der jezuïeten on
vermijdelijk achtte. De paus heeft terstond aan
dezen martelaar het verblijf op het Vaticaan aange
boden. Opmerkelijk is het dat dit blad, ondanks de
onbedriegelijke bewijzen voor het tegendeel, den ge
zondheidstoestand van den paus gunstig blijft noemen.
Te Olten in Zwitserland zijn de afgevaardigden
vergaderd geweest van de Zwitsersche volksver-
eenigingen besloten werd tot definitieve oprichting
van een „algemeene Zwitsersche Volksvereeniging'"
waarvan het doel zal zijn de herziening der Bondscon-
stitutie te bevorderen.
De Deensche Kamer is gesloten met een troonrede
voorgelezen door den President-Minister Holstein; tot
Minister van Mariue is in plaats van den tijdelijk
fungeerenden Thomson benoemd de hoofdofficier Ravon.
De crisis in Frankrijk is aanvankelijk tot eene
oplossing gekomen. Thiers en zijn ministerie treden
afpresident van de voorloopige republiek is thans
maarschalk Mac Mahon. Hoe dit in zijn werk is
gegaan kan men vinden in de telegrammen, die wij
in ons overzicht zooveel mogelijk hebben medegedeeld.
Zoodra het voorstel van Ernoul was aangenomen,
kon Thiers niet anders doen, dan het gezag neder-
leggen en reeds lang van te voren wist men, dat
slechts twee personen in aanmerking konden ko
men, ora hem te vervangen Grcvy en Mac Mahon.
De vervanging van Thiers door Grévy indien
Thiers vervangen worden moest zou voor Frank
rijk ontegenzeggelijk het gelukkigst zijn geweest
Maar dan zou de vertegenwoordiging geheel anders
moeten zijn samengesteld dan nu met andere woor
den, dan zou het niet hebben moeten kunnen komen
tot eene botsing tusschen Thiers en de rechterzijde.
Nu de aanval vau die zijde kwam, van de zijde
eener coalitie van Bonapartisten, legitimisten, ultra-
montanen en Orleanisten was Mac Mahon de nange-
wezen man. Niet omdat hij is eeue zoo scherp ge-
teekende personaliteit. Integendeeljuist omdat hij
dat niet is en toch populair genoeg is, om het noodige
gezag te oefenen. Men wilde geen dictatormen
wilde een volgzaam man, die niet als Thiers zijne
eigene denkbeelden heeft over de vraag, of Frankrijk
nu nog langer kan blijven in den voorloopigeu toe
stand eener Republiek, die toch wederom geeue Re
publiek is. Voor zulk eene rol is Mac Maliou de
aangewezen persoon en geen wonder dus, dat hij
met algemeene stemmen der coalitie werd verkozen
tot President. Waar de vraag is nu: wat nu?, en
het is er eene waarop de coalitie zelve niet zal we
ten te antwoorden. Men houde in het oog, dat de
coalitie eenvoudig is een monsterverbond, bijeenge
dreven door vrees voor de Republiek en in zijn angst
alles wagende om slechts dit tene te voorkomen.
Maar zeer duidelijk eil volkomen terecht werd door
Thiers gezegd: „gij wilt de monarchie. Welnu ves
tig de monarchie. Maar gij vestig haar niet, want
er is maar cén troon en daarop kan men niet met
zijn drieën gaan zitten."
Dat is de zaak. Men heeft nu Mac Mahon, maar
heeft men nu daarmede wat men wenscht
In geeneu deele. Men heeft alleen, voor een tijd,
voorkomen, wat men vreesde. Men heeft afgebroken,
maar is machteloos, om te bouwen, waut de bouw
meesters zij u het oneens.
Het eeiiige wat men bereikeu kan is door de
nieuwe regeering eenigen invloed te oefenen op nieuwe
verkiezingen. Hier en daar zal men een canJidaal
winnen, maar hoe meer men er wint, des te min
der zal de vertegenwoordiging worden de vertegen
woordiging der naiie, des te grooter het gevaar,
dat de Republiek, die kouien moet, komt met ge
weld in stede van met bedaard overleg, gelijk het
geval zou zijn geweest, indien mea den wijzen raad
van Thiers had gevolgd.
Daarin ligt thans voor Frankrijk het grootp gevaar.
De zege der zoogenaamde conservatieven is weder de
voorzichtigheid, die de wijsheid bedriegt. Men had
veel kunnen behouden, door zich bij Thiers aau te
sluiten. Wat uien behouden zal, nu men hem ver
dreef, moet de tijd leeren.
ITALIË.
De groote parlementaire slag ia geslagen en het
ministerie heeft bij de kloosterwet de overwinniug
behaald, maar het i9 goene schitterende overwinning,
welke zij bevochten heeft. Na zoo ontzaglijk veel
moeite, na parlementaire kunstgrepen van allerlei aard,
en nadat de redactie van het oorspronkelijk ontwerp
in verscheidene opzichten was gewijzigd, ten einde
den steun van een groot aantal der anders getrou
wen, thans afvalligen te winnen, heel't het ministerie,
op een aantal van 414 uitgebrachte stemmen, slechts
eene meerderheid van 13 stemmen gehad.
Niettemin is het besluit der Kamer belangrijk
de linkerzijde, nog kort geleden zoo zeker van de
overwinning, heeft de vlag moeten strijken zij be
seft maar al te goed, dat van het betrekkelijk groot
aantal stemmen, door haar verkregen (namelijk 193)
een aanzienlijk deel niet uit een beginsel, maar uit
sluitend voor deze enkele gelegenheid haar is toege
vallen, en dat zij dien steun zal derven, zoodra an
dere onderwerpen in behandeling worden genomen.
De slag wordt door de oppositie te sterker gevoeld,
omdat zij te zekerder meende te zijn van dc over
winniug, en groote verontwaardiging heerscht in haie
rangeu tegen den gehaten „reactionairen baron," nl.
tegen Ricasoii, wiens voorstel de verschillende par
tijen der rechterzijde tot elkander heeft gebracht ten
opzichte van het belangrijke art. 2 der wet op de
geestelijke corporatiën.
Gelijk wij reeds gemeld hebben, heeft dc Kamer
der Afgevaardigden het voorstel-Mancini tot verdrij
ving der Jezuïeten en met hen geaffilieerde orden
verworpen, doch daarentegen aangenomen het voor
stel van den afgevaardigde de Donnos, volgens het
welk de generaal der Jezuïeten wordt„ uitgesloten
van de voorrechten, aan de hoofden der overige
orden verleend. Dit laatste voorstel schijnt door de
regeering minder levendig bestreden te zijn, dan
het voorstel-Mancini, waarin zij een inbreuk meende
te zien op de wanrborgenwet. De stelling der re
geering is in deze netelige quaestie zeer moeilijk,
daar zij aau den ceuen kant gaarne aan den drang
der openbare meeniug zou gevolg willen geven, eu
aan den anderen de aanwezigheid des Pausen te
Rome nog steeds als eene noodzakelijkheid voor Ita
lië beschouwt, en daarom den Paus zooveel mogelijk
concessiën wil doen.
De regeeriiig vmoest tegen wil en dank met de
omstandigheden te rade ga.in, en ging daarom van
de stelling uit, dat bet generalaat, ook dat der
Jezuïeten, eene naar kerkelijk recht de jure en de
facto besiaaude instelling is. Hunne ophefltog zou
in de tegenwoordige omstandigheden in elk geval
een gewaagde maatregel zyn geweest; vooral op een
tijdstip dat in den schoot der Kerk zelve groote
beslissingen te wachten zijn, was de maatregel, naar
haar inzien, minst genomen, ontijdig.
De bevolking, welke veelal onder den invloed der
radicale partijen staat, volgt de verhandelingen in
de Kamer met blijkbare spanning, en het gepeupel
heeft zioh in sommige groote steden laten verleiden
tot buitensporigheden, welke, zooals dezer dagen nog
te Genua, de tusscheokomst der gewapende macht
noodzakelijk maakten. Men meent, dat door de uit
sluiting der Jezuïeten van de voorrechten inde wet
bepaald, aan de ontevredenen ten minste écne con
cessie zal zijn gedaan. De geestelijkheid kan door
den maatregel niet gevoelig getroffen worden, daar
in de eerste plaats aan de andere generalaten daar
voor een betrekkelijk hooger bedrag ten goede komt,
en ten tweede de orde der Jezuïeten wel niet in
verlegenheid zal gebracht worden om de middelen
voor het onderhoud van haren generaal le vinden.
Gouda, 27 Mei.
Zaterdag jl. werd in de sociëteit „Ons Genoegen"
alhier onder't praesidium van den heer J. Broedelet,
schoolopziener van het zevende district der provincie
Zuid-Holland, de voorjaarsvergadering gehouden van
de onderwijzers uit dat district, die trouw opgekomen
waren, uitgezonderd eenige, die door ongesteldheid
verhinderd waren.
Na het voorlezen der notulen werd met volstrekte
meerderheid van steramen tot vice-president verkozen
de beer G. H. Westbrock, instituteur te Schoonhoven,
en zulks ter vervanging van den heer M. H. Kluit
man, hoofdonderwijzer alhier, die als zoodanig aftrad
en niet herbenoemd kon worden. In plaats van den
heer W. Reuhl, gepensioneerd hoofdonderwijzer, die
bij een schrijven voor de betrekking van penning
meester bedankt had, werd benoemd de heer J. D.
Emeia, hulponderwijzer alhier.
Nu werd door den heer M. H. Kluitman de volgende
belangrijke vraag ter bespreking ingeleid Welke zijn'
de oorzaken van het tegenwoordig gebrek aan jongelin
gen, die tot onderwijzers opgeleid willen worden Eene
levendige gedachtewisseling werd hierover door ver
schillende onderwijzers gevoerd, tot dat men tot de con
clusie kwam, dat de geld-quoestic wel als voornaamste
oorzaak van dit gebrek diende beschouwd te worden.
Werd eerst de financieele positie des onderwijzersin
't algemeen beter, dan zou men met grond meer kwec-
kelingen Trunnen verwachten.
Na verschillende gewichtige discussieu over het al
of niet wenschelijke van eene wetsherziening en den
leerplicht, welke laatste zaak door de hoofdonderwij
zers J. Kiewiet de Jonge, te Oudewater, en II. H.
Hartman, te Cappelle aan den IJsel, besproken werd,
die er beide groote voorstanders van bleken te zijn,
werd besloten de behandeling van dat onderwerp tot
eene volgende districtsvergadering uit te stellen, daar
de tijd tot sluiten noopte.
Men meldt uit den Haagt
In verband tot de gejrqchten, in de vorig* /.week
verspt-eid, kan thans me,f"iekerheid worden'Jgemeld,
dat alleen de heer de Vries gisteren aan Z. M. ont
slag heeft gevraagd als Minister van Justitie.
De regeering heeft geantwoord op het ongunstig
verslag der Tweede Kamer betreffende de herziening
der militie-wet. Zij meent den ingeslagen weg te
moeten blijven volgen; zij acht de beslissing omtrent
het beginsel van afschaffing van plaatsvervanging en
nummervcrwiBseling, neergelegd in de tegenwoordige
militie-wet, zeer goed mogelijk. De noodzakelijkheid
eener aanzienlijke uitbreiding van vrijstellingen en
ontheffingen wordt geenszins toegegeven. Wilde men
hiertoe overgaan, dan ware het te vreczen, dat het
gevorderde contingent jaarlijks niet meer zou kunnen
afgeleverd worden. Uitvoerig wordt uiteengezet, hoe
invoering van verplichten persoonlijken dienst vooral
dringend gevorderd wordt door den toestand van
het leger, die blijkens het verslag veel te wenschen
overlaat. Wijders wordt aangetoond, dat afschaffing
der plaatsvervanging met behoud der numraerver-
wisseling niet zal baten. Algeheele opheffing van
het stelsel van vervanging in den dienst wordt ver-
eischt. Kan men door beperking ook al het gehalte
van hen, die voor andere optreden, verbeteren, dan
zullen toch steeds de meest ontwikkelde elementen
zich aan den dienst blijven onttrekken elementen
die in den tegen woordigen tijd in geen leger kunnen
gemist worden, wil het geschikt zijn voor zijn taak,
verdediging des vaderlands.
pe lowering dat, werd het voorstel tot wet ver-
lereir, de dienstplicht bij ons te lande iu onder
leiden opzichten drukkender zou zijn dau iu Prui-
wordt wijders weerlegd. Ook verklaart de re-
wering dit ty geen bezwaren zal maken, wanneer
kamer de bevoegdheid voor de nieuw te schep
pen vrijwilligers wil opheffen om buiten de kazerne
te wonen. *-<••.
Het het wegnemen van uitstel van eerste oefening
foor het tweede en derde jaar zon zij zich insge
lijks kunnen vereenigen. Naar aanleiding van. den
in het verslag uitgedrukten wensch om de vrij will i-
(«rs op jeugdiger leeftijd toe te laten, is het voor-
linl zoodafcig veranderd, dat jongelieden thans reeds
op achttien en negentienjarigen leeftijd als vrijwilli
ger bij de militie zollen kunnen optreden. Een dien-
nrereenkomstig gewijzigd ontwerp van wet is bij de
nota van antwoord overgelegd.
Staten-GJoneraal. Twbedr Kamer. Zïttin-
geu van 24 en 26 Mei.
In de zitting van Zaterdag is het orediet van &Vn
■illioeu tot versterking der krijgsmacht in liidië, met
hei oog op Atchin, aangenomen möi algemeene stera-
uen, op één na.
Na de stemming ontving de minister van koloniën
een telegram van don gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, twee dagen ouder dan dat van Reuter, en
waarin aangevraagd worden eenige nadere benoodigd-
heden, doch met geen woord over de onrustbarende
tijdingen nopens Deli gesproken wordt.
Aan de orde zou eerder zijn het contract met de
handelmaatschappij, maar de behandeling daarvan was
uitgesteld tot Maandag, omdat de minister vnn kolo
niën de vroegtijdige beëindiging der zitting heeft ge-
wensoht, om voor hem overwegende redenen.
In de zitting van gisteren zijn ingekomen ont
werpen tot wijziging der wet op de inkwartieringen
en tot regeling der consulaat-rechten. De discussion
over de overeenkomst met de handelmaatschappij zijn
niet afgeloopen. De hh. Blom, 's Jacob en Heemskerk
waren voor, de hh. Lenting, vau Houten en Blussé
tegen de overeen komst. Heden jroortzetting. Ver-
Worpen werd een voorstel van den heer van Was-
senaer Cntwyck, om de militie-wet voor het recès
te behandelen.
Tegen het einde der zitting heeft de minister vnn
koloniën medegedeeld een telegram van dén gou
verneur-generaal van Nederlamlsch-Indiö, meldende
dat by dezen geruchten ter oore waren gekomen dat
Deli bedreigd word. Er zouden meer troepen gezon
den worden naar Deli en Tapanoeli, westkust van
8umatrn.
Aan VAmi du Limbourg wordt uit Rotterdam ge
schreven dat bij het Ministerie van Oorlog een ont
werp van wet in bewerking is tot aanvulling van
de leemten, hjjj de regimenten ontstaan door het ver
trek van officieren naar Indiö ten behoeve der expe
ditie naar Atchin. De Minister zou een beroep
wenschen te doen op de officieren der scbuttery be
nedén den rang van kapitein en hun voorstellen twee
jnreri dienst te doen bij de infanterie, met behoud
van hun rang en de daaraan verbonden sold ijMen
zon den dienat zoo gemakkelijk mogelijk, dat wil
zeggen zoo min mogelijk tijdrooveud maken.
De liberale Kiesvereeniging de Grondwet, te 's Gra-
venhage, heeft in hare gisteren avond gehouden ver-
gaderiug, na beraadslaging tot candidaat gesteld voor
het lidmaatschap der Tweode Kamer: Mr. G. de
Vries, Minister van Justitie, met 39 van de 52
stemmen. De overige stemmen waren uitgebracht
op jhr. mr. de Jonge.
De internationale vereeniging van Werklieden,
afdeeling Amsterdam, overwegende, dat de tegenwoor
dige oorlog van Nederland met Atchin, even als
elke andere oorlog, in strijd is met de zedevvet en
de menschelijke liefde onderling, en schadelyk voor
de beide partijen, die met elkander in vrede moesten
leven, heeft een manifest aan het Nederlandschc
Volk uitgevaardigd, waarin zij verklaart dat haar
leden, als burgers van den Nederlandschc Staat, pro-
teiteeren tegen de voortzetting van dezen oorlog, en
de Regeering van Nederland verzoeken, alsnog den
scheidsrechtelyken weg, tot vereffening der gerezen
geschillen, te willen inslaan, opdat er niet onnoodig
méér kostbaar menschenbloed vlocije, dan reeds, zoo
voorbarig, vergoten is, en het Nederlandschc Volk
de verbazende onkosten spare, die elke oorlog on
vermijdelijk na zich sleept.
Zy vermeent met te meer klem op de overweging
van dezen wensch te kunnen aandringen, dewijl de
Hooge Regering zelve verklaard heeft, dat het haar
niet om uitbreiding van grondgebied te doen is.
Zy dringt ten sterkste bij het geheele Nederlandschc
Volk, in naam van men9chelijkhcid, recht en bescha
ving, aan op de meest krachtige eu uitgebreide on
dersteuning van dezen wensch.
I)e vereeniging tot bescherming van dieren, waarvan
Z. M. de koning beschermheer is, hield gisteren avond
in het gebouw der loge hare algemeene vergadering
onder voorzitterschap van den heer H. D. Potter, dit
met bet doen van eenige mededeeling de vergaderine
opende. O. a. deed de voorzitteV uitkomen, dat het
bestuur in zijne pogingen ter verkrijging van meer
dere correspondenten in zooverre was geslaagd, dat
weder twee vereenigingen, te Leiden en te Haarlem,
waren tot stand gekomen. Het deed hem leed er
op te moeten wijzen, dat Nederland steeds verstoken
is van eene wet, welke overal, met uitzondering van
Spanje bestaat, waarbij mishandeling van dieren wordt
strafbaar gesteld en waardoor alzoo de dieren be
schermd worden. De herhaalde pogingen tot het
verkrijgen van zoodanige wet hadden er niet toe j
geleid om Nederland daarvan iu hel be/.it fce stellen.
Nog deelde de president mede, ten bewijze dat het
denkbeeld van dierenbescherming meer en meer iugaug
vindt, dat het getal der leden met bet niet onaan
zienlijk cijfer van 274 was «toegenomen, hetgeen hein
hoop gaf, dal het streven luar dierenbescherming
doorde leden ieder in zijn kring zal worden be
hartigd.
Aan een 20 tal dienaren van policic worden voor
gedane bekeuringen beloouiugen uitgereikt, waarbij
de voorzitter een hartelijk woord tot aanmoediging
voegde en voorop stelde dat niet alleen bekeuringen,
maar het doen voorkomen van dieren-mishandciing
door de vereeniging beloond werden;
Bij het beraadslagen over voorsleiien, welke door
de leden ter sprake zonden wordeu gebracht, werden
onderscheidene zaken besproken. De eerste betrof'
het oude gebruik san de boogescholen eu ook aan de
veeartsenijkuudige school bij het onderwijs in de
physiologie waar dieren gemarteld norden, om de j
studeerende jongelieden te wijzen op sommigen geval-
len, welke zich kunnen voordoen. De spreker vroeg
olf het in eene beschaafde maatschappij paste het dier, i
den Griend van den mensch, bij wyze van proefje
te martelen. Om dit te keer te gaan, hoopie hij
dat liet bestuur een verzoek aan de regeeriiig zou
richten om bij het onderwijs in de physiologie ue
proeven zoo min mogelijk met lerende dieren te ne- j
men en te trachten de pijnbankeo voor de onscbul-
dige dieren af te schaffen. Ook kwam de vetriuaire
school te Utrecht ter sprake, waar de pooten van
paarden stukgeslagen, weder worden bygemaakt en
de dieren daarna dezelfde mishandeling ten tweeden-
male ondergaan, om de daar studeerenden in het zetten
ra n paarden pooten te onucrwyzcn. Qok dit behoorde
tegengegaan te worden.
Volgens de school berichten in de Nieutce Bijdragen
over April, zijn de volgende plaatsen bij het open
baar lager onderwij» vacantals.- bij het gewoon
24 als hoofdonderwijzer, 107 als hulponderwijzer,
waaronder 3 waarnaar ook hulponderwijzereasen mo
gen mededingen, 5 uitsluitend als hulponderwijz.eres;
bij het gewoon en meer uitgebreid 1 als hoofdon
derwijzeres, 5 als hulponderwijzer en 2 als hulp-
onderwijzeres.
Uit berichten in de Standaard over de Moerdijksche
quaestie schijnt te volgen, dat ds. Bange, een der
ringpredikanten, aan de zijde van ds. Koeken staat.
Toen 't zyn beurt was om te prediken, zette hy zich
onder het gehoor van ds. Koeken en bezocht hem
daarna in de pastorie. Ook stelde de heer Bange
aau den heer Koeken eigeuhaodig drie opgevraagde
atteetatiën van lidmaatschap ter hand en toonde
daarmede hem als predikant te erkennen.
In de N. Rott. Ct. leest men het volgende uit
treksel van een brief, geschreven ter reede van Atchin,
van 5 tot 9 April 1873.
5 April. Heden morgen kwam een der stoom
schepen van N. I. stoomvaartmaatschappij, dc Cortes
de Vries, op de reede met de voor de expeditie be
stemde mineurs en sappeurs aan boord, terwijl voor
den middag de komst der overige vijf stoomschepen
geseind werd. Deze vaartuigen moeten vijf andere
transportschepen sleepen, op welke zich de overige
troepen der expeditie bevinden. Met uitzondering
van Z. M. raderstoomboot Sumatra is nu de geheele
vloot, zoowel oorlogs- als transportschepen, in den
vóórmiddag ter reede gekomen. De bevelhebbers der
land- en zeemacht vergaderden oumiddelijk daarop
aan boord van Z. M. stoomschip Citadel van Ant
werpen, om het plan van campagne vast te stellen.
Er is besloteu morgen ochtend eene militaire verken
ning aan den wal te doen.
6 April. De verkenning had heden morgen ten
zeven ure plaat9. Ze bestond uit twee compagniën
infanterie, geleid en beschermd door de marine. Het
was een imposant gezicht, de eerste soldaten (tirailleurs)
op Atchiii8 bodem te zien stappen en zich onverwijld
aan den ingang van het bosch opstellen. Nauwelijks
was dit geschiedt of de vijand kwam wanhopend op
de onzen toeschieten, doch deinsde dadelijk terug, ten
gevolge van welgericht snelvuur uit de Beaumont-ge-
weren vau onze wakkere soldaten.
De eerste benting werd spoedig genomendaarop
voegden zich nog twee compagniën bij de eerste eo
ging men het bosch dieper in. Intusschen opende de
tweede, veel sterkere benting het vuur tegen de nabij
liggende schepen, doch werd pa korten tijd door het
geschat van Z. M. stoomschip Citadel van Antwerpen
tot zwijgen gebracht. Drie maal schoot dat oorlogs-
vaartuig de Atchineesche vlag van de wallen onder
een luid hoera op zee. Ten half één wa9 inmiddels
de verkenning wéder geëmbarkeerd, in het binnen
land handgemeen te zyn geweest. Overal verdedigde
de vijaud zich met wanhoop en bier en daar stort
ten de Atchineezen zich op de bajonetten der onzen.
Vele vijanden vielen, velen werden gewond. Aan
onze zijde hebben wij liet verlies van een inlandschen
sergeant te betreuren, terwijl vier andere inlanders
ernstig gewond werden. Van de Europeanen viel
gelukkig niemand en werd ook niemand gewond.
Ten één uur vergaderden de generaal Kohier met
zijnen ?taf en de kapitein ter zee Koopman opnieuw
aan boord van de Citadel van Antwerpen eu stel
den het verdere plan van aanval vast. Men was over
de verkenning zeer tevredeu, en besloot in den vroe
gen morgen von den Sen het algemeen debarkement
te doen plaats hebben.
8 April. Iledeu -beeft het algemeen debarkement
plaats gehad, naar w ensch, doch niet zonder hevigen
stry«l. De vyand stortte zich meermaal met de grootste
vcruilteriiig en als razend op de bajonetten onzer dap
peren, doch werd telkens door het welgericht vuur
der onzen met kracht teruggedreven. Eene groote
slachting werd onder hem aangericht, terwijl aau onze
zijde 47 gewonden en enkele dooden werden geteld.
Eene poging van een deel onzer troepen om eender
laatste beatings aan strand te nemen mislukte, en nu
bivonacqueeren de onzen niet ver vau daar, op onge
veer eeu half uur afstand.
9 April. In den nacht werden onze troepen her
haaldelijk door deu vijaud aangevallen. Heden morgen
opende de zeemacht een algemeen vuur tegen de ben-
tuig die gisteren stand gehouden heeft. De geweldige
muur bezweek voor de kolossale granaten die er tegen
geworpen werden. Toen onze troepen de benting
daarop bestormden, werd ze door deo vijand ontruimd,
die gillend in de bosschen verdween. Nu wappert er
de HollaudBche vlag.
Ik moet eiudigen, want ik verneem dat het post
pakket straks sluit. Bij eene volgende gelegenheid
schrijf ik nader.
De onthulling van het gedenkteeken ter eere van
Adolf van Nassau, le Heigerlee, heeft Vrijdag 11. of
schoon het weder niet gunstig \va9, op plechtige wijze,
in tegenwoordigheid van den koning en de prinsen
plaats gehad. Het monument is eene groep van drie
figuren. Graaf Adolf'van Nassau, die doodelijk ge
wond, den blik dankbaar voor de overwinning ten
hemel slaat, en tegen de Nederlandsche Maagd leunt,
terwijl hij hft gebroken zwaard in de vuist, en de
linkerhand geklemd houdt om het vaandel, waarop
de leus: „Uecuperare aut mori" (overwinnen of ster
ven). De Nederlandsche Maagd, in fiere strijdbare
houding, blikt den vijand van vaderland en vrijheid
aan, hoewel met teekenen van droefheid en zich ten
volle bewust, dat de tegen haar leuneude held voor
hare belangen viel, is zij tevens vastberaden en be
reid hem, den voorzaat van ons vorstenhuis, tegen
wien ook, ter zijde te staan. Nevens haar staat de
Leeuw van Nederland met opgerezen manen, den
rechter-voorpoot geplaatst op de door Filips geschon
den privilegiën, gereed om deze te verdedigen als
het kostbaarste kleinood van bet Nederlandsche volk.
Het monument, ontworpen door den heer J. E^en-
berger te Groningen en uitgevoerd door den boer
Jos. Geefs te Antwerpen, wordt een meesterstuk van
kunst genoemd.
Aan de eene zyde leest men
„23 Mei 1568.
De eerste zege in de tachtigjarige
worsteling
voor de vrijheid
der
Nederlanden."
Aau de zijde daarnaast
„Oranje
met
Nederland
verbonden."
Vervolgens
„23 Mei 1868.
Door het nageslacht
den Vaderen
gewijd.»
En eindelijk;
Graaf Adolf
van Nassau
bleef
iu den roemrijken slag."