BINNENLAND.
SVSH01A.'
Drie geboden tegelijk overtreden.
Kantongerecht te Gouda.
ADVERTEWnfiW.
INGEZONDEN.
4
marktberichten.
Burgerlijke Stand.
a Buffet laat door zijn blad, den Francais, de repu-
blikeinsehe prefecten met ontslag dreigen, indien zij
^andermaal bij da verkiezingen candidaten aanbevelen
jflie de li» geering onder hare vijanden moet tellen.
De héèT Emiïe de Girardin, wien door de repu-
blikeiusche partij in het arrondissement Pontoise de
caudidatuor was aangeboden, heeft daarvoor bedankt,
omdat' hij er niet als mededinger wil optreden van
den "repqblikeinscheu kolonel Lauglois. De Girardin
heeft thans de epndidatuar aanvaard in Clermont,
departement Oise, doch op voorwaarde, dat er geen
andere republikeinsche candidaat is.
De heer Emile Ollivier (hij is candidaat in een
der arrondissementen van Var) is thans reeds aan
zijn vie|dib verkiefcingsoircnlaire. Hij beveelt zich aan
door dloor verschrikkelijk tegen het radicalisme uit
te varen. Al wat ons dierbaar is, zegt hij, wordt
door het radicalisme bedreigd. Het radicalisme wil
^Cfte'-progressieve inkomsten-belasting, het radicalisme
■wil geestelijkheid de bezoldiging ontnemen, die
-de staat als eene schuld heeft op zich genomen. El-
dérs moge het radicalisme veracht worden, in Frauk-
;Tyk is het gevaarlijk. Het sluipt in de hutten en
Werkplaatsen. Kiezers, zegt hij verder, indien gii
uwe' onverschilligheid niet eindelijk aflegt, dan zal
het' radicalisme uw meester worden. Geen onvrucht
bare klaagliederen meer: geen woorden die nutteloos
zijn. Gehandeld Tegen de werkzaamheid ten kwade,
moet de Werkzaamheid ten goede worden overgesteld.
Zoo niet, dan zult gij met schande het lot ondergaan
dat gsj zult verdiend hebben. Intusschen geen illusion.
Gij kunt het ééne uiterste niet niet het andere te
iceer gaan. Gij kunt de roode vlag niet neerhalen
door het hijschen van de witte. Blijft de zonen van
1789, even krachtig optredende tegen het oude sy
steem als tegen de Jacobijnen.
Ten slotte wordt de eerste Napoleon verheerlijkt.
Hij namelijk schiep orde in eene nieuwe maatschappij,
bracht onder een nationaal Gouvernement het Bur
gerlek Wetboek en het Concordaat tot stand en stichtte
niaatschappelijken en godsdieystigeu vrede.
De Unieer» maakt thans de verkiezingscirculaire
van de katholieke Unie bekend. Van een staatkun
dig beginsel geen woord in dat stuk. Van Revolutie
cru van den godsdienst, het familieleven, den eigen
dom, het onderwijs, het huwelyk, zooveel te meer.
Om het familieleven in stand te houden, aldus leest
tneri,' moet de heiligheid van het huwelijk worden
gewaarborgd en mag de ziel der kinderen niet de
pt-ooi worden van een onderwijs, waarbij zelfs de
naam van God wordt verbannen. Als men naar
de gedachte vau deze algemeene formules zoekt, zegt
de Temp», dan mag men onderstellen, dat de circu
laire zijdelings de opheffing van het burgerlijk hu
welijk vraagt en dat er buiten de onder geestelijk
toezicht staande inrichtingen van onderwijs geen
vrijheid van onderwijs mag bestaan. De gedachte
komt echter in dit stuk niet met de helderheid en
driestheid uit, die wij van de olericale partij ge
woon zijn.
GOUDA, 10 Februari 1876.
y Woensdag 16 Februari a. st. zal op £ene vergade
ring van de Debating-club als spreker optreden Dr.
W. Julius met het onderwerp „De transvaalsche of
Zuid-Afrikaansche republiek," waarbij de volgende
stellingen zullen worden verdedigd
1. Op goede gronden mag men voor dezen vrij
staat een schoone toekomst verwachten.
2. Emigratie daarheen is voor Nederlandera ver
kieselijk boven die naar Suriname.
Naar aanleiding van onrustbarende buitenlandsche
berichten ten aanzien van onze actueele verhouding
tot Venezuela, kan met de meeste zekerheid worden
gemeld, dat men in oflicieele kringen tot op dit
oogenblik niets weet van zoodauigeu gespannen toe
stand als waarvan die berichten gewagen. Het Ne-
derlandsch oefenings-eskader in de Caraibische zee
bevindt zich echter daar met het oog op de veilig
heid onzer bezittingen in West-Indië en op eventu-
eele gebeurtenissen in die wateren.
Naar wij vernemen, heeft de President van Vene
zuela, Guzman Blanco, zich tot een der Mogendhe
den gewend om de onderhandelingen met Neder
land weder aan te knoopen, en bestaat er uitzicht,
dat het geschil tusschen de twee Staten nog in der
minne zal eindigen. (N. R. Ct.)
VERGADERING van den GEMEENTERAAD.
Op Vrijdag den 11 li Februari 1876 des namiddags
ten 1 ure waarin zal worden behandeld
Het verzoek van den heer L. Visser tot het aan
hem in gebruik geven van een stuk grond, zijnde
een gedeelte van het Bolwerk bij de Wachterstraat
een verzoek tot wijziging der begrooting van
kosten voor het Museum van Oudheden, dienst 1875.
Dinsdagavond werd een spreekbeurt in de vergade
ring van het in deze gemeente gevestigd departement
der „Maatschappij tot Nut van 't algemeen" vervuld
door den heer F. Haverschmidt uit Schiedam.
Zoowel vóór als na de pauze werden een paar
humoristische schetsen door hem voorgedragen en wel
aldus getiteld: „Het Ouderlijke Huis," „OuzeTand
meester," „Kwaad worden" en „Een Verhaal van
oom Jan."
Het publiek hoorde blijkbaar met genoegen de
luimig» voordracht aan.
Ook te Waddinxveen heeft zich eene afdeeling
van „Volksonderwijs" geconstitueerd. Het Bestuur
bestaat uit de heeren A. Braudes Szn., P. Kraan,
A. N. Molenaar, C. C. Regt en J. A. van de Werpe.
Als een nieuw voorbeeld van het gebrek aan hulp
onderwijzers kan dienen, dat op herhaalde aanvragen
tegen eeue salaris van 600, voor eene te Zwolle
bestaande vacature, geen enkel candidaat is opgeko
men, zoodat nu eeue oproeping tegen 700 heeft
plaats gehad.
Gisteren nacht is de korenmolen van B. Bakker
te Waddinxveen totaal afgebraud het woonhuis bleef
gespaard. De brandweer was spoedig met twee spuiten
op liet terrein.Het pand was geassureerd.
De onthulling van het standbeeld van Thorbecke
te Amsterdam wordt, volgens het N. v. d. tegen
Mei a. s. tegemoet gezien. Tot de feestelijkheden
bij die gelegenheid zal ook behooren de uitvoering
van een cantate, waarvan de tekst door den heer
H. J, Schimmel zal gedicht zijn.
Voor de geldleeuiug in de 1ste serie van 100.000
ten behoeve der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij, is
ingeschreven tot een bedrag van 1,687.000 rneeren-
deels door aandu lhouders, zoodat aan riiet-aandeel-
houders niets kan worden toegewezen.
De heer M. de Keizer te Alphen herdacht giste
ren den dag, waarop hij voor 25 jaren aldaar als
doctor in de genees-, heel- en verloskunde zich ves
tigde. Vele ingezetenen deden van hunne belang
stelling blijken door het uitsteken der nationale vlag,
en van vele zijden ontving de jubilaris geschenken.
Eenige belangstcUéuden uit Amsterdam en Rotter
dam, onder wie ook afgevaardigden der beide Kamers
vau de Staten-Genertel, hebben zich eeuigen tijd ge
leden in Commissie vereenigd, om een onderzoek in
te stellen naar den toestand van het vaarwater tus
schen dbeide genoemde steden en in dat onderzoek
aanleiding te vinden tot het ontwerpen van een plan
hoe in dien toestand verbetering te brengen zou zijn.
Gisteren ochtend nu hebben drie leden dies Commissie
de Burgemeesters van Arasterdam en Rotterdam en
de heer jhr. G. A. Tindal, lid van den Raad der
gemeente Amsterdam, een adres betreffende die zaak
aan den Minister van Binnenlan dsche Zaken over
handigd. (Anut. Ct)
Bij vonnis der Arrondissements-rechtbank te Go-
rinchera, van Woensdag werd de houdster van het
geheime pandjeshuis aldaar, geheel overeenkomstig
den eisch van het Openbaar Ministerie, tot eene cel
lulaire gevangenisstraf voor den tijd van 15 dagen
en eene geldboete van ƒ50 veroordeeld.
Het is dit jaar een eeuw geleden, dat Adam Smith
zijn beroemd werk over den nationalen rijkdom deed
verschijnen, dat .de grondslag is geworden voor de
nieuwere staathuishoudkunde. Er bestaat plan dit
feit door eene bijeenkomst vau staathuishoudkundigen
te herdenken. Het denkbeeld voor dat congres is
uitgegaan van de Belgische Vereeniging voor staat
huishoudkunde en heeft bijval gevonden bij de Cob-
denolub te Londen, welke in overweging gaf de bij
eenkomst niet in Engeland, maar op het vasteland
te houden. De Belgische Vereeniging heeft in hare
vergadering van «?1 Jan. besloten, Brussel daarvoor
aan te wijzen, en als het voornaamste onderwerp
ter bespreking de vraag te stellen, die thans op den
voorgrond is getreden, cÉ de economische wetenschap
niet verkeerd heeft gedaan, door de medewerking
van den Staat onvoorwaardelijk te oordeelen.
Door een aantal kunstschilders te 's Hage is het
volgend adres aan Z. M. den koning aangeboden:
„De ondergeteekeudeu, allen kunstschilders te 's
Gravenhage, geven met den meesten eerbied te kennen,
dat zij op hoogen prijs stellen de blijken van belang
stelling, door Uwe Majesteit in den laatsten tijd bij
herhaling aan de Nederlandsche kunstenaars betoond.
Tot een dezer blijken van belangstelling behoort
zeer zeker het instellen der kon. groote gouden me
daille, door Uwe Maj. beschikbaar gesteld op de ge
wone jaarlijksche tentoonstelling vanwege de maatschap
pij Arti et Amicitiac, zoomede op de driejaarlijksche
tentoonstelling van schoone kunsten vanwege de stad
Amsterdam, voor het beste aldaar tentoongestelde
kunstwerk van Nederlandsche meestert. Bij het be
schikbaar stellen dezer groote gouden medaille heeft
zeker bij Uwe Maj. de bedoeling teö grondslag' ge
legen, de Nederlandsche meesters op te wekken om
door het inzenden hunner schoonste werken aan ge
noemde tentoonstellingen zooveel mogelijk luister bij
te' zetten en hen aan te sporén, al hun krachten in
te spannen om belangrijke bijdragen, ie leveren.
Het is hun innige overtuiging, dat de oommissiën,
aan wie door Uwe Maj. de toekenning "dier medaille
was opgedragen, zich op zulk een in het oog loopend
vreemde wijze van hun taak hebben gekweten, dat
daardoor Uwer Maj. bedoeling niet i» bereikt.
Op grond hiervan hebben zij gemeend, niet langer
voor Uwe Maj te mogen verzwijgen, dat voor hen
alle waarde aan de groote koninklijke medaille is ont
nomen geworden, en rekenen zy zich verplicht eer-
Viediglijk tentkenuis van Uwe Maj. te brengen, dat
zij zich voor het vervolg van mededinging naar deze
koninklijke onderscheiding zullen onthouden."
Te Deventer ontdekten onlangs de ambtenaren van
's ryks belastingen dat vier personen, op een min of
meer verdachte wyze een slachtos de stad uitleidden.
Op hun nasporingen werd hun gezegd, dat die os
verkocht zou zijn aan een slager te Apeldoorn. Den
volgenden dag vernamen zij echter, dat het dier
toebehoerende aan een ingezeten, die jaarlijks, ten
huize van zijn zwager, die te Terwolde woonde, liet
slachten, zonder dat hiervan ooit aangifte gedaan werd.
Zulks wekte achterdocht. De ambtenaren begaven
zich hierop onmiddellijk derwaarts en mochten er
in slagen, met behulp van deu geagrëeerrden klerk
ten rijkskautore te Twello, ten huize van gemelden
landbouwer, in plaats van één twee frauduleus ge
slachte ossen ten behoeve van het ryk in beslag te
nemen, waarvan de een. nog in zyn geheel aan den
boom hing en de ander Mn stukken iu den kelder lag.
Maandag had in de hoogere burgerschool te Sueek
het volgende ongeluk plMta Terwyl dr. N. bezig wss
aan zijne leerlingen ae luchtpomp te verklaren en
hiermede eenige proeven deed, had een der jonge
lieden de onvoorzichtigheid zyn vinger te dicht bij
de klok te houden. Daar niemand dit bemerkte,
werkté de leeraar door, en in een oogenblik was het
eerste lid van den voorvinger van de rechterhand er
af. Na dadelijk ingeroepen geneeskundige hulp was
de conclusie des chirurgijns, dat het tweede lid ram
den vinger zal motten worden geamputeerd.
In den Dinsdag ochtend van Luik naar Maas
tricht loopende trein had een der reizigers de on
voorzichtigheid tegen een niet gesloten portier te
gaan leunen, terwyl de trein in vaart was, zoodat
hij er uit viel. De sneeuw lug echter gelukkig zóó
hoog, dat de man als in een voeren bed terecht
kwam, geen letsel ontving en dood bedaard zyne
reis te voet vervolgde.
Om aan grieven der ouders tegen de groote va-
cantie te geraoet te komen en tevens den school
jongens een goede ontspanning te geven, heeft men
in de Vereenigde 8taten zomerscholen opgericht.
De onderwijzers nemen hunne leerlingen mede
in het veld en brengen daar het „al spelende lee*
ren" in toepassing. De jongens, voornamelijk stads-
jongens, worden gedurende hunne lange zomervaoantie
in houten tenten gehuisvest op eene heerlijke en
gezonde bergvlakte in Pennsylvania. Zij leeren dan
natuurkunde, aardrijkskunde, aardkunde, plant-en dier
kunde en wiskunde, terwyl zij Mp de eischen van
het leven op het veld en in het bosoh door schermen
schieten enz. gewend worden.
„Ja apropos, Verpolder is immers een fatsoenlijk
man, niet waar? 'k Zal je zeggen hy is bjj me
geweest voor dat ontvangerspostje. Hy ziet er fatsoenlijk
uit en leeft, geloof ik, heel stil met zijne moeder."
„Ik weet het niet, och T ik zal niets van hem zeg
gen, maar ik
„Nu, wat is et dan van? Zie je,'tis zooveel niet,
maar hij krijgt toch jaarlijks licht een paar duizend
guldeu in handen en ge kunt dan toen ook maar
niet zoo iedereen op 't bureau zetten?!"
„Neen, maar neem Verpolder gerust och, ik
ik ik weet niet zoo."
„Wat of dat is? Daar zit toch zeker wat achter,
dat Danens niet zeggen wou. Ik zal Brugger eens
vragen. Hé, Brugger, een woordje; heb jij wel
eens wat van dien Verpolder gehoord t
Verpolder Verpolder, ja, neen, nu je t
zegt, ik weet het niet neen, dat is met Dinges
geweest, Verpolder, ja, er ligt me zoowat van by.
Hé wat was dat ook, maar och, ik weet niet, zie
je hoor nog maar eens. Goeden morgen."
„Nu, ik geloof nooit,-dat dat in orde is. Hij zei
niets, maar daar is wel een steekje aan los daar kan
je op rekenen. Zeg eens, Snak, wat is die Verpolder
voor een man
„Och, ik laat me Uejfst niet over menschen uit,
die ik niet heel goed ken. Ik zeg maar, je kent een
mensch in een oogenblik de kroon van 't hoofd ne
men, maar hem er weer op zetten Is 't niet zoo?
Neen ik wil er maar liever niets van zeggen, ik
weet het ook niet, zie ja; de man kan heel best en
braaf zijn, maar heusch, ik wil er me maar liefst
niet mee bemoeien.
„*t Is waarachtig gelukkig, dat ik eens ben gaan
informeerenwat had ik kunnen aanhalen. Dat ding
is nooit in orde, hoor! Ik bedank voor Verpolder.
Daar komt Dutaillis aan, die kent iedereen. Zeg
eens Piet, wat is er toch met dien Verpolder voor
gevallen
„Met Verpolder? Ik weet 't niet. Ik heb den man
nooit gezieu. Maar ja, nu je 't zegt, ze hebben wel
eens wat over hem gesproken, maar 'fc fijne van de
saak weet ik niet. Heb je zaken inet hem?
„Neen, dat niet, mur hij is by me geweest, om
dat ontvangerspostje. Maar als 'taoo is, dan moet
ik hem niet hebben."
„Ja, ik weet geen kwaad van den man, dat niet,
mur 't staat me toch voor, dat er indertijd wel eens
heel raar over hein gesproken is. Maar ik ben er
buiten, hoor! Ik wil er de zegsman niet van wezen."
En Verpolder krijgt 't ontvangerspostje niet en kan
zijne oude moeder langzaam zien wegkwijnen bij ge
brek aan 't noodige, en waar hy zich aanmeldt, is
'talles de omde uitvlucht; „'t Spijt me, Mijnheer,
maar ik ben juist in besprek met iemand, die me
Ujsouder goed eouvenieertauders heel graag natuur
lijk, eu als we soms iets voor u booren, zullen we
uw wel bericht zenden."
En als liep hij met 't Kaïnsteeken op zijn voor
hoofd, ieder weet, dat men zich voor hem wachten
moet.
„Er moet iets heel raars met hem zijn voorgeval
len men schijnt er zich niet over te willen uitlaten,
omdat hij van goede familie is en zyn moeder is
ook een respeclal>ele vrouw. Wat 't is, daar kan ik
jiog maar met achter koinen, maar ik hoor, 'tis lug
voor mijn tyd geweestmaar toen moeten er rare
piraatjes van hem gegaan hebben; maar zoo als ik
zeg, ze hebben 't in de doos gedaan om de familie
maar 'traoet een hcele rare affaire zijn geweest."
Daartoe bepaalt zich de opinie van 't publiek en
die opinie is doo.lelyk voor Veipolder. Én als hij
dadelyk onder het gewicht vau zijn lijden bezwykt,
weet niemand, ook de oudste niet, tcat dan toch
wei van die praatjes Mn was en of er wel ooit
praatjes gpweest zijn.
VALSCH GETUIGENIS GESPROKEN, een
goeden naam GESTOLEN, een mensch VERMOORD.
Vermoordzeker zedelijk, misschien ook lichamelijk.
Eu waarom
Of omdat men ora een praatje verlegen was, of
omdat men wilde heeten iedereen te kennen, of om
dat men een hekel aan den man had, omdat hg niet
onderdanig genoeg groette of niet voor mijnheer A.
of B. van de kleine steentjes giug.
A Die een beschuldiging uitspreekt, is scherprechter
of moordenaar, al naar de beschuldiging gegrond is
of niet. Maar die een beschuldiging doet vermoeden,
omdat hy „er maar liever niets van wil zeggen"
of eenig andere helsche fraze meer, die is een ban
diet, een sluipmoordenaar, een giftmenger en zoo
de doodstraf nog voor éene misdaad bestond, 'tzou
voor deu misdaad moeten zijn, omdat ze geheele
geslachten treft en bgna onzichtbaar voortwoekert en
juist 't meest wordt gepleegd door personen, die er
zeer deftig en zeer achtenswaardig en zeer voornaam
uitzien. Dat is de gevaarlijkste, de laagste, de ellen
digste soort van LASTER, die bestaat.
En h|j, die zulke frazen hoort en den man nie>t
dwingt, ze te verklaren en de bewering te bewijzen,
is medeplichtig Mn de daad. En hij, die het spoor
niet nagMt, om den oorsprong te zoeken, is mede
plichtig aan de daad. Ey hg, die den ellendigen
sluipmoordenaar niet Mn de kaak stelt, is mede
plichtig aan de daad. En als de doodstraf niet af
geschaft was
(Overgenomen uit de Coöperatie)
Baruch Spinoza werd iy het jW 1682 te Amster
dam uit burgerouders geboren. Reeds in zyn jeugd
gaf hy blyken van een buitengewoon levendigen geest
Met het oog op de communie die zich gevormd heeft
tot het oprichten ven een Stendbeeld voor Spinose, iel deze
korte leveoMcheta een de lezer» ven de Goudteke Ct. wellicht
niet onwelkom zijn.
te bezitten, en dMr hij een groote lust tot de studie
had, liet men hem onderwys ontvangen van den ge
leerden Heer Dr. Frans van der Eude, aan wiens
zorg daar ter stede vele kinderen van de voornaamste
familiën waren toevertrouwd. Op verderen leeftijd
beoefende Spinoza de godgeleerdheid en de wijsbe
geerte, en bediende zich bij zijn studie van de werken
van DesCartes. Later heeft hij getuigd, dat hy al
zijn kennis uit de geschriften van dezen beroemden
schrijver geput had.
Spinoza had tot grondregel, dat men in 2ake des
gelOtofs niets moest aannemen, waarvan men niet ten
volle overtuigd was. Daarom verwierp hy «11e leer
stellingen, die niet met het gezond verstand overeen
kwamen. Zich niet met de ideën zijner geloofsge-
nooten (de Israëlieten) kunnende vereenigen, vermeed
hij allen omgang met hen en bezocht slechts zelden
de 8ynagoge. Spinoza was een vijand van gewetens
dwang, kwam overal flink voor zyne gevoelens uit
en verfoeide alle geveinsdheid en huichelarij.
Daar de Israëlieten bevreesd waren, dat hij tot een
ander Kerkgenootschap zou overgaan en zij niet gaarne
een man met zulke groote bekwaamheden wilden
verliezen, beloofden zij hem een jaarwedde van dui
zend gulden, als hij zich by heu bleef aansluiten;
doch Spiuoza nam dit niet aan, zeggende, dat uij tot
zulke groote huichelarij niet kon overgaan, al bood
men hem tienlnaal zooveel.
Bezocht Spinoza de Synagoge in den aanvang
weinig, later uain hy het besluit haar in het geheel
niet meer te betreden. Hiertoe werd hy door het
volgende voorval gebrachtOp zekeren avond uit den
8chouwburg komende werd hem door een geloofsgenoot
op verraderlijke wijze een steek met een mes toegebracht.
Ofschoon de wond niet doodelijk was, bleek het bij
onderzoek, dat de aanvaller het op zijn leven had
geinnnt. Dit voorval bracht er hem toe, de gemeen
schap met de Isasëlieten voor altijd af te breken.
Amsterdam verlatende koos hy achtereenvolgens
Rijnsburg, Voorburg en 's Gravenhage tot woonplaats.
Hoewel hij studeerde in de wijsbegeerte, bracht hij
zyn overigen tyd door met natuurkundige onderzoe
kingen. Vooral beschouwde hy gaarne kleine voor
werpen door microscopen, die hij zelf vervaardigd
had. In het maken dezer werktuigen als ook van
verrekijkers schijnt hy zeer bedreven te zyn geweest,
daar hij leefde van de opbrengst dier voorwerpen.
Spinoza leefde zeer matig en eenvoudig. Hy kleedde
zich als een gering burgerinay* overtuigd, dat zijn
zedelyke waarde niet afhing van een mooi kleed.
Zijn vrienden boden hein dikwyls geld aan, doch hij
weigerde steeds het aau te nemen, verklarende, dat
het zijn rust verstoren en hem in zyn stadie hinder
lijk zou ziju.
Men verhantr"ook, dat een groot vriend van hem,
zekere de Vries, hem tot eenig erfgenaam wilde
maked, doch Spinoza wee?* dit van de hand en ver
wees hem naar zijn nog lévenden broeder, die ook
de nalatenschap kreeg, ohder voorwaarde, dat déze
jaarlijks vijfhonderd gulden aan Spinoza zou uitkee-
ren, Spiuoza nam er slechts driehonderd van aan.
De naam van Spiuoza bleef niet laug een onbekende
grootheid. Tal van geestverwanten bezochten hem
zelfs in het buitenland weerklonk zijn roem. Zoo
o. a. rekende de Prins van Condée, die toen in ons
land was, het |jch tót een groote eer, met Spinoza
een onderhoud te hebben. De Keurvorst van de
Paltz, Karei Lodewyk, bood hem de betrekking aan
van Hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de Hooge-
school te Heidelberg. Ook voor deze aanbieding
bedankte-hy, daar hij zich liever geheel aan de studie
wydde. In den omgang met anderen was hy min
zaam. In gezelschappen sprak hy wel over huishou
delijke zaken, doch het liefst over godsdienstige on
derwerpen. Hy ging met mensohen vin alle gezind
ten om en leerde steeds, dat het er niet op aan kwam,
welke leer men beleed, als het leven maar van gods
dienstzin getuigde.
Spinoza was zwak van lichaamgestel. Hy overleed
in 1677 aan de tering ia den ouderdom van 44 jaar.
Spinoza heeft nog eenige werken gesphreven, waar
van sommigen de eer hebben in andere talen te zijn
overgezet.
8. P. B.
Op de Terechtzitting van 26 JANUARI 1876 zyn
de navolgende personen veroordeeld:
H. v., H., A. R. en H. v. V. ieder tot eeue geld
boete van f. 1 of ieder een dag subs, gevangenisstraf
wegens het te Gouda zonder noodzaak ryden over
een met klinker bestraat voetpad met wagens, niet
beladen met glas- of aardewerk.
J. W. tot eene geldboete van ƒ3 of subs, gevan
genisstraf van een dag wegens het als geleider van
een met trekdieren bespannen voertuigzich van die
trekdieren verwijderen, zonder hen onder voldoend
toezicht te stellen of behoorlijk vast te zetten op oea
weg in de Provinoie Zuid-Holland.
J. C. v. 8. en A. v. O. ieder tot eene geldboete
f 10 of ieder twee dagen subs, gevangenisstraf.
H. v. B. tot vier geldboeten ieder van /I of een
dag subs, gevangenisstraf voor elke boete.
J. A. H. tot twee geldboeten ieder van 1 of
een dag subs, gevangenisstraf voor elke boete.
D. K. en H. M. H. Weduwe van W. J. D. ieder
tot «ene geldboete van 1 of ieder een dag subs,
gevangenisstraf met verbeurd verklaring van alle de
in beslag genomen maten en gewichteu, wegens over
treding der Wet op den IJk van maten en gewichten
en alle in de kosten des noods invorderbaar by
lijfsdwang.
Op de Terechtzitting van 2 FEBRUARI 1876 zyn
de navolgende personen veroordeeld
J. V. tot eene geldboete van ƒ2 of sabs, gevan
genisstraf van een dag wegens het werpen van ascfc
in het tot openbare dienst bestemd water te Gouda
zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en
Wethouders.'
J. E. tot eene geldboete van 6 of subs, gevan
genisstraf vau twee dagen wegens het als fijn garen
spinner op eene fijn garey spinnerij dienst heb
ben van een kind benedeu de elf jaren.
E. V. tot tvfee geldboeten elk van f 10 of snbs.
gevangenisstraf van twee dagen voor elke boete, ver
beurd verklaring van het gebezigd Jaehttuig, het
Jachtgeweer, toet bevel tot derzelver uitlevering of
betaling der geschatte waarde ad 5 of een dag ge
vangenisstraf, wegeus het jagen op eens anders jacht
veld lw.^ zonder voorzien te zyn van eene daartoe
betrekkelijke acte, 2°. zonder schriftelijk bewys van
vergunning van den eigenaar of rechthebbende op
dat Jachtveld en 8°. op spoorsneeuw.
P. d. W. tot vier geldboeten van 3 elk ofrabe.
gevangenisstraf van een dag voor elke boete.
C. D. Wed. H. W. en J. W. P. ieder tot twee
geldboeten elk van 2 of ieder een dag sube. ge
vangenisstraf voor elke boete.
H. A. v. d., L. Weduwe F. L.-tot eene geldboete
van 2 of een dag subs, gevangenisstraf.
A. D. Wed. vdn G. v. V. tot drie geldboeten elk
van /I of subs, gevangenisstraf van een dag vooi
elke boete.
J. B. en J. S. ieder tot eene geldboete van f 1
of ieder een dag subs, gevangenisstraf met verbeurd
verklaring der alle in beslag genomen maten en ge
wichten wegens overtreding der W«t op <W maten
en gewichten, en alle iu de koaten des noods invor
derbaar by lijfsdwang.
Gouda, 10 Feb.. 1876. Tot nagenoeg onver
anderde prijzen was de oinzet gering.
Poldertarwe puike/9.— a /9.25. Mindere ƒ8.50
a f 8.70. Rogge puike 7.25 i f 7.50. Mindere
f 7 a ƒ7.40. Voer f 6.40 a f 6.70. Gerst puike
ƒ7.a ƒ7.50. Mindere 6.—a 6.75. Haver
zware 5.— a 5.50. Ligte ƒ4.— a 4.75.
De veemarkt met weinig aanvoer, de handel iets
trager, vette varkeus van 28 a 82 oents, varkens
voor Londen van 23 a 27 oents per half kilo, biggen
alsmede schapen vlug te verkoopen.
Boter 1.70 a 2.—.
Gkmohim: 7 Febr. Johsnne*. ««der» O. Strsver ca 3.
Wildenburg. Calbarina Elizabeth, ouder» J. de Jong ra
3 t. Meuer. Fdiubrth Maria, ouders H. C. Koojmbm
en E. Rozenstraten. 8. Maria, ooders T. Ter louw *a
MVonk. Cornelia Maria, onder» J. B. Renter ra M.
Hsaijk. 9 Pielje, onder» J. «en l eeuwen en H. van Each.
Annn Mnrin, onder» W. Looijnard en C. P. Slayter.
OvfcBLKDtn7 Febr. J. Pockhoo«en, 67 j. 11 m.
8. J. C. A. Wsgrnaar, 2 j. 5 m. J. Nieveld, J a. -
f. P. de Wilde, 1 j. 4 m. D. van Vnuren. 83 j,
C, J. la Riviére, II m.
Gehuwd: 9 Febr. W. Lnijnenburg na A. C. Klein.
Voorspoedig bevallen van een Dochter
Vrouwe C. B. BEELAERTS van
EM MIOHO VENSrnrui.
Gouda, 10 Februari 1876.
Heden overleed, tot onie innige droef
heid, na voorzien te zpn van de H. H. Sacr*-
menten, onze geliefde Vaderen Behnwd-Vader,
de Heer JOHANNES THEODORUS HENRI-
CUS NIEVELER, in den ouderdom van ruim
67 jaren.
Dordreoht, H. J. NIEVELEB,
6 Febr. 1876. uit aller naam, f.
De ZAKEN znllen door mjj op deqzelf-
den voet worden voortgezet.