Nieuws- en Advertentieblad voar Gouda en Omstreken.
I
3
SDER.
ster
la.X
IS,
elaar,
Bekendmaking
Het oordeel van een conservatief
over dr. KUYPER en zijn partij.
ing.
Zondag 18 Japuari.
1
üejst.
manden door
Bij deze Courant behoort een
Bijvoegsel.
g
I
zelf, die aan den volke als zijn-
ken vertrou-
beaten dn uk
Ijjk, zoodat
Heen de zoo
naar ook bet
1 zachtheid
daartegenover heb uiteen-
obsteert dat gij meer
PPOLZER,
s k. k. Kli
•te Weenen,
liddelen tot
rdt hetzelve
oren tegen
irste aanbe-
of ff. 7.-
3.50
1.75
ik, winkelier
srdam bij F.
peieijn C0.,
ij J. Ift F. C.
k te Utrecht
van W ind-
Ier bij T. J.
A. Wolff.
D.
haler 2000
1500
1000
500
400
300
200
100
80
70
60
50
47
etc. etc.
r zeaterlotin-
•1
t de ooderge-
verloting,
*gen, mmk ik
ii my bij toe-
per brief me
en woonplaats
“Is worden in
n het ofliciele
tiet tntt w-
k vertrouwen
H ollandsche
ng gratis by-
benevens eene
*eoden nanw-
i zoo ras beb-
verwachten,
ingen, tot in
>der geheim-
ine tusschen-
jzen in mijne
•egtstreeks te
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda; doen te weten, dat het 2« aanvallings Kohier
voor de plaatse! ijke directe belasting dezer Gemeente,
voor het dienatjaar 1873, door hen voorloopig vast
getuid, gedurende veertien dagen, van des roormid-
dags ten tien tot des namiddags ten een, en van
drie tot vijf ure, ter Secretarie der gemeente, voor
een ieder ter lezing is nedergelegd, binnen welken
t(jd elk aangeslagene tegen zijnen aanslag, bij den
Raad bezwaren kan iubrengeu, bij verzoekschrift op
ongeregeld papier ge«ehre<en.
Gouda, den 16" Januari 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DgooüLHzvBaFoUTUijs.vAi' Beugen IJZENDOOaS.
De heer Wintgens heeft een paar malen in
den laatsten tijd een oordeel uitgesproken over
de antirevolutionairen en vooral over hun
voornaamsten leider, dr. A. Kuyper.
Zonder aanteekening van onze zijde zullen
wij enkele fragmenten uit de redevoeringen van
dien geachten afgevaardigde hier laten volgen.
In de zitting van 22 September jl. zeide de beer
Wintgens o. a. dit:
pEr is dan opgetreden eene nieuwe partij,
eene zuiver kerkelijke partij, gelijk ik reeds ruim
tien jaren geleden aan den geachten woord
voerder dier richting in deze Kamer heb doen
opmerken, toen ik tevens, aan den toenmaligeu
afgevaardigde uit Arnhem, op Nov. 1862 mijne
politieke beginselen
gezet.
Ik heb toen gezegd: u
zijt eene partij op kerkelijk dan op staatkundig
gebied. En kort daarop kreeg dat gezegde eepe
krachtige bevestiging in een woord van dien
geachten man 1 'j
zinspreuk verkondigde: seen staatsman, neen!
Een evadgeliebeljjder!”
Thans.past de vraag, nu men de wieken uit
slaat en.zjjne krachten zóó heeft zien vergroo-
ten, dat 'men werkelijk eene party achter zich
heeft: de partjj die daar optreedt, doet zij dat
metterdaad als evangeliebelijder, dat wil zeggen
met evangelische verdraagzaamheid, met Christe
lijke liefde?
En nu begin ik te zeggen dat ik hier uitslui
tend spreek vau die partij, gelijk zij zich tot
hiertoe in hare geschriften heeft gemanifesteerd,
en dat ik vooral niet wil geacht worden hier
iets te zeggen meer bijzonder tot onze geachte
medeleden die zitting in ons midden hebben ge
nomen, wellicht ja, wellicht niet onder den druk
van die richting. Alles wat ik te zeggen heb
mag en kan hen niet treffen, want van hen heb
ik van dien aard wat ik hier zal mededeelen tot
nu toe niets gehoord. Ik spreek alleen vau het
geen van wege die partij geschreven werd.
En dan ademt dat geschrijf een geest van hef
tige provocatie jegens allen, die niet tot hen,be
knoren. Het is eene partij, die overal vijanden
ziet, die ze wil trachten te verslaan. Het is
eene richting, die begeerig is naar strijdhet
is zoo als dat onlangs door een Fransoh
minister werd genoemd un parti de combat.
‘Het is eene partij die dit zonderlinge heeft jn
'die geschriften dat, ofschoon zjj is aan dën
eenén kant van streng confessionelen aard, zij
haar felsten haat heeft opgevat tegen de meer be
houdende richtingen in den Staat, hare scherpste
onbekende oogmerken te bevorderen daarop
maak ik de woorden tot de mijne die omtrent
dat streven in een plechtig oogenblik zijn ge
bezigd door een onzer grootste dichters en te
vens een hartenkenner als er weinige gevonden
worden, door onzen Nicolaas Beets, die dat
streven eenmaal heeft gekarakteriseerd met de
woorden misdadig, het kwade doen pm het goede
te bereiken, demonisch."
Laat ons de zaken noemen bij haar waren
naamik zie in al dat streven en 1 ijveren de
poging om eene kracht te ontwikkelen van con
fessionelen, van kerkdijken aard, die elk die zich
niet aan haar onderwerpt brandmerkt met de
namen ongeloovig en revolutionairdie haar
kerkel jjk beginsel aan allen wil imponeren, die
het wil maken tót het Candijnsche juk waar
onder ieder onzer zich moet bukken en die ein
delijk het onverdragelijkste despotisme zal gaan
uitoefenen, omdat naar dwang gewetensdwang
isomdat het ijveren op dien voet in waar
heid gericht is tegen de gewetensvrijheid.
Waar zij dat beginsel openlijk voert in haar
standaard, moet zij ook weten hoe wij, conser-
vativen zoowel als liberalen, daarover denken
en hoe wjj gezaménlijk onze krachten zullen
vereenigen om daartegen op te komen, omdat
wij ons niet' willen bukken onder dén dwang
van clericale.ijveraars.”
Den volgenden dag vinden we de Volgende
woorden vair dat zelfde conservatieve Kamer
lid in antwoord op de redevoeringen van de
hh. van Loon c. s.
Verder hoorde ik de verwijzing naar wat ook
mi) zeer ter harte gaat, naar het Evangelier
niets buiten het Evangelie, niets buiten Chris
tus. Wie zal dat niet onderschrijven Wie zon
zich niet gaarne onder zulk een standaard
scharen? leder onzer is bereid datteeken tot
het zijne te maken, maar hier, in de Vertegen
woordiging komen wij daar niet verder mede.
Als wij in de Schrift lezengij zult niet
stelen, gij zult niet moorden, gij zult niet echt
breken, gij zult geen valsche getuigenis afleg
gen, en vooral Ook, gij zult uwe overheden on
derdanig zijn, dan beamen wij dat, zoo als>ik
hoop, allenmaar dat geeft nog niet hetgeen
wij hier in het Parlement noodig hebben. Wat
beteekent die verwijzing als wij spreken over
de zaken die hier te huis belmoren, handels
recht, krijgs- en belastingzaken, kiesrecht en
dergelijke meer? Daar komen wij geen stap
mede vooruit, en dat toont het gevaarlijke en
verkeerde om die twee terreinen, die geheel
afgescheiden zijn en behooren te blijven, te
willen dooreen mengen.
Verder is mij tegengeworpen gij spreekt van
clerimliemeniets is verder van ons verwijderd,
wij zijn daaraan geheel vreemd. Ik vraag: wie
is uw standaarddrager, wie houdt uwe banier
omhoog? Een predikant. Wie heeft tot de
partg waartoe ik behoor en op mij in het bij
zonder znlk een heftigen aanval gericht? Een
predikant. Niemand van de partij is ooit op
gestaan om het geringste desaveu te geven aan
dien aanval. Maar ik heb verder daden gezien
in verband met het programma van den Stan
daard en den aanval van de Stemmen, hande
lingen bij de verkiezingen. Welnu, kan men
mij dan verwijten, als of ik eene ongerecht
vaardigde quatificatie zou hebben gebezigd Gij
hebt, zeide men tot mij, dat twistgeschrijf over-
gébracht in het Parlement; gij hebt geen een
dracht -gepredikt. Eendracht is goedik ver
lang niets liever dan tweedracht te werenmaar
wanneer men op die wijze wordt aangerand in
een orgaan van eene bepaalde richting, dat niet
wordt gedesavoueerd, wanneer daarin eene gan-
Bcho partij wordt gebrandmerkt en allen zwij-
de trekkingen
Brunawyk-Lu-
>te
al bedraagt
62500.
G0UDSCHE COURANT.
- hss.../ r,. f 'i v il.li y
wapenen heeft gereserveerd tegen de conserva
tieve elementen. Dit is een zonderling verschijn
sel in onze tegenwoordige dagen. Men heeft
iets soortgelijks wel vroeger gezien, maar men
moet ver teruggaan in de geschiedenisik her
inner u aan de Wederdoopers, en aan de dagen
van Cromwellmaar in den modernen tijd is
hel een nieuw Verschijnsel. En denk niet dat
de vergelijking te sterk is, Want er zijn in de
organen dier partij tegen' de meervermogende
klassen, tegen de bezitters uitdrukkingen gebe
zigd, die de aandacht overwaardig zijn.”
Uit de Stemmen voor waarheid en vrede (van
dr. Bronsveld) haalt de heer Wintgens den vol
genden jubelkreet aan over de overwinning te
Gorinchem in Juni jl.
Ik wil zoozeide hij u het zegelied
voorlezen, het luidt woordelijk aldusWanneer
wij dit uiteeuslaan, als een wrak, van de con
servatieve partij aanschouwen, dan kunnen wij
onze oogen haast niet geloöven. Zij telt onder
haar leden, en onder haar candidaten mannen
van talentzij is de politieke dubbelganger van
de groote Protestantsche partij zij is de ver
tegenwoordigster van het echt Hollandsche
haast u langzaam!” van onze oud-burgerlijke
gematigdheidzij wordt overal gesteund, in ’t
geheim of openlijk, maar met kracht, door de
ultramontanen en toch leed zij neerlaag bij
neerlaag. Allen heffen tegen haar de hand op,
en de verdrukking heiligt haar niet, maar ver
laagt haar. Zij wringt zich in allerlei bochten
stemt hier met de liberalen; ginds met de anti
revolutionairen praalt na eens met haar Pro-
testautsch karakter, om damweer eens een knie
buiging voor Rome’s knechten te maken. Gemaakt
Orthodox en gemelijk-bberaal, voor Indie mee-
doogenloos en in Nederland beginselloos, wordt
zij alom verdacht en uitgestooteu, en stort zij,
met ongedachte snelheid, ineen. Zelden zag men,
onder soortgelijke omstandigheden, eene partij
zoo reddeloos en roemloos van haar plaats
dringen.”
Zoo schrijft, Mijne Heeren, in de opgewonden
heid van de victorie een man, die als herder en
leeraar geroepen is de zaden der godsdienst, van
liefde en eendracht onder zijne medeburgers te
strooien. En hij deed dat, let welin een tijd
schrift door hem uitgegeven, dat ten titel voert
Stemmen voor waarheid en vrede.Wat ik
daar zo> gaat de heer Wintgens voort
heb voorgelezen, die hatelijke aantijging van
zekere geheime verstandhouding^ met onze' Ka
tholieke broeders als zoodanig, dat is een schan
delijk verdichtsel, uitgedacht en uitgestrooid
oin de gevolgen te erlangen, die men dan ook
verkregen heeft;een allerschandelijkst verdicht
sel, dat ik als zoodanig hier weusch te stigma-
ti&ren.
Wk wijs er tevens op hoe die schrijver, die zich
voSMpet als een orgaan van den vrede, zich niet
ontVelöm aan onze Katholieke medeburgers,
die 2/s van de bevolking uitmaken, de hatelijkste
benamingen toe te werpen vjjandige qualifica
tion, die eene aantasting van religieuse overtui
ging medebrengen."
Niet minder leerrijk is de volgende passage
En nu zeg ik op mijne beurt tot de geheele
richtingop die wjjze aan te vallen zonder te
zeggen wat men zelve wilte trachten het be
staande pmver te werpen; het nationaal school-'
wezen, dat toch is eene historische instelling,
in Nederland en thans de richting der wereld,
een toonbeeld waarop men buiten ’s lands wijst,
te discrediteren en te destrueren dgpr zijj^pc-
tie zeer dwaze, zepr verkeerde reactie bij som
mige ijveraars van eene andere soort te provo
ceren het Christelijk beginsel in de openbare
schod geheel het hoofd in te drukken om nog