BINNENLAND.
4
De thermometer aan het ziekbed.
Toch schijnt dat verschil van nacening noodlottig
te lullen -worden voor België. Indien men," zeide
de heer Van Ilumbeeck zeer terecht, „aan bijzondere
instellingen het jus promovendi geeft, dan zal de
concurrentie, die in 'tleyen wordt geroepen, geen
wedstrijd zyn, welke universiteit de meest verdiende
diploma's, maar wel welke universiteit ze 't gemak
kelijkst geeft. Natuurlijk zal dit Leuven wezen, om
dat daar de wetenschap slechts in de tweede plaats
komt en iu dé eer?te plaats het doel dier universi
teit is oin over het gansche land, in en buiten de
magistratuur, gewillige werktuigen te plaatsen der
ultramontaansche politiek."
En toch schijnt dat stelsel te zullen worden aan-
genomeu. Reeds heeft de meerderheid het voorstel
van v. Humbeeck om de behandeling der kwestie te
verdagen, gisteren verworpen. De clericalen zijn allen
als een man vóór het voorgestelde systeem en de heer
Frère schijnt ten slotte ook op de banken der linker
zijde niet zoo geïsodeerd te zullen staan als hij eerst
zelf vermoedde.
Opmerkelijk is het echter, dat de heer Frère, hoe
zeer ook verblind door zijn valsche vrijheids-theorie
nog niet zoover wil gaan als de heer Jonckbloet bij
ons. Vooreerst wil de heer Frère een algemeene
„commission d'enregistrement," die alle diploma's zal
inschrijven, en verder staats-commissies tot het uit
reikeu van diploma's voor openbare betrekkingen.
De heer Jonckbloet daarentegen wil aan bijzondere
hoogescholen het recht toekennen diploma's uittereiken,
die zelfs tot het vervullen van openbare staatsbetrek
kingen het recht zullen geven.
Maar, zooals wij gisteren reeds opmerkten, het
voorstel, thans door Frère met zooveel warmte ver
dedigd, is ook daarom niet met onze wet te verge
lijken, omdat de grondslag waarop bij onÉe naburen
de academische graden zijn gebaseerd, geheel ver
schillend is. De helft der lange redevoering van
Frère was gewijd aan afkeuring van het bestaande,
en inderdaad het bestaande is zeer slecht. Ons tegen
woordig stelselzoo sprak hij o. a., geeft niet den
minsten waarborgthans draagt de Staat zijne be
voegdheid over op professoren als zijn gemachtigden
die kunnen doen wat zy willen zonder tot eenige
verantwoording geroepen te kunnen worden. De
diploma's worden thans zoogenaamd onder waarborg
van den Staat uitgereikt, terwijl feitelijk of willekeur
van de hoogleeraren, hetzij der Staats-, hetzij der
vrye universiteiten, naar gelang zij de meerderheid
uitmaken, of transacties tusschen de tegenover elkan
der staandejartjjen omtrent het toekennen der diplo
ma's besljBÉn. De vrijheid is verdwenen door de
jury d'exfÉren. De student is thans overgeleverd aan
den naijver der professoren."
Er is in die schets ontegenzeglijk veel waars,
maar de vraag ismoet men, omdat het tegenwoor-
dtge stelsel geen voldoende waarborgen geeft, met
alle waarborgen breken 6 De heer Frère erkent zelf
die moeilijkheid, maar hij ziet geen kans om van
het bestaande, dat hij haat met een dopdelijken haat,
verlost te geraken. Jammer, zeer jammer is het echter,
dat hy met zyn vrienden geen overleg heeft willen
plegen. Gisteren nog wilde v. Humbeek den ouden
leider de hand reiken door te verklaren, dat hij en
de zijnen mee zouden knnnen gaan, indien aan de
diploma's der universiteiten volstrekt geen recht om
eenig beroep uit te oefenen werd toegekend, maar
van Frère kreeg hij zelfs geen teeken van instem
ming en door de rechterzijde werden die oonciliante
woorden niet gemor en ironisch gelach begroet. Dat
gaf den doorslag. V. Humbeek liet zich niet nit 't
veld slaan. „Ik hoor," zeide hy, „dat protest, van de
rechterzijde met genoegen; ik verheug er mij over,
want het is een bewijs dat ik ten minste geen ver
raad pleeg aan de belangen mijner pari ij.
Had Frère Orban wat meer gedacht aan de waar
heid van het bekende woordindien ik door mijne
vijanden word geprizen, vraag ik mij zelf af, of ik
wel op den goeden weg ben, dan zou het waarschijn
lijk nooit zoover gekomen zijn.
GOUDA, 4 April 1876.
/Z. M. heeft herbenoemd tot plaatsv. kantonrechter te
Gouda, den heer mr. J. Fortuijn Droogleever.
Z. M. heeft benoemd tot not. binnen het arr.
Arnhem, ter standpl. de gein. Scherpenzeel, den
heer P. van der Want J. Mz., cand.-not. te Leerdam.
De onlangs door de vereeniging „Advento" gege
ven voorstelling ten voordeele van den watersnood
heeft opgebracht, na aftrek van alle onkosten, de som
van «92,45.
Dank zy de welwillende handelwijze die Advehto's
bestuur ondervond, waren de onkosten zeer matig, daar
met 't oog op 't doel der opbrengst de huur der zaal
„Nut en Vermaaltverlichting, verwarming enz. niet in
rekening, werd. gebracht. Het drukwerk werd door
de firma G. B. van Goor Zonen insgelijks kosteloos
geleverd.
De opbrengst is overgemaakt aan den penningmees
ter der Goudsche commissie voor den watersnood.
De opbrengst van het concert Zondag jl. gegeven
door de liedertafel Apollo" en de orchestverceniging
„Per aspera ad Astra," heeft, na aftrek van alle on
vermijdelijke kosten, opgebracht de som van 132.10,
welke gelden aan de hoofd-commissie te Amsterdam
zijn overgemaakt.
Het door verzwakking weggeschoven, niet ingezon
ken, gedeelte kade van den Nessepolder, aan de Gouwe
is spoedig hersteld zonder overlast van water voor
polder.
Het bericht betreffende de vertraging in den aan
leg van den Bpoorweg LeidenWoerden, veroorzaakt
door de Wieringsche Schans welk bericht door de
ArnhCt." was medegedeeld is onjuist. Bin
nen den bedoelden kring liggen stoomgemalen van
een polder en daartegen is geen bezwaar gemaakt. De
minister heeft trouwens de ontworpen richting goed
gekeurd.
De akte van beschuldiging in zake Jut en zijne
huisvrouw Goedvolk is versohenen. De beschuldiging
ismanslag met voorbedachten rade (moord) te
zamen en in vereeniging op twee personen begaan,
gevolgd van diefstal bij nacht door meer dan één
persoon in een bewooud huis, ten deele met behulp
van binnenbraak, hebbende de manslag gestrekt om
den diefstal gemakkelijk te maken en de ontdekking
daarvan te voorkomen. De terechtstelling is bepaald
op Donderdag 27 April en volgende dagen.
De van den moord op mevrouw van der Kouwen
en hare dienstbode beschuldigd wordende H. J. Jut
is gisteren, nadat hem 'en zijne medeplichtige
huisvrouw jl. Zaterdag de acte van beschuldiging
was beteekend, uit de cellulaire gevangeuis te Rot
terdam overgebracht en in het huis van burgerlijke
en militaire verzekering te 's Hage ingesloten. Chris
tina Goedvolk is kort daarna eveneens naar de ge
vangenis uldaaY overgebracht.
Wij zien ons tof tons leedwezen genoodzaakt het
verslag van het Concert vnu Zondagavond jl. tot
een volgend nr. uittestellen.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittin
gen van 1 en 3 April.
De zitting, die Zaterdag, iu afwijking van den
regel gehouden werd, was vooral gewijd aan dc mate-
rieele belangen der natie, aan landbouw, veeteelt,
handel en scheepvaart.
Vooreerst kwamen de belangen van den landbouw
aan de orde bij het voorstel tot bekrachtiging eener
provinciale belasting iu Noord-Brabant. De Staten
dier provincie hadden reeds voor vier jaren besloten
de rijkstollen af te koopen en wenschten tot dekking
der uitgaven een belasting op de paarden in te voeren.
Voor een jaar verwierp dc Kamer dit aequivalent, dat
vooral zou drukken op dc paardenrijke bewoners van
'tland van Heusden en Altena. De Staten kwamen
aan de gerezen bezwaren ten deele te gemoet en nu
schaarde de meerderheid zich aan hunne zijde. Niet
echter dan na krachtigen tegenstand van de heeren
Bredius, Teding van Berkhout en Corver Hooft, die
meenden, dat met de geringe wijzigingen niels ge
wonnen was en men nog altijd meer aan aequivalent
liet betalen dan de afgeschafte tollen bedroegen en
dat wel ten nadeeJe van een deel der bevolking. De
minister van binnenl. zaken, bijgestaan door de heeren
Verheijen en van Baar, deden het overdrevene en
onbillijke der klachten uitkomen en de heer Blussó
maakte de juiste opmerking, dat het verschil tusschen
het oude en nieuwe zoo groot niet is. Voorheen
betaalde men voor de paarden, als men een tolboom
passeerde, nu zal men voor hen betalen als zij op
stal staan.
De Kamer had eindelijk genoeg van deze discussie
en besloot op voorstel van den heer Heijdenrijck de
debatten sluiten. Met 36 tegen 25 stemmen werd
de paardenbelasting aangenomen.
De belangen van veeteelt en veehandel kwamen daarop
ter sprake, bij behandeling der conclusie over de
inlichtingen, die de regeering verstrekt had omtrent
een adres der directeuren van de maatschappij tot
exploitatie van veestallen, betreffende het verbod van
in- en doorvoer van rundvee uit Duitschland. De
regeering had te kennen gegeven, dat het verbod
noodzakelijk was, om de Engelsche markten voor ons
vee open te houden. Immers uit vrees voor over
brenging van veeziekten, die in Duitschland niet ge
heel verdre\en waren, wordt in Engeland geen. vee
tqegelaten uit lauden, die Duitsch vee invoeren. Voor
den veehandel is dit echter zeer bezwarend. De quaes-
tie werd in de laatste weken nog ingewikkelder om
dat Pruisen den invoer van Nederlandsch rundvee
verbood. De heer Tak vroeg of dit soms een maat
regel van represaille was?
De ministers van buitenlandsche zaken en van bin-
nenlandsche zaken ontkenden, dat dit de bedoeling
was. Het verbod, door de Pruisische regeering uitge
vaardigd, is slechts van tydelykeu aard en er worden
uitzoiideriugeu toegelaten, als het vee gezond blijkt
te wezen. Onze regeering doet haar best om de
openstelling te verkrijgen, maar kan niets meer doen.
De heer Tak was niet bevredigd met dat antwoord,
hij wenscht krachtiger maatregelen, met name, dat
onze regeering bij Engeland zou aandringen op bet
openlaten der Britsche havens ook voor Duitsch vee
dat hier wordt doorgevoerd. Volgens zijne overtui
ging zou in Engeland sterke oppositie ontstaau, alt
vee, uit Nederland aangevoerd, geweerd werd. Wel
verzekerde de minister van buitenlandsche zaken, dat
ons vee in Engeland reeds voorrechten geniet, boven
dat van andere landen, zoodat het geen pas gaf nog
meer te verlangen, maar de kamer besloot, op vooratel
van den heer Tak, de regeering uitdrukkelijk uit te
noodigen, voor de opheffing der belemmerende be
palingen stappen te doeu, zoodra dit zonder gevaar
of nadeel voor den veestapel kan geschieden.
Eindelijk behandelde de kamer een uitnemend scheep
vaart-belang, de verondiepiug die by den Rotter-
dain8chen waterweg na de jongste stormen ontdekt
is. De heer Mees, die daaromtrent inlichtingen vraeg,
kreeg, van den minister van marine het volgende
antwoord
De toestand is aldusBij dc laatste bepalingen iu
Januari was de diepte van den Maasmond langs de
zwarte tonnen 40 a 39'/s decimeter. Door het aan
houdend slechte weder is die toestand minder gunstig
geworden en in het begin van Maart was het peil
langs de zwarte tonnen reeds tot 33 34 decimeter
gedaald, alzoo een verondiepiug van 7 a 5'/8 deci
meter. Ook later is de diepte nog meer af- dan
toegenomen; op 28 Maart was zij 32 decimeter.
Sedert is de ebgeul ineer naar zee gesehoven; de
vloedgeul is daarentegen meer ingekrompen, hetgeen
hel gevolg is van den langzamen terugkeer van deu
normalen toestand en het verminderen van het harde
zand.
Wat de oorzaken aangaat, zal men zich met on
derstellingen moeten tevreden stellen. Door dei
hoogcu waterstand op dc rivieren zijn zeer vei l stoflê»
afgevoerd, die door de Westen- eu Zuidwesten stor
men niet naar zee konden worden afgedreven. Dit
is voor een deel de oorzaak, eu ook is door de W.
en ZW. stormen het znnd uit den zuidelykrit dam
in do geul gedreven.
De minister waagde het verdir te gissen, dat men
hier slechts te doen heeft meteen tijdelijk oponthoud,
dat volstrekt niet van verontrustenden aard is. Hij
grondt deze gissing op de ondervinding.
In de zitting van gisteren is ingekomen de defi
nitive oorlogs- en vesting-l»egrooting van 1876.
Verschillende kleinere ontwerpen zijn aangenomen,
waaronder dat tot schadeloosstelling van den heer
van Angelbeek met 36 tegen 21 stemmen.
De beraadslagingen over de wet. tot regeling van
het hooger onderwijs zijn voortgezet over hoofdstuk
IV (wetenschappelijke ixainens). Art. 83 (verkrijgbare
doctoraten) is nnngenonien met bijvoeging van het
doctoraat in wis- en natuurkunde. By art. 84 i«
het amendement om het schrijven van een akademisch
proefschrift niet verplichtend te stellen, verworpen.
Heden voortzetting.
De Minister van Binnenlandsche zaken heeft aan
J. van der Tang, Directeur der maatschappij voor
schroefstoombootdienst te Rynsaterwoude, vergunning
verleend tot uitbreiding van de stoombootdienst tus
schen Haarlem, Gouda en Rotterdam en tusschen
Haarlem en Leiden, door verandering der dagen van
afvaart tusschen Haarlem en Rotterdam, alsmede door
het in de vaart brengen van eene nieuwe stoomboot
genaamd Stad Haarlem.
In verband met de hervatting der volledige spoor
wegdienst tusschen Utrecht enBoxel, geschiedt de post
dienst op deze lijn weder regelmatig op dcnzelfden voet
als vóór de tijdelijke stremming van het spoorwegver
keer op het baanvak Hedel-Vugt. De buitengewone
middelen, waarmede tijdelijk in de postgemeenschap
van 's Hertogenbosch werd voorzien, zijn dientenge
volge, te rekenen Tan 3 dezer, opgeheven. (St. Ct.)
Onder presidium van den luitenant-generaal N.
Mac-Leod, inspecteur der infanterie, is Zaterdag
te 's Gravenhage aangevangen het examen van onder
officieren, dingende naar den rang van 2den luitenant.
De zendeling P. B. Haag zal door het Javn-comité
als zendeling-leeraar worden gezonden naar Atchiu.
Aan den heer dr. llarting te Enkhuizen, secretaris
van het Hoofdbestuur en oprichter van het voormalige
Nederlandsche Schoolverbond, is door een aantal af-
deelingen een prachtig geschenk vereerd, als blijk van
waardeering zyner vele verdiensten.
Zondag kwam men tot de ontdekking, dat de
armbus iu de synagoge te Meppel bestolen was. Het
geld ris er uitgehaald en de bus heeft men laten staan.
Den 18 Mei, wanneer de onthulling Thorbecke's
standbeeld te Amsterdam bepaald is, ziju de volgende
feestelijkheden vastgesteldOnthulling van 't monu
ment. Kantate (van Schimmel en Nicolaï) en feest
rede door rar. G. van der Linden, in het park. Dinee
in 't paleis voor Volksvlyt. Concerten in 't Von
delspark en in 't Park. Vuurwerk op den Arastel
by de hooge Sluis. Aan het dinee zullen op enkele
uitzonderingen na alleen zij, die tot de inschrijving
voor het monument hebben bijgedragen, mogen deel
nemen. De leden van den Amsterdamschen gemeen
teraad, zullen de gasten zyn aan den disch. Het
getal genoodigden zal zeer beperkt wezen.
De Nuts-coramissie tot onderzoek van de werking
der wetten op het lager en het middelbaar onderwijs
heefj thans ook haar verslag over het middelbaar
ondsrwys voltooid. Het zal weldra verschijnen.
Het Vad. drukt den wensch uit, dat de tweede
kamer alvorens voor 't Pauschreces uiteen te gaan,
niet alleen de wet op 't hooger onderwijs afhandele,
maar ook 't voorstel Moens in de afd. bespreke.
Reeds in 1871 en 1872 heeft t Vad. een herziening
der onderwijswet in liberalen geest, gelyk 't voorst e
Moens is, voorgestaan. Terwijl de grondslagen van
't gebouw der openbare school moesten worden be
houden, moest toch 't gebouw verlieterd worden. De
aanneming van 't amend. Moens betreffende de rijks
kweekscholen was een eerste stap. De verlxïteriiig
is nu eisch van den oogenblik gewordende bekla
genswaardige rust mag niet voortduren op de be
lofte der regeering is niet spoedig genoeg (e rekenen,
en 't voorstel zou toch te laat komen, om in '77 tot
wet te worden verheven. De kamer zal misschien
een paar vrije dagen moeten prijs geven, of althans
een paar avonden in de afd, moeten bijeenkomen,
een paar uren daags aan 't sectie onderzoek moeten
wijden. Er is periculum in mora, 't voorstel moet
in staat van wijzen komen. Geschiedt dit niet, de
natie zou aan onwil moeten denken.
Iu liet Alexaiulra-paleis buiten Londen gelegen,
wofdt eeuc kattententoonstelling gehouden. Iedere
kat heeft een loge voor zich, niet rood fluweel ge
stoffeerde balustrade, daarachter eene vrije ruimte,
waar de poes zich verpoozen kan van de bijvalsbe
tuigingen van 't publiek. Niet minder dan 245 katten
dingen naar de uitgeloofde prijzen. Sommige poesjes
zijn juist onlangs niet eene vtrmecrderiiig van haar
gezin gezegend en hun loge is licht rose gevoerd en
mania-pixs licht op'een rosekleurig rustbed neder-
gevleid. Niets ontbreekt cr, zilveren rammelaar nog
zilveren belletjes enz. om de jougelui te amuseeren.
Een jeugdig Eugelsch meisje, vervult de rol van baker,
voorziet poes telkens van vereche melk en verzoekt
de toeschouwers vooral zachtjes te spreken. I)e naam
staat op een verguld kaartje naast het huisnummer
nau de deur. De oatalogns vermeldt den naam van
eiken poes, met den eereprijs en voor welken prijs
men deze of gene der tentoongestelde als eigendom
kan bezitten. Er ziju er onder van 1000 p. st.
12.000).
De bekende brochure des heeren Reicheusperger,
betreffende den strijd tusschen de kerk en den staat,
zal aanleiding geven tot een rechtsvervolging. De
schrijver heeft in die broohure gezegd, dat een kerk,
door ond-katholieken tot het honden van een gods
dienstoefening gebezigd, door katholieken niet ineer
als zoodanig kan worden gebruikt, tenzij men het
gebbuw opnieuw daartoe geschikt maakte. De heer
Reinkcus, bisschop der oud-katholieken, zal deswege
een rechtsvervolging tegen den heer Reicheusperger
aanhangig maken.
De politie te Berlijn heeft het plan gevormd, om
een album aan te leggen, waarin uitsluitend de por
tretten zullen worden opgenomen van inbrekers, goud-
dieven, zakkenrollers van allerlei slag, onverechilig
of zy zioh bij de uitoefening van hnn vak bedienen
van een vlugge beweging van de hand of van andere
ongeoorloofde middelen.
Van die portretten zullen kopieën worden afgestaan
aan andere politieautoriteiten in het rijk, hetgecu als
middel zal kunnen strekken om gevaarlijke personen,
die in handen der bedoelde autoriteiten geraken en
valsche namen dragen of valsche papieren vertoouen,
gemakkelyk te kunnen herkennen.
Hoewel de zaak nog slechts op kleine schaal in
praotyk is gebracht, heeft men daardoor reeds uit
stekende resultaten verkregen, zegt dc National-Zeituag.
Een der merkwaardigste verschijnselen, die bij den
gezonden mensch wordt waargenomen, is zijne bijna
constante gelijke warmte. Bij alle wijzen van voeding,
bij meerdere of mindere werkzaamheid, bij felle koude
en groote hittebij elke lichaainsgroottebij zeer
verschillende uitwendige invloedenonder allerlei
klimaten, bestaan er verschillen van temperatuur, die
niet veel meer dan eenige tienden van graden bedragen,
zoolang de gezondheid niet gestoord is.
Hoe geheel andere dan bij den pols. Daarbij zijn
lichte gemoedsaandoeningen somtijds reeds voldoende
om groote verauderiugen in de snelheid te veroor
zaken, terwijl de patient volkomen gezond is. Geen
methode van onderzoek in de geneeskunde heeft in
de laatste jaren daü ook zoo spoedig ingang gevon
den als de warmtebepaling met den thermometer.
Bij ziekten, waar koorts het voornaamste vereohijnsel
is eu bij hoevele is dit niet het geval is de
eerate vraag deze geworden: „Hoe hoog was de
temperatuur gisterenheden ochtendhoe hoog is
zy van avond De bediende, die naar den toestand
van den patient komt informeereu, kwam reeds een
enkele maal met het verzoek: „Compliment van mijnheer
en mevrouw, en hoe hoog de temperatuur was geweest?"
Onze groote landgenoot Boerhave was een der
eersten, die op de warmtebepaling met den thermo
meter opmerkzaam maakte. Nog duidelijker is daar
over geschreven door de leerlingen van Boerhave,
van Swieten eu de Hoenvooral door den, laatste.
De Haen de eerste klinische hoogleeraar te Weenen
en van geheel Duitschland, gebruikte den thermometer
reeds dikwijls by patiënten. Het was hem bekend
dat de temperatuur bij koortslyders 's avonds ge
woonlijk veel hooger, 's morgens lager was dat zij
verhoogd was gedurende de rillingendie aan de
zoogenaamde heete koorts voorafgaan, dat de snelheid
van deu pols en de verhoogiug der temperatuur vol
strekt niet altijd haud aan hand gaan en ook het
groote contrast tusschen het eigen warintegevoel en de
waarneembare therinomcterhoogte was hem bekend.
Hoe lang moest het niet durenvoordat deze
methode ingang vond Eerst in het jaar 1850 werd
de thermometer op nieuw opgevat om de temperatuur
vau deu zieken mensch waar te nemen.
Barensprung, Traube en VVunderlich zijn de mannen,
die het voorbeeld gaven. Barensprung maakte uit
stekende onderzoekingen bekendmaar hij was te
miuntieus. Hij kende waacde toe aan uiterst kleine
Verschillen in temperatuur, die niet van belang waren,
en meende ouder anderen dat men deu thermometer
een half uur inoest laten liggen. Zoo was de thermo
meter te lastig voor de gewone praktijk. Bij ieder
patient een half uur zitten wachten op de hoogte
der thermometerDat ging niet aan.
Taube wus practischer, of liever, toonde meer ge
zond verstaud en het was door zijne mededceliug
dat VVunderlich werd opgewekt de thermometer in
de kliniek in te voeren.
Iu de kliniek van VVunderlich werden de meeste
onderzoekingen verricht. In 1868 kon hij schrijven,
dat hij reeds beschikte over de ziektegeschiedenissen
vau 25,000 patiënten, en dat de thermometer reeds
vele millioeuen malen ook in onze dagen nu er
bij milliarden gerekend wordt, zeker nog een groot
getal in zijne kliniek was aangelegd.
In het eerst werd er om al dat meten gelachen.
Een Fransch criticus ouder auderen noemde bet een
onvruchtbare wetenschappelijke aardigheidwaartoe
men slechts in de kleine Duitsche hospitalen kon
koinen, waar dikwijls evenveel doctoren werkzaam
waren als patiënten werden verpleegd. Tegeuwoordig
is er wel geen medicus meer, die niet weet dat de
thermometer het beste middel is om te bepalen of
er koorts is, eu welken graad zij heeft bereikt.
Hoe wordt de temperatuur bepaald Door den
thermometer in de okselholte te plaatsen, waarna de
arrn aan de borstkas wordt aangesloten. Ieder, die
heeft leeren lezen of slechts cijfers kent, kan nu
bepalen hoe hoog de temperatuur bij den patient is,
door den thermometer af te lezen.
Hoelang moet de thermometer blijven liggen Het
is verschillend. Maar in den regel niet langer dan
vijf minuteals men zorg draagt, dat men den
raad van Liebermeister opvolgt, dat vóór het aan
leggen van den thermomometer de okselholte eenigen
tyd, b.v. gedurende 10 minuten goed gesloten was.
Vinden wij nu eene temperatuur boven 38 Celsius,
dan is de patient koortsig, onwel, nog niet volkomen
hersteld.
De temperatuur geeft ook licht omtrent den grand
der ziekte. Is er een belangrijke afwijking van de nor
male warmte, dan is het geval altijd van ernstigen aard.
Door den thermometer alleen wordt ook dikvyls
de ziekte zelve herkend. Nog vaker maakt hy de
herkenning mogelijk in verband met andere ver
schijnselen.
Wij leeren verder of de ziekte een regelmatig ver
loop heeft, of er ongunstige verschijnselen in aan
tocht zijn, of de beterschap werkelijk of slechts
schijnbaar is. Wij worden eindelijk pp geen betere ma
nier ingelicht omtrent het effect van onze .behaudeliug.
Is het vreemd, dat dit instrument zoo spoedig
ingang heeft gevonden? Dat vele patiënten reeds
overtuigd ziju, dat zij niet met zorg worden behan
deld, wanneer bij ziekten waar koorts wordt vermoed
of aanwezig is, van dit instrument geen gebruik
wordt gemaakt
De nauwkeurigheid waarmêe deze meting moet
plaats hebben is zeer verschillend. In de gewone ge
vallen, zoolang zich in het ziekteverloop geen bijzon-
derheden voordoengeen verdachte verschijnselen
worden waargenomenomtrent de diagnose geen
twijfel bestaat, in lichtere gevallen, kunnen fouten,
zelfs van een halven graad, bij de meting van Weinig
belang zijn.
Men behoeft niet vaker dan tweemaal daags te
meten, dikwijls ook kan men met eenmaal daags of
nog minder volstaan.
Grootere nauwkeurigheid wordt verlangd als de
herkenning der ziekte raoeielijk is, wanneer de ther
mometer moet dienen om onze behandeling te cou-
troleeren, maar dan ook nog is eene nauwkeurigheid
tot op 2 of 3 tienden van een graad voldoende.
Kan de temperatuur niet met de hand worden
bepaald? Men heeft dat vroeger toch altijd gedaan.
Men kan immers bepalen of de patient heete haudeu
heeft, of de patient koorts heeft of niet. Voor som
mige gevallen stemmen wij dit toe. Als de patient
hevige koorts heeft, zal men zich niet vergissen,
maar in lichtere gevallen wel. En de graad der koorts,
de nauwkeurige kennis van het ziekteverloop, die
ons juist in de hevigste gevallen van zooveel nut is,
kan met de hand in het geheel niet worden bepaald.
Het is merkwaardig hoe dikwyls men zich vergist,
als men geen thermometer gebruikt.
Het meest éclatante voorbeeld is de verhoogde
lichaamswarmte bij de zoogenaamde konde koorts.
Terwijl de patient ligt te rillen in het bed eu han
den en voeten kond zijn als ijs, is de lichaams
warmte belangrijk verhoogd, eu zij is het reeds voor
dat de rilling begint.
Wij bezitten trouwens in den thermometer een
zeer eenvoudig hulpmiddel. Hij behoeft niet meer
dan 13 graden aan te wijzen, en een verdeeling der
schaal in l,'i graad geeft voldoende zekerheid. In het
bijzonder zijn de zoogenaamde maximum-thermom/ers
aan te bevelen, bij welke de kwikzilverkolom door
een kleine luchtlaag in twee afdeelingeu is verdeeld,
eene benedenste grootere, die met deu reservoir in
verbinding staat, en een bovenste zeer kleine kolom,
die met haar bovenste grens de hoogte der tempe
ratuur aangeeft. Bij de verwarming gaat het kwikzilver
iu de hoogte evenals bij den gewonen thermometer.
Maar bij de afkoeliug gaat slechts de benedenste
kwikzilverkolom, die met den kwik-reservoir in ver
binding staat, terug; de bovenste blijft staan, daar
zij door de luchtlaag van de benedenste kolom ge-
gescheiden is die zooveel grooter is en waarop de
warmte alleen invloed heeft, terwijl het bovenste
kolommetje buiten verband is met den reservoir die
in de okselholte ligt.
Op deze wijze kan men uren nadat de meting
heeft plaats gehad nog aflezen, en de thermometer
geeft tevens de hoogste temperatuur aan, die gedu
rende het aanleggen werd bereikt, terwijl men den
thermometer niet behoeft af te lezen op het oogen
blik dat hij in de okselholte is geplaatst.
Hierdoor heejt pten het voordeel dat de patient niet
behoeft te worden ontbloot, de thermometer kan onder
de dekens worden aangelegd.
Men zal wellicht vragen hoe men dat bovenste
kolommetje weer naar beneden brengt, als men een
volgende keer de warmtegraad weer moet onderzoeken.
Als dat kolommetje onwrikbaar op dezelfde plaats
bleef, zou men steeds van een anderen thermometer
gebruik moeten maken, als men een nieuwe waar
neming wenschte te doen. De zaak is echter zeer
eenvoudig. Als men de temperatuur op nieuw wil
onderzoeken, heeft men niet afldere te doen dan een
korte snelle beweging aan den thermometer mee te
deelen, in de richting van boven naar beneden.
Hierdoor gaat het kleine kolommetje weer naar be
neden en nadert den reservoir, om bij een volgende
applicatie van den thermometer naar boven te gaan.
Door wien moet het meten plaats hebben P Aan
leeken die geschikt zijn, kan men het in den regel
overlaten. „Evenmin als men de medicijnen zelf be
hoeft in tc geven, behoeft men zelf den thermometer
te npplioetren." (VVunderlich). Evenals de medicus
moet oordeelen over de werking der medicijnen, zoo
is het ook lijne hoofdzaak te oordeelen over de be-
teekenis der temperatuurhoogte, terwijl hij in het
begin eenige malen kan coutroleeren of de thermo
meter goed is geappliceerd.
Zoodoende zijn wy in het bezit van een hulpmid
del, dat aan den arts geen tyd behoeft te koste» en
waarvoor wij veel nauwkeuriger dan vroeger knnueii
oordeelen over het bestaan van koorts, over haren grand,
over den aard der ziekte. Ook kan het volgende
verloop daardoor veel beter wordeu voorspeld, eu