HET JAAR1900.
Eëri Dbteom.
-V
V1
Uit de aanteekeningen van een dag
bladverslaggever.
INGEZONDEN.
dacht van tijen, die eenige belangstelling gevoelen
iu ons mtipmal tooneet
Voor den Onderwijzer, aanbevolen door den ouden
Heer Smits, is bij den heer J. Broedelet, schoolopziener,
ingekomen
Van eene lijst, door bezorging van den heer Kra
mers, rondgegaan by het ontwijzend personeel en
eenige ingezetenen van Gouda ƒ125,25. Van K.
te G. f 5.van Mevr. d. K. te G. 2.Van
N. N. //Voor den ongelukkigen Schoolmeester" f 5,
Van N. N., po9tm. Breda, 1.23'. Van N. N.
postm. Dord4., in postzegels 1.—. Van G. C. B.,
postwissel Zevenhuizen, 5.Te zamen 144.48*
Blijft aanbevolen.
Heeft men oyer 't algemeen dit jaar niet te klagen
(lat er in deze gemeente weinige openbare amusementen
zyn, op muzikaal gebied is er nog weinig gelegen
heid geweest om te genieten.
Des te aangenamer zal daarom voorzeker aan onze
stadgenooten de tijdjng zijn dat in de volgende week
hier een concert zal worden gegeven en wel een con
cert, dat de tegenwoordigheid verdient van ieder, die
voor muzikaal genot vatbaar is.
Wanneer wij raededeelen dat behalve onze stadge
noot de heer S. Van Millingentot dat concert
znllen medewerken Mej. Selraa Kempner, die reeds
vroeger met uitstekend genoegen hier gehoord werd
en de HH. Hekking (violoncel) en Dudok uit Am
sterdamdan geloot en wij alle verdere aanbeveling
overbodig, daar die namen gewis voldoende zijn om
vele Goudsche ingezetenen met genoegen de lijsten
die voor dat concert worden rondgezonden, te doen
teekenen.
Een ieder wordt gewaarschuwd tegen een jong mans
persoon, omstreeks 18 jaren oud, tamelijk van lengte,
bleek en mager, met blond strak staand haar en blauwe
•oogen, gekleed met blauwen winterjas, flambard, grijs
gestreepte broek, fijn geplooid wit overhemd en zwarte
•das, die zich te 's Gravenhage aan oplichting heeft
schuldig gemaakt. Hy vertelt, dat hij zeer rijk is en
bekend met voorname farailiën, huurt kamers, be
trekt die gedurende een paar dagen en leent iutusschen
geld onder voorgeven een wissel te moeten ontvangen en
maakt zich uit de voeten.
Naar men uit goede brbn verneemt, zal het deta
chement mariniers, dat in Februari 1875 naar Atchin
vertrok, zijn langsten tijd reeds in Indië vertoefd
hebben. Tegen Juni wordt dit detachement vermoe-
delijk terugverwacht. (Fad.)
Naar wij vernemen is de heer S. van Millingen alhier
tot correspondeere^ad lid benoemd van de vereeniging
van toonkunstenaren van Noord en Zuid Nederland.
Bfykens een gisteren bij het Departement van Ko-
lonien ontvangen telegram van den Gouverneur-Ge
neraal van Nederlandsch Indië, heeft dc generaal-
majoor Pel het navolgende uit Atchin aan de Indi
sche Regeering bericht:
28 Jan. rukten drie kolonnes een uit de IV en
twee uit de VI Moekim door de kloof van Daroe
tegen de IX Moekim op. Door moeilijk terrein, met
veel moerassen, bereikten zij dien dag dé vlakte van
Daroe, waar gebivakkeerd werd. De vijand had
grooten tegenstand geboden aan onze zijde sneuvelden
2 minderen en werden de luitenant Van Vooren én
10 minderen gewond.
Den 29n Jan. rustten de troepen.. Den 30n wer
den de operatiën voortgezet; weder was het terein
moeielijk en de tegenstand hevig; de kampong Da
roe werd genomen en verbrandaan onze zijde werden
19jpinderen gewond.
Sl Jan. werd de kampong Oleh Soesoe met de
daarbij behoorende moskee genomen en voortgerukt
tot Iximpermei, waar gebivakkeerd werd. Een dwang
arbeider sneuvelde, twee mindere militairen en een
koelie werden gewond. Panglima Matsa, hoofd in
Moèkim Daroe, bood zijne onderwerping aan.
1 Febr. werden verkenningen gemaakt naar Laroo-
tong en Lamkocnjitvier man werden gewond.
De geest der ageerende troepen wordt uitmuntend,
dc gezondheidstoestand ongunstig genoemd. (SI. Cl,)
Een telegram van Reuter, dezer dagen uit Plymouth
verzonden, meldt het volgende: „Volgens de beriohten
met de Saronia aangebracht, geloofde men den 14n
January te Venezuela, dat de oorlog met Nederland
onverwijld zou uitbarsten. Vele toebereidselen wer
den gemaakt."
Ter gelegenheid van den aanstaanden verjaardag van
Z. M. den koning zullen in alle garnizoenen militaire
assauts plaats hebben, by welk feest benoemingen
van meesters en prevots op de verschillende wapenen
zullen geschieden, zullende aAn de onderwijzers in
de verschillende vakken van onderwijs bij de korpsen
geldelijke, belooningen worden toegekend.
Ter gelegenheid van 's Koninp verjaardag stelt het
gemeentebestuur van 's Hage rich voor twee 'fonteinen
aan te brengen in den Vijver, ter weerszyde van het
eilandje, en wel zoodanig dat de waterstraal, zonder
eenig zichtbaar toestel, uit den Vijver zal oprijzen.
Voorts worden geïllumineerd zoowel het eilandje,
als de Vijverberg met omgeving, benevens twee mu
ziektempels, de een op de Plaats, de anders op 't
Tournooiveld, waarin een tweetal muziekcorpsen zich
van tijd tot tijd zal doen hooren.
Eerstdaags mag men £en adres verwachten, waar
bij het Hoofdbestuur der Vereeniging voor lijkver
branding .bij de Regeering en de Staten-Generaal er
op aandringt dat de crematie bij de wet zal worden
toegelaten
Door eenige Raadsleden te Arnhem is bij den
Gemeenteraad het voorstel ingediend tot afschaffing
^er kermis.
Het kon. paleis te Leeuwarden is door Z. M.
welwillend beschikbaar gesteld tot het houden van
eene tentoonstelling van voorwerpen van Friesche
oudheid eu kuust in 1877.
Het vervoer langs den Nederlandschen Rhijn-spoor-
weg heeft gedurende de maand Januari 1876 opge
bracht; aan reizigers ƒ128.083, aan goederen f 87,951,
aan direct Verkeer van reizigers en goederen ƒ183,921
te zamen ƒ399,955.
Sedert 1 Mei 1875 was de opbrengst van reizigers
en goederen ƒ3,910,294.
De Landbouw-Courant bevat de volgende, haar uit
Wiesbaden toegezondene oproeping.
„Bezitters van ongèhoornd rundvee, mannelijke of
vrouwelijke personen in hunnen dienst hebbende, die
zich bijzonder onderscheiden hebben door goede ver
zorging van dat veeras, en die als zoodanig hetzij
dit jaar of een volgend jaar, in aanmerking zouden
kunnen komen om aTsoandidaten voorgesteld te Wor
den voor de zilvereti medaille der Vereeniging tot
beschérming van dieren te Parijs, en de premie van
50 francs (stichting Dutröne), wórden beleefdelijk
uitgenoodigd, om vóór 1 Maart e, k. de namen,
voornamen en woonplaatsen dier personen, zoomede
die van hen zeiven (duidelijk geschreven), te willen
opgeven aan het adres: „Graaf Maurin Nahuijs te
Wiesbaden, Deutsches Haus, Elizabethenstrasse 2,"
Uit de ons welwillend gezonden N. Goessche Crt.
van 18 Jan, nemen wy het volgende bericht over
„Het musschengilde te Wolfaartsdyk, dat den 29
Januari 1875 zijn vijftigjarig bestaan op luisterrijke
wijze vierde, heeft in zijne jaarlijksclie bijeenkomst
op jl, Donderdag den 13 dezer, VV.» van Strien Cz.
ter vervanging van wijlen G. Zoutendam, tot hoofd
man verkozen. Door het. op nieuw toetreden van 5
gildebroeders, telt het gilde thans een 30 tal leden.''
Akelig in alle opzichten. Vijftig jaar bestaan, luis
terrijke viering,nieuwe „broeders"
en totaal dertig musschen vernielers!
(Landb. Cl.)
De groote staatsman Franns Deak was toch bij al
zijn geestkracht en scherpzinnigheid niet vrij van
sommige vooroordeelen, en koesterde evenals sommige
andere groote geesten een vooroordeel tegen den Vrijdag.
Dat was voornamelijk hieraan toe te schrijven, dat
verscheidene ongelukkige gebeurtenissen uit de Hon-
gaarsche geschiedenis op een Vrijdag waren voor-
gdvallen. Deak zou daarom nooit op een Vrijdag iets
belangrijks ondernemen, doch kon niet verhinderen,
dat hy zijn roemrijk leven op een Vrijdag eindigde.
Men schrijft uit Urk:
De bus, in de trouwkamer op het Raadhuis ge
plaatst, waarin huwelijksparrn en hunne betrekkingen
hunne gïfrRl voor de armen werpen, is bestolen.
In de \orige week zou hier, als naar gewoonte,
de collecte gehouden worden vóór de oud-strij
ders van Waterloo, doeldaarvoor had men geen bus,
en men besloot toen 'om de genoemde bus op het
Raadhuis te openen en daarvoor te gebruiken. Dit
geschiedde, en men bevond nu, dat de bus, die bij
raming /20 a 30 moest bevatten slecht 1.98 iuhield.
Wie de bus beroofd béeft, ia niet ontdekt. De Ge
meenteraad heeft Mnaudag eene vergadering met ge
sloten deuren gehouden, om te overwegen hoe men
met deze zaak aan moet.
In sommige dagbladen is medegedeeld, dat volgens
berichten uit Luxemburg de veepest te Gap en Cap-
pele zon zijn uitgebroken. Naar aanleiding daarna
neeft dr. L. Mulder, redacteur van de Landbouw
courant aan den heer Charles Siegen, gemeente-veearts
te Luxemburg en secretaris van den Cercle agricolt
et horticole in het Groothertogdom, gevraagd, of dit,
bericht waar was of niet, en (laanp het navolgende
antwoord ontvangen
„De inededeeling door verschei deur politieke bla-
deb verspreid, dat de runderpest te Oap en te Capellen
is uitgebroken, is onjuist. Het is geen rundpesf, 'maar
wel de longziekte die er heeft geheerscht evenals in
eenige andere plaatsen van het Groothertogdom."
In eene Zaterdag te Wageningen gehouden raadszitting
is ingekomen de meddrfeeling. dat alle benoodigde
gebouwen voor de Landbouwschool zijn aangekocht.
Voor de oprichting moet dé Gemeente ƒ20,000 bij
dragen. In de verdere Vosten voorziet het Rijk. 9
Door Burg. en Weth. der gemeente Marum (Gro
ningen) is, in overleg met den districtsschoolopziener,
voor den tyd van eene maand, met verlies der jaar
wedde, geschor&t de hoofd onderwijzer B. B>erma, te
De Wilp. Aanleiding daartoe gaf het artikel „Let-
terkneohterij, geplaatst in 1)* IFekker van den 15a
Januari deze jaars, dat naar het oordeel der genoemde
autoriteiten eene strekking had tot opwekking van
minachting en opzetting tegen wettige verordeningen.
Naar men verneemt, is men met de onderhande
lingen over den aankoop van de benoodigde gronden
voor den aanleg van de spoorlijn LeidenWoerden
reeds zoo verre gevorderd, dat nog voor Mei de
aanbesteding van de aardebaan kan plaats hebbent
met eenige grondeigenaren, die hoogc eischen stelden,
hoopt men zonder rechterlijke uitspraak tot minnelijke
schikking te geraken. (V. D.)
Het kan wellicht nuttig zijn, de aandacht te ves
tigen op eene inrichting, die, hoewel reeds eenigey
tijd bestaande, toch aan vele onzer lezers niet bekend
zal zijn.
Het verschil 'in tijd tnsschen de klokken op de
verschillende stations, vooral wanneer die tot verschil
lende administratien behooren, geeft d ik wy Is aanleiding
onregelmatigheid in den loop der treinen. Ook ge-
beurt het niet zelden, dat het publiek, meenende dat
de stations-klokken den juistén tyd aangeven, de
uurwerken daarnaar regelt en soms te laat ontwaart,
dat (le verschillende klokken niet gelijk zyn. Om
nu een en ander te voorkomen, werd onder mede
werking der directiën van den Nederlandschen Rijn
spoorweg, der Hollandsche en Nederlandsche c ntraal
spoorwegen, door de maatschappij tot exploitatie vap
staatsspoorwegen eene regeling om gelijkheid van
tijd op alle stations in Nederland te verkrygen ont
worpen en door de regeeriïig aanvaard. Reeds sedert
eenigen tyd wordt dagelijks het centraal-rijkstelegraal-
kantoor te Amsterdam des morgeus vóór 9 ureu in
directe verbinding gesteld met de_ stations te Utrecht
van den Nederlandschen Rijnspoorweg eu den staats
spoorweg, tot het' geven van den tijdsein. Dit sein"
wordt op het staatsspoorwegsta'tion automatisch over
gebracht op het eigen net en op de telegraaflijn van
den Oosterspoorweg, waarmede het station Utrecht
is verbonden.
Door gelijktydige overbrenging der seinen op de
Noord-Brabant-Duitsche spoor weg-telograaf te Boxtel
en op de overgangstatibns der verschillende Neder
landsche spoorwegen, ontvangen nu alle sp >orweg-,
stations in Nederland des morgens om 9 uur een
zelfde tijdsein.
Bovendien vergelijken de hoofdstations in den loop
van den dag per telegraaf hunne perronklokkeu n^et
de normaalkloK te Utrecht, ten einde aldus de zeker
heid te verkrygen dat de juiste tyd is behouden.
Naar wij vernemen moet deze maatregel zeer goed
werken.
Wellicht zou het niet kwaad zijn, dat die plaatsen,
die wel uan een station liggen, maar waar geen
rijkstelegraaf kantoor is gevestigd, hunne klokken naar
die der stations regelden. Het gebeurt toch niet
zelden, dat de dorpklokken een half uur met dpu
waren tijd verschillen, hetgeen dikwijls groot onge
rief veroorzaakt.
De leden van de Vereeniging ter bevordering rèn
de lykverbranding zullen zeker met genoegen ver
nemen dat Garibaldi tot dip vereeniging is toègetreddn.
Een Engelschman, Loder genaamd, vervaardigt te
genwoordig bed-dekens uit papier. Hij is daartoe
gekomén door de waarneming, dat een ladg pakpa
pier tusschen twee lakens de warmte uitstekend be
waart. Zijn geheel uit papier vervaardigde dekens
zijn op afstanden van 4 tot 5 duim van gaatjes
voorzien ten behoeve van de ventilatie. Loder móet
reeds met verscheidene Londensche hospitalen con
tracten hebben gesloten voor leveringen van eftne
dekens, die even Kcht zijn en althans evengoed zoo
niet lieter warm houden dan de tegenwoordig in ge
bruik zijnde, terwijl zij natuurlijk goedkooper zyn.
Een goed vooruitzicht voor de dekenfabrikanten 1
Door den stadhouder der Chineesche provincie
Yünam was aan de beide keizerinnen gerapporteerd,
dat een officier in zijne provincie den offioieelen rouw
over den laatsten keizer had geschonden door zich
gedurende den ronwtijd te laten scheren. De officier
werd om deze overtreding ter dood veroordeeld, doch
daar hy aan periodieken waanzin lijdt, ia zijn vonnis
veranoerd in dwangarbeid* èfi Tetbanning bótten de
provincie.
Men schrijft uit Limburg aau de N. R. Ct.:
De Maas- en Roerbode (het blad dat in deze pro
vincie zooveel twist stookt) beeft tot alle katholieke
onderwijzers eene waarschuwing gericht, om niet den
«taat iu te vullen, hun door „'t Nederlandsch school
verbond" (lees: de school-autoriteiten) toegezonden,
uit welken staat 't schoolverzuim wegens veldarbeid
zal kunnen blijken. Het blad grondt zijne waarschu
wing hierop, dat „'t schoolverbond" zoekt naar
arguraenteu voor den leernëcht. en daar de katho
lieken (lees: ultramontencl) in beginsel tegen den
leerplicht zijn. mogen zij „'t schoolverbond" geene
wapeus iu de hand geven.
Het valt evenwel niet te betwyfelen, of niet ééa
openbaar onderwijzer zal gevonden worden, die aan
den weusch van dit blatf z^l gehoor gevenwant
vooral in Limburg toonen de onderwijzers in allerlei
opzichten, dal zy niet aan den leiband willen loopen
van de ultramontanen, die op alle mogelijke wijzen
den bloei en den vooruitgang van 't openbaar ouder
wijs trachten tegen tê werken. Ook de verhooging
van de jaarwedden der onderwijzers, hoe noodzakelijk
ook, ia die partij een gruwel. Zelfs stelde, nog niet
lang geleden, de pastoor iu zekere gemeente voor,
het tractement van den onderwijzer met 200 te
verminderen en te brengen op J 400. Iu geen enkel
ultramontaansch orgaan ziet men ooit gewag gemaakt
van verhooging der jaarwedden. Zy weigeren vol
standig daarvan melding te maken.
rv 11 I'M- AAnnAVtirifi
ju nuuiie peteuën
ook iu tic laatote algemeene vergadering te Maistrioht
eu U )g oulangs in eene vergadering te Boermand,
waar met algemeeue stemmen besloten werd oin 't
libirale lid der tweede kamer, den heer Moens, eene
dankbetuiging te eenden voor «gne bemoeiingen in
't belang vim 't openbaar onderwijs.
(Feroolff.)
Ik moet ook nog handelen over een geheel andere
soort van sprekers, voor wier bestaan de groote ge-
schiedschrijver Carlyle, roet allen eerbied aij het
gezegd, meer verantwoordelijk is dan iemand anders.
Ofsclioou ik er voor uitkom dat hg mijn gelief koosde
schrijver is, kan ik echter ook niet ontkennen dat
hij mij menig hartzeer, menige wanhopige worsteling,
menige aantcekening vol doorhalingen bezorgd heeft.
Be taal, waarin de heer Carlyle achrijf t, heeft weinig
overeenkomst met eenige andere vóór zijn tijd beken
de manier van schrijven, waarom men haar dan ook
na.tr hem genoemd heeft Ik geef toe dat die taal
d.jor niemand anders dan door Carlyle zelf gebruikt
wordt; maar hij heeft een aantal navolgers (op eer
biedigen afstand altijd) op den geheimrinuigen weg,
die tot de waarheid voert, en hunne tanl kan het
h-st om ehreven worden als: Carlyle met wat water.
Be kracht dezer heeren licht in het zonderlinge, het
verbazingwekkende, het afgebrokene, het schier onver
st jnubare. Zgzoekenaltijduaureenperiodenbouw, welke
opgean anderen periodeiikouw uit vroegeren, tegenwoor-
digeu of toekomstigen tijd gelijkt; zij zijn lielust op uit
drukkingen, zóó diepzinnig, dat uiemuud op de
wereld, behalve zij zeiven, in staat is er de betcekenis
van te doordringen. Nu moet men weien dat juist
de groudslag eu het geheim der mogelijkheid van
een woordelijk verslag alleen gelegen is iu het gewone,
het dagelijks voorkomende. Waniieer een redenaar
boven zeker percent van ongebruikelijke woorden of
volzinnen gaat, Wordt de arbeid bijna onmogelijk.
Het grootste gedeelte der sprekers bewandelt een
sinds lang betreden pad van uitdrukkingen en denk
beelden zij zullen van gevoelen wezen dat een maat
regel „raadzaam" ia, of dat «in tegenwoordige om
standigheden, het niet wenschelgk te achten is, tot
«en dergeljjken maatregel over te gono." Aan zulk
een geleidelijken stroom is de verslaggever gewend
en hij roeit er op voort, wel niet zoo gedachteloos
als een mijmerend visscherman, maar toch zonder in
het riet te geraken of »gn jas buiten boord te laten
hangen. Voor hét een-tiende gedeelte der sprekers
echter die ik nu op het oog heb, is de gewone lit-
terarische uitmonstering niet half mooi genoeg om
er hunne gedachten in te kleeden; zij zien er altjjd
oit alsof zij op een gemaskerd bal zijngewone jassen
en vesten haten zij met een volkomen haat, en zij
willen zich niet anders vertoonen dun met een veer
uit dien van Elizabeth, een wambuis met kwikken
en strikken, kousen en broeken van allerlei kleur,
en een paar schoenen met spitse punten. Zij noemen
een jong meisje een jonkvrouw, zij omschrijven den
stijl van den spreker, dien zg te beantwoorden heb
ben, als prophetioo-satiriek, een kudde vee heet
hoorudrageude herkauwers, en een doode ezel wordt
een niet voor opstanding vatbaar trekdier genoemd;
terwijl abstracties, zooals het Ideale, het ActueeU, het
Onmogelijke, het Onbegrijpelijke (het laatste voorna
melijk) met groote hoofdletters, eene voorname rol
spelen. Slechts ééa troost is in staat, om de verslag
gevers van zulk een redevoering te redden van een
zelfmoord of van het redacteurschap van een zooge
naamd komiek weekblad, namelijk dat het'niet mo
gelijk is, dergelijke taal suel uit te spreken. Hier
door is het althans doenlijk om de spreke?» bij te
houden, en daarmede moet men zich dan ook tevre
den stellen. - v 1
Be dikke heer, dien ik n nog voor wil stellen,
is een van de vervelendste redenaars, die door de
behoeften van oneen tijd in het leven zijn geroepen.
Zijn maaier van spreken is het best te vergelijken
bij de schrijfmethode van sommige schoolmeesters
uit vroegeren tijd, welke bestond nit znlke dunne
ophalen en zulke zware neerhalen dat de eerstge
noemde op een kleine afstand reeds volkomen on
zichtbaar en d/ laatste dus niet te ontcijferen waren.
Hg is in een woord onverstaanbaar en schijnt zelf
niet te weten waar hij het woord over voert. Hg
heeft ook een paar vrienden, die, weinig minder
ergerlijk zijn dan hij zelf en die ik in het voorbij
gaan nog even wil noemen. Hier is bijvoorbeeld
mijnheer A.wiens welsprekendheid iets heeft van
den waterstraal der bekende toestellen waarmede men
in groote steden de straten nat maaktzjj spuit het
eene oogenbtik rechts, het volgende links, nu naar
voren, dan in de galerijen, straks weder naar het
plafond, om eindelijk in het glas water op de tri
bune terecht te komen. Wanneer gij niet letterlijk
vlak onder zijn neas rit, is het u niet mogelijk, iets
van het heerlijke en fijne gerecht te genieten, dat hjj
zijn auditorium opdischt. Ook heeft men den heer
B,die niets doet dan duisteren, en alleen die let
tergrepen hooren laat, waar de klemtoon op valt.
Of anders mijnheer C., een even onpleizierig rede
naar, die inet ai de kracht zijner longen van het begin
tot het einde staat te balderen, en a ondanks nzelve
zenuwachtig maakt.
De laatste, dien ik in nwe tegenwoordigheid brengen
wil, is de heer Treuzel. Alvorens deze zich aan de
betrekking van redenaar ging wijden, nam hjj ge
durende geruimen tijd dure priraatlessen bjj een too-
neelkunslrnaar, in den tijd dat deze buiten emplooi was
eu die hem de kunst der gebaren en der voordracht
leeren moest. Be eerste les na, wellaS¥renzel werd
ingeprent, was op zieh zelve zeer verstandig, namelijk:
lieer eerst langzaam te spreken, dan znllen de overige
vereischten voor een goede voordracht van zelf komen
Bie andere vereischten verkozen echter om dc eene of
andere r. den niet op te <lanen^a«ntMikB alle moeite van
meester en ponden sterlingzoodat de heer Treuzel
op de eerste trede vpn de ladder der welsprekendheid
is blijven staan en daaf 'lot op dit oogenblik anti
chambre gemaakt heeft. Men ontmoet hem gewoonlijk
op zomervergaderingen, eu daar ik iu dien tjjd meestal
hard werk en weinig rust heb, is zijn slaapwekkende
invloed mg bijna te sterk. Zijne redevoeringen hebb-n
altijd een buitengewoon verbrnik van rappé-snuif aan
de tafel der snelschrijvers ten gevolge. Ik bracht eens
een vriend vnu mij op eene vergadering, waar eene
vermaarde Amerikaansche dame als spreekster zou op
treden. Toen zjj vijf minuten gesproken had, telde
mijn vriend half dommelend tegen mij: «Wees zoo
goed mij wakker te maken als het interessant begint
te w,orden," en viel na die woorden in een gerusten
slaap. Menigmaal heb ik later aan mjjn vriend gedacht
en de gemakkeljjke manier, waarop hjj de zaak op
nam, benijdmaar ongelukkig zjjn de zetels der ver
slaggevers niet van rnggemvoorzien!
j Keue algemeene opmerking zij mjj nog vergund.
I Hoe welsprekender een redenaar is, zooveel te ge-
1 lukkiger is hjj in de kens zjjner woorden, en naar
mate hjj ernstiger meent, wat hjj zegt, valt het ook
gemakkelijker hem te volgen. Mannen als een Bright,
een Gladstone, een Disraeli, meesters van het debat,
maken het een verslaggever gemakkeljjk. Wilt gij
daarentegen iemaud hebben die het tl moeielnk maakt,
neem dan een gewoon gemeenteraadslid. Het een is
als het varen in open zee, met een ferme bries in een
pleizier-yiusht, het andere is alsof men in eene hooi-
schuit tegen stroom eene rivier oproeit.
Ik gaf slechts eeuige weinige omtrekken nit mijne
beeldengalerjj, daar de fantasie van den lezer gemak-
kcfjjk het ontbrekende kan aanvullen. Iudieu hij zioh
daarop eens wil toeleggen, zal hjj wellicht walmeer
deelneming gevoelen voor ons arme tobbers, die een
«bloot wirktnigeljjkeu» arbeid heeten te verrichten.
Mooht hij daarenboven zelf miasohien een redenaar
wezen (en wie is het in den tegenwoordigen tijd niet
en in deze verzameling een schoen vinden die hem
past, laat hjj dien dan aantrekken, en op die wjjze
in het vervolg de taak der gelukkige atervelingen,
welke zjjne woorden moeten volgen, een weinig
verlichten.
(Vi*y0Lö.) f*)
Wy bedaren ons nAa* bék Lóós museum. Het stond
aan1 Set ëifldó'Tan de Wijdstraot; Het benedenhuis
diénde tot leesinricfeting voor den ambachtsman en
tot woning voor den bewaarder. Wy gingen door
eene zijdeur naar boven en vonden daar twee nit-
muntend ingerichte leeskamers. Een schat van boe
ken, sierlijk ingebonden, van allerlei aard, was in
nette kasten langs de wanden gerangschikt. Op de
tafel in het midden tond men de meest
Tijdschriften, Dig- en Weekbladen. i;
„Wel verbazend l" riep ik uit, „toen mijn vriend
mij verzocht fluisterend te spreken, ten einde eenige
heeren, in eenige leetnur verdiept niet te hinderen.
Wij bevonden ons op de voorkamer. Volgens mijn
vriend moéiit op de achterkamer in het geheel niet
gesproken worden.
„Is deze schoone inriehting zoo maar plotseling
daargesteld, of was zij eerst op kleinen schaal inge
richt begon ik fluisterend te vragen.
„Herinnert ge u nog," antwoordde mqn vriend,
„onze librye of zooals Walvis haar noemt, Stads-
Boekzaal? Die inrichting was aan velen onbekend,
evenmin als haar gebrnik. Hierin kwam verbetering,
toen in 1876 door de stad op nitnoodigiag van
libryemeesteren een .bordje werd gespijkerd op de
deur die tot de librye toegang verleent. Je weet
wel, die kleine deur tegenover het huis van den
koster der Groots Kerk?"
„Ga voort," fluisterde ik.
„Welnu, op dat bordje leest men:
STADS BOEKZAAL,
geopen eiken Woensdag van 12 tot f ure.
„Dit raiddel hielp de onbekendheid met de librye
verdry ven. Vroeger bijna niet bezocht, mocht rij
zich weldra in zoovele bezoekers verheugen, dat zy
2 malen 's weeks werd opengesteld. Hierop volgde
een verzoek vau dertig burgerlui om ook op Zondag
van 12 tot 2 ure van de librye te mogen profiteered
Dit verzoek, als meteenegeldquaestiein verband staande,
kwam in den Raad ter sprake eukelett waren er
tegen doch de meerderheid der leden was verstandig
genoeg te begrijpen, dat eeue afsteinmiitg onzedelijk
zon zyn, en de menschen naar de kroeg zou jagen
't zou ook wat moois wezen de kroegeu op Zop-
dag geopend te houden eu de stads boekzaal, als men
er belangstelliug iu toont, te sluiten!"
„Zeer juist, vriend! (ia vo>rt!"
„'De belangstelling nam bij voortduring toe, coodat,
2 jaren later, het verzoek werd gedaan, oyi ook dca
avonds de librije te mogen b z >eken. Hieraan waren
echter bezwaren verbonden. Kosten van gasverlichting,
brandgevaar, inoeielyker coutróle op de bezoekera, enz.
Het vefzoek wertl van de haud gewez"u. Dit gaf aan
leiding, dat een 50t il burgers, tot de meest ontwik
kelden behoorende, teue vergadering hielden om oyer
verdere maatregeleu te beraadslagen. Een hunner bracht
een voorstel ter tafel dat bijua algemeen werd aange
nomen, en waaraan dit Leesmuseum rijn ontstaan te
danken heeft. Maar, a propos, wat tuit ge hier ge
bruiken
„Een bittertje, dunkt me."
„Nu merk ik dat ge hier vreemd rijt. Sterkedrank
ia hier niet te bekomen. Daar hebben 4e Ubryemeeateeen
voor gezorgd," j O r u
„Ei zoo, hebben die hilrr ook iets te zeggen
„Dat til u Wyken uihhet vervolg van myn verhaal.
Op de vergadert ug waaryan ik zoo even aprak, ward
eene Commissie benoemd, aie met de libryemeesters ëou
spreken over lectuur. Men wilde, daar te koste» te groot
waren om alles op eenmrfal aan te koopen, 4 a 500
I boekdeelen in bruikleen ontvangen. Na vele en lange
conferenties werd men het eens als volgt
1®. De waarde der poeken wordt getaxeerd en
daarvoor borg gesteld.
I 2°. 't Bestuur van het Leesmuseum verbindt zich
I elk jaar 25 boegen terug te geven,
i 3H. Aan de gewone bezoekers der librije, (Hè zulks
mochten verlangen, zullen kaarten worden uitgereikt»
rechtgeveude op vry bezoek auu liet I^esmueeura, 6
uren 'a weeks. a
4°. In het op te richten gebouw zal geen sterken
drank mogen worden gebruikt, noch aldaar verkrijg
baar zyn. f
5°. Na geheele teruggave der geleende boekdeelen
zullen de beide laatste loepolingim van kracht blijven,
en wat de toegaugkanrteh betreft, geen nieuwe worden
afgegeven.* .0?' I <Vd
Terwm ik my op uitnoodigiug van myn vriend een
glas limonade liet smaken, viél mijn odg op een biljet,
waarop ik las
(*i \fn inrrnen te fiaetes oprnrrktn, èst ó*xe droom n
er* «nitere h*nd ia «li dié b> o*i*msr 178*^ Osndieh*
Gomrnnt. w» RhDOOns.
(f) tNnWia, beachr dsr Gon«fe, Ie deel, BI. 917.