Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
IG,
f.
1873.
N? 1434.
BUITENLAND.
Zondag Z November.
rij.
ie
3 November.
Kennisgeving.
Biiitenlandsch Overzicht.
Bekendmaking.
10,000.
s vm,
IK.
1
GOUDSCHE COURANT.
een
SNBF.no.
kwaït
jenheid ook
[wet te wjj-
jaren ge-
een heu-
in door
ikend1
lari 1874.
1 worden,
aande hu-
ien dage-
ining zul-
i daarna
1 worden,
[ding van
is ten, en
sen met
verkrjjg-
betaling
Je Nota-
alwaar
Jjn.
gint op
nber e. k.
ng de voor-
i, maar
authen-
eer
a. s., of
en klein
me
oon, bjj
L. D. Storm en J. R. Thorbecke.
was spoedig volbracht; sedert jaren
ERIJ.
JeBOUW-
Stallingen
older, twee
sbonw met
lolen, Wa-
jen, ERF,
de onder-
mBOUW-
fende aan
den Hoo
ft., 93 A.,
ieder zoowel in zün eigen belang als in dat zijner
medeburgers bereid zal gevonden worden de boven
staande raadgevingen op te volgen.
Gouda, den 31“ October 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DaoooLBBvaaFoKTUUN. van BergenIJzen doorn.
erdorp.
LDÊR.
WMANS-
taande in
et Zolder,
Fournuis,
ie Bargen,
alsmede
iND, lig
ule, te za-
Aanstaanden Maandag zal het vijf en twintig
jaren geleden zyn, dat de gewijzigde grondwet,
die thans nog de hoeksteen van ons staatsge
bouw is, plechtig werd afjgekondigd.
Die dag mag niet onopgemerkt voorbijgaan.
In Amsterdam zullen tal van Nederlanders
dien dag feestelijk vierenook elders zal men
hem gezamenlijk herdenken; in onze gemeente
vernamen we daarvan niets. Wellicht zullen
eenige meer vermogende ingezetenen zich bij
het feest te Amsterdam aansluiten, maar ove
rigens zal die dag alhier waarschijnlijk onopge
merkt voorbijgaan.
Toch zeide de commissie, die het initiatief
nam tot het jubilé, zoo te recht: In on» volks
leven mag, MOET zelfs eene dagteekening als
deze worden herdacht.
Voor die herdenking is 't trouwens niet noo-
dig dat men in grooten getale te zamenkomt;
ook individueel kan men dit zilveren feest ge
denken wellicht zelfs met des te meer vrucht
t -
Het was een gewichtig besluit door Koning
Willem II den 17“ Maart 1848 genomen, om
een commissie te benoemen tot het wntwerpen
van een gewijzigde grondwet
Meermalen reeds was in de tweede Kamer
door een of meer leden een voorstel gedaan tot
min of meer belangrijke wijziging der grondwet,
doch steeds te vergeefs. De tweede Kamer ver
wierp al deze voorstellen, uitgaande van het
beginsel dat de grondwets-herziening moest uit
gaan van de Kroon en dat dus het oogenblik
moest verbeid worden, waarop 'a Konings over
tuiging zou aanwijzen wat geschikt en nood
zakelijk geacht werd tot wezenlijke verbetering
van
By de Kamer
De BURGEMEESTER van Gouda, gelet op bet
1* lid van art. 24 der wet van 4 December 1872
(Staatsblad u°. 134) tot voorziening tegen besmet-
telijke ziekten;
Maakt bij deu bekend, dat in de verloopen 24 uren
1 persoon ia aangegeven als overleden aan Aziatische
Cholera.
Gouda, den 30“ October 1873.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN.
K E N N18 Q E V I N G.
De BURGEMEESTER, van Gouda, gelet op het
le lid ran art. 24 der wet ran 4 December 1872
(Staatsblad n°. 184) tot voorziening tegen besmettetijke
ziekten.
Maakt bij deze bekend, dat in de rerloopen 24 uren
2 personen zijn aangegeren als overleden aan Aziati-
eche Cholera.
Gouda, den 31“ October 1873.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van Gouda, gelet op het
le lid van art. 24 der «et van 4 December 18-72
(StaotMad n°. 134) tot voorziening tegen besmettelijke
ziekten
Maakt bjj deze bekend, dat in de rerloopen 24 nren
1 persoon is aangegeren als overleden aan Aziatische
Cholera.
Gouda, den 1" November 1873.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER enWETHOUDEES van Gouda,
gelet op hunne publicatiën ran den 13n September
en dm 29n October 11. en nog nader de ingezetenen
op renige voorzorgen willende wjjren, die door hen
in het belang hunner eigene gezondheid, en die van
het algemeen behooren genomen te worden, brengen
ter openbare kennis
Dat het gebruik van goed zuiver drinkwater zeer
is aan te bevelen, terwijl om dit te bevorderen da
gelijks in die gedeelten der stad, waar het water
minder dan elders ken verversebt worden, IJsselwater
wordt aangevoerd.
Dat hel van het hoogste belang is bij het ontstaan
zelfs van ligte diarrheën, onmiddelyk de hulp van een
geneeskundige in te roepen, daar verzuim vim doel
matige behaodeling spoedig eene diarrhee in cholera
kan doen overgaan.
Dat de uitwerpselen van eholeralijders, na behoor
lijk op de vroeger aangewezen wijze te zijn ontsmet,
zooveel mogelijk diep in den grond moeten worden
begraven, en niet in gootsteenen of dergelyken, veel
minder in het water mogen worden geworpen, welk
laatste met eene boete van één tot drie gulden is
strafbaar gesteld.
Dat verzamelingen van mest van tijd tot tijd met
eboorkalk dienen'bestrooid te worden
Burgemeester en Wethouders vertrouwen, dut een
Frankrijk is in rep en roer over een brief van
Chambord. Hij handhaaft daarin zijne bekende be
ginselen en geeft er, zoo mogclijk, nog een olerica-
I i— ann ynn conccssiën wil bij niet hooren eu
geeft niet onduidelijk te kennen, dat er geen sprake
kan zijn, alvorens men bem tot den troon heeft
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda, doen te weten, dat het le aanvulling» Kohier
voor de plaatselijke direote belasting dezer Gemeente
voor het dienstjaar 1873, door den Raad vaatgesteld,
gedurende acht dagen, van del voormiddag» tien tot
des namiddags een, en van drie tot vijf ure, ter Se
cretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is
nedergelegd, binnen wolken tijd elk aangeslagene,
tegen zijnen aanslag, bij Gedeputeerde Staten in
beroep kan komen bij verzoekschrift op ongezegeld
papier geschreven.
Gouda, den 29" October 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
Droogleever Foutüijn. van Bergen IJzendoorn.
blik te doen gaan over de gereed liggentb ont
werpen.
Weinige maanden waren in weerwil V3
de zeer omslachtige formaliteiten aan grondwets
verandering verbonden voldoende om de her
ziening te voltooien. Onder de gewichtigst''
veranderingen behoorden welde onschend
baarheid des Konings en een beter geregel
de verantwoordelijkheid der ministers; recht-
streeksche verkiezingenopenbare beraadslagin
gen jaarlijksche begroetingenrekening en
verantwoording van de inkomsten en uitgaven
het recht van vereeniginghet recht van amen
dement het recht tot ontbinding der Kamers
meerdere waarborgen voor vrijheid van gods
dienst, óók door scheiding van kerk en staat
en vele anderen.
Zoo was dan op vreedzame wyze de hervor
ming tot stand gekomen. „Het onweder dat
elders eiken ontwortelde en puinhoopen stichtte,
heeft in ons Vaderland alleen den dampkring
gezuiverd."
Bij Koninklijk besluit van 14 October '48
werd bepaald dat op den derden November des
middags ten 12 ure, nadat vooraf gedurende
een half uur de klokken geluid hadden, in alle
gemeenten des lands de nieuwe grondwet plech
tig zou worden afgekondigd.
En bestaat nu na vyf en twintig ji
gronde reden om die afkondiging als
gelijke gebeurtenis te gedenken? Ongetwijfeld.’
Men vergelijke slechts die jaren met de vorige
vyf en twintigmen denke slechts aan de ver
volgingen tegen de afgescheidenen ingesteld, aan
het financieele wanbestuur en het verzet van
Willem I tegen de afscheiding van Belgie!
Ja, er is in de laatste vyf en twintig jaren
veel verbeterd. Niet zooveel evenwel, vreezen
we, als in '48 verwacht werd. Om slechts één
punt te noemen hoe is 't bij ons met den pu-
blieken geest. Is hij wakker geworden in die
vyf en twintig jaren Bestaat thans het besef
bij de burgery, dat zij mede regeert? Wie zal
het durven beweren, waar bijna iedere verkiezing
het weerspreekt, waar het gebrek aan belang
stelling zich bijna iederen dag openbaart. Het
komt niet in ons op dit uitsluitend te wjjten
aan de personende grondwet zelve draagt
mede de schuld, waar zij b. v. een ontwikkeld
maar weinig belasting betalend deel der natie
tot onmondigen maakt en de basis van haar
kiesrecht uitsluitend in het vermogen nederlegt.
Met hoeveel belangstelling dan hetgrondwets-
feest ook moge worden gevierd, toch nadert de
tyd dat men andermaal tot belangrijke wijzi
gingen zal moeten besluiten.
Wat voor 25 jaren ter nauwemood ingang
kon vinden, is soms onvoldoende geworden voor
de tegenwoordige toestanden en wat toen als
grenzende aan de volmaaktheid toescheen, is
sedert gewogen, doch te licht bevonden.
AFergeten we niet dat de grondwetsherziening
van '48 wel een belangrijke schrede voorwaarts
was in de ontwikkelin g van ons volksleven, maar
evenmin dat met den gestadigen voortgang van
Jie ontwikkeling ook door de grondwet gelijke
tred moet worden gehouden.
aanwijzen wat geschikt en nood-
onzen inwendigen toestand bij te dragen.
J f bestond reeds de overtui
ging, dat de oude grondwet niet meer paste
by het alom zich ontwikkelend staatkundig
leven en het was slechts eerbied voor de
Kroon, die haar weêrhield ten deze het ini
tiatief te nemen. Toen Willem II dan ook
in de Troonrede van 1847 het uitsprak dat
er onbetwistbare noodzakelijkheid bestond om
in de bepalingen van het kiesrecht eenige ver
andering te maken, terwjjl het welzyn van den
Staat medebracht, om bjj die gelegenheid ook
eenige andere bepalingen der grondwet te wjj-
zigen, toen antwoordde de Kamer bjj haar
adres van antwoord dat deze mededeeling met
harteljjke blijdschap was ontvangen en dat zjj,
dankbaar voor de gedane toezegging, de be
doelde voordrachten te gemoet zag.
Zoo bestond dan ook bij de regeering de
overtuiging dat wjjziging der grondwet gebie
dend noodzakelyk was, en hoewel de omstan
digheden, voornamelijk de revolutie van Fe
bruari '48 in Frankrijk, later de wijziging tot
eene herziening deden uitbreiden, blijft de naam
van Willem II voor altijd verbonden aan
der gewichtigste momenten in de geschiedenis
van ons staatsleven. De commissie «oor den
Koning benoemd bestond uit de heeren Dirk Don
ker Curtius, J. M. de Kempenaer, L. C. Luzac,
Haar taak I t;nt
---j-1 was alles geeft nL,
i voorbereid tot eene herziening en men behoefde, van kan
I toen het besluit gevallen was, slechts een laatste j geroepen.