'N
Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
EN:
RT.
1874.
N° 1568-
DA
'O
Zondag 13 September.
Openbare Dronkenschap.
i Gouda.
374-.
I
I
DAM,
huize.
NINGIN
itad pas-
urgera in
I I
Rï
11
I
De inzending wan advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
1
I
dat vermi
V
GOUDSCHE COURANT.
I
I (L
ku Edel ea
tuders A. C.
idu8, ouder»
i»»D tfavid
Liwker.
ML
9. o. M.
- W.O»-
IEN8CH
1 by den
ieweg.
ris
tH
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75,
franco per post 2.
>or toedoen
hot „Rootte
ór Zaterdag
ongMobikt
ontvingen
r de «chryk
(ACTIE.
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommeri VUF CENTEN.
beheerschen en te zorgen, dat eene dergelijke
1t nu noemt hij bet schande)
1 hem niet ten tweede male overkomt.
De man, die zich eens te buiten is gegaan,
weet voor zichzelf nog wel eeue verontschuldi
ging te vinden, waardoor het hem nietzoo bij
zonder kwalijk is te nemen, dat hij eens wat
opgewonden was, doch wanneer hij daar op de
terechtzitting, bjjgewoond door een talrijk pu
bliek, en in de courant gerekend wordt onder
hen, die in kennelyken staat van dronkenschap
zich in- het openbaar- vertoonden on dus gelijk
gesteld met den ergsten, dronkaard,) voor wien
ieder diepe verachting koestert, dan doet zulks
hem pijnlijk aan en stemt hem in zoo verre
goed, dat hij voor eene herhaling daarvan zich
wacht. Dit alles in aanmerking genomen, ge-
looven wij dat velen, die zich niet schamen zich
in beschonken toestand op straat te vertoonen,
er nog wel degelijk schande in zien voor dat
feit gestraft te worden.
2°. De hartstocht bestaande in het misbruik
van sterken drank wordt niet genezen doorbet
uiten dier misdaad strafbaar te stellen.
Dit is alleen dan waar, wanneer men bedoelt
bepaalde dronkaards, d. i. personen, die een
voortdurend misbruik maken van drank; wier
normale toestand is; dronken zijn en die des
'morgens reeds smachten naar eenige droppelen
van hun geliefkoosd vocht. Dat men dezulken
niet zal genezen door een kleine boete of een
paar dagen opsluitens zullen wij gaarne toege
ven, maar hun getal is betrekkelyk gering in
vergelijking van hen, die slechts van tijd tot
tyd eens te veel drinken, die slechts by feeste
lijke gelegenheden of bijzondere aanleiding dron
ken zijn. En op deze laatste juist zou een
kleine straf wellicht goed werken. Juist om te
voorkomen, dat die inenschen, die niet zeeraf-
keerig zyn van drank en die, zonder nu dikwijls
dronken te zyn, toch zoo nu en dan zich wel
eens te buiten gaan, dronkaards worden is eene
wettelijke verordening op hen die in kennelijke
staat van dronkenschap zich vertoonen, aante-
raden. Voor hen is het zeer heilzaam hen zoo
zachtjes te doen gevoelen, dat zy dingen deden,
die een fatsoenlyk mensch niet doet, die, inéén
woord, onbehoorlijk zyn.
De kleine boeten, die zij beloopen zullen
waarschuwingen zijn, die hen voor het vervolg
goed zullen doen, vermaningen, die zullen uit
werken, dat velen den drank laten staan of ten
minste met mate gebruiken, om niet meer ge
straft te worden. De hartstocht genezen, neen,
j-t lag geen wej of verordening, maar wel
zy dienen om de kwade neiging, die
lartstocht is, doch het kan worden,
iteugelen en de uitbreiding daarvan tegen
te gaan.
3°. Mocht het al zjjn, dat men naliet in het
openbaar drouken te zyn ten gevolge van de
verordening, binnenshuis zal men des te meer
aan die hartstocht offeren.
Voor dit bezwaar zouden wij weinig vrees
koesteren.
Met dat woord binnenshuis zal wel bedoeld wor
den particuliere woningen. Herbergen en koffie
huizen worden over 't algemeen in dit geval hier
niet onder gerekend. Meuschen, die in beschonken
toestand langs den weg loopen, hebben ge-
woonlyk dit kroegje eens aangedaan en dat
herbergje een bezoek gebracht en zoo hier en
daar eens inloopende, kregen zij langzamerhand
de hoogte. Deze vallen dus onder de rubriek
openbare dronkenschap. Zij, die zich t'huis
aan den drank te buiten gaan zyn niet velen
in getal en zullen dat nooit zyn de eigenlijke
dronkaards natuurlijk uitgezonderd. De huiseljjke
omgeving, de nijvere, steeds zorgende huisvrouw,
de aanvallige kinderen, dat alles weêrhoudt de
man zich t’huis ongestoord aan drank ovèr te
Niet lang geleden is in de residentie eene
verordening gemaakt tegen de openbare dron
kenschap en spoedig daarna stond een groot
aantal mannen voor het kantongerecht aldaar
terecht, om zich te verantwoorden aangaande
eene vervolging in zake eener overtreding dier
verordening.
Het zal, dunkt ons, niet van belang ontbloot
zijn eens na te gaan of het anderen gemeente
raden aan te raden is het voorbeeld van dien
te ’sGravenhage te volgen, dan wel of het be
ter is dat menschen, die zich dronken op straat
vertoonen voor niemand anders dan zichzelf
verantwoording behoeven af te leggen omtrent
hun ongepaste wjjze van zich in bet publiek
aan te stellen.
Tegenstanders van eene zoodanige verorde
ning hebben beweerd, dat het dwaasheid is
eene dergelyke verordening te maken, omdat
zij toch geene goede gevolgen zal hebben en
niet de minste nuttige uitwerking zal opleve-
ren. „Diegene toch”, zoo spreken zy, die
dat gevoelen zijn toegedaan „die zich niet
schamen in beschonken toestand op straat te
loopen, zullen waarlijk evenmin schande vin
don in het bestraffen dier daad. De harts
tocht om misbruik van sterken drank te maken
zal voorts niet genezen worden door een kleine
straf, gesteld op de gevolgen dier hartstocht
en mocht het al zijn, dat men zich door een
dergelijke verordening liet weerhouden zich
dronken op straat te vertoonen, binnenshuis
zou dan aan dien hartstocht des te meer wor
den geofferd.”
Dit alles heeft vael schyn van juistheid en
die aangevoerde argumenten hebben veel kans
instemming te vinden bij den oppervlakkigen
lezer en toch gelooven wy, dat zij niet juist
zjju, dat de gegrondheid dier bewijsvoering met
eenig recht mag worden betwijfeld. Vooreerst
moet men de quaestie niet alleen beschouwen
teu opzichte van den overtreder der genoemde
verordening, maar odtftvan de zyde der overige
ingezetenen. Deze téfh hebben dikwijls veel
last te verduren van beschonkenen, die zich op
Straat, al Waggelende, heen en
Behalve het walgelijk schouwspel, dat dronke
dikwyls worden' de meest geliefkoosde wandel
plaatsen ontsierd door troepjes van lieden die
reeds half beschonken, door van tyd tot tyd
uit de hen zelden verlatende flesch slokjes te ne
men, meer en meer buiten zicbzelven raken,
door hun gemeene taal, waggelenden gang en
'■afschuwwekkende manieren den voorbijganger
werkeljjk aanstoot geven gaan dezulken
veelal tot handtastelijkheden over en geven aan-
leiding tot allerlei scènes, die in een maatschappij
uit beschaafde menschen bestaande, niet moes
ten voorkomen.
De ingezetenen hébben recht ongehinderd,
zonder stoornis, zonder nageroepen te wotden
en zonder eenigen overlast te lyden zich langs
den publieken weg te bewegen en al het moge-
lyke moet gedaan om hun de vrjje uitoefening
van dat recht te verzekeren. Aangezien nu op
dat recht veelal inbreuk gemaakt wordt door
personen die wat veel van deu Nederlandschen
volksdrank gebruik gemaakt hebben, zou een
stedelyke verordening in deze een gewenscht
gevolg kunnen hebben. In het belang der or
delievende, rustige ingezetenen, die zich aan
geene buitensporigheden te buiten gaan, moe
ten dus diegene, die niet onder die categorie
gerekend kunnen worden, worden tegengegaan
in hun zucht om in het publiek het bewys te
leveren dat zy meer gebruikt hebben, dan hun
dienstig is.
Doch ook in het belang van dengeen zelf,
tegen wien de verordening wordt gemaakt, is
bet aan te raden daartoe' Over te gaan. Om
dat te bewjjbgn zullen wy de bovengenoemde
argumenten der^egenstanders van de verorde
ning trachten te weerleggen.
lü. Zy die zich niet schamen in beschonken
toestand op straat te loopen, zullen evenmin
schande vinden in het bestraften dier daad.
Dit argument noemen wy onjuist, omdat
dronke menschen zich vooreerst in den regel
verbeelden niet zoo erg dronken te zyn en
meestal geen juist idee van hun toestand heb
ben en dan, al zijn ze eens overtuigd bepaald
dronken te zyn, dat zij zich zelven dan toch de
mucht toekennen om zich goed te houden te
genover anderen, zoodat, naar hun idee men
niet veel merkt, dat zij niet in nuchteren toe
stand zyn. Daarom schamen zy zich niet licht,
j bij de herinnering dronken geweest zijn. Doch
wanneer zy dan later, voor den kantonrechter
moeten verschijnen, wanneer zij dan wegens
zich in kennelijken staat van dronkenschap vermaJ>
bevonden te hebben veroordeeld worden en hun kunnen zy
naam (wel is waar alleen de beginletters, maar “°8 Keen
die voor hunne kennissen genoeg zyn om den 7® beteugele
persoon aan te duiden) in de courant komt
met de straf, waartoe en de reden, waarom zij
veroordeeld zyn, dan komt er allicht iets op
bij den man, wiens karakter nog niet geheel
bedorven is, dat naar berouw zweemt, dat hem
wéér bewegen i Taste voornemen doet opvatten zichzelf te
JwaVs n w nn 4-a ttne/Von anno rl at-zwal Tl lm
xzvuwKv uvs noijzciyn u»v usyunJ
menschen aan de toeschouwers opleveren schande (want eerst
I hom mor ran riiioonri
lieden die