Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
IEL
N° 1615.
BUITENLAND.
L
neel
Zondag 3 Januari.
19.
7 ore,
m.
ENGELAND en NEDERLAND.
Buitenlandse!! Overzicht.
i der
ij
Vrienden
plaats,
Pruidmi.
SRT,
ran Politie.
SLEN.
op heden,
or den zeer
Boekhan-
GOUDSCHE COURANT.
EEREN’S
ïh
IEK
akken’van
rheid,
1500 tus-
ren. Naar
Hoogduit-
igelin-
■watke
•llende
or de
)der-
bo
nst,
Jocto-
ƒ!.-
csaan-
P. J.
OOP;
NAz.
^'rancher,
tingin.
Ika 00.35.
.nde
C0.55
>un-
leit.
0 0.75
am.
C-B 0.35
?d« voor-
.r
rouda.
maakte, en geteekend door Rinio de Primo en Cano*
ras Castillo.
zrHet leger ran het centrnm eh het Noorderleger,
de garnizoenen van Madrid en in de provincies heb
ben Prir s Alphonsus tot Koning geproclameerd.
Madrid en alle steden in Spanje beantwoorden deze
proclamatie met geestdrift, Primo de Rivera is kapi-
tein-generaal van Madrid, Canovas Castillo is hoofd
van de Alphonsische partij. Wij verzoeken Uwe
Majesteit dit bericht aan haren doorlichtigtn zoon
■edetedeelei), want wij weten niet, waar hij zich be-
bevindt. Wij wenschee awe Maj. geluk met deze
groote overwinning, die zonder strijd en zonder bloed
vergieten verkregen is.*
Het blykt dat men eenigszin» op deze gebeurtenis
voorbereid was, zoodat zelf te Madrid eenige voorzorgen
waren genomen.
Het nieuw samengestelde kabinet bestaat volgens
de verklaring van den nieuwen koning uit mannen
van alle partijen. Romero Robledo heeft daarin zit
ting als minister van binnenlandsche zaken en Sala-
seiria als minister van finaniieu.
Serrano beeft zich naar gemeld wordt, bij de be
weging aangesloten.
Onder de laatste berichten vinden onze lezers nog
eenige tijdingen aangaande deze zaak, die de oogeu
van Europa weder met vernieuwde belangstelling op
Spanje doen slaan.
Donderdagochtend is te Parijs Ledru Rollin in
den ouderdom van 61 jaar overleden.
Verschillende omtan lig heden maken dat de her
vatting van den parlementairen arbeid in onderschei
den landen met belangstelling wordt te gemoet gezien.
Terwijl de aanstaande behandeling van bet wetsontwerp
op de instelling van oen rijksbank in den Duitoeben
rijksdag de groote quaestie van den dag is, wordt
thans in Berlyn een andere besproken, die evenzeer de
politieke hartstochten in beweging houdt. Men verM-
kert ui. dat tengevolge van den laatsten crisis, naar
aanleiding der resokitie-von Hoverbeck eene scheuring
te wachten is in de gelederen der natiouaal-liberale
leden van den ryksdag. Lasker en de zyuen, die voor
genoemde resolutie hebben gestemd, zouden zich wil
len afscheiden van hen die tegen stemden en den
rijkskauselier getrouw bleven Een dergelijke handel-
wijze zou zeker niet strekken om de stemming van von
Bismarck te verbeteren, die er zich steeds over be
klaagt, dat h|j, na de Jnpker-party te hebben osge
laten en steun te hebben gezocht bij de natu>.<a»l-
liberalen, niet op die meerderheid kan rekenen w ar-
aan hij behoefte heeft. Lasker c. 9. willen wel de
politiek van de regeering blijven steunen, maar zich
volkomen vrijheid van handelen voorbehouden. Dit is
echter niet wat de rykskauselier en de Duitscbe regee
ring willen: zy moeten een gedweeë meerderheid
hebbenhet parlemeutaire beginsel is in Duitschlaud
op lauge na niet zoo sterk ontwikkeld als in andere
landen waar hel meer op historischeu basis rost, en
vandaar dat de regeeringeu van Duitschland het par
lement meer beschouwen als een noodzakelijk kwai<|
uit den drang der omstandigheden ontstaan maarutat
onderdanig behoort te wezen a<tn de regeeriug. Het
geringste verzet van de vertegenwoordiging is daaróm
voldoende om den toorn van van Bismarck en andere
ministers op te'wekken, en naarmate de eigenlijke
parlementaire begrippen meer tot het volk cn zijne
afgevaardigden zullen doordringen kan men in Duitaci-
land meer botsiugen dan elders tus»cheu regeering en
parlement te gemoet zien.
De gemengde tiuancieele commissie, benoemd inge
volge art. 11 der additioneele bepalingen vau bet
Frankforter vredesverdrag, is thans weder ijverig aau
den arbeid. Heeft zij deze taak geëindigd, dan zal
zy daarmede tevens haren werkkring beehiiien. De
commissie houdt zich thans bezig met de regeling der
geldelijke aangelegenheden, in verband met ue wy/i-
ging. die de grenzen van sommige bisdommer!, zoo
Fransche als Elzas-Lothnringsche, hebben ondergaan.
Men verwacht, dat die arbeid nog vele maandeil zal
vorderen, uant om de vraagpunten, welke daarbij op
rijzen, te beslissen, zullen de leden der commissie zich
moeten begeven naar de daarbij belrukken plaatsen.
Het geldt namelijk de regeling van hei kerkelijk ver
mogen van vele dorpen en steden, welke vroeger tot
andere bisdommeu behoorden, de vaststelling der las-
L
Niets ia natuurlgker dan dat wg, zonen van
bet kleine Nederland, zoo nu en dan eens bui
ten onze grenzen kijken en vóór wij onze toe
standen beoordeelen, bestaande zaken wgzigen of
hervormingen invoeren eens zien hoe onze bu
ren in die zaken handelden, welke toestanden
daar worden gevonden.
Bij vergelijking met andere staten valt ona
oog dan al in de eerste plaats op Engeland,
dat bü eenige overeenkomst wat regeeringsvorm,
aard der inwoners en meer dergelgken groot ver
schil aanbiedt wat andere zaken betreft. En
dat zelfs die overeenkomst dikwerf alleen nog
slechte denkbeeldig, slechte oppervlakkig bezien,
waar is, bewees een voor eenige jaren versche
nen brochure,die geopend werd doordevol-
gende woorden, geuit ten opzichte der parle
mentaire regeering hier te lande:
„Wanneer men bg ons te lande het nu en
dan vaagt onze volksvertegenwoordiging en
onzen regeeringsvorm met den naam van par
lement en parlementaire regeering te bestem
pelen, dan geschiedt dit niet zonder dat van
verschillende zgden ernstige tegenspraak wordt
uitgelokt. „Parlementaire regeering” zoo hoort
man dan ongeveer beweren ,,is eene plant die
niet hier te lande, maar uitsluitend op Engel-
schen bodem tehuis behoort en aldaar zoo nauw
verbonden is met de historische ontwikkeling
en het eigenaardige volkskarakter, dat zjj met
straffeloos ha vreemde aarde kan worden over
gebracht Tusschen de bepalingen der Neder-
bmdsche Grondwet en het onbeschreven Engel-
sche staatsrecht bestaat eene groote klove en
men hoede zich de constitutioneels monarchie,
geljjk wg die kennen en waar behoudens er
kenning ran den invloed der volksvertegen
woordiging toch de souvereiteit, bet zwaarte
punt van het gezag bij de kroon berust, te
verwarren met de parlementaire regeering in
Engeland, alwaar de kroon slechte een schijn
van souvereiniteit bezit en de hoogste macht
zich inderdaad bevindt in handen, van het par
lement. Wil men een bewgs, het is niet ver
te zoeken. Immers in Nederland bestaat niet,
gelgk in Engeland, de verplichting voor de
kroon om zich bg de benoeming vau nare raads
lieden door de telkens veranderlgke meerder
heid van het parlement te laten leideninte
gendeel die benoeming is bij ons geheel aan
het welgevallen der kroon overgelaten en een
enkele blik op art. 73 der Grondwet is voldoende
Om ons dit kenmerkend onderscheid tusschen
de Nederlandsche en Briteche staatsinstellingen
te doen gevoelen.”
Die beweringen zjjn overdreven en met goed
gevolg heeft de schr. van gemelde brochure
dan ook getracht het verkeerde in die bewerin
gen aan te toonen.
Doch niet alleen ten opzichte van regeerings
vorm komt men er onwillekeurig toe Neder
land en Engeland te vergelijken, ook in andere
opzichten ligt eene vergelijking dezer beide staten
voor de Hand. Valt eene zoodanige vergelij
king ten voordeele van Nederland uit?
Met belangstelling namen wij daarom een
boekje ter hand dat, dezer dagen is uitge
komen, getiteld'; „Blikken in het innerlgk
leven van Engeland en Nederland", en hoewel
het ons bg kennismaking in menig opzicht is
tegengevallen en slechts hier en daar grepen
doet uit Engelsche en Nederlandsche toestan
den, waarbg dikwerf, op hoogen toon veel wordt
beoordeeld en veroordeeld, zonder schijn van
bewgs bg te brengen is er aan den anderen
(•)Mr. D.j. Mom Visch, Parlementaire regeering.
kant hier en daar wel iets in, dat de moeite der
kennisname waard is.
De blikken in Engeland zgn niet van de
hand van den ongenoemdeti persoon, die de
blikken in Nederland schreef; maar hebben wg
te danken aan den heer Eduard Jenkins, die
ook hier te lande bekend werd door zgn werkje:
„Giiue'e Batrij: hie birth and other misfortunes”
dat onder den titelMurk’s twaalfde' door J°.
de Vries in het Hollandsch is vertaald. Deze
schrgver hield in '73 eenige lezingen in Ame
rika over Engelsche toestanden, welke lezingen
werden uitgegeven en nn onder bovengenoem
den titel zgn vertaald.
Uit de beide afdeelingen van het werkje
vinden hier een paar aanhalingen een plaats,
die naar ons oordepl aan Nederlandsche burgers
welkom zullen zgn.
De 4 voornaamste gevaren, die de Engelsche
samenleving bedreigen, vinden volgens den heer
Jenkins hun ontstaan:
1°. In de pogingen van de hoogere of rjj-
kere standen om de toenemende macht van den
werkman tegen te gaan en zjjne billijke eischen
tegen te werken.
2’. In het reusachtig pauperisme, dat van de
belastingen leeft en dat op zoo verschrikkelijk
geheimzinnige wjjze zich schoot voort te planten.
3°. In de vreeseljjke en onvergefelijke macht
der vernedering, die met toenemende dwinge
landij door den sterken drank wordt uitge
oefend. En eindelijk
4’. In het volslagen gebrek aan zedeigke en
stoffelijke aansporing tot spaarzaamheid en eer
zucht onder den werkenden stand.
Deze vier punten worden nader ontwikkeld
en o. a. hetgeen gezegd wordt over dronkenschap
en pauperisme is ook gedeeltelijk voor Neder
land waar „als er b. v. staat, dat het aan ieder
kan worden overgelaten na te gaan welk een
vreesselgke onderwerp de dronkenschap is, ter
wijl het toenemend drankverbrnik elke drie
maanden grooter inkomsten in de schatkist
doet vloeien, inkomsten, die vooral betaald
worden nit de loonen der arbeidende klasse”,
al is het volgende meer uitsluitend op En
geland toepasselijk.” Het gebruik van sterke
dranken is thans een welgeordende ipacht in
den staat, het zendt brouwers naar het parle
ment, helpt de Anglicaansche en de Roomsche
geestelijkheid, vernedert de staatsinstellingen en
demoraliseert zelfs het gouvernement, dat vaak
genoodzaakt is, conditiën te maken met den al-
verwoestenden dwingeland. Tegen die en tegen
het derde gevaar, het pauperisme, strijden de
mannen der afschaffing en de liberale hervor
mers, ze strgden met edele geestdrift en niet
hopeloos;" hoewel wg moeten opmerken dat die
hoop bg ons wel groot, doch de verwachting
klein is.
Hoewel vei l ook in Engeland nog verbete
ring behoeft vindt de heer Jenkins den toestand
aldaar niet hopeloos, omdat Engeland steeds
toonde inwendige kracht te bezitten.
Geeft ook Nederland van die inwendige
kracht bljjk?
Het groote nieuw» is dat Alpbousus, Isabella’s
zoon, Prins van Asturie, tot koning >an Spanje is
geproclameerd en door het grootste gedeelte van het
leger als loodauig erkend is.
Bij de Volgende depêche is daarvan aan de ex-
koningin Isabella kennis gegeven, gedateerd op het
ougeubltk dat het oude jaar voor het nieuwe plaats