Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1874. N9 1592. 1SCH BUITENLAND. Zondag 8 November. sch, oping len, Biiitenlanilscli Overzicht- f tenendaal, en dat bjj hem nde de Win- en echte bijzonder Een nieuw tijdschrift. je weg D. 321. k Bakker.terg. i Wagenstraat. eer den Duo- GOUDSCHE COURANT en 55 Cents nede BEST TIE. ons gedaan ver* ou ra ut bestemd schrift; aan da tan niet voldoet, te willen letten sten worden ge- i andere brieven onden insgelijks redactie. nftt aan de Redactie. F Pillen, ainda algemeen ge en en Uit- L. SCHENK. N G. wel attent» le ldLenders, dé uiM en echtje el3 in de hier. n iy de hier. doosje is een oaamteekening i Zoon, Apo- k bevindt op erzegeld zijn. lijk da.r wel oe te alen - Alleen die iandteekening wachten voor atiën bij den Waddinxveen. OMBER 1874, 1MBER 1874, ar, in hot Lo- SEN, staande ?ITAAL ns, een groot jeBURGER- mevens eenig legen in de i der maag, TEKINü. Zij JHEIIFTE ui UU>. zij rijn KIJVEND. l en? dubbele zegt de heer Veegens," is 't de grootste kunst den steen in beweging te brengen”. Welnu, ten opzichte van deze wet, is desteen aan het rollen gebracht en nu zal hij opk de gansche helling afloopen.Hij vergelijkt deze wet met een jongen eik, die, al hebben ruwe handen onmeedogend niet slechts zijne schade lijke uitwassen, maar ook zjjne beste takken ge snoeid, toch levenskracht genoeg heeft overge houden om op te wassen tot een hoogen breeden boom en meer dan één. menschengeslacht met zijn koele schaduw te verkwikken. Als een aanbeveling te meer deelen wjj mede dat de aflevering geopend wordt door een artikel van den heer B. H. Pekelharing met het opschrift„het communisme en socialisme tegen over de staathuishoudkunde.” Doch genoeg. Wij wilden slechts door boveu- genoemdie regelen een deel van den rijken in houd ter kennisse onzer lezers brengen. Mochten zij opwekken tot het verlangen om van nabjj kennis te maken met de „Vragen des Tijde", die geregeld iedere maand zullen verschijnen. Wij eindigen met volkomen instemming te *betuigen met de woorden der redactie in het prospectus geuit: „Aan overmaat van public spirit lijdt het Ne derlandsche volk nietmoge deze nieuwe onder neming iets bijdragen om dih» polsslag van het „.n... i" W. Dat deel van bet Fransche publiek, dat in poli* tieke zaken belang stelt, wordt voortdurend inspan ning gehouden ten gevolge van de dwaze meening der regeering, dat bet nuttig is de verkiezingen zoo lang mogelijk uit te stellen en zoo veel doenlijk te versnipperen. Morgen zijn er weder verkiezingen voor de nationale vergadering en wel in de dep. Drome, Nord en Oise. Tevens berioht men, dat de ministerraad besloten heeft de gemeentelijke verkie zingen vast te stellen op 22 dezer. Voor aanst. Zondag staan de republikeinsche can did a ten in de 3 depart, tegenover meer of minder zuivere Bonapartisten, die door de regiering worden gesteund. Men ziet zoo dagelijks meer de waarheid bevestigd van Thiers* uitspraak, dat de Orleamstpu niets doen kunnen dan den weg bereiden voor het keizerrijk. De Duitsche Reiche-Anzeiger behelst een keizerlijk besluit 4van 29 Oct., waarbij ingesteld wordt eene commissie van notabelen nit Elzas-Lotharingen, aan wier beoordeeling zullen worden onderworpen alle wetsontwerpen, welke niet aan de rijks wetgeving zijh. voorbehouden, en daaronder de landsbegrooting; voorts zal zij hebben te beraadslagen over alle maatregelen van algemeen beheer, welke niet vallen onder de competentie van de districtsraden; de commissie zal beslaan uit 10 feden van elk der districtsraden en drie plaatsvervangers; hun mandaat zal drie jareu duren. De keizer bepaalt tijd en plaats der verga deringen, die niet openbaar zijn; de opper-pre- sident zal het recht hebben om die zelf of door middel van een vertegenwoordiger bij te wónen adn de uitspraken der commissie zal ook het gevoelen der minderheid moeten vermeld worden. lu den rijksdag is beraadslaagd over het wetsont werp tot invoering der qjksmuntwet in Elzas-Lotba- ringen. Bij. die gelegenheid heeft de rykscommissaris Michaelis de ongegrondheid aangetoond der bewering, dat gebrek aan gouden munt zou bestaan. De geheele uitroer van goud naar Engeland, het Russische en Nederlandsche goud daaronder begrepen, heeft gedu rende de eerste 8 maanden de jaars 50,000 pomhn bedragen. In het rijkstand is hot Frans he goud ’verdwenen en door zilver vervangen, zon er drtt Duilscii goud daarheen «gevloeid is daardoor is ge brek aan goud ontstaan, maar thans weder verholpen» Onder de boeken en geschriften, die dageljjks de pers verlaten om in de wereld te gaan en daar meer of minder opgang te maken, al naar mate de degelijkheid, het boeiende of belangrijke van den inhoud, zijn er vele, die slechts een zeer kort leven genieten en die onbekend en onbemind verdwijnen tot spijt van auteur en uitgever en die alleen nog kunnen dienen om door den een of anderen ondernemenden boek handelaar gevoegd te worden bij eene groote verzameling van weinig beteekenende werken die voor een klein prijsje worden aangeboden met de kans voor de koopers om een of ander kostbaar boek of ander voorwerp op den koop toe tekrjjgen. Bjj het in de wereld verschenen van geschrif ten, die bestemd zjjn een langer leven te ge nieten is het wellicht niet ongepast daarop de aandacht te vestigen en het kan, meenen wij, zjjn goede zjjde hebben de geboorte van een boek aan te kondigen, dat reeds dadeljjk bij die geboorte voorspelt, uithoofde van degeljjken inhoud en behandeling van gewichtige onder werpen door ieder gekend, door ieder gelezen verdient te worden. Van een dergeljjk gehalte belooft een dezer dagen nieuw uitgekomen tijdschrift te worden Vragen des tijde" geheeten, dat onder redactie van gunstig bekende personen bjj de hh. Kru- seman en Tjeenk Willink te Haarlem wordt uitgegeven. Zjjn de namen der redacteurs 4. feu Mm W HahieVan 8. van Houten, A. Kerdjjk, B. H. Pekelharing en J. D. Veegens reeds een, waarborg voor den goeden inhoud, na de kennismaking met de le afl./moet men inderdaad deze nieuwe uitgave met vreugde be groeten en met aandrang den wensch uiten, dat de belangstelling van het publiek groot genoeg moge zjjn em haar een blijvende plaats te ver zekeren onder de beste tijdschriften van Ne derland. In dit tijdschrift zulleh de maatschappelijke en staatkundige vragen van den dag Worden behandeld en de openbare meening ten gunste van de vereisehte hervormingen worden gestemd. In de le afl. spreekt Mr. A. Kerdjjk lid van het hoofdbestuur der vereenig ng tot bevor dering van het volksonderwijs in Nederland, wier manifest wjj onlangs mededeelden een woord over de onderudjs-kwestie, die voorzeker de openbare behandeling ten volle verdient en waarop wjj meer in ’t bjjzoiider de attentie willen vestigen'. „Zal bjj”, zegt de séhrjjver „die met nieuws gierigheid dezeeerste aflevering van een nieuw tijdschrift ter hand neemt, min of meer wre velig worden bjj het lezen der woorden, die aan het hoofd dezer regelen staan? Ónmogelijk acht ik dit niet. Al weder die schoolkwestie! Heefh men er ons niet reeds sinds jaar en dag mede geplaagd en verveeld? Heeft zij niet bjj 4 de meeste verkiezingen een hoofdrol gespeeld, die maakt dat elke kruidenier in den lande haar kent van al onze kwestiën wellicht de èbnige, die deze eer geniet? Heeft zij niet bjjna jaar in jaar uit de volksvertegenwoordiging een goed deel van haar kostbaren tjjd doen ver spillen Én zjjn niet allen, die vrijzinnig den ken, eenstemmig in de meening, dat een oplos sing, zooals die alléén de kerkeljjke partjjen werkeljjk bevredigen kan, eene onmogelijkheid is? Waarom baar dan dezerzjjds op nieuw ter sprake gebracht? Waarlijk, men moet rekenen op eene onuitputteljpre welwillendheid van de zijde van het putiliek, indien men zjjne belang stelling denkt te winnen door de behandeling van eenonderwerp,, waarvan het zoo ten völle En toch hij, die zoo spreekt oordeelt opper vlakkig, oordeelt onjuist. Want de heer Kerdijk wil juist niet opnieuw de «cAoolkwestie ter sprake brengen maar veeleer naast haar de on- derwijs-V-ereBÜe aan de orde brengen of ten minste op de noodzakelijkheid wjjzen om die kwestie tot bevredigende oplossing te brengen. Wat is eigenljjk de onderwjjs-kwestie? /Dat is eenvoudig de vraag hoe wij uit den tegen woordig bestaandeu toestand van gebrekkig on derwijs en hoogst onvoldoend gebruik daarvan zullen komen tot goed onderwjjs, waarvan be hoorlijk gebruik wordt gemaakt. De heer Kerdjjk behandelt in ’t genoemde artikel dit vraagstuk niet in zjjn geheel, maar ijtelt zich voor achtereenvolgens in de Vragen des tijde de hoofdpunten daarvan afzonderlijk te behandelen. Tot heden bepaalt hjj zich tot de omschrij ving van het vraagstuk en om de overtuiging te verlevendigen dat„hier moet worden gehandeld; handelen doet zóózeer nood, dat „elke dag, in werkeloosheid doorgebracht, het gevaar vergroot” De schrijver”beantwoordt voorts de vraag: waaraan moet het worden toegeschreven, dat in weerwil van de toenemende belangstelling in het volksonderwijs er nog over 't algemeen zoo weinig verbeterd is Hoe komt het, vraagt de schr., dat de eerste stap tot algemeens verbete--o--j-- r- ring van dezen toestand nog moet wórden gedaan ?-'politiek leven der natie te versnellen De verklaring daarvan zoekt hjj in de zwakheid der afgetreden regeering en in de diep bedorven politieke atmosfeer, waarin°wjj leven. Dat het ministerie-Heemskerk de onderwijskwestie tot een goede oplossing zal brengen, acht de heer Keadjjk niet onmogeljjk, doch ook lang niet ze ker. „Wie weet,” zegt hjj, „hoe spoedig de liberdle party door de zegeviering der clericale elemen ten in het kabinet en de daaropvolgende tegen stand bjj volksvertegenwoordiging en natie weder genoodzaakt zal zjjn de teugels van het bewind in handen te nemen?” En in dat geval moet verbetering van het onderwjjs nu. 1 van het programma zjjn. De tjjd tot voorbereiding voor de liberale partjj is echter nog aanwezig. Die tjjd moet nuttig en ijverig worden gebruikt. „Geen beter middel-ofti haar daartoe te bren gen" aldus eindigt de heer Kerdjjk „dan een krachtige druk van de zjjde der openbare meening. Die te bewerken en luide te doen spre ken, moet dan ook het streven zyu. De lauwen moeten warm gemaakt, de onverschilligen tot belangstelling gewekt, de ongeloovigen tot beter oordeel gebracht worden. Mogen zy, die gereed staan aan dat werk de handen te slaan, bjj alle weldenkenden de medewerking vinden, zonder welke zjj machteloos zjjnAan geen edeler zaak kan het Nederlandsche volk toonen, dat de kracht der vaderen nog niet in hem is uit/ gedoofd.” Behalve dit zeer lezenswaardig artikel van den heer Kerdjjk die in deze zelfde afleve ring nog een stuk schrijft naar aanleiding van het Eieenacher congres bevat deze aflevering een artikel van den heer Veegens, getiteld: „herinneringen en vooruitzichten". Hierin wordt behandeld: de verwerping door de 2e kamer van het wetsontwerp tot herziening van den census, de aanneming van ’t bekende wetsvoorstel van den heer van Houten om overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen tegen te gaan en ten slotte eene beschouwing over het nieuwe ministerie. Hoewel de wet-vau Houten den heer Veegens in de verte niet 'voldoet, schenkt de aanneming hem toch eene aangename herinnering als een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1874 | | pagina 1