r.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
,/N? 1371.
1873. i c’; l-.! u ZÓtA J» ,C
Zondag 8 Juni.
’Uien,
ran
►illen.
i 50 jaren
i, is groot
hoest, ge-
hte spjjs-
i mond bij
Inspectie voor Verlofgangers.
Bij dese Courant behoort een
Bijvoegsel.
msluat
j, r
"x.r-
De uitgav# dezer Courant geschiedt ZONDAG,
n bfl
De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
1.7
De Hemel behoede ons voor zulk een rnmp
I der aftredende leden herkozen werd. De groep-
A
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VUF CENTEN.
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75,
franco per post f 2.
nen de
zwakte
in vele
el zog.
vooral
ruiken
rijd te
den is
merk-
t men
Mand
ii, dat
linnen
NTO-
ilt U
Zjj ver-
igen, ver-
stig wer-
istand.
cent te
i een
De eerste is gesteld door het Anti-
I wiltuig vuil no uwu V
ging tegen de kieswet,
De anti-revolutionairen komen royaal
SK.VBEIUI.
bekend,
bril te
len over
oor dat
ren zjjn
bestaat
tot in
m daar-
lig ge-
en die zorgvuldig
allerlei oude grieven kweekten, moeten uiteen
vallen en nieuwe mannen moeten optreden als
grondleggers der onmisbare eensgezindheid.
i i. J'
fl-TIWI-T" f T'"F'T"' TH" uTF ■JTH" T~i
De BURGEMEESTER vau Gouda brengt ter
kennis van de M1L1C1EN-VERLOFG ANGERS de-
zer gemeente, dat de inspectie zal worden gehouden
Woensdag den tin Juny 1873 des morgens ten 12
ure in plaits van ten 10'/, ure.
Gouda, den 7” Juni 1873.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN UZENDOORN.
••‘■i.rg
N-GENE-
ren CAN-
Schoolwetverbond en door Vreest God! Eert
den Koniriff! Mjj dunkt, dit zegt reeds ge
noeg.
voor den dag met hun programma; het edele
karakter van den Heer Groen van Prinsterer
drukt nog steeds zjjn stempel op zjjn partjj.
De schoolwet moet worden afgebroken; het
vrjje onderwjjs moet worden aan banden ge
legd de kerk (de orthodox-protestantsche) moet
den staat overheerscliende oude godsdienst-
veeten moeten herleven en dominé Kuyper is
bereid, wat hjj op den preekstoel en in de con
sistorie begon, voort te zetten in de Kamer
en wellicht later in deu ministerraad.
verkiezingen ditmaal aan
meen ontevredenheid bestaat over de geringe
vruchten der parlementaire werkzaamheid. Of
er in de ministerieele bureaux al druk wordt
gearbeid, of een zee van wetsontwerpen de
tweede kamer ril bereikt, wat baat dit wanneer
deze weinig afdoet en veel af keurt? Of de
ministers al behooren tot de kundigste, meest
verlichtte en meest doortastende mannen, wat
baat dit wanneer de tweede kamer hun haar
vertrouwen ontzegt
Er worden personen gevonden, die de oor
zaak van dit feit zoeken in den parlementairen
regeeringsvorm zelfalsof deze tot onvrucht
baarheid leiden zou! Men behoeft slechts in
herinnering te brengen de vele goede wetten
in vroegere tjjden tot stand gebracht, om de
ongegrondheid dezer beschuldiging aan te toonen.
Het ligt niet aan den boom, dat hij zoo weinig
vruchten draagt; het ligt aan de wijze waarop
hjj behandeld wordt. De arbeiders deugen niet.
Evenmin ligt de schuld aan de eene of an
dere partjj als zoodanig. Het is gemakkeljjk
om de schuld altjjd aan anderen te wjjten, om
te zeggen dat 't de radicalen, „liberalen”, con
servatieven zjjn die den boom onvruchtbaar
maken, maar noch de eene, noch de andere
partjj bleek in de laatste jaren de kracht te
bezitten om de oude vruchtbaarheid weder te
voorschjjn te roepen.
Niet in de partjjen is de oorzaak te zoeken,
maar in de personen, die op dit oogenblik de
partjjen in de tweede kamer gezegd worden te
vertegenwoordigen. Ter nauweruood kan in
Krachtig dan samengewerkt om de eerste aan
leiding daartoe te voorkomenondersteunen we
met woord en daad de candidataur van den
Leidschen professor Buys, een man, die in zjjn
talrjjkè opstellen in de Gids en elders heeft ge
toond de kwaal te begrijpen, die aan ons par
lement knaagt en die door zyne veie talenten
het vermogen heeft om tot genezing daarvan
krachtig mede te werken.
De heer Buys behoort onder die geleerden,
welke hun rjjken schat van kennis niet voor
zich zelf en hunne leerlingen behouden, maar
ook minder bevoorrechten daarin doen deelen.
De getrouwe lezers van 'tzoo even genoemde
Tjjdschrift zullen zich voorzeker herinneren,
hoeveel geuot en hoeveel nut die meesterljjke
opstellen hun hebben verschaft. Sedert eenige
jaren toch behoort de heer Buys tot de redactie
van de Gids en bjjna geen deel kunnen we uit
den laatsten tjjd ter hand nemen, of hjj spreekt
tot ons. Zoo in dén jaargang 1869 «onze
kieswet;" in dien van 1870 «het koloniaal debat
en «stil leven”; in dien van 1871 «een woor-
denrjjk parlement” en «onze politieke toestand"
eindeljjk (want de jaargaug 1872 heb ik niet
tot mjjne beschikking) in de aflevering van
Jailuarijl. «van 18 November tot 24 December."
In al deze opstellen leert men ;den heer Buys
kennen en den practischen blik bewonderen,
waarmede hjj het staatkundig leven teekent.
Het gaat niet aan door tal van citaten dit aan
te toonen, maar toch mogen er een paar hier
plaats vinden.
Zoo is «onze kieswet” geschreven naar aan
leiding van de toen op 'ttouw gezette bewe-
eene beweging, die tot
't thans aanhangig wets-outwerp heeft geleid.
Des hoogleeraars oordeel wordt aldus uitgedrukt
«Indien de beweging tot wetsherziening ten
slotte daartoe moest leiden, dat men algemeen,
op het platte land als in de steden, den census
verlaagde en ze overal zooveel mogeljjk terug
bracht tot het minimum door de grondwet ge
steld, zou ik nieeuen dat wjj, iu plaats van een
stap voorwaarts te doen, met ons kiesstelsel nog
veel verder van den goeden weg afdwaalden
dan nu reeds het geval is."
En dit oordeel is niet gegrond op de vrees,
---- -- -...^a=r:
bestaan verschillende groepen, die zoodanig van
de Kamer meer van partjjen sprak» zjjn; er
elkaar afwjjken, dat geen regeering op dit
oogenblik hjj de Kamer een krachtigen steun
kan vinden. De verschillende groepen van li
beralen, van conservatieven, van clericalen zjjn
't onderling oneens, eu hoe nadeelig dit is, kan
b. v. alwéér bljjken uit dé verwerping van een
wetsontwerp, dat met de politiek niets had te
maken, dat op de rechterljjke organisatie.
De tweede Kamer moet, zal er verandering
in den treurigen toestand komen, vernieuwd,
verjongd, verfrischt worden. Op enkele uit
zonderingen na zou *t weusShelgk zijn, dat geen
der aftredende leden herkozen werd. De groep- I
Een bjjzondere belangrijkheid ontleenen de jeS) j;e ;lurJ ontstaan aan allerlei persoonlijke
m<r<»n rlit.mioil aan het feit, dat er alge— redenen hadden te dauken J.— i.i.—
p - i. K.‘.
GOÜDSCHE COURANT.
Dit kenmerk alzoo moeten de verkiezingen
thans dragenallen, die door stelselmatige op
positie de regeerkracht verlammeu, tan welke
partij ook, behooren te vallen.
Dus ook en vooral Jhr. Mr. W. M. de
Brauw, de afgod der conservatieven in dit dis
trict.
Wil men medewerken om de kwaal, waar
aan de Kamer, en dus óók het land, lijdt, weg
te nemen, dan moet ook in zjjn plaats een an
der worden gekozen.
Dit staat vast.
Maar wie?
Wij hebben de keus tusschen Dr. A. Kny-
per en Prof. J. T. Buys.