ADVERTENTEfcw.
390*Staats-Lótérij.
Staten- Generaal
/W e% il JanSS.
i nqezoTd EN.
123" T J,A Afi 1SOO.
Burgerlijke Stand.
N. tak DE WïfeHooöfKORr.
Stolutijlurehii», 21 Jan. 1876.
Wif veruepien met genoegen, dat de commissie
-*iM» beoordeel*®#, benoemd door het hoofdbestuur
alfer hollaudsehe maatschappij van landbouw, yow
tfydge dagen uitspraak deed omtrent de beantw.Qof-
«liug der //prijsvraag over kaasbereiding." De prijs,
^le g >udcu medaille der maatschappij en 27 6>, is
toegekend aan een met veel zorg bewerkt, zeer ui^-
gebreid stuk, ingezonden onder het mottoPrediker
X vers la. By opening van het naambriefje
bleek de schrijver te zijn dr. P J. Hollmann, te
£dam. LandbCt.)
De Uitvoerings-commissie van het XlVde Neder-
Sarisch Taal- en Letterkundig Congres, te Maastricht
gehouden in Augustus 11., heeft, ter voldoening aan
•den door het Congres haar verstrekten last, de hh.
próf. Brill, te Utrecht, dr. L. R. Beynen, te 's Gfè-
vênhage, P. Frederieq, te Arlon en mr. H. A. L.
Hamelberg, te Arnhem, benoemd tot leden eener com-
inlssie van onderzoek naar de middelen en wegen om
■de eigenaardige banden in stand te houden en te
'bevestigen, die door stem- en taalverwantschap tus-
schen de beide deelen van Nederland ter eene en da
-Sfoidhfrikaansche Republiek en den Oranje-Yrijstaat
Her andere zijde bestaan, ten einde daaromtrent op
ipicii vólgend Cóngres verslag uit te brengen.
Den "28 n dezer zal voor den Hoogen Raad behan
deld worden de voorziening in cassatie van den
ptaéuteur-generanl bij het voormalig Prov. Gerechts
hof in Utrecht, als requirant tegen mr. E. L. Bosch
redacteur en uitgever van het ,/Utrechtsch Dagblad
door het Utrecbische Hof vrijgesproken van de aan-
Itl 'Cht van laster wegens het plaatsen van een bericht
ctfer den hakkar De Laat, ter zake van diens weg
vóering van zijn dochter naar een Roomsch Kfotho-
ttek gesticht. Mr. van Eek te's Hage zal voor mr.
Bosch optreden.
Op de jl. Maandag te Utrecht gehouden paarden-
itiarfe z^jn niet minder dan 48 paarden voor ver
schillende panrdeiislachterijen aangekocht.
- Men <J«clt 4e Amsterdam mede, dat de heer F.
Kistemaker zal optieden als directeur van een nieuw
te vormen tooneelgezelschap, dat aldaar voorstellingen
zal geven, in welk lokaal is nog onbekend.
{Bit.)
Donderdagavond ie het bekende drama Der Sturz
ilee kauw Jlka" van onze landgenoot© A. S. C.
Wallis, te Amsterdam opgevoerd. Te oordeelen npar
«Je Amsteidamsche critici is de opvoering vrij mid
delmatig geweest..
Maandag wordt het te Rotterdam opgevoerd even
eens door het Hoogduitsche tooneelgezelschap van
Amsterdam.
Eerste Kamer. Zittingen I geheelen dag in ds bitsere koude moéten staan. Eu
i wat zullen zij anders doen? De vlasbouw i9 voor de
helft mislukt en de strenge vorst belet het vlaswerken.
Het gebrek jaagt de arme menschen naar bet ijs.
Maar ziet, daar komt een commies der belastingen
1 en perst van ieder dier arme meuschen 85 ct. af voor
i een patent of verlof om 30 ot. daags te verdienen.
Er od de arme mensehen
4«* Memmen aangenomen en 3'"naar 't ijs drijft het geld moet er dadelijk zijn en
die het niet heeft, moet het leenen.of van het ijs.
85 centen, dat is drie dagen verdiensten, en het
ys is nog maar zes dagen rijdbaar en het dooit
nu sterk.
Zou de regeering het weten, dat de bekistingen
//betrekkelijk zoo gemakkelijk worden opgebracht?"
Zou zy het weten, hoe door de strenge toepassing
van eene ellendige patentwet de arme gedwongen wordt,
rich tot de armenkas te wendeu, omdat de wet hem
rijn zuür verdiende penningen ontroofd?"
In de zitting van Donderdag zijn met algemeene
stemmen aangenomen de hoofdstukken binuenlandsche
zikeu, marine en financiën. Bij de behandeling van
het eerrie had een kort debat plaats over het on
derwij».
Ia de zitting vAn gitteren is de oredietwét voor
oorlof met 18 tegen 4* Memmen aangenomen eii
daarna de begrooting van Suriname en hoofdstuk IX
(koloniën) met algemeene stemmen op een na. Bij di^
laatste hoofdstuk verklaarde de minister van koloniën^
iu antwoord aan dêrt beer Itaffteaa, dat consolidatie
vau <le fibgftiselen; eênibanl voor Indie vnstfcestfcW,
jioodig is, maar dat hij niet minister zou blyven,
ïodritt hij alleen steun sou vinden bij de uiterste rioh-
tier liberalen.
Xa' aantieming van hoofdstuk X is de kamer op
•fax» getaitfidea.
In het Zondagsblad van het N. v. d. Dag. van
16 dezerstaat het volgende te lezen:
^Mter fan 91 tnülioen heeft het Nederlandsckc volk
iu ïefgtfoopen jaar aan latten opgebracht.
fFij verheugen ons niet alleen maar vooral omdat
dit zoo aanzienlijk bedrag betrekkelijk too gemakkelijk
opgebracht wordt,'
'waar aanleiding daarvan wordt in de N. R. Ct.
in «en Ingezonden ttuk het volgende gezegd
„Wjtf noodigen steller van het stuk, waaruit wij de
bevwusUAade woorden aauhalen, uit, om eens hier
te komen zien, dan zal hij ontwaren, dat «dit zoo
aanzienlijk bedrag" niet zoo gemakkelijk wordt op
gebracht.
Door de Hoeksche Waard loopt een watertje, een
uur lang, van Maasdam naar Westmaas. Het heet
de Binnen-Maas en is bij goed ijs de verzamelplaats
der schaatsenrijders. Daar vindt men een 50tal zoo
genaamde tentjes, bestaande uit een paar houten en
daaromheen een rieten mat, waarachter een arme stunir
qperf zit met een tafeltje. Daar wordt bij sommigen
verkocht, maar er zyn er ook, die melk en
oliekoeken verkoopen en blijde zijn als zij 30 ct. per
dag verdienen en voor dat geld, voor die 30 Ct., den
Aan bet Hpndbl. wordt gemeld, dat by een der
laatste benoemingen vau officieren voor het O. I.
leger een serg.-majoor, na het afleggen van het ver
licht examen tot 2den luit. bij dat leger aangesteld,
na die benoeming voor den flienst is afgekeurd.
Vandaar het besluit, om al de adspiranten, zoowel
voor het leger hier te lande als in O. I., voor het
examen aan eene herkeuring te onderwerpen, welk
besluit al dadelijk is toegepast op de adspiranteu-
sergeanten by de hoofdcursussen, die nu voor het
examen staan en van welke er zijn, die reeds 8 jaren
den lande dienden toet gebreken, waarom zij nu
waarschijnlijk als officier niet in aanmerking zullen
komen. Het departement van oorlog heeft echter
tiog geene definitieve beslissing genomen.
Men leest in de Gemeenteslem het volgende:
«Reeds meermalen hebben wij ouze meening gezegd
over de oprichting' van abattoirs door de gemeente
besturen herhaaldelijk hebben wij op het nut van
dergelijke inrichtingen gewezen. Doch er zijn van
die zaken, waarop men langen tijd de aandacht moet
vestigen, voor het gelukt de belangstelling van auderen
daarin op te wekken. Zoo is het ook met de abattoirs.
Iedereen erkent, dat het meer dan tijd wordt, de
verontreigening van den bodem, door het bloed der
geslachte dieren, dat gedeeltelyk vrijen loop door
de goten en over de straat erlangt, tegen te gaan.
Iedereen gelooft, dat ook in andere opzichten de
abattoirs voor de openbare gezondheid nuttig zouden
zijn, maar de hand aau den ploeg te slaan, de kwaal
te verbeteren, daartoe schijnt men nog niet den moed
te hebben, en van besluiten om openbare slachthuizen
op te richten hoort men niet, ullhaiis niet in die
mate als de zaak vordert. Men bad nut recht mogen
verwachten, dat, nu allé twijfel aau 's raads bevoegd
heid om abattoirs op te richten (zie het arrest vau
den hoogen raad van den 11 den Mei 1855) door
art: 4 n". 2 der wet van den 2den Juui 1875 (Stil.
n°. 95) is opgeheven, van diebevoegdheid ruim
gebruik zou worden gemaakt.
Ieder die een slachter in zyne nabyheid heeft
tronen zal het ongerief en den overlaat erkennen
van zulk een buur, en het mag met recht verwon
dering baren, dat, terwijl andere beroepen en bedryven
in de uitoefening beperkt worden ten bate van het
algemeen, de slachter, behoudens vergunning van
het gemeentebestuur, die in den Iregel niet geweigerd
wordt, ziju beroep mag uitoefenen in zijne wohing,
aan de straat of op zijne plaats. De bodem, voort
durend met bloed en drek gedrenkt, brengt aller-
nadeeligste uitwasemingen t« weeg en bederft boven
dien het drinkwater dat uit den grond opwelt of
in regenbakken verzameld wordt.
In Frankryk is de oprichting van abattoirs door
de hooge regeering verordend. Men heeft er daar
een rijkszaak van gemaakt Waar hier te laude de
zaak nog niet bij de wet of algemeenen maatregel
van inwendig bestuur geregeld is, behooren de ge
meentebesturen het onderwerp spoedig en met ernst
in overweging te nemen en er uitvoering aan te
geven."
Uit fle stad Groningen zullen naar de tentoon
stelling te Philadelphia door den heer L. Deutgen
worden gezonden eene nieuwe soort van schrijfborden
en leien van papier, dat hy met dene door hem
zeiven gemaakte machine vervaardigt. Die borden
en leien zijn dof zwart en hebben dit voor, dat «ij
niet lijden door hitte, droogte en vochtigheid. Zij
kosten 7 den vierkanten meter. In de vergadering
van het departement Groningen van de maatschappij
van nyverheid werd geconstateerd, dat de heer Deut
gen een onschatbaren dienst aan het onderwijs -in
school en huis heeft bewezen door deze uitvinding.
Te Ede overleed den 18n dezer in den ouder
dom van 91 jaren de heer Johannes Brouérius vau
Nidek, gepens, kolonel der artillerie. Sedert lang
reeds genoot de krachtige man in de schoone
GeldeTsche natuur de welverdiende rust na een in
▼de opzichten bewogen krijgsmansleven. In 1784
geboren, trad hy op reeds zeer jeug
in dienst, om al spoedig Napoleon op zij* »g
te volgen. Ofschoon met warmte aan zyn vaderland
en het Huis van Oranje gehecht, was het hem steeds
een lust van Frankrijk» eersten Keizer te gewagen
en 't gaf hem dan ook op reeds vwgevorderden
leeftijd nog een weemoedig genot, door den tweeden
Napoleon tot de //compagnons de gloire" van den
groote® voorzaat te worden gerekend.
Zich van zijn kracht bewust, achtte Brouérius van
Nidek zich op 57-jarig leeftijd veel te vroeg aan
den dienst van '^vaderland onttrokken, doch mocht
zich al spoedig gelukkig rekenen het zwaard voor
den sikkel te hebben verruild, terwijl hy in 't eind
nog de voldoening zou smaken, de door hein olït-
gounen heidevelden in lommeryke bosschen herscha
pen te zien.
Genoot Brs tan N. in dé plaats zijner inwoning
vefer achting en vriendschap bij den eerbièd, aan
zijn rang en, leeftijd verschuldigd, ook zelfs jn ziju
laatste levensjaren mocht hem nog een hooggewaar
deerde Koninklyke onderscheiding ten deel vallen.
Mej. Kreulen, le hulponderwijzeres aan de open
bare jongejuffrouwen8chool te Utrecht, beeft de
betrekking van eerste onderwyzeres aan de meisjes
school in de Trausvaalsche Republiek aangenomen.
Te Bafloo, Raskwert en Tinallinge, in de prov.
Groningen, beslaat de oude gewnoonte om 't Paasch-,
't Piukster- en 't Kerstfeest ieder drie dagen lang te
vieren. De landbouwers, willen dien dag ufsdiatfett,
maar de dienstboden zyn daar niet mede gediend. Er
gaat nu onder hen een lijst rond, waarvan de onder
teekenaars zich verbinden om geen dienst te neme®
bij een boer, die eischt, dat op de derde feestdagen gé-
werkt zal worden. Ieder stort een rijksdaalder, dien hy
verbeurt als hy de verbiutenis niet nakomt. In plaats
daarvanzegt de berichtgever van de Feend CV
krygt hy een pak slaag.
Vastenavond valt dit jaar juist op den schrikkel
dag, wat slechts na een betrekkelijk lang tijdsverloop
plaats heeft; want behalve van de voorwaarde, dat
et jaar een schrikkeljaar moet zijn. hangt het tirig
if De 16n Ajiril na
melijk moet op een Zondag vallen en de eerste Z i .d ig
van twee andere omstandigheden nf.
wezen na de volle maan nft dedag-en nacht-evening. Ten
gevolge hiervan valt de Vastenavond op schrikktl l.'tg
gemiddeld om de 116 jaar. Het heeft de Iiuimo
maal plaats gehad in 1724 en zal weder pl int» heb
ben in 1944. (jtruh. ti.)
(Èen Droom.)
„Station Gouda!" /Station Gouda zoo klonk het
uit den mond der conducteurs, terwyl de trein, waarin
ik my bevond, „meer en meer zijn vaart verminderde
en ten langen léste geheel stilhield. Hoe méér de
trein Gouda genaderd was, des te vreemder gevoel
maakte zïph van my meester, 25 jaar toch was het
geléden dat ik de plaats myner geboorte had ver
laten, daar myn werkkring mij elders riep, terwijl
ik thans na -eene zoo lange afwezigheid had gehoor
gegeven aan de uitnqodiging van een oud vriend óm
nog eens de straten der stad, my eens zoo vertrouwd,
te betrede®.
Nauwelijks was ik uit dep wagon, of daar stöpd ra$n
gastheer, die ofschoon wel eenigszins verouderd toch nog
dezelfde goede gelaatstrekken had, die hem vroeger zoo
zeer onderscheidden. Nadat de eerste begroetingen
waren afgeloopen, de handen gedrukt en de, bagage
aau een Hinken zestiger was toevertrouwd, wandelden
wy 't station uit.
«De trein is laat an", zeide mijn vriend en mij
tegelijk wyzende op een groote wijzerplaat boven da
deur van het station, vervolgde h^: «20 mim te hutf."
/,Het eierste wat ik zie," hernam ik /,iü een ^ér-
betering,, het station in het bezit van een klok, #Jtarhp
men tien kan hoe laat het is, een goed voortreken.
Ik ben benieuwd of ik myn goede, Drftve Gouflh
zal kennen met al hare deugden en.hl hare thini
goede eigenschappen."
z/Och, iets er wel veranderd, maar veel ook
hetzelfde gebleven."
'Zoo sprekenfle waren wij recht door gevirapdèid,
toen wij ons na eenige stappen op een brug bevdn-
den, waar voor ons in de laagte zich een eigenjterdig
sóórt van dal aan ons gezicht vertoonde. In de
diepte lag nl. een keurige, prachtige straat, te midden
van welks huizen wij ons weldra na lapgzkam de
berg afgewandeld te zijn bevonden. Ook van
naderbij bezien bleek het een. chique buurt te zijn.
Zy bestond aan beide zijden uit deftige heerenhuizeh,
voorzien van spiegelruiten, glinsterende dedren die
r
jok veel tan spiegels hadden en alles deed tim dat
let een notabele buurt was, waarin we waren aan
geland.
z/Dit is de Crabethstraat, mijn waarde," zoo luidde
uit den mond myns vriends. Deze straat heeft
maar één gebrek, nl. dit, dat zij steeds in zakkeuden
f toestaud verkeert, zoodat als gij over 25 jaar bier
weder komt, alle kans bestaat dat gy slechts daken
en schoorsteenen ziet."
//Minder prettig" vond ik en vraagde: hoeveel
huur doen deze huizen wel?"
///1000 's jaars," was 't antwoord.
«Mijn hemel wat 'p som!" riep ik uit, myn han-
deu van verbazing fti elkafir slaande.
«O, dat is nog niet veel, vergeleken bij die op
andere plaatsen der stad. Het is wel geklommen in
de laatste 25 jaar, maar 't zal nog wel meer worden,"
sprak mijn Vriend.
De straat afgeloopen zynde sloegen wy linksom,
liepen druk pratend verder en kwamen toen voor
een groot hek, waarop met groote letters de woorden
„Ons Genoegen" prijkten.
„Nu stel ik je voor in deze, u eeker nog wel
bekende, Sociëteit Vat te gaan uitrusten, daar dit te
verkiezen is boven te gaan zitten in mijn huis,
daar dit van eeit oud vrijgezel als ik ben, niet heel
gezellig is."
„Gaarne," antwoordde ik en 't duurde niet lang
of we zaten zoo comfortable mogelijk in de sierlijke
tuin, terwyl een liverij-kneoht (rood vest en gryze jas)
ons de bestelde verfrisucbingen bracht. De gedane reis
deed mij die gretig nuttigen en ouwillekeurig ont
viel mij, nadat ik een goed deel der drooge en natte
waren verorberd had, de uitdrukking: „nou, dat
scheelt ook bij vroeger." Juist informeerde mijn
vriend wat die plotselinge uitval beteekeude, toen een
vrij gezet heer de sooieteitdeur uit- de tuin iu- en
iniju vriend ziende op ons toekwam met de
woorden: „Zeg, je komt toch straks ook op deu raad."
Ik werl even gepresenteerd, waarop de gezette heer
boog, doeh om direct te vervolgen„een interessante
sank, zooals je weet en de tribune zal heel vol zyn."
Nogmaals buigende vertrok hij.
„Ben je tegenwoordig raadslidx vroeg ik.
„Neen," was 't antwoord, „maar een zeerbelang-
rijke quaestie wordt daar straks behandeld, waarom
er vele zullen gaau luisteren. Voor jou zou 't ver
velend zijn, anders ging ik stellig ook."
„Wel, laat ons samengaan. Hoogst gaarne wil ik
eeus zien hoe het nu in de raadszaal toegaat, daar
ik mij nog zeer goed herinner hoe 't er vroeger was."
„AH right, dan loopen we zoo den Tiendeweg om
naar 't raadhuis."
Vóór op deu Tiendeweg te zyn gearriveerd dus
nog op dei singel zag ik iets en 't deed
myn hart goed, dat ik nog kende, myn oude zwem
school, alwaar ik zoo dikwijls als jongen had onder
gedompeld, waar ik op de waterschoen, door ons jon
gens „blok" genoemd, zoo dikwijls had rondgevaren,
waar ik eens zelfs by na myn jeugdig leven had
ingeschoten. Op dat gezicht bleef ik onwillekeurig
staau terwyl kinderachtig genoeg een traan in
myue oogen opwelde bij de herinnering aan de ge-
noegelyke uurtjes daar als jongen gesleten, tot myn
vriend mij op de arm klopte en zeide „kom ga nn
'ineë, aan die armee-zwemschool is niets te zien."
„Armeu-zwemschool?" sprak ik met bevreemding.
„Ja," zeide myn vriend, „daar zwemmen de kinderen
der minvermogenden kosteloos, van daar de namn.
Aan den IJse! hebben we tegenwoordig een betere,
daar ia 't puik, ik zal hem je later laten zien."
Nog steeds denkende aan myn gulden jongensjaren,
wandelde ik naast myn vriend zwijgend verder en waa
«el fa zonder dat ik 't bemerkte den Tiendeweg langs
gekomen, toen een groot dobbel huis 5 ramen breed
myn aandacht trok, waarop een groot bord met de
woorden: Bureau der Goudstke Courant.'
«Ia dat nog dezelfde oourant van vroeger?" vroeg
jX Doeh de vraag waa nauwelijks gedaan of ik sag
naast het gemelde huis een ander, waarop een nog
Wel, grooter bord de woorden deed zien: „Bureau der
Nteutce Goudsche Contant.
„Mijn hemel," riep ik uit „hoeveel couranten heb
jullie hief wel?"
„Vier" was *t antwoord, „óónvan de republikeinen,
één van de onverschilligen, één van de kerkdijken en
één van «le aristocratie."
„Eu kunnen die allen blijven bestaan!'
„Met glans,, ieder mensch, die een beetje is, is
op alle vier geabonneerd, en daar allen evenveel ge
lezen worden, plaatst men ook in allen even gaarne zyne
advertentiën, zoodat de een niet voor de ander
onder doet."
„Nu ik ben benieuwd kennis te maken met die
organen der publieke opinie."
too sprekende wandelden wij den Langen en Korten
Tiendeweg af, en kwamen op de Markt, om naar het
raadhuis te gaan, toen wy voor 't stadhuis een ko
lossaal prachtig metalen standbeeld zagen staan, voor
stellende 2 personen, waaronder de gulden letteren:
„Gebroeders HOUTMAN."
„Dat knapt de markt fameus op, hoor, de ont
werper en de maker Lebben er alle eer van. Is dat
er al lang."
„Zeker, al wel drie jaar en een maand of wat,
zoo precies weet ik 't niet."
Het verheugde mij dat mijn vaderstad een stand
beeld was rijk geworden.
Wij stapten het stadhuis binnen en met ons een
groot aautal andere personen van allerlei rang, stand
en leeftyd. Werklieden en officieren, volwassenen en
jongeheeren, mannen' en ook vrouwen.
„Waar gaat dat allemaal h§en?" vroeg ik.
„Da's ook een vraag, natuurlijk naar de raadszaal"
klonk het antwoord.
Ik had nauwelijks tijd mijne verbazing te uiten
over die talryke opkomst of wij waren in de raads
zaal aangeland, die wel op dezelfde plaats als vroeger
was, maar veel ruimer en grooter, daar de 'twee
muren, die geen buitenmuren waren, van vroeger,
waren weggebroken en dus de zaal uaar twee kanten
was uitgebreid. Veel was hier anders géworden.
De tribune wils veel ruimer dan weleer en thans
even netjes gemeubileerd als de zaal zelf. Ook hier
lag een kleed, stonden stoeleneen bekleedde tafel ea
wel alles van dezelfde stof gemaakt als in de ruimte
waar de raadsleden zaten.
„De tribune is netter geworden," merkte ik op.
„Dit is voor een jaar of tien zoo geworden. Er was,
zoo begreep men, geen enkele reden waarom de bur
gers, die komen hooren of hunne zaakgelastigden hun
plicht doen, minder makkelijk en comfortable moeten
zitten dan die zaakgelastigden zelve."
Was de tribune andera geworden, de bevolking al
daar was toegenomen. Heeren en dames, mannen en
vrouwen ZAten door elkander te wachten naar de zoo
straks te voeren disenssien.
„Ik open deze vergadering," zoo klonk 't juist uit des
voorzitters mond, en daarop nadat de notulen waren
voorgelezen
„Heeft ieuiand aanmerkingen op de notulen?"
„Ja mynheer de Voorzitter," zeide een der hoeren,
„ik heb in de vorige vergadering niet gezegd, zooals
de Secretaris voorlas, dat ik eerstdaags zou voonrfellea
het sohoolgeld op de H. Burgerschool voor meisjes,
te verminderen. Alleen is door mij de waarschijn*
lykheid geopperd dat dit zou voorgesteld worden."
„Is niemand tegen deze verandering in de notulen,
dan zal deze plaats hebben," vroeg de Voorzitter.
Deze vervolgde daarop:
„Ingekomen is een adres *an de leerlingen der
Burgerschool voor jongens, die beleefdelijk verzoeke®
oin de vrijheid voortaan op school Le mogen rookeu.
l)e leerlingen der Latijnsche school, zeggen adresi-
sauten, hebben die vrijheid reeds sinds lang en er
bestaat geen reden, meenen zy, om hun die vryheid
te onthouden. Adressanten kunnen even goed met een
sigaar zich ontwikkelen als zij het tonder kunnen. Ik
stel voor dit adres ter visie te leggen."
„Na is aan de orde, myneheeren, het voorstel van
eenige ingezetenen om in deze gemeente een gekkenhuis
te bouwen. Verlangt iemand 't woord over dat
voorstel
„Ja, mynheer de Voorzitter," mét die woorden staat
een der heeren op en zegt het volgende:
„Ik juich het voorstel toe m. d. v., daar 't hoog
noodige van eem dergelijke inrichting voor Gonda
meer en meer blykt Uit welk oogpunt men de zaak ook
beschouwt, steeds verdient zij te worden aangenomen.
Uit een gezondfleidsoogpuut: dit behoeft geen betoog,
uit een financieel oogpunt: daar de minvermogende
krankzinnigen uit deze stad dau gratis worden ver
pleegd, alle gegoede gekken uit den omtrek hierheen
zullen komen, vele familien zich hier zullen vestigen
ter wille van bloedverwanten, die in 't gesticht zijn
en uit een paedagogisch oogpunt: daar de oorzaken
van krankzinnigheid, goed aangetoond, een uitstekend
middel kunnen zyn om kinderen te wijzen op 't goede
van 't pad der deugd, in 't kort uit aUe oogpunten."
Een tweede spreker is eveneens zeer voor 't voor
stel, krankzinnigheid neemt onrustbarend in deze
meente toe, zelfs meent spr. te hebben opgemerkt,
t een paar raadsleden
„Tot de orde meneer," roépt de. Voorzitter, waarop
een derde opstaat, die zegt„Ik ben tegen een gek
kenhuis. Wel begryp ik me dat sommigen op zulk
een inrichting gesteld zyn, in vele gevallen is 't
zelfs makkelijk zoo iets dicht in de bnurt te hebben, om
welke reden ik dus niet zal misbillyken wat de vorige
sprekers, natuurlijk geheel belangeloos, aanvoerden,
maar toch om nu alle zitfneloozen tan Nederland naar
onze gemeente te lokken, dat behoeft m. i. niet"
„Dat is zoo'n heldere kop, die daar spreekt,"
fluisterde myn vriend me in. „Je moet hem op de
kamer van koophandel hooren, daar is hy ook altijd
in de oppositie."
„Ben je daar lid van?" vroeg ik. „Neen, maar
je weet tooh dat die vergaderingen tegenwoordig
publiek zijn. Het zal nu zoo wat, laat eens zien
ja 25 jaar geleden zijn, dat de kamér toeü in,
't geheim vergaderende een adres ontving om voor
taan publiek te vergaderen. Met algemeene steramen
weid 't toen verworpen. Daarop hebben de ingeze
tenen by ïpdeie terkijezing net zjwS lang eónïid er
in gestopt, die' voor fle openbaarheid was, flat nn
eenige jaren geleden "met één stem meerderheid tot ds
openbaarheid is' be«lotèn."
„Opnieuw bleek dus," zei ik „dat de aanhouder
l wint." -* K-A.
Onder ons geaprek waren de discussiën voortge
gaan, thans was aan t woord een ander raadslid,
die o. a. zeideDe ingezetenen hebt zeker recht op
een' gekkenhuis. De vele dwazen in Gouda kunnèn
m. i. een plaats vorderpn waar zij kunnen genezen
en bovendien Gouda i9 zoo schoon gelegen, te midden
van allerlei spoorweg) ijnen gelijkt zij op eeh spin
te midden van haarwebbe, mijnheeren, ik ben voor
een gekkenhuis."
Daarop vat weder een ander 't woord pp en zegt
«De vorige spreker levert èn door zijn persoon èa
door zijne redevoering 't beste bewys, dat hier een
gekkenhuis hoog noodig is. Daarover dus niets. Ik
neb alleen dit te zeggen dat, wordt m een gekkenhuis
gebouwd, 't in uiterlijk aanzien in niets op 't stadhuis
moet gelijken, anders zouden sommige raadsleden zich
weljicht eens kunnen vergissen."
Dit doet den voegen spr. driftig van zyn zetel op
springen en zeggen„M. d. v. dat gaat te ver. Dat
ziet duidelijk op myn persoon. Ik verzoek u hemiot
de ofde te roepen."
De Voorzitter is van oordeel dat meer in't alge
meen gesproken is en' eigenlijk niemand rn ?t bijzon
der zich ,'t behoeft aan te trekken en dat men in
alle geVallén iliet verstandig doet dat te zeggen.
Daarop wordt er nog anderhalf uur gediscussieerd
over de al of niet wensehelijkheid van een krank
zinnigengesticht, toen een der raadsleden voorstelde
„de zaak uittestellen totdat ieder meer in de gelegen
heid is geweest nauwkeurig na te gaan of 't groot
aantal gekken in de gemeente een gekkenhuis ver-
eiseht." Dit wordt met algeméenë stemme® aan
genomen.
„Wat zijn dat voor heertjes, daar midden in de
zaal?" vroeg ik, „Die zaten er vroeger niet."
„Dat zyn vier stenógraphen," Was 'f t afl£ttoord,
„om 't hier gesprokene nog* eens door oh ingezetenen
te doe® nnkeem"
„Dat is wel noodig, vooral als de discussiën altijd
zoo vfuchtbaar zijn als beden," waajgde ik op te
merken. Sjucivf)
Op voorstel van rajjn vrimd verlieten wij de verga
dering, gingeh dé tfupjifen af, helH nltinans-raouument
voorbij, de Wyéstruit iu.
„Waar nu heen? vroeg Ik.
„Naar het kesi«Meu!ii;" kl »®k 't antwoord.
„Leesmuseum, maar, alf ik me goed herinner*
GkbokIlN Prfrut Hi ndrik, oaders A, Schalen
en A. SToot». 20. tVimrlmuia, onder* W.' »*n het Eng
en C. Rietveld. 21. Neeltje, onder* J. C.. 'de, l|k*in an
J. Akknjn 22. Roelfiena Kverdiana, nader* L. Dykatra
an A. TJdr*.
OvasLkov* r 20 Jan. 8. van der Kiat wed. Mv'Lbrvtr, 85
j A. A. Tholcn*. I j. d m. tl. M. J. da Mama, 7
j. W. van 'der Eng, i d.
Befalten Tan eéae Dn»hter,
V Ondergeteefcenden,jpwnena
wedersjjdsche Amïlfè, Tionrren duif, Toor de
vele blaken Tan belangstelling by de geboorte
Tin bnnnen Zoon ontf«ngen,
O. P. H. ZIMHSRMANN.
Gouda, 22 Jan. 1876; tak Soksbïek.
Kraaameites zullen nfgewaobt wórden den
26* en .27" dezer. - f
De TREKKING der EERSTE KLASSE, be
gint op MAANDAG 14 EÊ^UARÜ e. k.
heele ik zeker en grondig met ot zonder weten
Tan de drinkers, zoodat dezelve dat drinken
walgeljjk word. Prijs 9 Galden.
F. GRÓNE te Ahput,
Watphaien.