BINNENLAND. oidfr verklaring dat hij vastberaden en vertrouwend -de l-em opgelegde taak zal voortzetten. Te Belhune drukte de uiaire den wensch uit, dat 's presidenten gezag spoedig door constitutioncele wet ten mocht worden bevestigd. Mac-Mahou dankte dien spreker en stemde daarmede in. De reis vau Mac-Mahon naar Lyot» is onbepaald uitgesteld. Over de verkjezing in het depart. Maine-et-Loire kunnen de republikeinen voorloDpig tevreden zijn. De heer Mnille, de door den hertog de Broglie afge zette burgemeester van Angers, was de republikeinsche caudidaat en ontving 36,408 stemmen. Bruas, een •Orleanist, die niet voor zijn overtuiging uitkomt en zich voor het Septennium verklaart, ontving 22,212 «temmen, «n Berger, de Bonapartist, verkreeg 19,172 -stemmen. Wanneer deze cijfers juist blijken, is een herstem ming noodig, in welk geval Septennium en Keizerrijk zich ongetwijfeld tegen de republiek zullen verbinden. Gui/or, een der groote mannen van den ouden tijd is te Val-Richer overleden. De JDuitsche Keizer amuseert zich met de mar.oeu- -vros van de troepen in Hessen en elders wordt hij zoo wel door de soldaten als door de volksmeuigte overal met groote geestdrift ontvangen, 't Is het eenige dat het Duitsche publiek in deze dagen bezig houdt, be halve natuurlijk de strijd met de ultra in on tanen. Was het vroeger slechts waarschijnlijk, thans wordt 't van goed ingelichte zijde als uitgemaakt zeker beschouwd, dat de Duitsche hegrooting van oorlog voor 1876 -met 14 en die van 1876 met 16 millioeu thaler zal worden verhoogd. Kaar men verneemt, zoi daarvan •op de eerstvolgende begrooting 81/* millioen worden gedekt uit de opbrengst der bjjd ragen der verschil lende Bondsstaten. Het overige zal worden bestreden uit batige saldo's der begrooting van 1874. Welke 'middelen de Rijksregeering zal bezigen, om de bui- teugewone uitgaaf Win 16 millioen thai, op de be grooting van oorlog te dekken, laat zich bezwaarlijk voorspellen. Als zeker ac it men bet, dat het batig saldo, op de aanstaande begrooting verwacht, daartoe niet groot genoeg zal zijn. Men zal zich herinneren, dat er onlangs sprake was van een plan van den Pruisischen Minister van Eeredienst om het confessioneel godsdienst-onderricht op de middelbare scholeu en gymnasiën af te schaffen. De Nordd. A.-Z, heeft het destijds teu stelligste te gengesproken, doch naar hrtgeen de FossUche Zeitung thans meldt, was het toch niet zoo ten eenenmale ongegrond als de Nordd. het liet voorkomen. De Minister zegt de Fou. Z. is wel voor het behoud van htt leerstellig godsdienstonderwijs, maar toch le avens voor de opheffing van bet confessioneel karakter der middelbare scholen en gyroriasiëu zeireu. Ten -bewijze ditarvan wordt gemeld, dat hij aan. eenige genmnten, die voor deze inrichtingen subsidie uit de Staatskas verlangen, op hare aanvraag de vol- geude voorwaarden in overweging heeft gegeven: le. De inrichting verliest haar confessioneel karakter, zoo dat naar verkiezing Katholieken, Protestanten of Is- W iel iet en tot leeraars kunnen worden benoemd wordende he( godsdienst-onderwijs dan aan afzonderlijke leeraars opgedragen) 2e de directeur en de eerste of hoogsle leeraar worden door de Begeering benoemd3e. het leergeld wordt verhoogd. Bij aanneming dezer voor waarden kan de gemeente op subsidie rekenen. De Italiaansche Miuisiere ziju het eindelijk eens geworden over de maatregelen, die op Sicilië zullen wordt n genomen, om daar weder ©en geregelde* toe stand te verkrijgen. Het eiland zal gesteld worden •onder een soort van militaire dictatuur; de militaire bevelhebber van bet eiland zal namelijk in overleg met de politie alle maatregelen leiden; het korps Carabinieri wordt met 1600 man vermeerderd; verder zul de Minister van Justitie een circulaire richten tot de rechtbanken derhalve geen krijgsraden, terwijl de Minister van Financiën £00000 lire be- sohiköaar zaI stellen voor de buitengewone uitgaven, die door een en ander noodzakelijk worden. In de hoop, dat men langs dezen weg zal slagen, zijn stren gere maatregelen -verdaagd. De President-Minister Minghetti is naar het Na- pelsche vertrokken om de landskassen na te zien. Het volgende Deeusche bericht is ontleend aan den Engelschen Standard. Opmerking verdient, dat dit blad, bij gebrek aan nieuws wel eens sensatie- berichten verzint. Wij geven dus het bericht, zon der er vooralsnog veel aan te hechten. Hei luidt aldusDe Sleeswijksche quaestie neemt een ernstigen keer. De dagelijksche uitzettingen van personen ge voegd bij de artikelen der Duitsche pers, duiden een algeheele miskenning aan van de bestaande ver dragen en maken het behoud van den tegenwoordi- gen toestand tot eene onmogelijkheid. Onder den druk der openbare meening zal de Regeering zich geuoodzaakt zien om te Berlijn te protesteeren en misschien om, als maatregel van wederwraak, Duitsche onderdanen uit het land te zetten. De Oosten rij ksche bladen zyn opgevuld met ver slagen van de reis vau den Keizer naar Bohemen. Hel blijkt meer en meer dat de Czechische demon stratie te Praag geheel in 't waler gevallen is Op gemerkt is vooral het antwoord dat de Keizer aan den Prager Gemeenteraad heeft gegeven bij het over- hnndigen vnu het bekende ad<es de Keizer zeide, dal de Gemeenteraad het welzijn van de gemeente niet beter kon bevorderen dan door „opvolging van de wetten en de door den Keizer gegeven instellingen.* Men zegt, dat Puycerda, pns van leeftocht voor zien, weder door Saballs zal worden ingesloten en beschoten. De telegraaf heeft eergistereu bericht, dat de Moreau, een drogist te St.-Denis, door de jury schuldig is verklaard aan vergiftiging, zoude!* aanneming van ver zachtende omstandigheden, en dat hij mitsdien ter dood is veroordeeld. Dat deze veroordeeling het on derwerp van een depecbe uitmaakt, bewijst reeds, hoe zeer die zaak het Fransche pubuek bezig heeft ge houden, eu inderdaad behoort zij tot de gruwelijkste roisdryveu die ooit gepleegd zijn. Wij hebben reeds voor eenige ma.indeu, loen Moreau gevangen werd genomen, eenige by zonderheden over de zaak mede gedeeld, Toen wist men alleen, dat de eerste vrouw van Moreau in 1873, de tweede in Mei 1874 onder gelijksoortige verschijnselen aareu gestorven, en dat bij onderz m-Jc gebleken zou ztfu, dat de lijken groote koeveelheden vergif bevatten. Bij de instructie bleek, dat Moreau in 1870 voor het eerst gehuwd was en dat zyne eerste vrouw in Aug. 1873 na een korte ongesteldheid wns overleden. Moreau maakte zelf de geneesmiddelen en het weinige voedsel gereed, dat zijn zieke vrouw gebruikte en gaf zeer niteenloopende antwoorden wanneer hem naar den aard der ziekte gevraagd werd. De geneesheer beschouwde deze ak een maagongesteldkeul, ofschoon hy geen verklaring kon vinden voor de aanhoudende brakiugen, die er by voorkwamen, Kort vóór haren dood vermaakte de vrouw aan haren man het vrucht gebruik van al hare goederen1. Weinig tijd na de begrafenis kuoopte M. ongeoorloofde betrekkingen aan met een getrouwde vrouw, die voortduurden tot dat hij in April van dit jaar ten tweeden male in den echt trad met een vrouw, wier verleden niet on berispelijk was, maar die hem 25000 fr§. ten huwe lijk aanbracht. Reeds na een maand werd de vrouw, die een zeer sterk 'gestel had, ziek, braakte aauhou- dend en overleed den 28n Mei, na hevig geleden te hebben- Ook haar diende de man steeds de spijzen eo geneesmiddelen t»e, en ook omtrent ha.ir ziekté gafhjj uiteenloopënde mededeelingen. De geneesheer, die haar bijstond een ander dan de dokter, die de eerste vrouw behandeld had hield de ziekte voor angina, maar kou evenzeer de brakingen niet begrijpen. Aan den aandrang van zijn vrouw om hurer familie kennis te geven van bare ziekte, voldeed M. eerst een paar dagen vóór haren dood, zoodat de moeder en zuster, te St.-Denis komende, slechts een lijk von den. De ongelukkige vrouw heeft op haar sterfbed aan haar nicht het vermoeden te kennen gegeten, dat zy door haar man vergiftigd was. De beide lijken werden opgegraven en bij het schei kundig onderzoek werd een aanzienlijke hoeveelheid koper ontdekt. Ouder de boeken van 'Moreau vond men een handboek over de geneesmiddelen, dat op de plaats, die over tulphas cupri handelt, openviel, eoodat blykbaar dat gedeelte voel gelezen was; er lag op die plaats ook een papier, met het beeld der Heilige Maagd, als jtuqu^ici. In bet lichaam van de tweede vrouw werden niet minder dan 516 gram koperzout gevonden. De deskundigen verklaarden on der eede, dat de beide vrouwen, die in korten tijd onder gelijksoortige omstandigheden overleden waren, niet door natuurlijke oorzaken waren gestorven; dat de eerste niet aan een maagziekte, de tweede niet aan angina geleden had, maar dat de versehynselen de grootste overeenkomst hebben met kopervergifti- gingen, zooals die in de beste werken worden om schreven. j; Moreau ontkende alles, maar kon geenerlei ver klaring geven van het feit, dat zooveel koper ge*on- den was by de vTonwen, aan wie hij alleen tijdens hare ziekte geneesmiddelen en spijzen had toegediend. Het O. M. eischte de schuldigverklaring en veroor deeling tot de doodstraf. In een uitstekend pleidooi, dat drie uren duurde, trachtte de verdediger ook op chemische gronden zijn eliëut te redden. Maar dg. jury bleek niet overtuigd te zijn; want na eeitJköfte beraadslaging sprak zy het schuldig uit; waarop de veroordeeling lot de straffe des doods wegens ver giftiging volgde. De beschuldigde was gedurende den geheelen dnnr der terechtzitting, die twee dagen in beslag nam, uiterst kalm en verloor die 'kalmte ook niet na het vonuis, dat hem ter dood doemde. AMEBIKA. Nog ruim twee jaren moeten verloopen, eer de kiezers van de republiek der Vereenigde Suten van Noord-Amerika zullen worden opgeroepen om eeo presi dent te varkiezen, en toch ontstaat thnns reeds een groote beweging onder de partijen, ten einde zich voor te bereiden op den grooteu strijd die aanstaande is. Geen der partijen wil voor de andere in verkie- zingsijver onderdoen en nog vóór het derde jaar tan de tweede regeeringsperiode van Ulysses Grant ver streken is, wordt in dagbladen en tijdschriften in vereeuigingen en meetings besproken wie op den 3a Nov. 1876 het witte huis te Washington zal be trekken. Da$ aanleiding tot deze vroegtijlige beweging it door Grant zeiven gegeven. Hij heeft besloten zich ten derde male candidaat te stellen voor'den presi- dentsretel. De eenvoudige soldaat, die uit den veld tocht trgen de ifuideJijke opstandelingen nog met bijna Spartaausche gewoonten terugkeerde, gevoelt zich op het booge standpunt dat hij sedert heeft ingenomen zeer op zijn gemak. Zoolang echter de vlag der ster ren eu strepen hare banen in den Mississipi spiegelt, is het nooit gebeurd dat dezelfde burger driemalen achtereen als hoofd van den staat optrad. Washing- ton, wien men een derde regeeringsperiode aanbood, wees die onvoorwaardelijk van de hand. Hij wilde' geen gevaarlijk voorbeeld geven; en het kan voor eene republiek altijd gevaarlijk worden, wanneer een generaal, wiens overwinningen hem met lauweien hebben gekroond, te lnng aan haar hoofd blyft. l)e menscli gewent zich spoedig aan het regecren en eindelijk krijgt hij de zware taak der regeering zóó lief, dat hij niet meer kan besluiten een eenvoudig burger te worden. De tweede eandidatnnr van Grant verschrikte reeda de waakzaamste patriotten en ver vulde hen met vrees, en zij verklaren ten stelligste, dat «1 ar are de regeering van Grant ook de besteen voortreffelijkste geweest, al kon men hem ook gceu enkele fout verwyten, zy hem ten derde male hunne steiameu niet zouden geven, omdat het beginsel hua meer waard is dan de persoon. De republikeinsche bijeenkomst, die onlangs ia Pennsylvanië werd gehouden met het doel om over de houding bii de aanstaande verkiezing te spreke», werd door zulke beginselen geleid, toen zy deu gou verneur Hartrauft als eandidaat voorstelde. Men zou zich echter vergissen en Grant al te veel eer a.m- doen, indien men meende, dat alleen republikeinsche vrees voor de ontaarding der presidentieele waardig heid in een levenslange dietatunr, de eenige oorzaak is voor den tegenstand, dien het verlangen van Graat ondervindt om tot 1880 president te blijven. Daar voor zyn andere en meer gewichtige gronden. Er knn wel geen twyfel ann zyn, of Graut dankt zyne waardigheid ulleen aan de veldslagen die hy iu den burgeroorlog heeft gewonnen. Als politiek man heeft hij weinig verdienste; zijne stilzwijgend heid reeds zou een hinderpaal zijn om oen openbare rol te spelen, en alleen door ziju overwinningen ver overde hij zich een plaats in de harten van zyne medeburgers. Toeu de republikeinsche conventie vau Chicago hem den 21n M$i 1868 als eandidaat vopr het presidentschap op het schild plaatste, gold dpze onderscheiding eigenlyk uitsluitend den gelukkigen generaal, die de opstandelingen getuchtigd en de Unie gered hadf Tevens was zijne verkiezing eene ver maning door het Noordeu tot de slavenhouders ge richt, een politiek middel evenals tot de toekenning van het kiesreehl aan de negers der Zuidelijke staten, terwijl zes of zeven noordelijken weigerdeu kleurliu- geu aan de stembus te dulden. Grant heeft eehter ■n deu eersten tijd van zijn tweede presidentschap jegens het Zuiden een io het oog vallende welwil lendheid getoond, en getracht vrienden te maken onder hen, die hij zoo kraehtig heeft bestreden Men verneemt dan ook thans, dat de Zuidelijke staten voornemens zijn, de derde candidatuur van Grant te ondersteunen. Hierbij moet in het oog worden ge houden, dot de stemmen van de negers een zwaar gewieht in de schaal leggen en dat deze onvoor waardelijk voor Graat stemmen, gedeeltelijk uit dank- buarheid voor huK bevryder, gedeeltelijk uit vrees, dat zij door een pbrsoousverwisseliug in het Witte Huis aan de wraak van hun voormalige meesters zullen worden prijs gegeven. Daarenboven verklaren ook zeer invloedrijke woordvoerders vaa de voorma lige slavenpartij zich vóór Grant, en dit alles ergert de repub ikèinen in de hoogste mate. Men vraqgt zich voorts af, of de president ook medeplichtig is aan de allergevaarlijkste desorganisatie die onder Grant's bestuur in de administratie zoo ontzettend is toegenomen, dat de schandelijkste han delingen worden gepleegd. Grant's persoonlijke eer lijkheid is wel boven iederen twyfel verheven, maar niet minder zeker is het ook, dat hij tegenover vrien den en getrouwe dienaren een groote zwakheid toont en het door de vingers ziet, als deze beeren oneerlijke handelingen plegen. Nooit was de jacht naar aiqbten en posten, bet nepotisme en de verduistering van gelden in de Vereenigde staten zóó erg en werd zy zóó schaamteloos gpdreven als in de laatste jaren. Er zijn zulke schandelijke en vuile geschiedeaissen aan den dag gekomen, dat men ze veeleer in de gedenkboeken van een hoveling van het bas-empire dan in de geschiedenis van een jonge, zich krachtig ontwikkelende republiek zou verwachten. Wellicht bemerkte Grunt die officieele laagheden niet, maar lij hebben toch den glans van zijn lauweren zeer verdoofd. Indien het vooruitzicht bestond, d.»t binnen korten tijd een nieuwe opstand moest worden onderdrukt, zou men bet eenigszins wenscbelijk kunnen aehten om nog langer een geuer.ial aau het roer van den staat te laten. Het voorbeeld .van deu ouvergeteiyken Lin coln heeft wel getoond, dat de hoogste politieke moed en een ijzereu volharding geen militaire uniform noo dig hebben, maar aan deu «ooravond vau een oorlog zou men to h Graut's herkiezing kunnen billijken. Aan een opstand der Zuidelijke staten valt echter niet te denken zij trachten integendeel langs wettigen weg, evenals onder Buchanan, de miebt weder iu handen te krygeu en Grant schijnt bun man te zyn, die uit toegevendheid of ten gevolge va» ver keerde politieke inzichten een achterdeur voor ben wil openhouden. Zijne houding jegens de Zuidelijke staten getuigt dus niet voor, maar tegen hem. Wilde Grant een waarlijk populair eu bemind man blijveu, dan moest hij zeif erkennen, dat de bezwa ren tegen zyne herkiezing zeer gewichtig zijn eu deze niet verlangen. Niemand zal zyn groote verdieusieu jegens het vaderland betwisten en ook als privaat- persoon zal hij een van de meest geachte eu gevierde burgers van Amerika zijn. Hij moest echter begrij pen, dat een republiek niet altijd haar helden met do hoogste plaats in den staat beloonen kan. Niet hij alleen, ook Farragut, Sherman, Sheridan en an- <lereu hebben groote dadeu verricht, en wat heeft bet vaderland hun daarvoor gegeven? Hy alleen was .Be gelukkige, wien het dankbare volk verhoogde, en aij moest republikein genoeg zijn om zieh met acht jaren presidentschap te vergenoegen, eu de Unie het onaangename dilemma besparen om óf een goede en gezoude overlevering ontrouw te worden, óf den over winnaar van Kicbiuoud bij de verkiezing te lalen vallen. Gouda, 15 September. De vorstelyke personen, die Zaterdagmorgen io onze gemeente hebben vertoefd, zijn des middags, na Bergam backt en Haastrecht bezocht te hebben (zie onderstaande correspondentie) deze gemeente weder gepasseerd. Da burgemeester vau Bergambacht, de beer P. J. Smits vergezelde hen en aan bet station alhier was weder de burgemeester van Gouda benevens eenige andere autoriteiten aanwezig om de doorluchtige gasten uitgeleide te doeu. H. M. de Koningin betuigde een zeer genoegelijken dag te hebben doorgebracht en zoowel H. M. als Z. K. H. Prn.s Fredrik onderhielden zich nog eenige oogeublikken allerminzaamst met genoemde autori teiten. De dag van Zaterdag zal voorzeker nog lang in herinnering blijven by de Goudsche ingezetenen, daar zij toen iu de gelegeuheid waren persoonlijk hunne gehechtheid te botuigeu aan ons geliefd Vorstenhuis. Naar wy vernemen zal, in het laatst der volgende week, in de Reraonstranlsche kerk alhier, eene open bare samenkomst gehoudeu worden van de afdeeling „Gouda" der Nederl. Gustaaf-Adolf-Vereeniging. Als sprekers zullen optreden de bh.: Ds. Ltturil- lard uit Amsterdam ca Ds. Craaudyk uit Rotterdam. Uit Berg-Ambacht meldt men ons dd. 12 Sept „Ons stille dorp genoot heden de hooge eer H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Frederik te ontvau- gen. Het 'dorp prijkte huis aau buis met nation de vlaggen, terwijl de woningen van den burgemeester, den notaris (het slot) en den hoofdonderwijzer bene vens de 3 eerepoorten ook met Wurtembergsche vlaggen of wimpels wareu versierd. Ten half 2 ure werden de vorstelyke personen aan deu Viersproug opgewacht door een eerewacht te paard, van 72 man, de kapel der Goudsche schutterij en deu bur gemeester 1'. J. Smiis, die een hartelijken welkomst groet uitsprak, Na den rit door het dorp, dat «tamprol was, werd het eerst de kerk der Herv. gem. bezocht. Hier hadden zich bet gemeentebestuur en de kerkbesturen, benevens de hoofdonderwijzer vereeuigd. Met veel belangstelling beschouwden H. M. en Z. K. H. de. wapenborden der Ambachtsheer- lyke familie van Hardenbroek. Daarna reed de stoet naar* het slot 's Heeraartsberg, dat met zijne lanen prachtig gedecoreerd was. Dit slot, behooreude aan den Ambachtsheer, baron van Hardenbroek, te 's Hage, wordt thans bewoond door den notaris Mahlstede, wiens oudste zoontje, by de intrede op het slot, aan H. M. een boeket overhandigde, evenals dejon- gejufvrouw J. C. van Roggen, bij de iutrede, van het kerkgebouw. Op het slot werd een dejeuner di natoire gebruikt, waaraan behalve de vorstelijke per sonen met hun gevolg, deelnamen baron en baronesse van Hardenbroek en de heeren Smits en Mahlstede. len 3 ure «eriicteu 11. M. en Z. K. H. onder een luid gejuich, de gemeeute, om zich naar Haastrecht te begeven.'' Tot lid van deu gemeenteraad te Nieuwerkerk a/d IJsel, iu plaats van den heer J. Sauerbier, is geko zen de heer E. Hugeudijk Az., aldaar. Uit Oadewater schrijft men aan iet Faderland: Ten einde in de vermeerderende uitgaven te kun nen voorzien besloot de Raad de/er gemeente, een paar jaar geledeu, de inkomsten het Inllijkst te kun nen vermeerderen door verhooging vau de opcenteu op de hoofdsom van 's Ryks personele belasting, die als toeu van 40 op 70 opcenten werden georacht, uitgaande van het denkbeeld, dat door deze verhoo- ging van opcenten juist diegeuen zouden worden ge- trotfeu, die, als gevolg van een meer weelderige wijze van leven enz., het hoogst in die beiast ng wareu aangeslagen en dus hoofdzakelijk daarin zou wordeu bijge.irageu door hen, die als de meest weigestelden in de gemeente waien te beschouwen. Dat echter dit denkbeeld niet juist was, heeft een nader nauwkeurig iugesteld onderzoek al spoedig doen zien, daar niet door de meest gegoeden het grootste aandeel in die verhoogiug werd gedragen, maar integendeel de handel of nyverheid, of zij, die door uitoefening van eenig vak of beroep in die ter men vallen, htt meest werden getroffen, tu dus die heffing geen billijke verhouding in het dragen der lasten daarstelt, juist in strijd met bet doel dier be lasting-heffing. In de laatstgehouden raadsvergadering is dan ook op voorstel van een der leden, roet bijna algemeene stemmen, de heffing dier verhoogde 30 opcenten we der iugetrokkeu, om de daardoor verminderde in komsten door een verhoogden, bóofdelijken omslag te kunnen vinden. Aan de te gelijker tijd te kennen gegeven wen- schelykheid om, met het oog op de nog te blijven heffen 40 opcenten, welke eveneens een onbillijke verdeeliug vun la-ten daarstelt, tot een geheele af schaffing van heffing van opcenten op de personeele belasting te besluiten, kon echter vooralsnog, de daardoor te veroorzaken tijdelijke geldelijke verlegen heid der geineeuiek .s in aanmerking nemende, geen gevolg worden gegeven. In de/e fde vergadering werd insgelijks met bijna algemeene stemmen besloten om het onderwijzend personeel nen de openbare school uit te breiden door met Jan. c. k. ecu derden hulponderwijzer aan te stellen. By kon. besluit zijn goedgekeurd o. a de besluiten der Staten van de prov. Zujd-Holland van 14 Juli jl-. houdendewijziging vau het byzouder regle ment voor den polder Laag Boskoop (gemeente Boskoop) De St.-Ct. deelt het programma mede voor de opening vau de Vergadering der Staten-Geueraal, te 's-Gra»enliage, op Maandag 21 September. De miliciens der verschillende lichtingen, die deu 12 den der vorige maand tot deelneming aun de oefeningen in de legerplaats te Millingrn bij hunne korpsen in activiteit zijn opgetreden, zullen den 17den dezer weder in het genot van onbepaald verlof wor deu hersteld. Zondag 20 dezer zal door het Comité ter bespre king der sociale quaeshe een comité-vergadering wor den gehoudeu in het gebouw voor Kunsten eo Weten schappen ie Utrecht De te behandelen onderwerpen zullen vijti1. Gedachttpwis-eling over de nieuwere richting der staulhuishoadkuude in verband met even tueel programma. 2. De behoefte aan goede arbeideis- wouingeu. Aan het besluit wn den gemeenteraad te s'Gra- venhrage om, nlvorei^definitief te vergunnen de oprich ting op de Plaats vim een standbeeld voor Thorbecke, door het stellen vanVeen mal te onderzoeken in hoe ver die oprichting balemmering voor de passage zon opleveren, is Zaterdag uitvoering gegeven. In de Gemeenteraadszitting te 's Hage van heden is o. a. aan de orde gesteld de beraadslaging over de plaats, waar het standbeeld van wijlen mr. J. R. Thorbecke zal worden opgericht. Morgen ^n Donderdag zullen langs den Centraal- spoorweg in verschillende extra-treinen de iufantcrie- troepen, die in de legerplaats by Millingen kampeeren, te Utrecht aankomen, om vervolgens naar hunne gar- nizoeus terug te keeren. Het U. D. waarschuwt de gemeentepolitie om strefog toezioht uit te oefenen op het varkensvleesch, daar de varkensziekte voortdurend vele offers eischt en enkele eigenaars de dieren slachten als zij zien dal deze sterveu zullen, om zoodoende het spek nog te kunnen verkoopen. Naar men verneemt, zal met het volgende jaar eene groote garnizoens-verwisseJing plaats hebben. Vermoedelijk zal de klasse van discipline naar 's Her togen bosch worden overgebracht. Men schrijft aan de Leidscie Ct.Ten gevolge van veelvuldige donderbuien is de luchtgesteldheid ont stemd, zoodat zware regenvlagcu en wind nu met den zomer, die fraai geweest is, schijnen af te rekenen. Donderdag nacht heeft het, bij een hooge temperatuur, geweldig gestormd. Er is hier en daar schade ge waaid, vooral zijn er eene menigte vruchten van de boomt-n gesliugerd. Het is dan ook met sommige tuingewassen, zooais de snijboonen, gedaan. De pol- (lermolcus malen nu eeuig overtollig water uit, doch de weilanden zijn overal nog goed in het gras gekomen. De zeevL-scherij treft het ook nu sedert een paar weken slecht. Behalve dat i9 de vangst van steurha- ring ongunstig. Het is bijna niets dan pekelharing wat de eigenlijk te lang in zee verbleven schuiten vau boord afzetten. Van daar is dan ook de ver koop van „nieuwe haring" aan de orde van den dhg. De heer P. F. L. Waldeck, secretar.s van de Holl. Maatschappij van Landbouw en afgevaardigde van de Maatschappij naar de internationale tentoonstelling van landbouw, gehouden van 13—21 Juni 1874 te Bremen, heeft een dezer dagen uitgekomen nitgebreid verslag vau deze tentoonstelling gegeven. Daaruit blijkt, dat de tentoonstelling op eeu zeer groote schaal is ondernomen. Het beschikbare terrein besloeg 500 hectaren. Een gedeelte daarvan was bestemd voor proefveld oor landbouwwerktuigen, als stoomploegen enz.; een ander deel gaf gelegenheid om piarden te tuigen en te mon&icreu. Voor paarden, rundvee, schapen, varkens, pluimvee enz wareu groote stallen en hokken opgesteldook voor akkerbouw, bosch wezen, voor werktuigen waren verschillende gebouwen inge richt. Ten gerieve van de inzenders was eene spoorbaan aangelegd. Een en ander verdient te meer de aandacht, waoneer men in het oog houdt, dat de tentoonstelling door particulieren voor eigene rekening werd ge houden. De inzendingen waren talryk. Onder de paarden trof men zeldzaam schoone exemplaren aan rundvee was flink vertegenwoordigd, daarbij 57 stuks van Nederlandsche rassen (maar door Duitschers ingezon den); wolvee was in aanzienlijk getal aanwezig; de afdeeling varkens omvatte 142 nommers /an den catalogus, enz. De inzendingen betreffende Kschwezen eu jacht, land- en tuinbouw, bloemkweekerij, heesters enz., vertegenwoordigden deze takken van nijverheid tot in de kleinste bijzonderheden; zeer talrijk waren de inzendingen van lan lbouwwerktuigen eu gereed schappen. Voor de beschrijving van de inrichting der gebouwen, »au de wijze van beproeving der land bouwwerktuigen, het tentoonstellen van paarden en vee, de vermelding van nieuwe vindingen, aldaar voor het eerst ter bezichtiging gesteld, raadplege men het verslag zelf, dat iu den handel verkrijgbaar is gesteld en door den heer H. A. M. Roelauts te Scciedam wordt uitgegeveu. Uit een brief uit Atchin wordt aan het ütrechtsch Dagblad welwillend 't volgende medegedeeld Met de Atchineesche zakeu gaat het iets voor uit; de kustlanfijes beginnen zoowat allen, door de bemoeiingen van de daar gestationeerde oorlog schepen, de Hollan Ische vlag te hijschen. Meest allen krijgen een cadeau in geld of andere zaken, die de vorstjes kouditioneeren, en dan wordt op een goe den dag de vlag gelieeschen en gesalueerd door het stationseaip; heel »eel beteekent die geschiedenis nog niet, want iu verscheiden van die staatjes waarschuwt de vorst, om niet aau den wal te komen, daar men waarschijnlijk door de bevolking vermoord zou worden. Op papier staat de vl.ig-hijsching heel aardig, maar de buiteuwereld weet niet hoe de zaken zyn. Mis schien komt de boel echter op die manier langzamer hand in orde, want die plaatsen mogen dan dadeliik handel drijven over zee, terwijl de rest van de kust steeds geblokkeerd biyit. Op Groot-Atchin wordt vau^tyd tot tijd nog ge vochten; een tiental dagen geleden nog hebben we, Z)oal8 ge zeker weet, een bentinggenomen: 68 kerels daar binnen wildon zich niet otergeien en moestea tot dtn laatste worden neergeschoten de toeuadering wordt dus niet grooler. Ecu derde expeditie zal niet gezouden wordeu, maar alleen meer troepen waar schijnlijk tegen Oktober en die moeten dan een eind aan de zauk maken. Generaal van Swieteu heef idee dat de Aichineezen langzamerhand zullen bijkomen, als ze zien dut we geen plan hebben meer weg te gaau dat is te hopen! De troepen in Kotta-Radja (den kraton) zijn iu veel betere koudities dan een paar maanden geledeu het logies is veel verbeterd, de aanvoer van levensmiddelen gaat geregeld langs een goeden weg van het strand, meer westwaarts dan de kali (rivier), die nu met harden wind niet meer - te genaken is, door de hevige branding aan den ingang of mondingde gezondheidstoestand is veel ver beterd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1874 | | pagina 2