BINNENLAND. HL o1 o n i n. t Burgerlijke Stand. o,0-M Wft voorgestelde doel te geraken. In stede imrtan ril het coijgtèe moeten geven eeue practische wet. die de «trekking heeft om den voorraad in de schatkist te vermeerderen, ten einde op dien grond slag de KtaUngtu in metaal kunnen woïdén hervat of ook Uncjhretj waardoor een gedeelte van het papier in omloop wrdt ojSgljriaield tegen losbare óbligatiën met lanen iBercst. r Veram BThfeloten! dat bij veranderingen van het tarief de belangen der schatkist op den voorgrond behooren te staan (wat vermoedelijk leggen wil, dat niet in. de eerste plaats gevraagd worden moet, of een of' andere tak van nijverheid besoherming behoeft). *fwr demoonttisehe meerderheid in het Haft verdient ondersteuning bij hare pogingen, om de openbare uitgaven tot het noodige te beperken en daarvan te besnoeien, wat nu elf jaren lang de corruptie in de hand heeft gewerkt en ten buit ge- zrorrien is ban een heir van plunderaars. Men aal wel doen met in het oog te houden, dat desa' stellingen niet worden gegeven als volstrekte waarheid, maar alleen als de raeening der democra tische partjj. Uit Washington wordt nu weder bericht, dat de minister van finaaeiën niet sjjn ontslag nemen tal. De Jury heeft, na een voorloopig onderzoek, den gezagvoerder van de Hamburger stoomboot Fraconia Ferdinant Kuhn, voor het gerecht betrokken, onder iwtiehting van manslag. Zij heeft bevonden, dat 't verongelukken van de Strathclyde veroorzaakt is door róekeloosheid en nalatigheid van de zijde des gezag voerders van' de Franconia. Verder legt zij Kapitein Kuhn ten lasne, na de aanvaring te zqu doorge stoomd, en de bemanning en passagiers van de zin kende Strathclyde aan hun lot te hebben overgelaten. Kapitein Kuhn is op vrijn*.voeten gelaten tegen een borgtocht van 1000. De gezagvoerder en de stuurlieden van de Fran- ton ia zijn nog niet gehoord. Maar inmiddels schijnt <ïe uitspraak van de Engelsche Jury, hoe hard zij 'ook luide, niet ongegrond. Terwijl de Strathclyde tusschen drie en vier 's namiddags, van de Admi ralty Pier te Dover, waar zij haren loods had afgezet, uit 't kanaal stoomde, kwam de Franconia uit 't Noor den haar achterop, en haalde haar spoedig in, tot zóó dichtbij, dat de kapitein van de Strathclyde deed uitwyken. ten einde de Duitsche boot te laten pas- seeren. Toen echter zag hij ook de Franconia haar koers veranderen, zoodat deze recht op zijn vaartuig ftanciép. „Wil hij ons in den grond loopen riep 'onwillekeurig de kapitein van de Strathclydeen weder deed hij uitwijken. Maar de Franconia was reeds niet meer te ontwijkeneen oogeuklik later was zij achterscheeps tegen de Strathclyde aongeloo- pen, .en had in nare huid eeü kloof geboord, die t rampzalige schip binnen weinig minuten deed naar naar dan bodom gaan. De Franconiazelf beschadigd, stoomde dadelijk weg van 't wrak, naar Dover; geen boot, geen lijn werd er door den Duitschen gezag voerder tot redding der drenkelingen verstrekt. Ook eene Engelsche sleepboot, de Palmerston, die in de omniddelijke nabijheid lag, bleef rustig *t ongeluk aanzienhare bemanning is dan ook mede door de jijry streng berispt. Alleen een voorbijvarende vis- scher uit Deal snelde tot helpen toe. Zonder dezen (verklaart de kapitein van ae Strathclyde) moesten alle opvarenden verdronken zijn. Veilig kan men zeggen, dat aan deze zeeramp de zee geen schuld heeft gehad, 't Wfas klaarlichte dag, stil weer, en de oever was een steenworp verwijderd. De meest strafbare onoplettendheid schijnt hier schuld te dragen. En nog zou geen mensch behoeven te zqn omgekomen, als maar de sloepen in 't reede, of voor 1 minst de noodige reddingsboeien en vlotten bij de hand waren geweest. Maar de inrichting van schier alle passagiersbooten is en blijft, met al haar weelde* en gerief nog schandelijk gebrekkig wat be treft de hoofdzaak veiligheid. GOUDA, 29 Febrnari 1878. Wij vestigen de aandacht op achterstaande adver tentie. waarbij prijzen worden gevraagd voor da lo terij Hm de hier gevestigde afdeeling Van het „Rmdt Kruit.' Ieder die weet en die 't niet weet, behoeft alechts rechte ot links te wagen om hert te hooren hoe uitstekend genoemde afdeeling werkzaam is, aal gaarne ieta bijdragen tot dit goede doel. In de Zaterdag gehouden vergadering van de Roti terdamsohe Kiesvereenigiug „Orde* is, nadat hnlde waa gebracht aan den heer Blom, met algemeene •temmen tot candidaat voor de Tweede Kamer ge- kbaen de heer mr. H. C. Verniers van der Loeff, lid der Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Er werd geen tegen-eandidaat genoemd. Blijkens een bij: kat Dep. yauKoloniën ontvangen telegram van dén Goev.-Gen. van "Ned! Indil, is door den Gen.-maj. Pel het navolgende uit Atjeh aan da Indische regeering geseind: Den 18 ïehh werd opgerukt tegen XXVI, Moe kim. Nadat twee bentings, pa veel tegenstand en met een verijey van 13 gesneuvelden waren genomen, weid doorgegaan tot Pongo, dat venneesterd werd met een verlies van 3 dooden en 10 gewonden. Dan 14 Febr. werd voortgernkt langs de Atjeh-rivier Miroe met de daarbij behoorende moskee en Lamterny werd genomen; 2 minderen sneuvelden en de lui tenants ter Beek en Opperman en 10 minderen warden gewond. Het 13de bat. infanterie en twee secties artillerie werden naar de grens tusschen de XXII. en II. Moekim gezonden. Deze kolonne bezette Ks- joelo. Den 13 Febr. werd Tjapoetoe, eene sterk met geschut bewapende benting, na hevigen tegenstand genomen en verbrand. De vijand vluchtte, vele dooden achterlatende; onaerayds sneuvelde een mindere, terwijl de kapt. Berkholst en de Man en 21 minderen ge wond werden. Aangezien geen geschikte plaats voor eene vestiging werd gevonden, keerden de troepen terug naar Pongo, op. hun marsch de kampongs Tja poetoe, Lamterny en Miroe verbraudende. Den 16 Febr. werd te Pongo begonnen met den aanleg eener versterking. Deu 17den werd met dien arbeid voortgegaan. De posten Panditie, rivïerben- ting, Berouw en Blang Tjoet werden opgeheven, en de bezetting van laatstgenoemden post verplaatst naar Pager Ajer ter verbinding van de posten tegen de XXII Moekim met Pongo. Den 18 Febr. werd voortgewerkt aan de verster kingen; den 19 werd die van Pongo voltooid. Den 20 Febr. werd aan de versterking van Pagar Ajer voortgewerkt. Den 21 deed de radja van Pedir stappen tot on derwerping. Bij de ageereiule troepen was de gezondheidstoe stand zeer ongunstig, de geest uitmuntend. De al gemeene gezondheidstoestand waa niet verbeterd. In de zitting van de tweede kamer van gisteren zijn de beraadslagingen over de suiker-conventie aan gevangen. De hh. Leutiug en Sehimmelpenninck hebben de oonventie bestreden. Heden voortzettipg. De Ned. Hnlponderwijzere-vereeniging heeft den Minister van Binnenlandscbe Zaken bij adres ver zocht, bij herziening van de wet vap 1867, de vol gende bepalingen in het leven te roepen: Dat de naam vay «hulponderwijzer" vervangen wor de door dién van „pfiderwijzer" Dat die „onderwijzers" verdeeld worden in twee klassenle klasse iu het bezit van de tegenwoor dige hulponderwyzersacte, 2e klasse in het bezit van de hoofdonderwjjseiseete Dat het minimum-traotement der „onderwijzers le klasse" bepaald worde op f 600 en dat der „on derwijzers 2e klasse" op 800, en. Dat aan elke school, waaraan meer dan één „onder wijzer" werkzaam is, de helft of kleinere helft uit „onderwijzers 2e klasse" moet bestaan. A Door de afdeeling 's Gravenhage yan het N. O. G. ia de volgende prijsvraag uitgeschreven„Er wordt gevraagd een nauwkeurige omschrijving van de ver schijnselen, waaruit is opgemaakt, dat het karakter van een kind een Verkeerde richting heeft aangeno men; een juiste opgave van de middelen, die men ter verbetering heeft aangewend, en een uitvoerig verslag aangaande de werking dier middelen en het resultaat, dat men heeft verkregen.* Als belooning voor het best gekeurde antwoord wordt 60 uitge loofd. De hooge raad (kamer van strafzaken) deed gisteren nitspraftk op het beroep van den proc.-gen. bij het voormalige provinciaal gerechtshof in Utrecht, tegen een arrest gewezen in zake mr. L. E. Bosch, ver antwoordelijk hoofdredacteur van het Provinciaal en Stedelgk Utrechtzch Dagblad, nopens diens ontslag van rechtsvervolging wegens laster in de courant van 10 Augustus jl. ten aanzien van den bakker d. L. De hooge raad heeft, zonder in een onderzoek der eassatiemiddelen te treden of eene beslissing omtrent de feiten te geven, zich alleen bepaald tot de be antwoording der vraag of het beroep in cassatie tegen het gewezen arrest al of niet ontvankelijk is. Daaromtrent overwoog het hoogste rechtsoollegie, dat dat de ten deze gegeven vrijspraak gegrond is op het niet bewezen zijn der feitelijke gronden van aanklacht en dat tegen zoodanige beslissing het ge woon beroep in cassatie niet is toegelaten. Derhalve werd de proc.-gen. hjj het voormalig hof van Utrecht niet ontvankelijk verklaard in zijne voorziening iu cassatie. Zaterdagavond trad te Amsterdam Jhr. mr. Viotor de Stuers op als spreker in de Amsterdamsehe af deeling der Nederlandsche vereeniging „Volksonder wijs.* Het onderwerp zijner reden was het gemis aan bevordering van den kunstzin bij het.jpmjftiycys,. Dit liet z. i. veel, zeer veel te wenschan over, en in de bestaande leemte moet noodzakelijkerwijze wor den voorzien. De middeneeuwen werden in den regel een tijd van stilstand en achtamitgang, -genoemd, maar ontegenzeggelijk bestond er toen maer aitistieke en seatetisehe zin, dan thans hst geval ia. De spre ker had de voorbeelden om dit ta stayen,.falechts om. U grijpen. En wat msg wal. de sedan weien v&n dien achteruitgang f In de eerste plaats gebrek aan kennis en hierin kan warden voorzien, omdat in eli mensch zelfs in den 'ttinrt beschaafde de kiem van kunstzin leeft. Met.de jeagd moet men beginnen, dus diept het oog gevestigd op de lagen school. En juist daar wordt niets gedaan, ja minder dan niets, omdat men er iets doetwant wat er ge daan wordt, is slecht, seer slecht. Men geeft er b. v. platen te zien, die niets deugenmen onderwijst er vormleer in de onderstelling, dat dit ia onderwijs fu het teekenen, enz. Doch niet alleen op de légere school ontbreekt de ontwikkeling van kunstzin, ook op de middelbare en hoogere ontbreekt dit. Wat is hiertegen te doen? Geef de kinderen geïllustreerde boeken, op de school eene profusie zelfs. Dat zal tot distraktie leidenmaar wat nood Leerlingen, die aan dit euvel mank gaan, hebben in den regel goede hersenen. In Nederland denkt men er volstrekt niet aan, de scholen prettig, vroolijk, aangenaam te maken't zijn hokken. Men ziet er niets artistieks; geen plaatje zelfs hangt er san den mnnr. Men ge went net oog niet aan bet «esthetische. Het teken onderwijs behoorde en algemeen vak op de school te wezen, en dan diende men ene andere methode te volgen, want die; welke men thans volgt, is per nicieus, is sleeht en slecht zijn ook de tekenmeestera. Hierin moet verandering komen. De spr. resumeert zijne desiderata als volgt: 1. verbetering van feeken- onderwjjzers in bet algemeen, 2. transformatie van schoollokalen au 't gebruiken van geïllustreerde boeken op de scholen, 8. verplioht teekenonderwjjs, 4. trans formatie van dit onderwijs. Hierna had eene korte discussie plaats, waarna ds voorzitter voorstelde eene commissie te benoemen om der afdeeling te dienen van advies in doedaarna eene vergadering te beleggen om ds konkmte punten te bespreken, teneinde vervolgens tothsndskn over te gaan. Te Voorst ia een djjk doorgebroken en wegge spoeld over een lengte van 40 4 60 meter. Van Hpgieia, het weekblad voor de getondheids- leer in Nederland, is bet laatste nummer van den tweeden jaargang uitgekomen. Dit tjjdaohrift houdt op te versohjjnen. De redactie en de uitgever nemen afscheid van hunne lezers in de hoop „op betere tijden.* Het UtrectUct Dagblad verneemt, dat aan den inspecteur van het lager onderwijs in Zuidhollnnd door den minister van justitie is opgedragen verslag uit te brengen over den toestand vuu het onderwys in de cellulaire gevangenissen ta Utrecht, Amsterdam en Rotterdam. Als een bijzonderheid kan worden medegedeeld, dat b|j den landbouwer J. MjjnlielF, te Pernio, een schaap vier welgeschapen en levende jongen ter we reld gebracht beeft. Naar aanleiding van het feit, dat de heer 8. W. Ruyssenaers zijn ontslag heeft gevraagd als diploma tiek agent en konsul-geueraal der Nederlanden in Egypte, aohrijft Galignanft Mettenger het volgends: „Het corps-diploinatique iu Egypte zal weldra een zijner invloedrijkste leden en de Kncdive een zijner meest belauglooze vrienden verliezen iu den peraoqn van den Nederlaudschen konsul-generaal, den heer S. W. Ruyssenaers, die zjjn ontslag heeft genomen, na meer dan dertig jaren in Egypte vertoefd te heb ben. Met den heer de Lessepa de ontwerper van het Sues-kanaal, was de heer R. van het begin sf een der ijverigste medearbeiders aan dit reuzenwerk en wij beschouwen zijn aftreden als eer. groot ver lies, zoowel voor Egypte sla voor den Khedive, want zulke mannen zjjn daarfevenals elders sohamraoh. Zijn opvolger is de heer Ansljjn, die vele jaren onder den heer Ruyssenaers werkzaam geweest is en als een kundig en ervaren man bekend staat." Uit Wageningen schrijft men den 28 Febr.: In de heden gehouden raadsvergadering was aan de orde een concept-reglement van overeenkomst, san te gaan met het rijk, omtrent het in gebruik geven van de lokalen en terreinen ten behoeve der op te riehtens rijkslandbouwschool met proefstation in dese gemeente. Daarin komt o. a. het volgende voor: De gemeente Wageningen staat kosteloos aan het r|jk af de lokalen en terreinen, de hooge burger school met landbouwschool, de daarin gebruik zijnde hulpmiddelen en sehoolmenbelen en zulks op den 1 Mei 1878, in den toestand, waarin zjj zicji dan zullen bevinden. Daarenboven zal de gemeente in da kosten sis maximum bijdragen eene som van/20000. Meer dere gelden, door de gemeente eventueel te besteden, zullen haar inden vorm eener rjjks-aa beidie worden geseatitneerd. Het rijk zal bjj de landbouwschool tevens laten bouwen eene woning voor den directeur en één leeraar, die bevoegd zullen zijn tot het huis vesten van leerlipgeu, terwijl tevens de kosten van onderhoud der gebouwen, hei instandhouden en uit- bieiden der leermiddelen, bet tegen brandschade ver zekeren der eigendommen en de grondbelasting der woningen ten koste zullen komen van het rijk. Dit concept wordt bjj raadsbesluit goedgekeurd en zal aan gedep. staten worden opgezonden. De gelden tef bestrijding dezer kosten zullen verkregen worden uit eene leening, aan te gaan door de gemeente Wa geningen. Die geldleening groot 34000 zal de ge meente negotiëeren door eene inschrijving te openen de minste rente. Deze zal tevens worden betaald de gewone inkomsten, waarvoor jaarlijks eene som op de begrooting zal worden uitgetrokken. De Motkauer Zeitung van 6 dezer meldt, dat een reisgezelschap van 18 personen, verdeeld in tand- aleden, zoogenaamd factorenfiaores, op 10 m|jl afstands van Moskau door eene menigte wolven is overvallen, met het gevolg dat al de reizigers, benevens 6 voer lieden, verscheurd werden. De zesde voerman is met eene snelle vlneht te paan) het gevaar ontkomen. Bij het onderzoek, op zijne aanwijzing gedaan, beeft men verscheidene eflfeoten en andere papieren gevon den, waaruit Heek dat de slachtoffers waren: de boekbinder Otto Martin uit Plnuen, da slotenmaker Frauz Richter uit Leipzig, zekere Sohlegel uit Zittau, 6 Polen uit Lemberg, 2 uit Krakau, 3 uit Moskau, 8 Russische timmerlieden eu de 5 voerlieden. BATAVIA, 20 Januari) Van den militairen, tevens ei vielen bevelhebber te Atohin zijn de volgende telegrammen ontvangen: gedagteekend 6 dezer: 1 Januari- De kampong Geroet en Lampadang, waar gisteren de witte vlag waa geheschen en waar uit den afgeloopen nacht ons bivak werd beschoten, verbrand. 2 Januari. De gemeenschap over SinUgri en Oleh- leb tot stand gekomen. 8 Januari. Verkenning gemaakt naar Bi tal en Lam- 'termln, waar de vijand uit is gemsnoeuvereerddie zwaar versterkte stelling bezet Last gegeven tot in- ikken der posten Soerian, Poc,-Oe en Foengejj-Blug- oet. 4 Januari. Afgeloopen nacht aanhoudend geregend. Voortgegaai aanbrengen versterking Balun-Badak. Heden voltooid vlotbrug over lagune Sinangriaange komen stoomer Print Alexander. 6 Januari. Heden verkenning in de riohting der kloof naar IV Moekim? gemaakt. Allerongunstigst terrein. Onze verliezen zijngesneuveld één Madureesch fuselierlicht gewond de inlandsche luitenant-adju dant van Sumanap mas Djedjo Redjo: matte kogel één Kuropeesch fuselier. Veel stekten in bataljon barisan Sumanap. Overi gens gezondheidstoestand gunstig. Geest onder agae- reude troepen uitmuntend. 4. gedagteekend 10 dezer. 7 Januari. Een tocht gemaakt naar Lamtengah en Sabang. Bij messigit Lamtengah sneuvelde Panglima Moeda Lain toe too, wij twee gewonden- Sabang bezet Hoofd Lampaggerin onderwerpingbevolking keert daar terug 'naar kampongs. Zes moekims thans geheel in ons bezit. Toeko-Lampasei met oorlogaaohip naar Kloswang vertrokken om hoofden der IV moe kims 01 spreken). Toekoe-Kadü wordt 21 dezer verwaoht. Gaaondheidstoestand bevredigend, maar meer cholera. 8 Januari. 13de bataljon aangekomen. Ook con troleur Miobielsen en luitenant-Chinees. e. Gedagteekend Pakan-Badak 10 dezer (gericht aan den kommandant van het leger), 8 en 7 Januari. Voortgewerkt versterking Pakan-Badak positie ge schut Soerian en Poo-Oe overgebracht naar Bital en Pakan-Badak. 8 Januari Verkenning gemaakt door VI Moekims, kampong Saban verlaten gevonden en bezet; vijan delijk gesehut vernageld. Een zendeling van Lampagger gekomen, mededee lenden hsofd IV Moekims zien wil onderwerpen. Te genstand ondervonden Moekims Lamtemgah. Wij twee gewonden, by vijand sneuvelde Panglima Moeda Lamtoetoe, de rest vlugtte naar Lampagger. Hier door onderwerping hoofd Lampagger vertraagd. Daar na messigit Lamtengsh verbrand. 9 Januari. Voortgewerkt en gepatrouilleerd; gezond heid ageerende troepen gunstig, onder koelie's slechts geest der troepen uitmuntend. 10 Januari. Hoofd Lampagger heden morgen "snr Pakan-Badak vertrokken om onderwerping aan te bieden, d. gedagteekend Pnkan iBsdak. IS dacrav 11 Januari. Verkenning naar Lampagger gaqMkt; aanwezige bevolking gesprokenbezetting echMTge- laten. 11 Januari. Hulp ingeipepen door bevolking Lam pagger tegen Toekoe Nanta en Toekoe Tjihik Lamngah. 13 Januari. Verkenning naai Lambedak, tevens trachten te ontmoeten hoofden VI Moekims. Bij ageerende troepen gezondheidstoestand gunstig. Geest uitmuntend. Ternate, (November 1875). Er vielgëdurende deze maand niet veel ragen, wsazdoor de warmte betrekkelijk groot was. Den 22sten des avonds ten 7'/« uur weak ter hoofdplaats een vrij herige schok van aardbeving gevoeld, die ongeveer één minnut aanhield. Den 24sten werd weder een schok gevoeld. In den avond van den 26sten vertoonde zioh, ge durende circa 30 seconden, een helder schitterende meteoor. De gezondheidstoestand der bevolking was gnnstig. INQEZO ND EN. K. Aan den WelEdelen Heer Q.. Q. ie Gouda. Mijnteer I Eindelijk ben ik dan in ataat U te antwoorden; omstandigheden buiten mijn aohuld hebben mij belet, dat vroeger te doen. Boven mijn stok, voorko mende in n'. 1791 van de Goudsohe Courant, vindt men deze vraag: „Hebben de Gouwenaars met het oog op den Max Havelaar het recht hulde te bewij zen een de Gebr. de Houtman.* Wilt gjj nu zoo goed z|jn Mijnbeer Q. die vraag niet lit het Mg te verliezen t Welnu dan I Mijn vriend bad aanvankelijk de gedachte, dat de Gouwenaars, met het oog op den Max Havelaar, geen hulde kunnen brengen aan de Gebroeders de Houtman, «onder zich schuldig te maken san onder- teekening van afpersing en knevelarij. It waa van een tegenovergesteld gevoelen. Als nu twee personen in gevoelen verschillen, wat is dan het middel, om er naar te trachten, de kwestie tot eene oplossing te brengen, das om het eent te worden. Dit is de gewichtige vraag, die gij mjj het allereerst doet, Mijnheer Q. I Zeer eenvoudigIeder zegt zjjn opinie en zoekt met de zijne, die van zijn tegenpartij te verslaan. Er moet dus plaats hebbenwrijving van gedaohten, een gedachtenstrijd. De denkbeelden die overwinnen, worden door tiirfeg als hat meest proef houdend erkend en dos aaogenomen. Zijn de mee ningen van den een evensterk, mis die van den ander, dan is de kwestie tusschen die twee onoplos baar. Het kan ook gebeuren, dat een kwestie, die voor twee opgelost schijnt, nat evenwel nog niet is, in het oog van apderen, die dieper in de feiten doordrinjreo. Juist daaróm heb ik den strijd, tns- achen mq en mijn vriend, die eindigde met eene oplossing naar ont genoegen, meégedeeldde oplos sing toch, door out verkregen is dete, Mijnheer Q! „Dat men hulde kan brengen aan de Gebroeders ae Houtman met het glas in de eene, den Max Have laar in de andera band, zonder dubbelhartig te zjjn I* En wzjjn tot die oplozsing gekomen, door ons van het middel te bedienen, daar straks aangewezen. Als gij mjjn eerste stuk nn nog eens met bedaardheid leest, snit gij de denkbeelden bemerken, gedeeltelijk uit den Max Havelaar geput, door mijn vriend ont wikkeld en ook dia van «sjf daarna, die ten slotte door om beiden, als het meest proefhoudend zjjn er kend en die de kweztie in om tog hebben opgelost Als gij nu een weinig verbeeldingskracht bexit, Mijn heer Q. suit gij U den geheelen gedachtenstrqd knnnen voorstellen. Dat hoop ik om U Mijnheer Ql Gq, die hulde brengen aan de Gebroeders de Hout man, synoniem vindt met hulde brengen aan roof en afpersing, want gij zegt het eens te zjjn met mjjn vriend, zooals die in het begin optrad. Gjj hadt U tegenover mjj moeten bedienen van het mid del daar straks aangewezen, d. i. gjj hadt Uwe denk beelden in het veld moeten brengen en er naar moeten streven, met de Uwen, de mijnen stuk voor stuk te verslaan. Slechts eenmaal doet gjj iets, dat er den schjjnt van heeft en verder bestormt gjj mjj met vragen, waarvan gjj da oplossing in mijn stuk had kunnen vinden, als gjj met wat meer kalmte os niet zoo oppervlakkig geleten hadt. Maar kom I gij wilt mjj den mond snoeren, door het vertoonen van een schilderijtje, waarop gij op den achtergrond de feest vierende menigte plaatst, die aan de Gebroeders Houtman hulde bewijst, en op den voorgrond Saidjah met zijn treurigen blik, waarin waanzin te lezen ataat. I Dit schilderijtje moet spreken tot het hart, niet waar Mynheer Q P moet het onmenschelijke, het wreedaar dige aantoonen van een feeA.ter eere der Gebroe ders de Houtman. Die deernis gevoelt met dien Saidjah, voorkomende in den Max Havelaar, kan het glas niet omhoog heffen ter eere der de Houtmans ,oo redeneert gij! - Nu wilt gij, door te werken op de fijngevoeligheid .mijner zenuwen, mij duchtig beet nemen. Dit is niet ridderlijk van U, Mijnheer Q! Want bij ieder feest, zoowel een Volksfeest, als een feest aan den Haard, zal de versehiining van dte» Saidjah da fcrateijjkheden «toren, omdat ei droef heid, diepe droefheid spreekt uit die venchjjning. By een feest ter eere der Gebroeders de Houtman, zal dir verschijning niet meer stoornis brengen, dan by een, ouder feest! Dit ia mijn opinie, of gy. Mynheer Q„ moet mjj bet oorzakelijk verband knn nen santoonén tusschen „Hulde brengen aan de de Houtiuans en hulde brengen aan de knevelarij iu Imftë.* Dit moet gjj eent bewijzen, voor Uw schil derijtje bet door U gewensebte effect zal maken I Na zal ik U verder wjjzen op eene groote incon sequentie in Uwe redeneering. Uit Uw schryven r Jr? *we op!nie 'f- «Dat men dan eertt aan de Gebroeders de Houtman hulde mag bewysen, ja zelfs gedenileetenen voor ben mag gaan oprichten, Multotuli in sija eer hersteld is en als onze re- grenng in Indië zuiverder ia geworden.* Dit zegt gij Mynheer Q, en hieruit maak ik de gevolgtrek- fang, dat gy de diensten, door de Gebroeders de Houtmsn Ons bewezen, niet alleen erkent, maar ook op zeer hoogen prijs «telt, too tel/t, dat gij gedenk- teekepen voor die mannen wenscht op te riohten; nn niet maar later, als de Indische kommieze» veranderd zal zyn in een wjjs bestuur daar. Dit beweert gij tier, maar wat verder in Uw speech over „Behoeften tot het oprichten van standbeelden* roept gij vol vertwijfeling uit: „Wie gevoelt na be- hoefte, om Houtman te gedenken nog verder, wie denkt er ooit aan hem?» om eindelijk te besluiten met een vers iek van U en velen uwer stadgenooten, dat it toch li ebt sehenke in de diepe duisternis, die nwe geschokte zielen loodzwaar drukt, dat ié nu ei» deljjk toch eejns vertellen voor wien men ia het al- famaen een stmdbeëkl moet oprichten, en waarom in het bijzonder roor de Gebroeders de Houtman Myn heer Q! Dal. heeft de heer Sobeiteme dunkt my seer duidelijk aangetoonden waart Gij en velen uwer stadgenooten niet met die mededeeling ingenomen, vraarom zijt gij dan niet /tint opgetreden tegen den Heer SchelteTaa, dit had meer effect gemaakt du door met een vraag „en passant* aw jay, de kwmtie op let tapijt te brengen. Mijnheer O., it Myf op mgn terrein en behandel alleen dees vraag „Hebben de Gouwenaars met het oog op den Max Harelaar het recht hulde te brengen aan de Gebroe ders de Houtman* eu inyu opinie daaromtrent ia nog dezelfde, ala die in tt\ 1791 vu de Goudvele Cao- T**1- Er is hierbjj zelf. niet eens sprake van een êtandheetd, slechts vjjn „het recht tot hulde brengen met het oog op den Max Havelaar.* Ik wil vu dit gedeelte evenwel niet afstappen, zonder protest aan te teeltenen tegen Uwe verregaande iimon«a^n»^rt. en wonderlykë manier vau strijdroeren. En nu ten slotte eenige aanmerkingen over Uw spea*. Da geestdrift, bij bet ausahouwen vu de standbeelden jan Vondel, de Rnyter en Thorbecke, bestest in werkelijkheid niet zoo, als gy dat wel denkt, gij idealiseert daar. Om U maar wte te noe men, dat evenwed roor Ui veel «egtMultotuli beeft .op den Heer Thorbeeke 107 grafschriften gemaakt, waarin een andere geestdrift voorkomt, als die gij bedoelt. Zoo idealiseerend is Uw geheels «p—4 over „Behoeften san standbeelden.* Een klein ge deelte, daar, waar gij spreekt over „feestvieren als het gevolg van overdreven gulheid, naaping en fat zoen bevat veel waan, maar maakt te midden vu die idealen een nuchtere rertooning. En nu mjjahear Q„ ik beu beuach nieuwsgierig of ik nn, dooi myn arbeid, den eerenaam verworven heb vu „Uw redder»; ik troost my met het denk beeld, dat ik zeen'duidelijk aangetoond heb, dat er zoo hier en daar nog ai wat ziekelijkheid ia Uw redeneering aanwezig is. Mocht dit voor V een spoorslag zijn om te leeren U wat jnizter uit te drukken, du geloof ik u tot aw geluk werkmam geweest te zijn en dan zult gij mjj dien eerenaam van „Uw redder* niet onthouden, niet waar? B. Uw da. dienaar Febrnari '76. LÜCTOR. 33= Gibobbm; 25 Febr, Maria AHegonda, ouden H. Sthravt en N. vin Vliet. 26, Elizabeth, Maria, oudera Q. H. Flux an M. Bo^a. 27. Fraaciaeua, oadara J. F. Weltar ea M. J. lam. 28. Aria, oudera F. Sloof «n M. da Ruiter. Suuoua Gorerdina, ouder» 9. de Jong au C. Kunst. Geertroida Johaona, oadcra C. P. Steenwinkel ea J. C. van dar S)ui». Ovr.BLKDKMi 25 Febr, O. H. Boerer, 40 j. -1* 26. J. Boitboorn, 17 j. M. Jannen, 10 m. A. T. H. Wem* ■era, 26 j. J. Oostenrijk, 67 j. •opys >-i i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 2