BINNENLAND. SVSH01A.' Drie geboden tegelijk overtreden. Kantongerecht te Gouda. ADVERTEWnfiW. INGEZONDEN. 4 marktberichten. Burgerlijke Stand. a Buffet laat door zijn blad, den Francais, de repu- blikeinsehe prefecten met ontslag dreigen, indien zij ^andermaal bij da verkiezingen candidaten aanbevelen jflie de li» geering onder hare vijanden moet tellen. De héèT Emiïe de Girardin, wien door de repu- blikeiusche partij in het arrondissement Pontoise de caudidatuor was aangeboden, heeft daarvoor bedankt, omdat' hij er niet als mededinger wil optreden van den "repqblikeinscheu kolonel Lauglois. De Girardin heeft thans de epndidatuar aanvaard in Clermont, departement Oise, doch op voorwaarde, dat er geen andere republikeinsche candidaat is. De heer Emile Ollivier (hij is candidaat in een der arrondissementen van Var) is thans reeds aan zijn vie|dib verkiefcingsoircnlaire. Hij beveelt zich aan door dloor verschrikkelijk tegen het radicalisme uit te varen. Al wat ons dierbaar is, zegt hij, wordt door het radicalisme bedreigd. Het radicalisme wil ^Cfte'-progressieve inkomsten-belasting, het radicalisme ■wil geestelijkheid de bezoldiging ontnemen, die -de staat als eene schuld heeft op zich genomen. El- dérs moge het radicalisme veracht worden, in Frauk- ;Tyk is het gevaarlijk. Het sluipt in de hutten en Werkplaatsen. Kiezers, zegt hij verder, indien gii uwe' onverschilligheid niet eindelijk aflegt, dan zal het' radicalisme uw meester worden. Geen onvrucht bare klaagliederen meer: geen woorden die nutteloos zijn. Gehandeld Tegen de werkzaamheid ten kwade, moet de Werkzaamheid ten goede worden overgesteld. Zoo niet, dan zult gij met schande het lot ondergaan dat gsj zult verdiend hebben. Intusschen geen illusion. Gij kunt het ééne uiterste niet niet het andere te iceer gaan. Gij kunt de roode vlag niet neerhalen door het hijschen van de witte. Blijft de zonen van 1789, even krachtig optredende tegen het oude sy steem als tegen de Jacobijnen. Ten slotte wordt de eerste Napoleon verheerlijkt. Hij namelijk schiep orde in eene nieuwe maatschappij, bracht onder een nationaal Gouvernement het Bur gerlek Wetboek en het Concordaat tot stand en stichtte niaatschappelijken en godsdieystigeu vrede. De Unieer» maakt thans de verkiezingscirculaire van de katholieke Unie bekend. Van een staatkun dig beginsel geen woord in dat stuk. Van Revolutie cru van den godsdienst, het familieleven, den eigen dom, het onderwijs, het huwelyk, zooveel te meer. Om het familieleven in stand te houden, aldus leest tneri,' moet de heiligheid van het huwelijk worden gewaarborgd en mag de ziel der kinderen niet de pt-ooi worden van een onderwijs, waarbij zelfs de naam van God wordt verbannen. Als men naar de gedachte vau deze algemeene formules zoekt, zegt de Temp», dan mag men onderstellen, dat de circu laire zijdelings de opheffing van het burgerlijk hu welijk vraagt en dat er buiten de onder geestelijk toezicht staande inrichtingen van onderwijs geen vrijheid van onderwijs mag bestaan. De gedachte komt echter in dit stuk niet met de helderheid en driestheid uit, die wij van de olericale partij ge woon zijn. GOUDA, 10 Februari 1876. y Woensdag 16 Februari a. st. zal op £ene vergade ring van de Debating-club als spreker optreden Dr. W. Julius met het onderwerp „De transvaalsche of Zuid-Afrikaansche republiek," waarbij de volgende stellingen zullen worden verdedigd 1. Op goede gronden mag men voor dezen vrij staat een schoone toekomst verwachten. 2. Emigratie daarheen is voor Nederlandera ver kieselijk boven die naar Suriname. Naar aanleiding van onrustbarende buitenlandsche berichten ten aanzien van onze actueele verhouding tot Venezuela, kan met de meeste zekerheid worden gemeld, dat men in oflicieele kringen tot op dit oogenblik niets weet van zoodauigeu gespannen toe stand als waarvan die berichten gewagen. Het Ne- derlandsch oefenings-eskader in de Caraibische zee bevindt zich echter daar met het oog op de veilig heid onzer bezittingen in West-Indië en op eventu- eele gebeurtenissen in die wateren. Naar wij vernemen, heeft de President van Vene zuela, Guzman Blanco, zich tot een der Mogendhe den gewend om de onderhandelingen met Neder land weder aan te knoopen, en bestaat er uitzicht, dat het geschil tusschen de twee Staten nog in der minne zal eindigen. (N. R. Ct.) VERGADERING van den GEMEENTERAAD. Op Vrijdag den 11 li Februari 1876 des namiddags ten 1 ure waarin zal worden behandeld Het verzoek van den heer L. Visser tot het aan hem in gebruik geven van een stuk grond, zijnde een gedeelte van het Bolwerk bij de Wachterstraat een verzoek tot wijziging der begrooting van kosten voor het Museum van Oudheden, dienst 1875. Dinsdagavond werd een spreekbeurt in de vergade ring van het in deze gemeente gevestigd departement der „Maatschappij tot Nut van 't algemeen" vervuld door den heer F. Haverschmidt uit Schiedam. Zoowel vóór als na de pauze werden een paar humoristische schetsen door hem voorgedragen en wel aldus getiteld: „Het Ouderlijke Huis," „OuzeTand meester," „Kwaad worden" en „Een Verhaal van oom Jan." Het publiek hoorde blijkbaar met genoegen de luimig» voordracht aan. Ook te Waddinxveen heeft zich eene afdeeling van „Volksonderwijs" geconstitueerd. Het Bestuur bestaat uit de heeren A. Braudes Szn., P. Kraan, A. N. Molenaar, C. C. Regt en J. A. van de Werpe. Als een nieuw voorbeeld van het gebrek aan hulp onderwijzers kan dienen, dat op herhaalde aanvragen tegen eeue salaris van 600, voor eene te Zwolle bestaande vacature, geen enkel candidaat is opgeko men, zoodat nu eeue oproeping tegen 700 heeft plaats gehad. Gisteren nacht is de korenmolen van B. Bakker te Waddinxveen totaal afgebraud het woonhuis bleef gespaard. De brandweer was spoedig met twee spuiten op liet terrein.Het pand was geassureerd. De onthulling van het standbeeld van Thorbecke te Amsterdam wordt, volgens het N. v. d. tegen Mei a. s. tegemoet gezien. Tot de feestelijkheden bij die gelegenheid zal ook behooren de uitvoering van een cantate, waarvan de tekst door den heer H. J, Schimmel zal gedicht zijn. Voor de geldleeuiug in de 1ste serie van 100.000 ten behoeve der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij, is ingeschreven tot een bedrag van 1,687.000 rneeren- deels door aandu lhouders, zoodat aan riiet-aandeel- houders niets kan worden toegewezen. De heer M. de Keizer te Alphen herdacht giste ren den dag, waarop hij voor 25 jaren aldaar als doctor in de genees-, heel- en verloskunde zich ves tigde. Vele ingezetenen deden van hunne belang stelling blijken door het uitsteken der nationale vlag, en van vele zijden ontving de jubilaris geschenken. Eenige belangstcUéuden uit Amsterdam en Rotter dam, onder wie ook afgevaardigden der beide Kamers vau de Staten-Genertel, hebben zich eeuigen tijd ge leden in Commissie vereenigd, om een onderzoek in te stellen naar den toestand van het vaarwater tus schen dbeide genoemde steden en in dat onderzoek aanleiding te vinden tot het ontwerpen van een plan hoe in dien toestand verbetering te brengen zou zijn. Gisteren ochtend nu hebben drie leden dies Commissie de Burgemeesters van Arasterdam en Rotterdam en de heer jhr. G. A. Tindal, lid van den Raad der gemeente Amsterdam, een adres betreffende die zaak aan den Minister van Binnenlan dsche Zaken over handigd. (Anut. Ct) Bij vonnis der Arrondissements-rechtbank te Go- rinchera, van Woensdag werd de houdster van het geheime pandjeshuis aldaar, geheel overeenkomstig den eisch van het Openbaar Ministerie, tot eene cel lulaire gevangenisstraf voor den tijd van 15 dagen en eene geldboete van ƒ50 veroordeeld. Het is dit jaar een eeuw geleden, dat Adam Smith zijn beroemd werk over den nationalen rijkdom deed verschijnen, dat .de grondslag is geworden voor de nieuwere staathuishoudkunde. Er bestaat plan dit feit door eene bijeenkomst vau staathuishoudkundigen te herdenken. Het denkbeeld voor dat congres is uitgegaan van de Belgische Vereeniging voor staat huishoudkunde en heeft bijval gevonden bij de Cob- denolub te Londen, welke in overweging gaf de bij eenkomst niet in Engeland, maar op het vasteland te houden. De Belgische Vereeniging heeft in hare vergadering van «?1 Jan. besloten, Brussel daarvoor aan te wijzen, en als het voornaamste onderwerp ter bespreking de vraag te stellen, die thans op den voorgrond is getreden, cÉ de economische wetenschap niet verkeerd heeft gedaan, door de medewerking van den Staat onvoorwaardelijk te oordeelen. Door een aantal kunstschilders te 's Hage is het volgend adres aan Z. M. den koning aangeboden: „De ondergeteekeudeu, allen kunstschilders te 's Gravenhage, geven met den meesten eerbied te kennen, dat zij op hoogen prijs stellen de blijken van belang stelling, door Uwe Majesteit in den laatsten tijd bij herhaling aan de Nederlandsche kunstenaars betoond. Tot een dezer blijken van belangstelling behoort zeer zeker het instellen der kon. groote gouden me daille, door Uwe Maj. beschikbaar gesteld op de ge wone jaarlijksche tentoonstelling vanwege de maatschap pij Arti et Amicitiac, zoomede op de driejaarlijksche tentoonstelling van schoone kunsten vanwege de stad Amsterdam, voor het beste aldaar tentoongestelde kunstwerk van Nederlandsche meestert. Bij het be schikbaar stellen dezer groote gouden medaille heeft zeker bij Uwe Maj. de bedoeling teö grondslag' ge legen, de Nederlandsche meesters op te wekken om door het inzenden hunner schoonste werken aan ge noemde tentoonstellingen zooveel mogelijk luister bij te' zetten en hen aan te sporén, al hun krachten in te spannen om belangrijke bijdragen, ie leveren. Het is hun innige overtuiging, dat de oommissiën, aan wie door Uwe Maj. de toekenning "dier medaille was opgedragen, zich op zulk een in het oog loopend vreemde wijze van hun taak hebben gekweten, dat daardoor Uwer Maj. bedoeling niet i» bereikt. Op grond hiervan hebben zij gemeend, niet langer voor Uwe Maj te mogen verzwijgen, dat voor hen alle waarde aan de groote koninklijke medaille is ont nomen geworden, en rekenen zy zich verplicht eer- Viediglijk tentkenuis van Uwe Maj. te brengen, dat zij zich voor het vervolg van mededinging naar deze koninklijke onderscheiding zullen onthouden." Te Deventer ontdekten onlangs de ambtenaren van 's ryks belastingen dat vier personen, op een min of meer verdachte wyze een slachtos de stad uitleidden. Op hun nasporingen werd hun gezegd, dat die os verkocht zou zijn aan een slager te Apeldoorn. Den volgenden dag vernamen zij echter, dat het dier toebehoerende aan een ingezeten, die jaarlijks, ten huize van zijn zwager, die te Terwolde woonde, liet slachten, zonder dat hiervan ooit aangifte gedaan werd. Zulks wekte achterdocht. De ambtenaren begaven zich hierop onmiddellijk derwaarts en mochten er in slagen, met behulp van deu geagrëeerrden klerk ten rijkskautore te Twello, ten huize van gemelden landbouwer, in plaats van één twee frauduleus ge slachte ossen ten behoeve van het ryk in beslag te nemen, waarvan de een. nog in zyn geheel aan den boom hing en de ander Mn stukken iu den kelder lag. Maandag had in de hoogere burgerschool te Sueek het volgende ongeluk plMta Terwyl dr. N. bezig wss aan zijne leerlingen ae luchtpomp te verklaren en hiermede eenige proeven deed, had een der jonge lieden de onvoorzichtigheid zyn vinger te dicht bij de klok te houden. Daar niemand dit bemerkte, werkté de leeraar door, en in een oogenblik was het eerste lid van den voorvinger van de rechterhand er af. Na dadelijk ingeroepen geneeskundige hulp was de conclusie des chirurgijns, dat het tweede lid ram den vinger zal motten worden geamputeerd. In den Dinsdag ochtend van Luik naar Maas tricht loopende trein had een der reizigers de on voorzichtigheid tegen een niet gesloten portier te gaan leunen, terwyl de trein in vaart was, zoodat hij er uit viel. De sneeuw lug echter gelukkig zóó hoog, dat de man als in een voeren bed terecht kwam, geen letsel ontving en dood bedaard zyne reis te voet vervolgde. Om aan grieven der ouders tegen de groote va- cantie te geraoet te komen en tevens den school jongens een goede ontspanning te geven, heeft men in de Vereenigde 8taten zomerscholen opgericht. De onderwijzers nemen hunne leerlingen mede in het veld en brengen daar het „al spelende lee* ren" in toepassing. De jongens, voornamelijk stads- jongens, worden gedurende hunne lange zomervaoantie in houten tenten gehuisvest op eene heerlijke en gezonde bergvlakte in Pennsylvania. Zij leeren dan natuurkunde, aardrijkskunde, aardkunde, plant-en dier kunde en wiskunde, terwyl zij Mp de eischen van het leven op het veld en in het bosoh door schermen schieten enz. gewend worden. „Ja apropos, Verpolder is immers een fatsoenlijk man, niet waar? 'k Zal je zeggen hy is bjj me geweest voor dat ontvangerspostje. Hy ziet er fatsoenlijk uit en leeft, geloof ik, heel stil met zijne moeder." „Ik weet het niet, och T ik zal niets van hem zeg gen, maar ik „Nu, wat is et dan van? Zie je,'tis zooveel niet, maar hij krijgt toch jaarlijks licht een paar duizend guldeu in handen en ge kunt dan toen ook maar niet zoo iedereen op 't bureau zetten?!" „Neen, maar neem Verpolder gerust och, ik ik ik weet niet zoo." „Wat of dat is? Daar zit toch zeker wat achter, dat Danens niet zeggen wou. Ik zal Brugger eens vragen. Hé, Brugger, een woordje; heb jij wel eens wat van dien Verpolder gehoord t Verpolder Verpolder, ja, neen, nu je t zegt, ik weet het niet neen, dat is met Dinges geweest, Verpolder, ja, er ligt me zoowat van by. Hé wat was dat ook, maar och, ik weet niet, zie je hoor nog maar eens. Goeden morgen." „Nu, ik geloof nooit,-dat dat in orde is. Hij zei niets, maar daar is wel een steekje aan los daar kan je op rekenen. Zeg eens, Snak, wat is die Verpolder voor een man „Och, ik laat me Uejfst niet over menschen uit, die ik niet heel goed ken. Ik zeg maar, je kent een mensch in een oogenblik de kroon van 't hoofd ne men, maar hem er weer op zetten Is 't niet zoo? Neen ik wil er maar liever niets van zeggen, ik weet het ook niet, zie ja; de man kan heel best en braaf zijn, maar heusch, ik wil er me maar liefst niet mee bemoeien. „*t Is waarachtig gelukkig, dat ik eens ben gaan informeerenwat had ik kunnen aanhalen. Dat ding is nooit in orde, hoor! Ik bedank voor Verpolder. Daar komt Dutaillis aan, die kent iedereen. Zeg eens Piet, wat is er toch met dien Verpolder voor gevallen „Met Verpolder? Ik weet 't niet. Ik heb den man nooit gezieu. Maar ja, nu je 't zegt, ze hebben wel eens wat over hem gesproken, maar 'fc fijne van de saak weet ik niet. Heb je zaken inet hem? „Neen, dat niet, mur hij is by me geweest, om dat ontvangerspostje. Maar als 'taoo is, dan moet ik hem niet hebben." „Ja, ik weet geen kwaad van den man, dat niet, mur 't staat me toch voor, dat er indertijd wel eens heel raar over hein gesproken is. Maar ik ben er buiten, hoor! Ik wil er de zegsman niet van wezen." En Verpolder krijgt 't ontvangerspostje niet en kan zijne oude moeder langzaam zien wegkwijnen bij ge brek aan 't noodige, en waar hy zich aanmeldt, is 'talles de omde uitvlucht; „'t Spijt me, Mijnheer, maar ik ben juist in besprek met iemand, die me Ujsouder goed eouvenieertauders heel graag natuur lijk, eu als we soms iets voor u booren, zullen we uw wel bericht zenden." En als liep hij met 't Kaïnsteeken op zijn voor hoofd, ieder weet, dat men zich voor hem wachten moet. „Er moet iets heel raars met hem zijn voorgeval len men schijnt er zich niet over te willen uitlaten, omdat hij van goede familie is en zyn moeder is ook een respeclal>ele vrouw. Wat 't is, daar kan ik jiog maar met achter koinen, maar ik hoor, 'tis lug voor mijn tyd geweestmaar toen moeten er rare piraatjes van hem gegaan hebben; maar zoo als ik zeg, ze hebben 't in de doos gedaan om de familie maar 'traoet een hcele rare affaire zijn geweest." Daartoe bepaalt zich de opinie van 't publiek en die opinie is doo.lelyk voor Veipolder. Én als hij dadelyk onder het gewicht vau zijn lijden bezwykt, weet niemand, ook de oudste niet, tcat dan toch wei van die praatjes Mn was en of er wel ooit praatjes gpweest zijn. VALSCH GETUIGENIS GESPROKEN, een goeden naam GESTOLEN, een mensch VERMOORD. Vermoordzeker zedelijk, misschien ook lichamelijk. Eu waarom Of omdat men ora een praatje verlegen was, of omdat men wilde heeten iedereen te kennen, of om dat men een hekel aan den man had, omdat hg niet onderdanig genoeg groette of niet voor mijnheer A. of B. van de kleine steentjes giug. A Die een beschuldiging uitspreekt, is scherprechter of moordenaar, al naar de beschuldiging gegrond is of niet. Maar die een beschuldiging doet vermoeden, omdat hy „er maar liever niets van wil zeggen" of eenig andere helsche fraze meer, die is een ban diet, een sluipmoordenaar, een giftmenger en zoo de doodstraf nog voor éene misdaad bestond, 'tzou voor deu misdaad moeten zijn, omdat ze geheele geslachten treft en bgna onzichtbaar voortwoekert en juist 't meest wordt gepleegd door personen, die er zeer deftig en zeer achtenswaardig en zeer voornaam uitzien. Dat is de gevaarlijkste, de laagste, de ellen digste soort van LASTER, die bestaat. En h|j, die zulke frazen hoort en den man nie>t dwingt, ze te verklaren en de bewering te bewijzen, is medeplichtig Mn de daad. En hij, die het spoor niet nagMt, om den oorsprong te zoeken, is mede plichtig aan de daad. Ey hg, die den ellendigen sluipmoordenaar niet Mn de kaak stelt, is mede plichtig aan de daad. En als de doodstraf niet af geschaft was (Overgenomen uit de Coöperatie) Baruch Spinoza werd iy het jW 1682 te Amster dam uit burgerouders geboren. Reeds in zyn jeugd gaf hy blyken van een buitengewoon levendigen geest Met het oog op de communie die zich gevormd heeft tot het oprichten ven een Stendbeeld voor Spinose, iel deze korte leveoMcheta een de lezer» ven de Goudteke Ct. wellicht niet onwelkom zijn. te bezitten, en dMr hij een groote lust tot de studie had, liet men hem onderwys ontvangen van den ge leerden Heer Dr. Frans van der Eude, aan wiens zorg daar ter stede vele kinderen van de voornaamste familiën waren toevertrouwd. Op verderen leeftijd beoefende Spinoza de godgeleerdheid en de wijsbe geerte, en bediende zich bij zijn studie van de werken van DesCartes. Later heeft hij getuigd, dat hy al zijn kennis uit de geschriften van dezen beroemden schrijver geput had. Spinoza had tot grondregel, dat men in 2ake des gelOtofs niets moest aannemen, waarvan men niet ten volle overtuigd was. Daarom verwierp hy «11e leer stellingen, die niet met het gezond verstand overeen kwamen. Zich niet met de ideën zijner geloofsge- nooten (de Israëlieten) kunnende vereenigen, vermeed hij allen omgang met hen en bezocht slechts zelden de 8ynagoge. Spinoza was een vijand van gewetens dwang, kwam overal flink voor zyne gevoelens uit en verfoeide alle geveinsdheid en huichelarij. Daar de Israëlieten bevreesd waren, dat hij tot een ander Kerkgenootschap zou overgaan en zij niet gaarne een man met zulke groote bekwaamheden wilden verliezen, beloofden zij hem een jaarwedde van dui zend gulden, als hij zich by heu bleef aansluiten; doch Spiuoza nam dit niet aan, zeggende, dat uij tot zulke groote huichelarij niet kon overgaan, al bood men hem tienlnaal zooveel. Bezocht Spinoza de Synagoge in den aanvang weinig, later uain hy het besluit haar in het geheel niet meer te betreden. Hiertoe werd hy door het volgende voorval gebrachtOp zekeren avond uit den 8chouwburg komende werd hem door een geloofsgenoot op verraderlijke wijze een steek met een mes toegebracht. Ofschoon de wond niet doodelijk was, bleek het bij onderzoek, dat de aanvaller het op zijn leven had geinnnt. Dit voorval bracht er hem toe, de gemeen schap met de Isasëlieten voor altijd af te breken. Amsterdam verlatende koos hy achtereenvolgens Rijnsburg, Voorburg en 's Gravenhage tot woonplaats. Hoewel hij studeerde in de wijsbegeerte, bracht hij zyn overigen tyd door met natuurkundige onderzoe kingen. Vooral beschouwde hy gaarne kleine voor werpen door microscopen, die hij zelf vervaardigd had. In het maken dezer werktuigen als ook van verrekijkers schijnt hy zeer bedreven te zyn geweest, daar hij leefde van de opbrengst dier voorwerpen. Spinoza leefde zeer matig en eenvoudig. Hy kleedde zich als een gering burgerinay* overtuigd, dat zijn zedelyke waarde niet afhing van een mooi kleed. Zijn vrienden boden hein dikwyls geld aan, doch hij weigerde steeds het aau te nemen, verklarende, dat het zijn rust verstoren en hem in zyn stadie hinder lijk zou ziju. Men verhantr"ook, dat een groot vriend van hem, zekere de Vries, hem tot eenig erfgenaam wilde maked, doch Spinoza wee?* dit van de hand en ver wees hem naar zijn nog lévenden broeder, die ook de nalatenschap kreeg, ohder voorwaarde, dat déze jaarlijks vijfhonderd gulden aan Spinoza zou uitkee- ren, Spiuoza nam er slechts driehonderd van aan. De naam van Spiuoza bleef niet laug een onbekende grootheid. Tal van geestverwanten bezochten hem zelfs in het buitenland weerklonk zijn roem. Zoo o. a. rekende de Prins van Condée, die toen in ons land was, het |jch tót een groote eer, met Spinoza een onderhoud te hebben. De Keurvorst van de Paltz, Karei Lodewyk, bood hem de betrekking aan van Hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de Hooge- school te Heidelberg. Ook voor deze aanbieding bedankte-hy, daar hij zich liever geheel aan de studie wydde. In den omgang met anderen was hy min zaam. In gezelschappen sprak hy wel over huishou delijke zaken, doch het liefst over godsdienstige on derwerpen. Hy ging met mensohen vin alle gezind ten om en leerde steeds, dat het er niet op aan kwam, welke leer men beleed, als het leven maar van gods dienstzin getuigde. Spinoza was zwak van lichaamgestel. Hy overleed in 1677 aan de tering ia den ouderdom van 44 jaar. Spinoza heeft nog eenige werken gesphreven, waar van sommigen de eer hebben in andere talen te zijn overgezet. 8. P. B. Op de Terechtzitting van 26 JANUARI 1876 zyn de navolgende personen veroordeeld: H. v., H., A. R. en H. v. V. ieder tot eeue geld boete van f. 1 of ieder een dag subs, gevangenisstraf wegens het te Gouda zonder noodzaak ryden over een met klinker bestraat voetpad met wagens, niet beladen met glas- of aardewerk. J. W. tot eene geldboete van ƒ3 of subs, gevan genisstraf van een dag wegens het als geleider van een met trekdieren bespannen voertuigzich van die trekdieren verwijderen, zonder hen onder voldoend toezicht te stellen of behoorlijk vast te zetten op oea weg in de Provinoie Zuid-Holland. J. C. v. 8. en A. v. O. ieder tot eene geldboete f 10 of ieder twee dagen subs, gevangenisstraf. H. v. B. tot vier geldboeten ieder van /I of een dag subs, gevangenisstraf voor elke boete. J. A. H. tot twee geldboeten ieder van 1 of een dag subs, gevangenisstraf voor elke boete. D. K. en H. M. H. Weduwe van W. J. D. ieder tot «ene geldboete van 1 of ieder een dag subs, gevangenisstraf met verbeurd verklaring van alle de in beslag genomen maten en gewichteu, wegens over treding der Wet op den IJk van maten en gewichten en alle in de kosten des noods invorderbaar by lijfsdwang. Op de Terechtzitting van 2 FEBRUARI 1876 zyn de navolgende personen veroordeeld J. V. tot eene geldboete van ƒ2 of sabs, gevan genisstraf van een dag wegens het werpen van ascfc in het tot openbare dienst bestemd water te Gouda zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders.' J. E. tot eene geldboete van 6 of subs, gevan genisstraf vau twee dagen wegens het als fijn garen spinner op eene fijn garey spinnerij dienst heb ben van een kind benedeu de elf jaren. E. V. tot tvfee geldboeten elk van f 10 of snbs. gevangenisstraf van twee dagen voor elke boete, ver beurd verklaring van het gebezigd Jaehttuig, het Jachtgeweer, toet bevel tot derzelver uitlevering of betaling der geschatte waarde ad 5 of een dag ge vangenisstraf, wegeus het jagen op eens anders jacht veld lw.^ zonder voorzien te zyn van eene daartoe betrekkelijke acte, 2°. zonder schriftelijk bewys van vergunning van den eigenaar of rechthebbende op dat Jachtveld en 8°. op spoorsneeuw. P. d. W. tot vier geldboeten van 3 elk ofrabe. gevangenisstraf van een dag voor elke boete. C. D. Wed. H. W. en J. W. P. ieder tot twee geldboeten elk van 2 of ieder een dag sube. ge vangenisstraf voor elke boete. H. A. v. d., L. Weduwe F. L.-tot eene geldboete van 2 of een dag subs, gevangenisstraf. A. D. Wed. vdn G. v. V. tot drie geldboeten elk van /I of subs, gevangenisstraf van een dag vooi elke boete. J. B. en J. S. ieder tot eene geldboete van f 1 of ieder een dag subs, gevangenisstraf met verbeurd verklaring der alle in beslag genomen maten en ge wichten wegens overtreding der W«t op <W maten en gewichten, en alle iu de koaten des noods invor derbaar by lijfsdwang. Gouda, 10 Feb.. 1876. Tot nagenoeg onver anderde prijzen was de oinzet gering. Poldertarwe puike/9.— a /9.25. Mindere ƒ8.50 a f 8.70. Rogge puike 7.25 i f 7.50. Mindere f 7 a ƒ7.40. Voer f 6.40 a f 6.70. Gerst puike ƒ7.a ƒ7.50. Mindere 6.—a 6.75. Haver zware 5.— a 5.50. Ligte ƒ4.— a 4.75. De veemarkt met weinig aanvoer, de handel iets trager, vette varkeus van 28 a 82 oents, varkens voor Londen van 23 a 27 oents per half kilo, biggen alsmede schapen vlug te verkoopen. Boter 1.70 a 2.—. Gkmohim: 7 Febr. Johsnne*. ««der» O. Strsver ca 3. Wildenburg. Calbarina Elizabeth, ouder» J. de Jong ra 3 t. Meuer. Fdiubrth Maria, ouders H. C. Koojmbm en E. Rozenstraten. 8. Maria, ooders T. Ter louw *a MVonk. Cornelia Maria, onder» J. B. Renter ra M. Hsaijk. 9 Pielje, onder» J. «en l eeuwen en H. van Each. Annn Mnrin, onder» W. Looijnard en C. P. Slayter. OvfcBLKDtn7 Febr. J. Pockhoo«en, 67 j. 11 m. 8. J. C. A. Wsgrnaar, 2 j. 5 m. J. Nieveld, J a. - f. P. de Wilde, 1 j. 4 m. D. van Vnuren. 83 j, C, J. la Riviére, II m. Gehuwd: 9 Febr. W. Lnijnenburg na A. C. Klein. Voorspoedig bevallen van een Dochter Vrouwe C. B. BEELAERTS van EM MIOHO VENSrnrui. Gouda, 10 Februari 1876. Heden overleed, tot onie innige droef heid, na voorzien te zpn van de H. H. Sacr*- menten, onze geliefde Vaderen Behnwd-Vader, de Heer JOHANNES THEODORUS HENRI- CUS NIEVELER, in den ouderdom van ruim 67 jaren. Dordreoht, H. J. NIEVELEB, 6 Febr. 1876. uit aller naam, f. De ZAKEN znllen door mjj op deqzelf- den voet worden voortgezet.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 4