Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1875. N* 1624. I. IEJL Zondag 24 Januari. f Ier. m. Kiezen el, da* de ui. dr. i, die ieder kan legge* kiezen el erdere var- L ater Nationale Militie. GEMEENTERAADSLEDEN." I ista i I GOUDSCHE COURANT. en «trekt maken, om land leesek tneel door bet onljjk zo* r ook het liter wordt. winkelier hun bij F. leijn C°, I. L. F. C. te Utrecht rau Wind- bü T. J. Wolff. dgetin- zwakke ellende >or de ader- t be- inst, Docto- Z1- isaan- P. J. OOP; ■N At. 'per flacaa ische tand hel tand* hindert de sec tanden tn. terwijl nadedlge ene aan/f- r een kort rtkomt. ’’raneken. ingin. got. C».« ner. C-B 0.-34 an- B0.7# kaC0.$ nde C 0.55 un- •eit. 0 0.75 am. C-B 0.95 ids voor- r louda. zich op een goed verstand kan beroemen, zon der dat hij liefde en belangstelling gevoelt voor het algemeen belang Mannen, die d**r- voor onverschillig zijn, die niet gevoelen dat het ieders plicht is mede te werken tot het ge luk der maatschappij, die niet gaarne een ge deelte van hun tijd, van hunne genoegens, van hun geld des noods willen opofferen voor het belang van hun land, van hun gemeente be boeren niet in den raad, al zjjn ze nog zoo knap, al zjjn ze in andere opzichten nog zoo geschikt. - Alleen zij, die bovengenoemde vereischten in zich vereenigen, mogen de eer genieten doof hunne medeburgers te worden afgevaardigd taf raadszaal. En wilt toch niet gelooven, dat het zooveel moeite zou kosten om te onderzoeken of dto candidaten aan die vereischten voldoen. Koe vele malen is men niet in de gelegenheid on te zien, welke menschen toonen iets over te hebben voor het algemeen belang. Zij, die zich meestal onttrekken wel is waar onder aller lei schoou-.-chjjnende voorwendsels, maar toch zich onttrekken wanneer hunne medewer king, persoonlijk of geldelijk, gevraagd wordt voor een goed doel, voor een menschlievende inrichting, voor een edele zaak, zij verdienen nwe stem niet bij de verkiezing voor raadslid. Wilt voorts toch niet in de eerste plaats let ten op mannen, die bij openbare gelegenheden sierljjk 't woord voeren. Hoe dikwgis bedekken schoon-klinkende woorden en effect-makende uitdrukkingen den zinledigeu inhoud eener onbe- teekenende speech Voorzeker wy begeeren geen zwijgers in den raad. Menschen, die nooit, bij geen enkele gelegenheid eens behoefte ge voelen 't woord te voeren, nimmer eens den aan drang bjj Zich voelen opkomen ook hun opinie te uiten, loopen groot gevaar verdacht te wor den geen opinie te hebben, doch wjj gelooven bjjua dat wij hen nog verreweg zouden verkie zen boven dezulken,die steeds en voortdurend het woord vragen, die bjj elke zaak, bjj elke qusestie, bjj elke gelegenheid hun wijsheid ver kondigen, Hnn duitje in den zak werpen, ook al kunnen zij geen nieuw licht over de zaak verspreiden. Vele kiezers doen eene slechte keuze, daar zij door vooroordeelen verblind worden. Deze wil slechts mannen in den raad, die aan een aanzienlijk vermogen zekere voornaam heid paren. Hjj noemt de zoodanigen onafhan kelijk, alsof slechts hij die voor den invloed van het geld niet behoeft te bukken, zoo mag genoemd worden en alsof niet veeleer diegene, welke, ofschoon onvermogend, toonde flink ge noeg te zjjn om alles te durven trotseeren ter wille zjjner overtuiging, met het volste recht dien eerenaam verdient. Gene stemt wel toe dat rijkdom geen ver- eischte is voor het lidmaatschap van den raad, maar liefst toch ziet hij de deftige zetels in de deftige raadszaal bezet door personen in elegante kleeding en van fijne,manieren, die ze-mogen dan al niet door hunne geestvermogens uitmun ten of nooit van bun flink, eerlijk karakter blijken gegeven hebben, dan toch het niterljjk vau beschaafde menschen vertonnen. Een‘derde is van een geheel andere opinie. Niet die deftige heeren hooren in de vertegen woordiging, maar kinderen uit het volk, die de behoeften, de gewoonten en begrippen van hun's gdjjken bet best kennen en die ten minste een goeden wil hebben wat veelal bjj die deftige personen ontbreekt om het volk tegemoet te komen in zijn wenschen, om het zijne lasten zooveel mogelijk te ontnemen, en kalmte ea voorspoed op zijn levensweg te bezorgen. Een goed oordeel gepaard aan een flink ka rakter, een zekere mate van kennis en een warm hart voor de openbare zaak. Een goed oordeel. Men hoort vele menschen in gezelschap, in vergaderingen en particuliere gesprekken hun zoogenaamd oordeel uiten, hetwelk meestal eene veroordeeling is, doch hoe dikwyls wor den daarbjj ®f >n geheel geene gronden aangevoerd, of zoodanigen, die met een enkel woord kunnen worden omvergeworpen Een oordeel behoeft niet met zekere aanmatiging uitgesproken wat sommige meenen maar moet op deugdelijke fondamenten rusten, ge baseerd zijn op gronden, die den toets vaneen gestreng onderzoek kunnen doorstaan. Alleen een dergelijk oordeel kan een goed oordeel wor den genoemd. Verkiest men menschen tot raadslid, die een dergelijk oordeel hebben, dan is men zeker in de raadszaal niet van die on- beteekenende praatjes te hooren houden, niet van die ongemotiveerde stellingen te hooren niten, die by de minste wederlegging in duigen vallen. Mannen met een goed oordeel laten- niet van die onbekookte gezegden hooren, die den ver- standigen hoorder slechts «en glimlach afpersen en die voor de eer der vergadering en niet ’t- minst voor die van den spreker zoo spoedig mogelijk vergeten moeten worden. Raadsleden moeten vóór alles een goed oordeel hebben om in zaken, op zoo vurschilldnd gebied, juiste be slissingen te kunnen nemen, om niet alleen te letten op de directe gevolgen van een besluit, maar ook op de verre toekomst der gemeente. Een flink karakter. Tot het bezit daarvan behoort meer dan men oppervlakkig 2ou denken. Het openbaart zich op verschillende wjjzeu. Kenteekeneu zynrond borstig zjjn ongel jjk bekennen, zoo men daarvan overtuigd is; niet om bjjredenen zijn opinie veranderen ofverzwjjgenzoo noodig tegenover een geheele vergadering, tegenover een algemeen heerschend gevoelen, tegenover een door de groote menigte aangebeden vooroor deel, zjjne eigen opinie verdedigen en al wordt men veroordeeld, verdacht gemaakt, zelfs bespot en uitgelachen, toch volhardenboven alle vriend schap de waarheid huldigen. Een flink karakter heeft alleen hjj, die toont zelfstandig te zjjn, die bewjjs geeft aan gee- nerlei leibahd (’t zij dan een kerkelijke of an dere) te loopen, die wel zich anusluit aan een party, die de sympathie, welke hjj gevoelt voor mannen, wier ideeën hij in hoofdzaak is toe gedaan toont en zijn antipathie lucht geeft, doch geen partjj-man genoeg is om ook de feilen zjjner eigene partij niet in te willen zien en die ten sterkste af te keuren. Een zekere mate van kennü. Geleerden, veel-weters behoeven niet in den raad te zitten, maar wel mannen, die wat ge leerd hebben, die eens om zich heen hebben gekeken in de wereld, die hebben leeren denken, die dus goed ontwikkeld zijn. Het mag niet vergeten worden, dat raadsleden over allerlei zaken moeten oordeelen en omdat juiet te doen moeten zij zekere kennis hebben, om te voor komen dat zjj geljjken op den blinde, die over kleuren mede ging spreken. Hoe wil b. v. iemand over onderwijs-zaken oordeelen, en om trent instellingen van onderwijs beslissingen nemen, zonder zelf goed onderwijs te hebben genoten en daarvan geprofiteerd te hebben of zich door eigen studie en zelf-ouderricht voor gebrék aan onderwijs schadeloos gesteld te hebben Een warm hart voorde openbare zaak. Wat toch baat het of een raadslid kennis bezit en KENNISGEVING. BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van Goud* doen te weten, dat bet register ren iusehrij- ving aet de alphabetisebe oaanlgtt, van hen, die in bet afgeleopeu jaar in deze gemeente voor de Militie zg» ingeschreven, van den 22u January tot eu met den In February aanstaande, (de Zondag uitgezondeid) des voormiddag* van 10 tót des na middags 1 ure, op de Secretarie der gemeente roor de belaaghebbeudeu ter lezing zijn uedergclegd en dat tegen register eu lyst bezwaar kan wordeu inge- bragt bij den Commissaris des Kouings in deze pro vincie, door middel «au eeu met de uoodige bewijs stukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekeud door bem dia bet bezwaar iubrengt welk verioekacbnft vóór of op den In February 187J, moet worden ingeleverd by den Burgemeester dezer gemeente. Gouda, den 21n Januarij 1875. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, Dzooulzkvki Fobtuun. van Berokn IJzendoobn Het is niet onmogeljjk dat menig lezer van dit blad bovenstaanden titel ziende zjjne oogen weigert te gelooven en tot tweemaal toe net -woord, xwerteest om. zich te overtuigen dat hg zich niet vergist heeft. „Gemeenteraadsleden Wanneer de tjjd eener verkiezing voor de gemeentever- tegeuwoordiging daar was, dan zou wellicht een artikel daarover gepast zjjn, doch nu, terwjjl eene aftreding der raadsleden nog in de verte is, moet een dergeljjk onderwerp misplaatst worden geacht" Wjj zyn het niet eens met hen, die zoo spre ken en achten juist den tegenwoordigen tjjd geschikt, nu de gemoederen nog in rust zjjn en de hartstochten nog niet opgewekt. Op da gen aan eene verkiezing voorafgaande is menig een van hen, die in de openbare zaak belang stellen te zeer geneigd om dadelijk op het min ste woord, dat slechts echijnt te doelen op een bepaald persoon, vlam te vatten, zich dat woord aantetrekken en het te beschouwen als gezegd ten voordeele van een ander bepaald persoon. Miskend en niet goed begrepen te worden is nooit aangenaam en juist in die dagen vóór eene verkiezing worden vele, die anders billjjk en rechtvaardig gewoon zjjn te oordeelen, on billijk, onrechtvaardig in hnn oordeel. Dit alles ten nadeele van de goede zaak. Wy meenen dat het goed is juist in dezen halmen tijd een artikeltje over „gemeenteraads leden' te leveren. De gemeenteraadsverkiezingen hebben dit voor boven die van de 2e kamer, dat de kiezers hunne vertegenwoordigers en de candidaten, die dat worden willen, persoonlijk kennen. Terwjjl bjj de kamerverkiezingen te veel gekeken wordt door de oogen van kiesvereenigingen, zoo die bestaan, en' anders door die van een clubje in vloedrijke kiezers, wordt bjj die voor den Raad meer persoonlijk geoordeeld. Ieder kiezer kent de raadsleden, kan hunne vergaderingen bij wo nen, is in de gelegenheid hunne adviezen te hooren en dus meer of minder in staat een zelfstandig oordeel te vellen. Niettegenstaande dit alles wordt er toch dik- werf onjuist geoordeeld 1° omdat vele een verkeerd begrip hebben wat eeu raadslid voor een man moet zyn 2° omdat vele kiezers door vooroordeelen wonden beheerscht. Wat wordt er vereischt in een raadslid?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1875 | | pagina 1