BINNENLAND.
Kunstnieuws.
„Indien het publiek water en melk wil drinken"
zeide etu der rechters, verkiest het zelf het water
en melk in afzonderlijke kannen te hebben. Dan
weet men meteen of zuiver water en geen slootwater
gebruikt wordt." In huizen waar kinderen zijn is
de vraag naar zuivere melk zoo groot, dat de melk
boeren om de meiischen te overtuigen, dat de melk
zuiver is, tegen extra betaling de koe voor de deur
brengen om haar daar te melken. Dit gebeurde ook
bij den beer Flowers, den rechter voor wien een
der melkboeren terechtstond.
„Op zekeren morgen" zeide hy, komt de werkmeid
naar my en vraagt of de koe wel gezoud kan zyn,
want ze geeft altijd koude melk. Het meisje was
niet bekend met knoeierijen der melkboeren, die koud
water in de kan doen vóór dat de koe voor de deur
gebracht is. Zij kunnen dan zweren geen water in
de melk gedaan te hebben, want dat hebben zij
ook niet gedaan. Zij hebben melk in het water
gedaan.
Behalve vier ontzettende spoorwegongelukken is er
geen nieuws van eenig belang, dan dat een gasthuis
voor choleralijders zal opgericht worden in het oost
einde van Londen, waar lijders, die per stoomboot
aankomen, onmiddellijk kunnen verpleegd worden.
De dood van een man uit Rotterdam, die zoodra
hij te Londen aankwam aan de cholera overleed, geeft
aanleiding tot dezen maatregel.
DtJITSCHLAND.
Omtrent het gebeurde met den Bisschop van Nancy
leest men in de JVeser Zeitung-. „De Times heeft in
een telegram uit Parys, blijkbaar afkomstig uit de
Fransche Regeeringskringen, dienaangaande eenige be
langrijke bijzonderheden medegedeeld. Volgens dat
bericht had de Fransche Regeering zich verbaasd
over hetgeen haar in de Duilsclie Regeeringsbladen
werd ten laste gelegd, daar toch de Dnitsche Regee
ring van den Fransdien Minister Batbie de schrifte»
lijke mededeeling had ontvangen, dat de Franscbe
Regeering reeds aan den Bisschop haar leedwezen
over sommige in zijn herderlijken brief opgenomen
zinsneden had te kennen gegeven, ouder opmerking
dat de Dnitsche Regeering zich door dergelijke uit
drukkingen gekrenkt moest gevoelen, terwijl de pries
ters in het Dnitsch gedeelte vau zijn bisdom in eene
moeilijke positie werden gebracht tegenover autoritei
ten, ouder wier jurisdictie zij thans krachtens volken
rechtelijke verdragen behooren, verdragen, tot wier
handhaving de Fransche Regeering vast besloten is.
Van deze verklaring heeft men tot nog toe in de
Duitsche bladen niets vernomen en zelfs de Nord-
deutscke Allg. Zeitung schijnt er niets van te weten,
of zij acht haar wellicht onbevredigend en verlangt
een schitterender voldoening. Wegens het opzien, het
welk de zaak zelve niet alleen bij de Dnitsche, maar
ook bij buitenlandsche organen heeft te weeg gebracht,
ware het wel wenschelijk, dat er omtrent die nota
eenige nadere mededeeliug werd gedaan en men teven9
met zekerheid kon vernemen hoe het komt dat de
Norddeutsche Allg. Zeitungin weerwil dat het stuk
bestaat, hare recriminatiën tegen de Fransche Regee-
ring voortzet."
Gouda, 29 November.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft benoemd
tot hoofdonderwijzeres aan de meisjesschool voor M.
U. L. Onderwijs aldaar, Mej. D. C. E. van der
Beek, hulponderwijzere9 alhier.
Mejuffrouw J. M. van Echten, hulponderwijzeres
alhier is als zoodanig benoemd te Woubrugge.
De beer G. Gaasbeek, hulponderwijzer alhier is
benoemd tot hoofdonderwijzer aan de openb. school
tc Bcckum, gemeente Hengelo.
Naar wij vernemen is te dezer stede opgericht eene
kiezersvereeniging onder den naam „Kerkelijk Beheer,"
ten doel hebbende in het algemeen het bebnrtigen
vau de geldelijke belangen der Hervormde Gemeeute
alhier en in het bijzonder het stelleu van candidateu
ter vervulling van vacaturen in de collegiën van
kerkvoogden, notabelen en oppertoezicht. De vereeni-
ging telt reeds een aanzienlijk getal leden, en haar
bestuur zal eerstdaags voor stemgerechtigden verder
de gelegenheid openstellen om daaraan deel te nemen,
liet bestuur bestaat uit de heeren J. W. A. Rooijaards,
D. Ruijter, W. Kromhout, G. Straver, J. IJsselstijn,
D5. W. van Eldeu en J, M. Noothoven van Goor.
Eene zoo nuttige bedoeling verdient onze aanbe
veling, vooral omdat tot de bezittingen der gemeente
de St. Janikerk behoort, welker goed beheer van
algemeen belang is, omdat zij een schoon gewrocht
der oudere houwkunst is en wereldberoemde kunst
schatten bevat.
Het concert morgenavond door twee Goudscbe
muziekgezelschappen te geven iü de zaal „Kunstmin"
zal ongetwijfeld door een talrijk publiek worden bij
gewoond.
Deze gelegenheid, om niet alleen iets goeds te
hooren, maar tefens een weldaad te bewijzen aan
arme natuurgenooten, zal zeker door ieder gretig
worden aangegrepenniemand zal die ongebruikt
voorbij laten gaan.
Wij bevelen het concert dan ooi niet' aan, wy
brengen het slechts in herinnering.
In het arrondissement Rotterdam hebben zich als
Comité geconstitueerd voof het geschenk, Z. M. den
Koning door de Nederlandsche schooljeugd aan te
bieden, de hh.G. Lalleman, te Moordrecht, Voor
zitter H. F. de Boer, te Rotterdam, SecretarisP.
Sanders, te Schiedam, Penningmeester. Het onder
comité Gouda bestaat pit de hh.M. H. Kluitman,
Voorzitter, P. G. de Waal, Secretaris, N. van Buu-
ren, Penningmeester en W. T. H. Zeegers.
Binnen een paar dagen zal aan de hoofden der
scholen in genoemd arrondissement de circulaire van
het centraal-Comitó worden toegezonden.
Gaarne vestigen we nogmnals de aandacht op de
2e voordracht van den heer A. F, Mackenstein pre
dikant te Haastrecht op 1 December a. s. des avonds
ten 77j ure in Nut en VermaakIn deze bijeen
komst zal worden behandeld: de moderne richting
en het Christusbeeld.
Toegang8billetten pijn tot Maandag ten 12 ure
verkrijgbaar bij de boekhandelaars J. i, Bentnm zoon.
Gisterenavond had de eerste openbare leesvergade-
riug plaats der afdeeling //Gouda" der Vereeniging
tot verspreiding van kennis aangaande 's Lands verde
diging. Nadat de president, de beer D.N. de Fre.uery
de vergadering geopend had, sprak de vice-president,
de heer D. Lui lus van Goor, een woord tot die per
sonen, die aan de uitnoodiging der Vereeniging ge
hoor hadden gegeven en herinnerde hen het doel
der Vereeniging kennis te verspreiden omtrent 's
Lands verdediging onder hen die geen militairen
waren.
Daarna betrad de heer Petter het spreekgestoelte
en ving aan met de bekende dichtregels
Bescherm, o God I bewaak den grond,
Waarop onze adem gaat;
De plek, waar onze wieg op stond,
Waar eens yps graf op stnat.
Wij smeekeu van uw vaderhand,
Met diep gepoerde borst,
-Behoud voor 't lieve Vaderland,
Voor Vaderland en Vorst.
„Deze regels" ging spreker ongeveer voort „zijn
door ieder van ons menigmaal gezongen en zoo nu
en dan mogen zy al eens gedachten loos geuit wor
den, ongetwijfeld zijn zy de meesten uit het hart
gesproken. Moge al eens de opinie geuit zijn, dat
het verdedigen van ons land minder wenschelijk, of
liever, niet zeer mogelijk was, spr. zou thans trach
ten oantetoouen dat de verdedigbaarheid van ons land
niet alleen een wenschelijke, maar ook een mogelij
ke zaak was."
Daarop deed spr. een verhaal van een huisvader, die
ofschoon voor vrouw en kindereu hard werkende, nooit
vooruit kwam, altijd dezelfde bleef, daar het stokje
grond, met de bewerking waarvan hy den kost ver
diende, niet zijn eigendom was, maar aan een land
heer toebehoorde, tegenover wien de man in een
droevigen staat van afliaukelijklie.d verkeerde. Door
groote zuinigheid, velerlei outberirip, en ingespannen
arbeid geiukte het hem echter eindelijk onafhankelijk
te worden van zijn heer en zich vrij te maken en
wat voor den liefhebbenden vader nog meer zeide,
ook zijne kinderen tot een staat van vrijheid tc bren
gen. Wat zonden wij nu zeggen, vroeg spr., van
die kinderen, als zij later, nn vader's dood die vrij
heid, die zij niet te veroveren maar slechts te' ge
meten hadden, niet waardeerden, en haar tegen
vreemde indringers niet verdedigden Dat het ont
aard kroost wa9, niet waar?
Welnu, is een volk, wiens voorouders goed *n
bloed voor de vrijheid over hadden, minder ontaard,
wanneer het die vrijheid en onafhankelijkheid niet
waardeert, niet verdedigt ten koste vftn alles?
Vóór 300 jaar hebben onze voorouders 80 jaar
lang gestreden voor de vrijheid, en onlangs heeft men
daarvan een herinneringsfeest gevierd, dat tevens een
feest der dankbaarheid was, zou het nu niet van zwarte
ondankbaarheid en groote flauwhartigheid getuigen ons
laud, zonder verdediging, aan vreemde indringers af
te staan
„Maar wellicht zullen vele zeggen", zeide spr. „er
is een hooger plicht dan die der dankbaarheid." Eu
spr. geeft het in zekeren zin loe. B. v. een misdaad
te plegen uit dankbaarheid zou niemand goedkeuren,
maar de voornaamste redenen van hen, die zich tegeu
het verdedigen van ons laad verklaren, gaan volgens
spr. niet op. Die redenen zijn:
1°. dut onze handelsmarkt door vereeniging met
een ander land, uitgebreider zou worden, ooor ver
meerdering van hulpbronnen.
2°. dat de verdediging veel te veel geld zou kosten.
3°. dat te veel arbeidskrachten ontnomen zouden
worden aan den staat.
Wat n°. 1 aangaat, dat zou slechts tijdelyk zijn.
Het besohermende stelsel toch wordt door de staat-
huishoudkandè reeds genoeg veroordeeld, niet lang
zal het duren of alle uit-^ en ingaande rechten zullen
worden afgeschaft en daardoor ééne markt bestaan
en dan is deze reden dus vervallen.
N°. 2 zou waaf zijn, wanneer een stelsel van ver-
(lediging werd toegepast, dat door sommigen is toe
gedaan, maar niet datgene is, wat spr. zou ver
langen. Er zijn er, die zeggen: wij moeten geen
enkel stuk gronds (ten vijand afstaan, maar hem ieder
deel van den vaderlandschen bodem betwisten, en
alle liniën verdedigen. Trachtte men de plannen
van hen die zoo spreken, uittevoeren, men zou dan
volgens spr. spoedig ervaren: alles behouden is alles
verliezen. Dat verdedigingsstelsel zou veel te veel
manschappen vorderen. Maar, volgeus spr. moet de
Utrechtscbe linie en de Amsterdamsche stelling goed
in orde gemaakt eu die hoofdzakelijk verdedigd wor
den. Doch vóór alles moet men doordroagen zijn
vau het idee, dat vestingen, forten, batterijen niets
geven zonder goede, krachtige bezetting.
Wat nö. 3 aangaat, taërkt spr. op dat zy die kla
gen dat er geen werkvolk genoeg is, zich vergissen.
Er is volk genoeg, getuige de vele leegloopers, maar
Waar gebrek aan is, dat zijn denkende werklieden.
Daarom moet het onderwijs meer tn meer verbeterd, en
des noods verplicht gemaakt. Doch al was er gebrek
aan werkvolk, aan werkende handen, toch moest hst
leger met goede krachten worden aaugevnld. Hst
leger heeft uit zichzelf traison d'ötre. Ook bet leger
is niet improductief, maar wel dcgelyk voor be
scherming vun eigendom en bezittingen noodzakelijk.
Doordat de burger weet, dat zijne goederen en rech
ten worden verdedigd in tyd van gevaar, werkt hy
gerust door, in de Zekerheid niet te vergeefs te arbei
den, maar gerust op de bescherming van zijne bezit
tingen, werkt hy tot veraangenaming van zyu ouden
dag, tot meerder geluk zijner kinderen.
Zeker soort van philantropen beweert, dat de
zonen des volks in en door den militairen dienst
bedorven en losbandig worden. Zij die zoo spreken
hebben, zegt spr. weinig kennis van het volksleven.
Zijn de niet-soldaten dan aile brave Hendrikkeu?
Inderdaad verre vaii dien. By volksfeesten is dat
genoeg op te merken. De militaire dienst maakt
juist velen beter door de tucht en straf, en de on-'
verbeterlykön worden uit de gelederen gedreven. Het
leger is, volgens spr. slecht ingericht. Waaruit be
staat het? 1°. uit militiens, d. i. bet mins! ontwikkelde
gedeelte des volks, daar de meer gegoeden voor geld
zich vrijkoopen, 2°. uit plaatsvervangers, die vooreen
handvol geld, dikwijls bedwelmd door den drank,
zich voor den dienst verbinden en 3U. uit vrijwilligers
dat zijn zij, die te lui of te onbruikbaar zijn voor de
gewone maatschappij (behalve natuurlijk die vrijwil
ligers, die in dienst gaan om een maai den officiers
rang te bekleeden, die gewoonlijk naar het instruc
tie-bataljon gaan en eerst met een graad bij de
gewone regimeulen komen) en daar te Veel zyn.
Is bet wonder <int meu vau een leger, dat uit
zulke bestanddeelen bestaat, die niet dienea uit vader
landsliefde, maar voor geld, of uit onbruikbaarheid,
in de ure des gevaars niet een flinke verdediging
kan verwachten?
Daarom is hoog noodig en een eerste vereischte
voor een goede verdediging, afschaffing der plaats
vervanging en algemeene dienstplicht.
Voorts moet de schutterij beter worden georgani
seerd. De schutters moeten beter en langer geoefend
worden, en zoo mogelijk, de tijd, die de ourgers
met dat oefenen buiig zyu, hun vergoed wordeu uit
de rijks- of gemeentekas. Maar ook moet er betere
discipline bestaan eu vooral ook een goed kader. Wan
neer dat alles verbeterd is, eerst dan kan de schutterij
goed werkeu.
De eigenaardigheid vnn onzen bodem werkt tot de
verdedigbaarheid mede, daar ons land gemakkelijk
onder water te zetten isdoch ook hier doen zich
bezwaren voorkomt er te veel water, de vijand
zou met plaiboomdu vaartuigen gemakkelijk komen,
waar hy wildevoorts kan de warmte en droogte
in den zomertijd en de strenge vorst de9 winters
het onder water zetten bemoeilijken. 4
Dit alles moet in rekening worden gebracht bij de
qumsiie der verdediging van ons land.
Doch volgens bovengenoemd stelsel door spr. aan
gegeven, zou ons vaderland zeer goed verdedigd
kunnen worden.
Doch ieder burger moet belangstelling gevoelen
voor die verdediging. Ieder moet doordrongen zyn
van het idee, dat Nederland moet en kan verdedigd
worden.
Niemand zegge „wat kan ik daaraan doen? Daar
over beslissen de heeren in den Haag." Want de
vertegenwoordigers wordeu toch door het volk geko
zen. Daarom nimmer onverschillig bij de verkiezing
dier heeren, maar steeds ijverig zorgende, dat er goede
vertegenwoordigers gekozen worden!
Eerst dan, wanneer ieder doet wat in zyn vermo
gen is, om de verdediging van ons land mogelijk
te maken, eerst dan mag men met reeht uit een vol
hart zingen:
Bescherm, 0 God! bewaak den grond,
Waarop onze adem gaat;
De plek waar onze wieg op stond,
Waar eens ons grut op staat.
Wij 8raeeken van uw vaderhand,
Met diep geroerde borst,
Behoud voor 't lieve Vaderland,
Voor Vaderland en Vorst.
Een daverend applaudissement bewees dat de rede
van den heer Petter uitnemend bevallen was, en 't
werd voorzeker door alle toehoorders beaamd, toen
de president, de heer de Freonerij, den heer Petter har
telijke dank betuigde voor zyn duidelyke, schoone
redevoering.
Moge deze eerste openbare leesvergadering spoedig
door meerderen gevolgd worden en daardoor onder
onze burgers voortdurend meer kennis verspreid wor
den aangaande de verdedigbaarheid van ons land.
Met ingang van den 30ston dezer zal het Rijks
telegraaf kantoor te Oudewater (open zijnop Zon
en feestdagen, van 8 tot 11 ure voor- en van 1 tot
2 ure namiddags; op werkdagen, van 9 ore voor-
tot 127s ure oamkldags en van 8 tot 67$ en 8 tot
9 ure namiddags.
Voor het Provinciaal Gerechtshof in Zoidholiand
stoud gisteren te recht J. B., oud 28 jaren, beschul
digd van diefstal van elf schapen nit een weide in
den Zuidplaspolder, ter waarde van 264 en die
door beschuldigde aan twee veekoopers te Amsterdam
voor een bedrag van 14 per stok verkocht waren.
De beschuldigde gaf te kennen, dat hij het feit ge
ploegd had om met de opbrengst een som van 30
te betalen die hy geleend had, ten einde een eigen
zaak te beginnen.
Adv.-gen. mr. Terpstra meende dat de diefstal vol
doende bewezen was, en reqoi roerde schuldigverkla
ring en veroordeeliug tot een tuchthuisstraf van 5
1» jaren.
De verdediger van den beschuldigde, adv. mr.
Rueb. wees er op, dst niemand eehter eenige schade
door dun diefstal geleden bad, aangezien het gebeele
bedrug vau den verkoop by den beschuldigde terug-
pe»ouden en aan de veekoopers gerestitueerd was en
de schapen, zij het dan ook eenigszinsin waarde ver
minderd, aan den eigenaar waren teruggegeven. Op
grond van een en ander, 0. a. ook zyn vroeger on-
besproken levenswandel, vroeg spr., dat het Hof een
geringe straf zou toepossen. De uitspraak is bepaald
op 4 December a. s.
Staten-Oeneraal. Twjrdk Kamer, zHtm-
gun van 27 en 28 November.
In de zitting van Donderdag is, na langdurige
discussie, de post voor de verbetering van het Hille-
gat verworpen met 87 tegen 29 stemmen. De die-
cussie was gevorderd tot artikel 87, nopens de Rot-
tcrdauischen waterweg.
In zittiug van gisteren is uitvoerig gediscussieerd
over duu Rntterdamscben waterweg. Ten slotte is het
belrukken artikel aangenomen met 51 tegen 10
stemmen. Daarna zyu nog velerlei enderwerpeu be
sproken, 0. a. de noodzakelijkheid tot verbetering vnn
de Keulscho vaarthierover voerden bet woord de
hh. Godefroi, 't Jacob, Stieltjes en Fabius. De mi
nister hoopt nog in dit zittingjaar een wetsvoor
stel betreffende deze zaak in te dienen. Heden
voortzetting.
De Minister vnn Financiën herinnert hun die nog
in het bezit kunnen zijn van muntbiljetten, uitgegeven
krachtens de wetten van 18 December 1845 {Staats
blad n°. 90) en 17 September 1849 Staatsblad
li". 46), dat de bij de wet van 26 December 1863
(Staatsblad n°. 200) verleende nadere.toestemming tot
verwisseling dier biljetten, met den lantsten Decem
ber dezes jaars onherroepelijk vervalt, en noodigt hen
daarom, in hun belang uit, om die stukken, welke
later geheel vau onwaarde zyn, nog ten spoedigste
bij den betaalmeester in hunnen woonplaats, of zoo
(Unr geen betaalmeester aanwezig is, dan 'bij den
ontvanger der diricte belastingen hunner gemeente
san tc bieden, zijnde die ambtenaren bevoegd, om
indien zij zich vóór de betaling der biljetten van
de echtheid daarvan wenschen te verzekeren, daarvoor
voorloopig een bewijs van overname uit te reiken.
(St. Ct)
Volgens het schrijven van een hoofdofficier onzer
troepen, die thans naar Atcbin zijn vertrokken, wordt
de expeditie medegemaakt door generaal Bixio. den
bekenden vriend van Garibaldihij fungeert nis
sclieepsknpitcin van de Madeloni. Hij is in 1S44
krijgsgevangene geweest in Atchin en moet grooten
lust hebben nu eens nf te tekenen. {Ublad.)
De heer van Wassenaer van. Catwypk heeft, als
ameudement op art. 141 van hoofdstuk V der staats
begroting, voorgesteld, dat art. te ?e»hoO|en met
28000.
De verhoogiug strekt tot aanvulling van eenige
jaarwedden aan hougleernreu, eu wel ten einde aan
a. alle buitengewone boog leeraren en die gewone
hoogleeraren, welke nog niet den leeftijd van 87 ja
ren bebben bereikt, uoeh 8 dienstjaren hebben, ver
vuld, eene belooning te verzekeren van 4000
b. gewone hoogleeraren, die of den leeftijd van 81
jaren hebben bereikt, óf 8 dienstjaren bebben ver
rold, eeue beloon iug te verzekeren van 5000
c. gewone hoogleeraren, die óf dea leeftijd van
45 jaren hebben bereikt, óf 16 dienstjaren hebben
▼olbraoht, eene belooning te verzekeren van 6000.
Zoolang hierin begrepen zyn de college- en exa
mengelden, behoeft hiertoe voor dit jaar slechts eene
som van 28000 te worden berekend.
Door den gemeenteraad van Amsterdam is beslo
ten tot het indienen van eeo adres aan den koning,
waar by wordt verzocht de vereischte maatregelen te
uemen om in de regeling van het toezicht bij het
oprichten van fabrieken enz. bij de wet te doen
voorzien.
Te Scheren ia gen keerde Woensdagavond tea 7 ure
met volie lading van de hariugviMchery terug gen
bomschuit van den reeder Bart Pronk, stuurman van
der Zwaan en een van dan reeder Dirk Koek, stuur
man Corneli» JoL De eerste zette voor het zooge
naamde schuitengat, de tweede vlak voor het dorp
tegenover de werf aan. De wind was zuidwest en
het woei niet sterk. Het lossen werd uitgesteld
tot Donderdagmorgen. Intusschen stak de wind in den
afgeloopen nacht zoodanig op dat ten 4 ure bij het
wassen van het water de laodtouwen van de heide
pinken braken en sloeg de zee in en over de vaar-
tuigen, waardoor deze in den grond geraakten. Van
de tweede pink was de epnipage aan wel gegaan, be
halve een 17-jarige jongeling, die met dsn vader
van den stuurman de waebi hield. Op de schuit
vun den Reeder Pronk wus de bemanning, behalve
de stuurman, aan boord gebleven. De toestand waarin
de schuiten verkeerden, werd ieder oogeubhk gevaar
lijker, zoodat bet noodzakelijk werd de reddingsboot
io zee te doen steken, wie hei na herhaalde pogin
gen gelukte de bemanning van de pink, die voor het
schuitengat stond, ter. half aoht ure to redden, eu
behouden op strnnd te brengen, tot geeu geringe
vreugde van de bloedverwanten, vtienden en de tal-
looze menigte nieuwsgierigen m belangstellenden. Nu
bleef nog over om van de pink, die voor deu werf ge
land aas, den ooden mau en den jongeling af te ha
len. De eerste poging had bijna het leven aan de op
varenden van de reddingsboot gekost, want deze sloeg
ten onderste boven eu de moedige bemanning gemakte
ouder de boot. Aan doelmatig aangebrachte bulp door
verscheidene mannen uit de groote schare toeschouwers
op het si mud was te danken dat niemand bij bet
ongeval omkwam eu de oude man met den jongeling
ook nog behouden op het strand werden gebracht.
Ondertussoheu moet er een menichenleven te betreu
ren zijn daar een knaap vau 7 jaren, die gisteren
avond bij zyu vader een der matrozen van de schuit
van den reeder Pronk, aan boord was gebracht, bij
het overgaan op de reddingsboot verdronken is. Aan
de pinken is reeds veel schade toegebracht en n»en
zou trachten zoodra de gelegenheid hwt toeliet de
hariug zooveel mogelyk te losseu.
Op 29 dezer zal in het gebouw van Knusteu en
W ei eu schappen te Utrecht, de jaarvergadering wor
den gehouden der Nederlandsche Vereeniging tot
dadelijke hulp aau minbezoidigde onderwijzers en
ter voortdurende verbetering der ouderwyzersjaar-
wedden.
Dezer dagen verso been het tweede stuk vgn het
Verslag, uitgebracht door de Commissie, van Regee-
riugswege belast in< t het onderzoek nopens de cho
lera en uitgegeven door het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken. Dit stuk behelst de statistieke
opgaven omtrent de cholera-epidemie in 1866, 67.
Daarbij is gevoegd al hetgeen over de epidemien van
1832, 1833, 1843 en 1849, 1853, 1854, 1855 en 1859
te vinden was." Er wordt dus een overzicht gegeven
van de cholerasterfie in elke gemeente, voor de ver
schillende epidemiejaren. Voor de meeste provinciën
is dat overzicht vrij volledig; voor twee, Noord-
Brabant en Limburg, ontbraken de opgaven over
verschillende jaren. De resultaten van het onder
zoek zyn op eene kaart aanschouwelijk voorgesteld,
en bij den eersten oógopslag blijkt, dat de Commissie
niet te veel zegt, als zij schrijft, dat „de groote ver
schillen van de oholerasterfte, niet slechts voor de
ver.-oljillendp provinciën, maar ook yoor. verschillende
streken en plekken van het. land, ^angewezeu- door
helderder en donkerder tinten, doen(zieo, dat er iets
tucer is dan toeval, hetwelk de verbreiding der eho
lera beheerscht en dat plaatselijke omstandigheden
grooten invloed oefenen."
Qp de kaart, zoowel van de epidemie van 1866/67,
als van de negen epidemicn van 183267 te zamen,
kunnen de plaatsen, waar de cholera epidemisch heerscht,
tot zekere groepen worden gebracht, wier lijnen vrij
nauwkeurig overeenkomen met de lijnen, die de schei
ding vormen tusscben dsn alluvialen en den diluvialen
bodem. By na alleen op het alluviaal gedeelte van
Nederland kwam dt cholera epidemisch voor. Ten
Westen en Zuiden van een hjn, getrokken van Mui
den over Utrcefct en Shenen naar Arnhem; binnen
den kalven kring, gevormd door eene lijn, die van
Elburg, ten Zuiden van Hattem over Dalfeen, Aver-
eest, Meppel en Giethoorn naar Blokzyl loopt; in
het Znid-Westen van Friesland en het Noordelijk
gedeelte van Groningen heerschte de cholera hevig,
en in al deze gedeelten van het Rijk ia de bodem
alluviaal. Zelfs alluviale streken, te midden van 't
diluvium gelegen, maken geen uitzondering. En op
veengrond tierde de ziekte *t allerweligst. Veenhuizen,
Srnilde, Veenendaal liggen op veen. Amersfoort ligt
op een zandbodem, die hier en daar try dikke der-
nelageu bevatin Brabands diluriale streek was in
1866/67 slechts cholera te VHertogenbosch, Breda
eu Helmond. Hoe apen in Hen Bosch dikwyls van
het water heeft te liiden, ia hekendBreda ligt op
bezipkingey ygn de Mark; het lage gedeelte, waar
't meest cholera voorkwam, wordt dikwijls over
stroomd Helmond ligt op bezinkingen van de Aa
bet laagste gedeelte is xiieest moesgrond en daar was
de cholera 't ergst alle plaatsen in Limburg, waar
de ziekte epidemisch was, liggen aan de Maas op
alluvialen bodem, uitgezonderd Born, dat op een moe
rassiger met veel water doortrokken grond is gebouwd.
Een tweede feit, door de Commissie geconstateerd,
is, dat Zeeland, hoewel geheel alluviaal, gewoonlijk
niet veel van cholera to lyden heeft. Hierbij moet
zeker in aanmerking worden genomen, dat men daar
niet het water uit den bodem, maar uitsluitend re
genwater drinkt. Hetzelfde is het geval in den noord-
oostelyken hoek vnn Noord-Holland alluviale grond,
regenwater zeer weinig cholera. In de Zaanstreek
en de gemeenten langs het IJ was daarentegen veel
eholera, hoewel ook daar regenwater wordt gedron
ken, maar deze liggen op veengrond en staan, boven
Zeeland en Weet-Friesland, door bet druk verkeer
met ibdere plaatsen meer bloot aan voortdureuden
invoer van eholera. Opmerkelijk is de hevigheid,
waarmee de cholera de visschersdorpen laugs de
Noordzee, alle op het alluvium gelegen, teisterde.
Over het algemeen wordt opgemerkt, dat de epi^
demic in hot laagste gedeelte der gemeenten het he
vigst was.
In een hoofdstuk betreffende de plaatselijke toe
standen van bnurten en woningen, wordt gezegd, dat
dikwijls de woningen waarin de choiera-gevallen
voorkwamen, wordeu beschreien als laag, vochtig,
slecht verlicht en slecht geventileerd, dikwerf omge-
veu door mestvaalten, gelegen by stinkende grach-
teu, open privaten, varkenshokken en dergelijke. De
buurten, waar decholera ft hevigst was, waren dik
werf overbevolkt,'de straten, stegen en poorten eng,
onrein, meermalen niet bestraat, de afvoer van vuil
en regenwater onvolkomen, privaten weinig iu getal
voor een aantal personen en slecht ingericht. Niet
ai deze nadeelige omstandigheden kwamen overal gelijk^
tijdig voor, maar slechts zeer zelden werdeu alle gemist.
Het Ie Damesconcert dat de orchestvereeniging
„Per Aspera ad Astra" ons gepasseerden Donderdag
avond ten gehoore bracht, verdient eene gunstige be
oordeeling.
Het orchest speelde vooral de „Militaire Symphonic"
van J. Haydu inderdaad goed.
De hoorns echter mogen zich wel wat meer toe
leggen op zekerheid van toon inblazen, opdat zy in
'i vervolg geeu aanloop vau een halve toonladder
meer noodig hebben om tot den toon te geraken
die aangegeven staat.
Met genoegdoening voor den Directeur eu voor bet
gezelschap mag ik rnjjn en veler oordeel niet ver
zwijgen dat de uitvoeringen van „Per Aspera ad
Astra" die van het vorig gezelschap overtreffen.
Er wordt met meer lust, met meer toewijding ge
speeld dan vroegerer is „feu sacré" in dit gezelschap.
Er moet dan ook trouwens in elk dergelijk mu
ziekgezelschap opgewektheid bestaan om met alle
krochten tot een goede uitvoering mede te werken.
Deze vereeniging zal ongetwijfeld den lost tot
medewerking mededeelen aan menig hoorder en me
nige hoorderes.
Wellicht daaraan hadden wij het te danken dat
de heer zoo welwillend is geweest ons op het
Damesconcert eeo drietal keurige liederen ten beste
te geven. f j
Hij zonzvnfeV ëci^ apijgenanm^ geoeièod gélnidUb
Bas-aria* uit de „Jiilirü^eifen", en twéé keiofen van
Schubert: „def Wouderer" eu „da9 Haideuröslein."