Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1874. N9 1516. BINNENLAND. 1. ING K, Vrijdag 15 Mel. ping nilboek ft imeel jm. SN. Willem FITGAVE WILLEM. SLAPPING rterinff, vinden rFfiO- terkend •n aard, heid mn vend bij dingen. ƒ0,60, en At- s taande KERT, tterdam de RI- Wed. dien bij ude Dé- u: MAN, aan de 1. 18, Labora- ningen. r de: uidsche der EN, DEU KEN, PA- artij OUD bezigtigen. des voorni. ebookd” in ■t, van eene (postzegels) loor «heel ogen™ n. onze krachten aderland, dat op de Volken GOUDSCHE COURANT iten of bni- JT, N°. 37, o het Heel- mz. Hij is leren. Wie n met goed g in de Hol- 1 en de Ge- rn op veilige erzonden. JRVATION sllyk toezigt aid en voor is door hem delAar H. A. de Molsteeg co aanvraag ihe Uitgave i 85 Qt., de franco per op het aardryk neder, een koude wind deed zich bestendig gevoelen en van een zonnestraaltje was zelfs geen spoor te bekennen. Mocht men des morgens zich nog eenigszins met de hoop verblijden dat het des middags of *s avonds wellicht nog zou opklaren, al spoedig moest men die hoop opgeven en het blijde vooruitzicht maakte plaats voorde treurige werkelijk* heid, dat het weer onaangenaam bleef. Toch, in weerwil van het treurige feit, dat de natuur niet medewerkte, kan men met bet volste recht zeggen dat bet gedeelte van het programma der feestviering, dat dien dag beeft plaatsgehad, zeer goed is geslaagd. De inleiding tot het feest had reeds Maandagavond plaats door een groot vocaal en instrumentaal concert door verschillende gezelschappen nit deze gemeente, onder directib van den heer Wensink. Wat dit con cert betreft verwijzen wij onze lezers naar een stuk onder de rubriek uKunstnieuvt,11 daar uit den aard der zaak t'huis behoorende, doch dat, tot ons leedwezen, eerst in ons volgend nr. een plaats kan vinden. Het concert was een waardig begin der feestelijkheden. Hel aanbreken van den feestdag werd aangekon- digd door tal van saluutschoten, zoowel officieele als particuliere, die den nog in slaap verzonken burger wekten en hem drongen de woning ’uit en de straat op te gaan. Spoedig was dan ook op de groote Markl reeds een groote menigte verzameld, die de ondub- belzmnigste en luidruchtigste teekenen van vrooiijk- heid gaf, uit blijdschap dat de 12e Mei daar was. Nauwlijks sloeg de klok 6 uur of daar hoorde men de liefjelijke tonen der muziek, voortgebracht door het muziekcorps der dd. schutterij, dat van af den toren der groote kerk, met •aderlaodsche liederen den feestdag begroetten. Voorzeker het was een schoon gezicht op dit vroege uur, het echt vaderlaudsche gevoel zich op zulk eene wijze te zien uiten door onze burgersvoorzeker de dag kon niet beter be gonnen zijn. Nadat ook het vroolijk beieren der klok met ge noegen was aangehoord, ging men zich langzamerhand voorbereiden tot hetgeen aanstaande was. Inmiddels had in «Arti-Légi" eene plechtigheid plaats, die wel is waar niet in verband stond met het feest van den dag, maar toch z$er ge wegel ijk thans kon plaats hebben. In tegenwoordigheid van den gemeenteraad, de feestcommissie en enkele andere ge nood igd en had de opening plaats van het stedelyk museum van oudheden Zooals bekend is, is dit museum als ’t ware een uitvloeisel van de vroeger gehouden tentoonstelling van oudheden, die eerst in eene per manente tentoonstelling o verging en nu onlangs door den gemeenteraad tot museum werd gepromoveerd. De heer Scheltema, president van de commissie voor het-museum van oudheden, sprak daarbij eemge woorden, waarin hij o. a weesop de goede gelegen* heid om beden, het feest van Wiilem III, die zich als beschermer der kunst had doen kennen, het mu seum te openen. Hij wees op het verleden der ge meente Goud? en zeide te gelooven dat bet goed was in het museum een gelegenheid te hebben oudheden uit deze gemeente te verzamelen. het verlichte gemeentebestuur, #at o. a. door besluit om dit museum te willen vestigen, op nieuw getoond had het goede in alles voor te staan. Daarop begaven zich de aanwezigen natr de vesti bule van ffArti-Legi* waar de waarnemende burge meester, de heer J. A. Remy mr. A. A. van Ber gen IJ zend oom was door ongesteldheid verhinderd den gedenksteen in den muur bevestigde. Direct daarop viel de muziek iu, die in de nabijheid stond en toen sprak de heer Remy een woord van dank jegens de commissie en gaf zijn vertrouwen te kennen dat de commissie steeds voor het museum goede zorg zou hebben. De muziek deed zich daarop weder hooreu en daarmede eindigde de plechtigheid. Nadat vervolgens groote inspectie was gehouden van bet bataillon dd. Schnttery en het depót-batail* Ion 4e reg. Infanterie deed zich op de markt eene bij uitstek geschikte gelegenheid voor 'openbare feestelijkheden bet muziekcorps van het 4e reg. inf. zich hooren, onder directie van den heer Grent- Goüda, 14 Mei. Z. M. de Koning heeft de volgende proclamatie gericht tot het Nederlandsche volk Geliefde landgenooten en Onderdanen in Nederland en zijne Ooerzeesche gewesten! Een hartelyk woord tot U op dezen heuge- lyken dag! Vijfentwintig jaren geleden heb Ik de regee- ring over het Nederlandsche Volk plechtig aanvaard. Ik beloofde de vrijheden en rechten van al Mijne onderdanen te beschermen en hun wel vaart te bevorderen met alle middelen, die de wetten ter Mjjner beschikking stellen. Mijn ernstig streven is geweest dat Konink lijk woord, zooveel in Myn macht was, gestand te doen. ’s Lands Vertegenwoordiging heeft Mij daarbij gesteund. Gg, geliefde Landgenooten, hebt Mijne zorgen beloond door Uwe gehechtheid aan orde, Uwe gehoorzaamheid aan. de wet, Uw noeste vljjt, maar vooral door Uwe onverflauwde liefde voor Mjj en Mijn Koninklijk Huis. God heeft ons gemeenschappelijk werken met rjjken zegen gekroond. Is er één tijdperk in de geschiedenis van ons Vaderland, dat op meer ontwikkeling, meer vooruitgang, grooter vrijheid in elke richting, grooter welvaart en bloei kan bogen, dan dat, waarop wy heden terugzien! Op Mijn vjjfentwintig-jarig feest zie Ik Mij aan het hoofd van een trouw en gelukkig Volk, en de hechte band, door onze geschiedenis ge- weven, die heden, zoo innig als ooit te voren, Mijn Huis en Mijn Volk verbindt, boezemt allerwege eerbied in. Dat vervult Mijn hart met diepgevoelde erkentelijkheid. De blijde tonen, die alom in den lande zich jubelend doen hooren, getuigen dat eenzelfde gevoel allen bezielt. Ook uit onze eenstemmige vreugde spreekt lyide de eendracht, die onze macht maakt. Gaan wy zóo, nauw vereenigd, op den tot hiertoe gevolgden weg voort! Spannen wij, elk in zijn kring, in, om de belangen van het Vi ons dierbaar is, te bevorderen, om het plaats, die het te midden der beschaafde 1 inneemt, met eere te handhaven. Amsterdam, 12, Mei 1874. Z. M. heeft benoemd tot Ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw o. a. den beer T. P. Vi- ruly, fld Tan de le kamer der Staten-Genernal. Z. M. heeft benoemd tot officiers van de orde van de Eikenkroon o. a. den luit.-kolonel D. N. de Fre- mery en den kap. H. J. G. Furstner, beide van het 4de reg. inf. Een eerste vereischte om een feest als hetgeen Dinsdag gevierd werd te doen slagen is gunstig wéér. Wanneer de‘lucht donker is en geen heldere zonne stralen de plaats der feestviering een vroolijk aanzien geven, dan voelt de mensch zich niet opgewekt en gedrukt door de sombere natuur, die hem omgeeft, is hij niet gestemd van ganscher harte te jubelen. Behalve die mindere opgewektheid dep feestgangers heeft het ongunstige weer bij een feest,dat door de geheele burgerij moet worden gevierd, dat in de open lucht plaats heelt, natiurlyk een direoten invloed-op hei succes. Dinsdag nu was het wéér verre van aangenaam. Voortdurend daalden droppelen waters uit den bemel gekomen waren om de feestelyk heden hier bij te wonen. Na afloop daarvan had men, vóór de optocht zyn weg beginnen zou, alleszins een zeer geschikte gele genheid om de stad eens te doorwandelen. En wel was dit de moeite waard I Op de markt zelf waren tal van versieringen aangebracht, deels voor den avond bestemd, deels voor den dag. Vóór het stad huis stond een groote poort, waarop de Hollandsche leeuw, in kolossale afmetingen, die des avonds schit terend geïllumineerd moest worden Voorts waren bij verschillende uitgangen van de markt eerepoor- ten opgericht, terwijl op drie plaatsen zeer groote pyramiden, voor illuminatie bestemd, eveneens voor den avond veel beloofden. De winkels der hh. Bahlman en Samsom leverden een schoonen aaubiik op, terwijl nog verscheidene andere huizen met groen en bloemen waren versierd., De eerepoort in de Crabethstraat, het buis van den heer Prince op de Haven, en van gebr. Kamphuizen op de Gouwe, dienen in de eerste plaats vermeld te worden. Voorts verschillende andere versieringen en ornementen, terwijl het behoeft eigenlijk niet ver meld te worden uit alle huizen, zoo goed als zonder uitzondering, de vaderlaudsche vlag uitgesto ken was. 4 Om 1 uur begon de Historische en Allegorische optocht zijn glorievollen weg. De algemeene indruk die deze teweegbracht was uitstekend. Het was een bij uitstek schoon gezicht die mannen van vroegeren tijd voor onze oogen te zien voorbijtrekken, die mannen, waarvan velen in deze zelfde stad hadden geleefd en gewerkt, waaronder sommigen die een eer waren geweest voor de stad Gouda. Het was zeker eveneens een gelukkige gedachte om ons de beroemdste voorouders te laten zien van onzen ko ning Willem III, ter eere van wien dit feest werd, gevierd. Welke koninklijke gestalten kon men beter op dezen dag doen voorstellen dan die van den Zwijger, die van Willem den derde? De eerste groep was genomen uit Met jaar 1572 en volgende jaren en bestond uit Willem den Zwij ger omringd door beroemde landgenooten en bewoners van Gouda uit zijnen ty’d. Hieraan vooraf ging ech ter een eerewacht te paard, bestaande uit personen, die gekleed waren in zwarten rok versierd met een bandelier die de vaderlandsche kleuren rood, wit en blauw droeg, en het muziekcorps der dd. schutterij. De groep werd geopend door twee herauten te paard met banier en daarop volgde de hopman Cor- nelisVlack, die gevolgd werd door Oud-Goudscheschut ters. Deze allen gingen vooraf aan W illem L vergezeld van 2 edelknapen, wiens prachtig costuum de alge meene aandacht tot zich trok. Daarop Lode wijk van Nassau, door een wapenheraut voorafgegaan en voorts Adriaan van Swieten, bevelhebber van Gouda, Nico- laas Ruykhaver, Jhr. Jacob van der Does en Corne lia van der Myle. Hierop Volgden eenige burgemeesters, schepenen, de bekende Coornhert, de gebr. C^abeib en de groep neindigde met de rederijkerskamer „de Goudsbloem", tben om bestaande uit den prins der kamer, twee‘dekens, de Hijprees ^ctor benevens een paar leden die het blazoen der loor hAn kamer droegen en voorafgegaan door een heraut en schalmeiblazer. Ook de narren waren niet vergeten, die, op een zichzelf vermoeiende, anderen vermakende wijze, zich trouw van hun plicht kweten. De tweede groep bestond uit Willem III, even eens zeer fraai gecostumeerd,' vergezeld ran edelkna pen en voorafgegaan door herauten, hopman en schut terig en gevolgd door edelen, door Hieronymus van Beverningh» Bruno van der Dussen, Johan van lm- merzeel en Jacob van der Tocht en voorts eenige vice-admiraals. Een eigenaardig einde aan dezen stoet Makten eenige stadsgilden in oud kostuum met wagens. Hier zag men de echt-Goudsche pijpenmakers hun vak uitoefenen, de niet minder Goudsche pottenbakkers al draaiende hunne practische voorwerpen vervaardigen, terwijl de baanders niet minder ijverig in de weer wa ren en ook de schippers hierw.ircn vertegenwoordigd. Het allegorische gedeelte bestond nit leden vaa het Zilveren en Metalen kruis, veeskinderen, verte genwoordigers van de maatschappijen van „*1 Nut zius, dat door een groot aantal toehoorders werd bij- i van ^algemeen," «Landbouw" tu «Nijverheid," waar- gewoond, vermeerderd door velen die van buiten Van de voorlaatstgenoemde vergezeld -was van een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1874 | | pagina 1