Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ING ?den, goede anden, i Zuidplas- i den grind- neente van El 1ST, 3 1873, e. 1873. N9 1397. Vrijdag 8 Augustus. I ten, 'enoemde ontstaan, roem ver- ehouden. jders zijn Fd-depöt- s kracht ijs moet i beproe- verkrjjg- kooping N, igerigte ge- ige gelegene Bultealaudsch Overzicht. I kift 1. 3 BELGIË. De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. BUITENLAND. I 4 GOUDSCHE COURANT Te Madrid hebben de intransigente. meeting demonstratie tegen de Begee- ecbter door eenige burgers ontrokt, waardoor oen enstraat •dam. wel. i ten kan- NAAR te gaan, zon onfeilbaar die alom likte aller» flanel of n met zalf r dit alles ren voort, rheid kon umatiek. te dagen dat on- inmatiek, ze plaag tandpijn, nen enz. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRUDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is 1.75, franco per post 2. een w Hen houden tegen de Carlisten, die tot voorwendsel m >est dienen root een rii g de roode vlag, die bij den optocht dienst deed, is echter door eenige burgers ontrukt, waardoor oen ge 'eeht ontstond, dat de geheele meeting in duigen deal vallen. nber 1873, ningen als n met eene i vestigen gehouden ADVERTENTIËN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meter 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. IIEEMS- ir. de Bouw- M>f en de le Getim- Het ministerie Malou-Thiébauld heeft rijn zin, lijn m litaire ontwerpen zijn aangenomen. De rechterzijde heeft ter wille daarvan haar eigen doodvonnis onder- teekend. Wat is er noodig geweest om haar hare anti-militaire beginselen te doen opofferen, waardoor zij in 1870 haren weg tot het gezag gevonden heeft? Een enkel woord der bisschoppen. En terstond heeft zij, behoudens drie afgevaardigden, waaronder de bil lijkheid eischt den heer Coomans te noemen, met echt clerieale tucht, die waard is als een voorbeeld, van blinde gehoorzaamheid te worden aangehaald, voor de regeeringsvoorstellen gestemd. De liberale linkerzijde heeft daarentegen als één man tegengestemd. Geen enkele stem is op eenig punt daarvan afgeweken, haar afkeurend votum was eenstemmig. Doch1 laten wij het er bij zeggen, zij kon en mocht niet anders stemmen. Afgescheiden van alle verkiezings-tactiek ook in ons land is het niet onbekend dat deze een bijna beslissenden invloed op alle politieke stemmingen uitoefent afgescheiden daarvan maakten hare beginselen bet haar ten plicht. Het wetsontwerp zooals het uit de overhaaste en weinig ernstige, debatten is te voorschijn gekomen verhoogt niet alleen de uitgaven voor het budget van oorlog, het verbreedt helaasde klove tusschen de bezittende en de arbeidende klasse, het behoudt de plaatsvervanging voor gegoeden en rijken, en maakt haar volkomen ongenaakbaar voor den burgerstand, de arbeidende klasse en, wat natuurlijk niet gezegd behoeft te worden, vpor den arme. Het is eene wet met huichelachtig karakter, die aan de rechterzijde duur te staan zal komen. Dui zendmaal beter zou de openhartige invoering van den verplichten algemeenen dienstplicht g‘weest zyn. Wel licht zou de heer Malou zelf niets liever gewenscht hebben. Maar om dien te kunnen voorstellen was de toestemming der bisschoppen noodig, zonder welke niets geschieden kan. Het gouvernement kon die echter knopen tegen de invoering van het verplichte bijwonen der mis voor het leger. De heer Jules Malou was van oordeel dat daarvoor de tijden niet gunstig waren, en toen heeft bij de thans aangeno men militiehervorming zelf uitgevonden, of misschien daaraan slechts zyne goedkeuring gehecht, eeue her vorming welke door hare werking de natie er toe brengen zal om den verplichten algemeenen dienst, dien zij tot heden nog verwerpt, met onstuimigheid te vragen. De begrooting van oorlog is met drie millioen ver hoogd. Dit danken wij aan de rechterzijde, hoewel hare leuze in 1870 aan de stembus de vermindering der militaire uitgaven was. Wat den militairen dienst zelven betreft, uitsluitend op hen zal bij drukken die, in welken stand of welke klasse ook door den arbeid in hunne behoeften moeten voorzien. Renteniers rn rijke luiaards kunnen zich Er heerscht in de Fransche politieke wereld groote opgewondenheid, sedert gebleken is dat de graaf van Parijs, vergezeld door den prins van Joinville, inder daad naar Weeuen vertrokken is. De beide prinsen zyn Dinsdag door 'den keizer vau Oostenrijk ontvan gen. Aan huu verblijf in de Oostenryksche hoofd stad valt dus niet meer te twijfelen en natuurlijk, zoo redeneeren de angstige lieden in Frankrijk, is niet de wereldtentoonstelling, maar de graaf van C'bainbord het doel hunner reis. Het komt ons voor, zegt Ze Tempt, dat men wel wat al te spoedig drukte maakt. Men vergeet te veel wie de personen zijn, die eene bijeenkomst te Frohsdorf moeten hebben; de één een jonge prins, erfelyk drager vah de rech ten der Fransche revolutie, en de ander een vreem deling, die sedett zijn 10e levensjaar buiten Frank rijk leeft en die zich aanhoudend in plechtige en vaak onbeschaamde proclamation voorgesteld heeft als de vertegenwoordiger van het onverantwoordelijk gezag eu onhandelbaarste ultrumontanisme." Le Temps twij felt of er tusschen hen wel overeenstemming mogelijk i», eu wanneer dit al geschiedde het eenige gevolg zou wezen eene verplaatsing en samenstelling der par lementaire partijen, welke echter geen weerklank zou vinden bij de natie. De republikeinen zouden die fusie zelfs moeten wenschen, meent het blad, omdat daardoor onvermijdelijk alle leden van het rechter-* centrum, in wie nog niet alle vrijheidsbegrippen zijn uitgedoofd en wier vastheid van oeginseleu eene ver loochening van de revolutie van 1830 verbiedt, voor de zaak der republiek gewonnen zouden worden. De Duitsche koning heeft op 16 April jl. een be sluit ondertcekeiid, hetwelk hem was voorgelegd door de ministers van justitie en van eeredienst; het sehryft voor, dat in het vervolg de aanvragen om ontheffing van de bepalingen, vervat in de art. 25 en 26 van tit» 2 bet 11de gedeelte van bet algemeen landrecht (verbod op het aangaan van huwelyken tusschen som mige personen) bij den minister van justitie behooren le worden ingezonden. Het uitvaardigen van dit besluit mug als een zeer gunstig teeken worden be schouwd; bet levert het eerste bewijs, sedert »ele jaren, dat Je regeering het oog eindelyk gevestigd heeft op een onderwerp van hoog gewicht, waaraan zij reeds vóór lang hare zorg had behooren te wijden. Intusschen heeft het baar niet ontbroken aan veler lei aansporingen daartoe, welke echter gedurende al dien tyd zonder eenig gevolg zyn gebleven. Jaar lijks toch werden door meer dan 1000 personen dergelijke aanzoeken om ontheffing van sommige dier bepalingen ingezonden; zij allen waren overeenkomstig de wet bevoegd een huwelijk aan te gaan, maar niet zonder //dispensatie." Een groot aantal hunner, die niet den langen weg der rechtsgedingen wilden be wandelen, namen eenvoudigweg hun toevlucht tot een ander middel: zy verlieten de Evangelische kerk. In de provincie Brandenburg alleen hebben uitslui tend om een burgerlijk huwelijk te kunnen aangaan, de Evangelische kerk verlaten: in 1870, 436 perso nen, in 1871, 320, in 1872, 597 perspnen, en van dit aantnl komen alleen on Berliin 391. 271 «n 537. niet allen vermelden de ware reden, welke hen daartoe leidt. Dit aantal zal door de nieuwe wet op bet Ver laten der kerk stellig nog veel toenemen. Te recht mag worden herhaald, dat het besluit een zeer gunstig verschijnsel behoort le worden genoemd; het is een krachtige stap op het pad, om ouitettelyke beletselen op te ruimen. Dat het hier inderdaad een zaak van grootbelang geldt, dit kan uit de volgends cijfers op de over tuigendste wijze blijken. Ten jare 1858 werd ont heffing der bedoelde bepalingen aangevraag l door 1906 personen; slechts aan 96 paren mocht het gelukken hunne pogingen te zien slagen en de ge vraagde toestemming tot het sluiten van een huwelijk te erlangen; in 1859 werden 1810 dergelijke aan zoeken gedaan en aan 100 paren ontheffing verleend; iu 1869 slaagden van de 1614 petitiën slechts 84; in 1861 122 van de 1565 en in 1862 werd aan 28 van de 1721 petitiën de gevraagde ontheffing toegekend/ Men mag derhalve* onderstellen, dat het besluit des konings zal strekken, om een groot euvel uit den weg te ruimen, hetwelk reeds te lang onder de benaming van /,kerkelyke tucht" door de Evan gelische geestelijkheid is gehandhaafd. De Belgische legerwet is dan loch aangenomen. Regeering en kamer zyn het eens geworden over vraagstukken van zoo ingrypend belang, waaromtrent eenstemmigheid ónmogelijk scheen. Met geven eu nemen is men er in geslaagd, de meerderheid te vinden, en het kleine getal van hen, die houding der regeering in deze gewichtige aangelegenheid af keu ren, bleef getrouw aan de leuze, niet de hand te zullen leenen tot bet in het leven roepen van een wet, die, volgens hen, geen afdoende verbetering zal brengen. Eerst verklaarde het ministerie zich onom wonden voor de afschaffing der plaatsvervanging, thans is die gehandhaafd en is zelfs een amendement van deze .strekking verworpen; in alles is toegegeven, wat de clericalen noodig oordeelden, dat veranderd moest worden. Met 55 tegen 43 stemmen werd het arti kel goedgekeurd, waarbij de staal optreedt als bezor ger van plaatsvervangers; de verlenging van den diensttijd kwam er met 54 tegen 37 door en de geheele wet met 54 tegen 37 stemmen en ééne ont houding. Zoo is het ministerie dus weer gered en kan het gerust de verkiezingen van 1874 tegemoet gaan De berichten uit Spanje luiden gunstig voor de Regeering; Sevilla en Cadix zijn beiden bezweken en alleen Valencia biedt nog weerstand de muiters denken hier nog aan geen overgave. Over de muitende oorlogsschepen geeft de telegraaf een vreemd bericht twee fregatten (de Vitoria eu de Almansa) zouden zijn genomen en door de „Pruisen" worden bewaard m de haven van Cartliagena om ze ter beschikking te stellen van de Mndridsohe Regeering de equipage is ontscheept te Carthngena eu alleen generaal Uontreras, „de opperbevelhebber te land en ter zee" is aan boord gebleven, omdat hij bang is voor zijne geestverwanten in de stadde Duitsche consul te Carthagena ein delyk zou over Alicante naar Madrid vertrekken om de Regeering .aldaar hiervan mcedeeling te djen. Men weet dut die igratlen door een Duilsch eu Engclsch oorlogschip gJdwongcn zijn naar de haven van Car thagena terug» te keercu en Contreras aan booid van Hierbij moet nog in het oog worden gehouden, dat van uien plicht vrykoopen. Ziedaar de militaire her vorming der clericalen. de terugketr zou zijn volbracht. U ij hebben Sidvrt niet éeu feit vernomen, dat, de verovering van die schepen zou wel igcu.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1873 | | pagina 1