Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BUITENLAND. Buitenlandse!) Overzicht. 1874. Vrijdag 2 Januari. jjo 1459 Voorts strekt tot informatie van da Belanghebbenden De DaoouLzzvkaFoutuun. vauBgaoes LIzzhpoobw. ."oor ingezeten wordt gehouden: Art. ie. De inschrijving .geschiedt: Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven: „EBiX GELUKKIG JAAR.’’ dare 2e en 3* lin- .ijn toegrzonden de op etteu lol het benoemen 'ttlKDK KAMER dek Kie- bben fr fy'inat- jj^/ngen ièu negen V «f ,wbsom si usli' IsïwA? I »Lc «ï#T irgeuieester Secretaris, INSCHRIJVING VOOR DE Nationale Militie. TWEEDE KENNISGEVING BURGEMEESTER cu WETHOUDERS der ge- ile Gouda, gezien de wet ran deu 19den An us 1861 (Staatsblad n°. 72), betrekkolyk deXa- ale Militie, herinneren by deze alle belanghebbenden aan hunne rerpligting tot bet doen ran aangifte ter inschrijving voor de Nationale Militie, in de maand January 1874, en brengen ter hunner kennis de vol gende bepalingen der genoemde wet Art. 16. Jaarlijks worden roor de Militie inge- achteren alle mannelijke ingezetenen, die op deu laten aMOt ben-., weit die, wonende in de wijken K, L, M, N, O, F, Q, R, S en T op Zaterdag den 26° January 1874. dat bet register ran myShryviug op den 81° January, des namiddags ten 4 we voorloopig wordt gesloten en zjj, die alsdan verzuimd hebben de roorschreren aangifte te doen, iugerolge art. 183 der Wet vervallen in eene boete ran 25.-tot/100.- dal ieder, die roor de Millitie moet worden inge- schreven, zich behoort te roorzien ran een extract uit bet geboorte register, hetwelk bij de aangifte moet worden medegebragt. dat dit extract aan hen, die binnen deze gemeente zyn geboren, op hunne aanvrage, op bet Bureau ran den burgerlijken stand gratie zal worden uitgereikt, terwyl zjj, die elders geboren zyn, zich ter Gemeente secretarie kunnen aanmelden, ten einde genoemd ex tract run het Gemeentebestuur hunner geboorteplaats te doen aanvragen, eu dat een ieder gehouden is te zorgen dat hij bij de inschrijving Wijk en Nummer zijner woonplaat* juist kan opgeren. Gouda, den 30" December 1873. Burgemeester K EN ïl ISG E V IN G- De VOORZITTER ran den BAAD der gemeente Goudabrengt ter openbare kennisdat aan de Kiezers in deze gemeente oprot pingsbrleren en slembuj ran EEN LID ran on 1 STATEN-GENERAAL en dat wanneer eeni| zer zijn stembriefje rerloren of er geen mogt‘j ontrangen, hij zien tot bekoming daarvan t lelijke Secretarie ral kunnen vervoegen dat de lulerering der stembriefjes zal a op den 6° January aanstaande, des morgens en eindigen des namiddags ten 4 uie; dat het stembriefje sekrijtelyk ingemild, door den Kiezer, in persoon in de Stembus moet gestoken worden dat geen ander stembriefje dan dat hetwelk ran het zegel der Hoofd plaat sen ran het Hóófd- en ran het Onderki sdistrict roorzien is, mag worden ge bruikt dat do in bet brirfje in te rullen persoon, dui delijk, met naatn eu voornaam moet worden aange wezen dat Het briefje niet onderteekend mag zyn en geeue andere briefjes omvatten of daaraan opzettelijk zyn rastgehechl. Gouda, den 31" December 1873. De Voorzitter voornoemd, VAN BERGEN UZEN DOORN. En zelfs de welvaart en weelde bleek, vooral na de geduchte handelscrisis in N.-Amerika, niet altyd op sóliden grond te zijn gelegd-, dol zinnige ondernemingen, zwendelarij en beursspel moesten vaak de inkomsten wat vermeerderen, opdat men dan toch meer zou schjjnen dan men was, om bjj het keeren van den kans mo reel en financieel te gronde te gaan met tal van slachtoffers achter zich, die misleid door hun goedvertrouwen of uit onkunde de zandgrond voor een rots hielden en wier toekomst thans slechts naar armoede wijst. Elders weer bleef de welvaart afwezig, hoewel de inkomsten aanzienlijk tóenamen. De ver- hooging der loonen heeft voor de arbeidende klasse in het algemeen nog niet dat gevolg gehad, dat men en van wenschte. Verkwisting, drank- verbruik vooral, schjjnen toegenomen tot schade van de welvaart, van de zedelijkheid, van de werkkracht. Dat de welvaart over 't algemeen toenemende is, bleek ook de opbrengst der belastingen, die verre de raming overtroffen en die een overvloed van geld ter beschikking lieten van de regeering, en haar daardoor de middelen aan de hand gaf tot hervorming. Maar ook in dat opzicht is 1873 een treurig jaar geweest. Werd aan de eene zijde een belangrijke som gelds gevorderd door den onvermijdelijken oorlog met Atchin, aan de andere zijde werd hervorming geweerd door de werkeloosheid van sommige leden van 't ministerie, maar niet minder door een zekere fractie der liberalen in de tweede kamer, die den jjver van meer werkzame ministers deed verflau wen, en oorzaak was dat er in 1873 zoo goed als niets werd tot stand gebracht, terwyl ieder een erkende dat op elk gebied hervorming drin gend noodig was. Moge 1874 ons meer stof tot vrede geven dan 1873Een gelukkig jaar moge 't zijn, dat heden is begonnen. Iedereen kan daartoe mede werken, behoort daartoe mede te werken, omdat wij leden zjjn der maatschappij, omdat ons geluk vastgeschakeld is aan het geluk van duizenden en 't ons dus niet voegt ons te gedragen alsof we alleen op de wereld waren. Dezer dagen hebben wij medegedeeld, dat da groot hertog van Mecklenburg-Schwerin bij gelegenheid van zyn verblyf te Rustock aan verscheidene personen do verzekering bad gegeven dat weldra pogingen zouden worden gedaan, om de herziening der grondwet tot een goed einde te brengen. Jhans hebben de beide regreringen officieel het volgende dienaangaande open baar gemaakt. Bij de sluiting van den gemeenschap- pelyken Landdag te Sternberg is, namens den groot hertog van Mecklenburg Schwerin officieel ter kennis van de leden gebiedt; «Z. K. H. heeft de overtuiging verkregen, dat een overeenstemming betreffende de beoogde grond wetswijziging niet tot staud kan gebracht worden, teuzy het tegenwoordige karakter der grondwet geheel worde veranderd. Ten gevolge daarvan zal een nieuw ont werp worden aangeboden, op zoodanige grondslagen berustende, dat een gewensebte overeenstemming ten aatniea van dit gewichtig onderwerp kan wordembe- reikt, enz." De groothertog van Mecklenburg-Strelitz heeft dit- zelfde denkbeeld in eeuigszins gewyzigden vorm be sproken beide Groothertogen hebben verklaard, dat j .eerlang een buitengewone zitting van den landdag i zal worden gehouden, ten einde de dringend gevor- I derde grondwetsherziening haar beslag te doen er in en langen." Inderdaad karakteristiek voor de Mccklenburgsche regeering is hetgeen verder, ten aanzieu van deze '-nnarij van het jaar bun l tlde jaar waren <ngetreden. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens of, zijn heiden overleden, wiens voogd inge- volgens de wet van den 28sten Julij 1860 "lad n». 44) j Hij, die, geen ouders of voogd hebbende, ga de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit aruzel vermelde tydstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblyf hield 3°. Rij, van wiens ouders de langstlevende inge zeten was, al ia zyn voogd geen ingezeten, mits by binnen het ryk verblyf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde ling, beboerende tot eenen staat, waar de Nederlan der niet aan de verpligte krygadieuat ia onderworpen, of waar ten aanzien der dieostpligtigheid bet beginsel van wederkeerigheid ie aangenomen. 1». Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, ia deze overleden, de moeder, of, zyn bei den overleden, de voogd woont; 2°. Ven een gehuwde en ran oen weduwenaar in de gemeente waar hij woont 8°. Van bem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze ia achtergelaten, of wiene voogd buiten *s lande gevestigd is, in de gemeente, waar bij woont i 4*. Van den buiten ’elands woneaden zoon ran een Nederlander die ter zake van ’s lande dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zyn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. 1°. De in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander ie 2°, De in een vreemd Ryk verblijf houdend* on- derlooze zoou vau een vreemdeling, al is zyn voogd ingezeten 8°. De zoon van den Nederlander, die ter zake van ’e lande dienst in 's Rijks overzeese!» bezittingen of koloniën woont Art. 18. Elk die volgens art. 16 behoort te wor den ingeschreven, is verpligt zich daartoe by Burge meester en Wethouders aan te geven tuschen den laten en 81steu January. Bij onge-teldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zijn Vilder, of, is deze overleden, zyue moder of, zijn beiden overleden, zyn voogd tot bet do<n van die aangifte verpligt. De wyze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet, wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hy, die eerst na bet intreden van zyn 19de jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geren bij Burgemeester an Wethouders der Gemeente, waar de inschryving, volgens art. '16, moet geschieden. Daarby gelden de bepalingen der snede van art. 18. Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. ■Burgemeester en Wethouders voornoemd, roepen dien tengevolge de ingezetenen, die in bet jaar 1865 z/i geboren, en overeenkomstig het vorenstaande in deze - Gemeente tot aangifte verpligt zijn, op, om zich op de volgende dagen eu in de daaruy vermelde orde, j te doen inschrijven, te weten: die woonachtig zijn in de wijken A, B, C, D, E, F, G, H en I op Vrijdag den 25" January 1874, en Met dien wensch van den dag komen ook wjj heden onze lezers te gemoet. Een gelukkig jaar in uwe woning, in nwe omgeving, in ywo ondernemingeneen ge lukkig jaar voor onze gemeente en ons vader land Het jaar 1873 is voor velen niet zoo geluk kig geweest, als bij den aanvang werd gehoopt ook voor land en volk kan het niet tot de ge lukkige worden gerekend. Wel heerschte er welvaart en weelde onder sommige klassen der maatschappij, wel bloeiden handel en industrie en landbouw en worden markten en magazijnen overstroomd door pro ducten, muur dok menigeen ging gebogen on der de dure tijden en de eiscuen van het zoo genaamd fatsoen. Hoe dikwjjls reeds is er gewezen op de schrale bezoldigiug/ljek onder wijzers, der leden van de rechter!ij«jraiaoht en zoo vele anderen, die in 's lands dierfet zij: hoe weinig heeft de welsprekendheid der cijfers gebaat G0UDSCHE COURANT. en Wethouders voornoemd, De Burgemeester,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

GC | 1874 | | pagina 1