BINNENLAND. 4 De thermometer aan het ziekbed. Toch schijnt dat verschil van nacening noodlottig te lullen -worden voor België. Indien men," zeide de heer Van Ilumbeeck zeer terecht, „aan bijzondere instellingen het jus promovendi geeft, dan zal de concurrentie, die in 'tleyen wordt geroepen, geen wedstrijd zyn, welke universiteit de meest verdiende diploma's, maar wel welke universiteit ze 't gemak kelijkst geeft. Natuurlijk zal dit Leuven wezen, om dat daar de wetenschap slechts in de tweede plaats komt en iu dé eer?te plaats het doel dier universi teit is oin over het gansche land, in en buiten de magistratuur, gewillige werktuigen te plaatsen der ultramontaansche politiek." En toch schijnt dat stelsel te zullen worden aan- genomeu. Reeds heeft de meerderheid het voorstel van v. Humbeeck om de behandeling der kwestie te verdagen, gisteren verworpen. De clericalen zijn allen als een man vóór het voorgestelde systeem en de heer Frère schijnt ten slotte ook op de banken der linker zijde niet zoo geïsodeerd te zullen staan als hij eerst zelf vermoedde. Opmerkelijk is het echter, dat de heer Frère, hoe zeer ook verblind door zijn valsche vrijheids-theorie nog niet zoover wil gaan als de heer Jonckbloet bij ons. Vooreerst wil de heer Frère een algemeene „commission d'enregistrement," die alle diploma's zal inschrijven, en verder staats-commissies tot het uit reikeu van diploma's voor openbare betrekkingen. De heer Jonckbloet daarentegen wil aan bijzondere hoogescholen het recht toekennen diploma's uittereiken, die zelfs tot het vervullen van openbare staatsbetrek kingen het recht zullen geven. Maar, zooals wij gisteren reeds opmerkten, het voorstel, thans door Frère met zooveel warmte ver dedigd, is ook daarom niet met onze wet te verge lijken, omdat de grondslag waarop bij onÉe naburen de academische graden zijn gebaseerd, geheel ver schillend is. De helft der lange redevoering van Frère was gewijd aan afkeuring van het bestaande, en inderdaad het bestaande is zeer slecht. Ons tegen woordig stelselzoo sprak hij o. a., geeft niet den minsten waarborgthans draagt de Staat zijne be voegdheid over op professoren als zijn gemachtigden die kunnen doen wat zy willen zonder tot eenige verantwoording geroepen te kunnen worden. De diploma's worden thans zoogenaamd onder waarborg van den Staat uitgereikt, terwijl feitelijk of willekeur van de hoogleeraren, hetzij der Staats-, hetzij der vrye universiteiten, naar gelang zij de meerderheid uitmaken, of transacties tusschen de tegenover elkan der staandejartjjen omtrent het toekennen der diplo ma's besljBÉn. De vrijheid is verdwenen door de jury d'exfÉren. De student is thans overgeleverd aan den naijver der professoren." Er is in die schets ontegenzeglijk veel waars, maar de vraag ismoet men, omdat het tegenwoor- dtge stelsel geen voldoende waarborgen geeft, met alle waarborgen breken 6 De heer Frère erkent zelf die moeilijkheid, maar hij ziet geen kans om van het bestaande, dat hij haat met een dopdelijken haat, verlost te geraken. Jammer, zeer jammer is het echter, dat hy met zyn vrienden geen overleg heeft willen plegen. Gisteren nog wilde v. Humbeek den ouden leider de hand reiken door te verklaren, dat hij en de zijnen mee zouden knnnen gaan, indien aan de diploma's der universiteiten volstrekt geen recht om eenig beroep uit te oefenen werd toegekend, maar van Frère kreeg hij zelfs geen teeken van instem ming en door de rechterzijde werden die oonciliante woorden niet gemor en ironisch gelach begroet. Dat gaf den doorslag. V. Humbeek liet zich niet nit 't veld slaan. „Ik hoor," zeide hy, „dat protest, van de rechterzijde met genoegen; ik verheug er mij over, want het is een bewijs dat ik ten minste geen ver raad pleeg aan de belangen mijner pari ij. Had Frère Orban wat meer gedacht aan de waar heid van het bekende woordindien ik door mijne vijanden word geprizen, vraag ik mij zelf af, of ik wel op den goeden weg ben, dan zou het waarschijn lijk nooit zoover gekomen zijn. GOUDA, 4 April 1876. /Z. M. heeft herbenoemd tot plaatsv. kantonrechter te Gouda, den heer mr. J. Fortuijn Droogleever. Z. M. heeft benoemd tot not. binnen het arr. Arnhem, ter standpl. de gein. Scherpenzeel, den heer P. van der Want J. Mz., cand.-not. te Leerdam. De onlangs door de vereeniging „Advento" gege ven voorstelling ten voordeele van den watersnood heeft opgebracht, na aftrek van alle onkosten, de som van «92,45. Dank zy de welwillende handelwijze die Advehto's bestuur ondervond, waren de onkosten zeer matig, daar met 't oog op 't doel der opbrengst de huur der zaal „Nut en Vermaaltverlichting, verwarming enz. niet in rekening, werd. gebracht. Het drukwerk werd door de firma G. B. van Goor Zonen insgelijks kosteloos geleverd. De opbrengst is overgemaakt aan den penningmees ter der Goudsche commissie voor den watersnood. De opbrengst van het concert Zondag jl. gegeven door de liedertafel Apollo" en de orchestverceniging „Per aspera ad Astra," heeft, na aftrek van alle on vermijdelijke kosten, opgebracht de som van 132.10, welke gelden aan de hoofd-commissie te Amsterdam zijn overgemaakt. Het door verzwakking weggeschoven, niet ingezon ken, gedeelte kade van den Nessepolder, aan de Gouwe is spoedig hersteld zonder overlast van water voor polder. Het bericht betreffende de vertraging in den aan leg van den Bpoorweg LeidenWoerden, veroorzaakt door de Wieringsche Schans welk bericht door de ArnhCt." was medegedeeld is onjuist. Bin nen den bedoelden kring liggen stoomgemalen van een polder en daartegen is geen bezwaar gemaakt. De minister heeft trouwens de ontworpen richting goed gekeurd. De akte van beschuldiging in zake Jut en zijne huisvrouw Goedvolk is versohenen. De beschuldiging ismanslag met voorbedachten rade (moord) te zamen en in vereeniging op twee personen begaan, gevolgd van diefstal bij nacht door meer dan één persoon in een bewooud huis, ten deele met behulp van binnenbraak, hebbende de manslag gestrekt om den diefstal gemakkelijk te maken en de ontdekking daarvan te voorkomen. De terechtstelling is bepaald op Donderdag 27 April en volgende dagen. De van den moord op mevrouw van der Kouwen en hare dienstbode beschuldigd wordende H. J. Jut is gisteren, nadat hem 'en zijne medeplichtige huisvrouw jl. Zaterdag de acte van beschuldiging was beteekend, uit de cellulaire gevangeuis te Rot terdam overgebracht en in het huis van burgerlijke en militaire verzekering te 's Hage ingesloten. Chris tina Goedvolk is kort daarna eveneens naar de ge vangenis uldaaY overgebracht. Wij zien ons tof tons leedwezen genoodzaakt het verslag van het Concert vnu Zondagavond jl. tot een volgend nr. uittestellen. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittin gen van 1 en 3 April. De zitting, die Zaterdag, iu afwijking van den regel gehouden werd, was vooral gewijd aan dc mate- rieele belangen der natie, aan landbouw, veeteelt, handel en scheepvaart. Vooreerst kwamen de belangen van den landbouw aan de orde bij het voorstel tot bekrachtiging eener provinciale belasting iu Noord-Brabant. De Staten dier provincie hadden reeds voor vier jaren besloten de rijkstollen af te koopen en wenschten tot dekking der uitgaven een belasting op de paarden in te voeren. Voor een jaar verwierp dc Kamer dit aequivalent, dat vooral zou drukken op dc paardenrijke bewoners van 'tland van Heusden en Altena. De Staten kwamen aan de gerezen bezwaren ten deele te gemoet en nu schaarde de meerderheid zich aan hunne zijde. Niet echter dan na krachtigen tegenstand van de heeren Bredius, Teding van Berkhout en Corver Hooft, die meenden, dat met de geringe wijzigingen niels ge wonnen was en men nog altijd meer aan aequivalent liet betalen dan de afgeschafte tollen bedroegen en dat wel ten nadeeJe van een deel der bevolking. De minister van binnenl. zaken, bijgestaan door de heeren Verheijen en van Baar, deden het overdrevene en onbillijke der klachten uitkomen en de heer Blussó maakte de juiste opmerking, dat het verschil tusschen het oude en nieuwe zoo groot niet is. Voorheen betaalde men voor de paarden, als men een tolboom passeerde, nu zal men voor hen betalen als zij op stal staan. De Kamer had eindelijk genoeg van deze discussie en besloot op voorstel van den heer Heijdenrijck de debatten sluiten. Met 36 tegen 25 stemmen werd de paardenbelasting aangenomen. De belangen van veeteelt en veehandel kwamen daarop ter sprake, bij behandeling der conclusie over de inlichtingen, die de regeering verstrekt had omtrent een adres der directeuren van de maatschappij tot exploitatie van veestallen, betreffende het verbod van in- en doorvoer van rundvee uit Duitschland. De regeering had te kennen gegeven, dat het verbod noodzakelijk was, om de Engelsche markten voor ons vee open te houden. Immers uit vrees voor over brenging van veeziekten, die in Duitschland niet ge heel verdre\en waren, wordt in Engeland geen. vee tqegelaten uit lauden, die Duitsch vee invoeren. Voor den veehandel is dit echter zeer bezwarend. De quaes- tie werd in de laatste weken nog ingewikkelder om dat Pruisen den invoer van Nederlandsch rundvee verbood. De heer Tak vroeg of dit soms een maat regel van represaille was? De ministers van buitenlandsche zaken en van bin- nenlandsche zaken ontkenden, dat dit de bedoeling was. Het verbod, door de Pruisische regeering uitge vaardigd, is slechts van tydelykeu aard en er worden uitzoiideriugeu toegelaten, als het vee gezond blijkt te wezen. Onze regeering doet haar best om de openstelling te verkrijgen, maar kan niets meer doen. De heer Tak was niet bevredigd met dat antwoord, hij wenscht krachtiger maatregelen, met name, dat onze regeering bij Engeland zou aandringen op bet openlaten der Britsche havens ook voor Duitsch vee dat hier wordt doorgevoerd. Volgens zijne overtui ging zou in Engeland sterke oppositie ontstaau, alt vee, uit Nederland aangevoerd, geweerd werd. Wel verzekerde de minister van buitenlandsche zaken, dat ons vee in Engeland reeds voorrechten geniet, boven dat van andere landen, zoodat het geen pas gaf nog meer te verlangen, maar de kamer besloot, op vooratel van den heer Tak, de regeering uitdrukkelijk uit te noodigen, voor de opheffing der belemmerende be palingen stappen te doeu, zoodra dit zonder gevaar of nadeel voor den veestapel kan geschieden. Eindelijk behandelde de kamer een uitnemend scheep vaart-belang, de verondiepiug die by den Rotter- dain8chen waterweg na de jongste stormen ontdekt is. De heer Mees, die daaromtrent inlichtingen vraeg, kreeg, van den minister van marine het volgende antwoord De toestand is aldusBij dc laatste bepalingen iu Januari was de diepte van den Maasmond langs de zwarte tonnen 40 a 39'/s decimeter. Door het aan houdend slechte weder is die toestand minder gunstig geworden en in het begin van Maart was het peil langs de zwarte tonnen reeds tot 33 34 decimeter gedaald, alzoo een verondiepiug van 7 a 5'/8 deci meter. Ook later is de diepte nog meer af- dan toegenomen; op 28 Maart was zij 32 decimeter. Sedert is de ebgeul ineer naar zee gesehoven; de vloedgeul is daarentegen meer ingekrompen, hetgeen hel gevolg is van den langzamen terugkeer van deu normalen toestand en het verminderen van het harde zand. Wat de oorzaken aangaat, zal men zich met on derstellingen moeten tevreden stellen. Door dei hoogcu waterstand op dc rivieren zijn zeer vei l stoflê» afgevoerd, die door de Westen- eu Zuidwesten stor men niet naar zee konden worden afgedreven. Dit is voor een deel de oorzaak, eu ook is door de W. en ZW. stormen het znnd uit den zuidelykrit dam in do geul gedreven. De minister waagde het verdir te gissen, dat men hier slechts te doen heeft meteen tijdelijk oponthoud, dat volstrekt niet van verontrustenden aard is. Hij grondt deze gissing op de ondervinding. In de zitting van gisteren is ingekomen de defi nitive oorlogs- en vesting-l»egrooting van 1876. Verschillende kleinere ontwerpen zijn aangenomen, waaronder dat tot schadeloosstelling van den heer van Angelbeek met 36 tegen 21 stemmen. De beraadslagingen over de wet. tot regeling van het hooger onderwijs zijn voortgezet over hoofdstuk IV (wetenschappelijke ixainens). Art. 83 (verkrijgbare doctoraten) is nnngenonien met bijvoeging van het doctoraat in wis- en natuurkunde. By art. 84 i« het amendement om het schrijven van een akademisch proefschrift niet verplichtend te stellen, verworpen. Heden voortzetting. De Minister van Binnenlandsche zaken heeft aan J. van der Tang, Directeur der maatschappij voor schroefstoombootdienst te Rynsaterwoude, vergunning verleend tot uitbreiding van de stoombootdienst tus schen Haarlem, Gouda en Rotterdam en tusschen Haarlem en Leiden, door verandering der dagen van afvaart tusschen Haarlem en Rotterdam, alsmede door het in de vaart brengen van eene nieuwe stoomboot genaamd Stad Haarlem. In verband met de hervatting der volledige spoor wegdienst tusschen Utrecht enBoxel, geschiedt de post dienst op deze lijn weder regelmatig op dcnzelfden voet als vóór de tijdelijke stremming van het spoorwegver keer op het baanvak Hedel-Vugt. De buitengewone middelen, waarmede tijdelijk in de postgemeenschap van 's Hertogenbosch werd voorzien, zijn dientenge volge, te rekenen Tan 3 dezer, opgeheven. (St. Ct.) Onder presidium van den luitenant-generaal N. Mac-Leod, inspecteur der infanterie, is Zaterdag te 's Gravenhage aangevangen het examen van onder officieren, dingende naar den rang van 2den luitenant. De zendeling P. B. Haag zal door het Javn-comité als zendeling-leeraar worden gezonden naar Atchiu. Aan den heer dr. llarting te Enkhuizen, secretaris van het Hoofdbestuur en oprichter van het voormalige Nederlandsche Schoolverbond, is door een aantal af- deelingen een prachtig geschenk vereerd, als blijk van waardeering zyner vele verdiensten. Zondag kwam men tot de ontdekking, dat de armbus iu de synagoge te Meppel bestolen was. Het geld ris er uitgehaald en de bus heeft men laten staan. Den 18 Mei, wanneer de onthulling Thorbecke's standbeeld te Amsterdam bepaald is, ziju de volgende feestelijkheden vastgesteldOnthulling van 't monu ment. Kantate (van Schimmel en Nicolaï) en feest rede door rar. G. van der Linden, in het park. Dinee in 't paleis voor Volksvlyt. Concerten in 't Von delspark en in 't Park. Vuurwerk op den Arastel by de hooge Sluis. Aan het dinee zullen op enkele uitzonderingen na alleen zij, die tot de inschrijving voor het monument hebben bijgedragen, mogen deel nemen. De leden van den Amsterdamschen gemeen teraad, zullen de gasten zyn aan den disch. Het getal genoodigden zal zeer beperkt wezen. De Nuts-coramissie tot onderzoek van de werking der wetten op het lager en het middelbaar onderwijs heefj thans ook haar verslag over het middelbaar ondsrwys voltooid. Het zal weldra verschijnen. Het Vad. drukt den wensch uit, dat de tweede kamer alvorens voor 't Pauschreces uiteen te gaan, niet alleen de wet op 't hooger onderwijs afhandele, maar ook 't voorstel Moens in de afd. bespreke. Reeds in 1871 en 1872 heeft t Vad. een herziening der onderwijswet in liberalen geest, gelyk 't voorst e Moens is, voorgestaan. Terwijl de grondslagen van 't gebouw der openbare school moesten worden be houden, moest toch 't gebouw verlieterd worden. De aanneming van 't amend. Moens betreffende de rijks kweekscholen was een eerste stap. De verlxïteriiig is nu eisch van den oogenblik gewordende bekla genswaardige rust mag niet voortduren op de be lofte der regeering is niet spoedig genoeg (e rekenen, en 't voorstel zou toch te laat komen, om in '77 tot wet te worden verheven. De kamer zal misschien een paar vrije dagen moeten prijs geven, of althans een paar avonden in de afd, moeten bijeenkomen, een paar uren daags aan 't sectie onderzoek moeten wijden. Er is periculum in mora, 't voorstel moet in staat van wijzen komen. Geschiedt dit niet, de natie zou aan onwil moeten denken. Iu liet Alexaiulra-paleis buiten Londen gelegen, wofdt eeuc kattententoonstelling gehouden. Iedere kat heeft een loge voor zich, niet rood fluweel ge stoffeerde balustrade, daarachter eene vrije ruimte, waar de poes zich verpoozen kan van de bijvalsbe tuigingen van 't publiek. Niet minder dan 245 katten dingen naar de uitgeloofde prijzen. Sommige poesjes zijn juist onlangs niet eene vtrmecrderiiig van haar gezin gezegend en hun loge is licht rose gevoerd en mania-pixs licht op'een rosekleurig rustbed neder- gevleid. Niets ontbreekt cr, zilveren rammelaar nog zilveren belletjes enz. om de jougelui te amuseeren. Een jeugdig Eugelsch meisje, vervult de rol van baker, voorziet poes telkens van vereche melk en verzoekt de toeschouwers vooral zachtjes te spreken. I)e naam staat op een verguld kaartje naast het huisnummer nau de deur. De oatalogns vermeldt den naam van eiken poes, met den eereprijs en voor welken prijs men deze of gene der tentoongestelde als eigendom kan bezitten. Er ziju er onder van 1000 p. st. 12.000). De bekende brochure des heeren Reicheusperger, betreffende den strijd tusschen de kerk en den staat, zal aanleiding geven tot een rechtsvervolging. De schrijver heeft in die broohure gezegd, dat een kerk, door ond-katholieken tot het honden van een gods dienstoefening gebezigd, door katholieken niet ineer als zoodanig kan worden gebruikt, tenzij men het gebbuw opnieuw daartoe geschikt maakte. De heer Reinkcus, bisschop der oud-katholieken, zal deswege een rechtsvervolging tegen den heer Reicheusperger aanhangig maken. De politie te Berlijn heeft het plan gevormd, om een album aan te leggen, waarin uitsluitend de por tretten zullen worden opgenomen van inbrekers, goud- dieven, zakkenrollers van allerlei slag, onverechilig of zy zioh bij de uitoefening van hnn vak bedienen van een vlugge beweging van de hand of van andere ongeoorloofde middelen. Van die portretten zullen kopieën worden afgestaan aan andere politieautoriteiten in het rijk, hetgecu als middel zal kunnen strekken om gevaarlijke personen, die in handen der bedoelde autoriteiten geraken en valsche namen dragen of valsche papieren vertoouen, gemakkelyk te kunnen herkennen. Hoewel de zaak nog slechts op kleine schaal in praotyk is gebracht, heeft men daardoor reeds uit stekende resultaten verkregen, zegt dc National-Zeituag. Een der merkwaardigste verschijnselen, die bij den gezonden mensch wordt waargenomen, is zijne bijna constante gelijke warmte. Bij alle wijzen van voeding, bij meerdere of mindere werkzaamheid, bij felle koude en groote hittebij elke lichaainsgroottebij zeer verschillende uitwendige invloedenonder allerlei klimaten, bestaan er verschillen van temperatuur, die niet veel meer dan eenige tienden van graden bedragen, zoolang de gezondheid niet gestoord is. Hoe geheel andere dan bij den pols. Daarbij zijn lichte gemoedsaandoeningen somtijds reeds voldoende om groote verauderiugen in de snelheid te veroor zaken, terwijl de patient volkomen gezond is. Geen methode van onderzoek in de geneeskunde heeft in de laatste jaren daü ook zoo spoedig ingang gevon den als de warmtebepaling met den thermometer. Bij ziekten, waar koorts het voornaamste vereohijnsel is eu bij hoevele is dit niet het geval is de eerate vraag deze geworden: „Hoe hoog was de temperatuur gisterenheden ochtendhoe hoog is zy van avond De bediende, die naar den toestand van den patient komt informeereu, kwam reeds een enkele maal met het verzoek: „Compliment van mijnheer en mevrouw, en hoe hoog de temperatuur was geweest?" Onze groote landgenoot Boerhave was een der eersten, die op de warmtebepaling met den thermo meter opmerkzaam maakte. Nog duidelijker is daar over geschreven door de leerlingen van Boerhave, van Swieten eu de Hoenvooral door den, laatste. De Haen de eerste klinische hoogleeraar te Weenen en van geheel Duitschland, gebruikte den thermometer reeds dikwijls by patiënten. Het was hem bekend dat de temperatuur bij koortslyders 's avonds ge woonlijk veel hooger, 's morgens lager was dat zij verhoogd was gedurende de rillingendie aan de zoogenaamde heete koorts voorafgaan, dat de snelheid van deu pols en de verhoogiug der temperatuur vol strekt niet altijd haud aan hand gaan en ook het groote contrast tusschen het eigen warintegevoel en de waarneembare therinomcterhoogte was hem bekend. Hoe lang moest het niet durenvoordat deze methode ingang vond Eerst in het jaar 1850 werd de thermometer op nieuw opgevat om de temperatuur vau deu zieken mensch waar te nemen. Barensprung, Traube en VVunderlich zijn de mannen, die het voorbeeld gaven. Barensprung maakte uit stekende onderzoekingen bekendmaar hij was te miuntieus. Hij kende waacde toe aan uiterst kleine Verschillen in temperatuur, die niet van belang waren, en meende ouder anderen dat men deu thermometer een half uur inoest laten liggen. Zoo was de thermo meter te lastig voor de gewone praktijk. Bij ieder patient een half uur zitten wachten op de hoogte der thermometerDat ging niet aan. Taube wus practischer, of liever, toonde meer ge zond verstaud en het was door zijne mededceliug dat VVunderlich werd opgewekt de thermometer in de kliniek in te voeren. Iu de kliniek van VVunderlich werden de meeste onderzoekingen verricht. In 1868 kon hij schrijven, dat hij reeds beschikte over de ziektegeschiedenissen vau 25,000 patiënten, en dat de thermometer reeds vele millioeuen malen ook in onze dagen nu er bij milliarden gerekend wordt, zeker nog een groot getal in zijne kliniek was aangelegd. In het eerst werd er om al dat meten gelachen. Een Fransch criticus ouder auderen noemde bet een onvruchtbare wetenschappelijke aardigheidwaartoe men slechts in de kleine Duitsche hospitalen kon koinen, waar dikwijls evenveel doctoren werkzaam waren als patiënten werden verpleegd. Tegeuwoordig is er wel geen medicus meer, die niet weet dat de thermometer het beste middel is om te bepalen of er koorts is, eu welken graad zij heeft bereikt. Hoe wordt de temperatuur bepaald Door den thermometer in de okselholte te plaatsen, waarna de arrn aan de borstkas wordt aangesloten. Ieder, die heeft leeren lezen of slechts cijfers kent, kan nu bepalen hoe hoog de temperatuur bij den patient is, door den thermometer af te lezen. Hoelang moet de thermometer blijven liggen Het is verschillend. Maar in den regel niet langer dan vijf minuteals men zorg draagt, dat men den raad van Liebermeister opvolgt, dat vóór het aan leggen van den thermomometer de okselholte eenigen tyd, b.v. gedurende 10 minuten goed gesloten was. Vinden wij nu eene temperatuur boven 38 Celsius, dan is de patient koortsig, onwel, nog niet volkomen hersteld. De temperatuur geeft ook licht omtrent den grand der ziekte. Is er een belangrijke afwijking van de nor male warmte, dan is het geval altijd van ernstigen aard. Door den thermometer alleen wordt ook dikvyls de ziekte zelve herkend. Nog vaker maakt hy de herkenning mogelijk in verband met andere ver schijnselen. Wij leeren verder of de ziekte een regelmatig ver loop heeft, of er ongunstige verschijnselen in aan tocht zijn, of de beterschap werkelijk of slechts schijnbaar is. Wij worden eindelijk pp geen betere ma nier ingelicht omtrent het effect van onze .behaudeliug. Is het vreemd, dat dit instrument zoo spoedig ingang heeft gevonden? Dat vele patiënten reeds overtuigd ziju, dat zij niet met zorg worden behan deld, wanneer bij ziekten waar koorts wordt vermoed of aanwezig is, van dit instrument geen gebruik wordt gemaakt De nauwkeurigheid waarmêe deze meting moet plaats hebben is zeer verschillend. In de gewone ge vallen, zoolang zich in het ziekteverloop geen bijzon- derheden voordoengeen verdachte verschijnselen worden waargenomenomtrent de diagnose geen twijfel bestaat, in lichtere gevallen, kunnen fouten, zelfs van een halven graad, bij de meting van Weinig belang zijn. Men behoeft niet vaker dan tweemaal daags te meten, dikwijls ook kan men met eenmaal daags of nog minder volstaan. Grootere nauwkeurigheid wordt verlangd als de herkenning der ziekte raoeielijk is, wanneer de ther mometer moet dienen om onze behandeling te cou- troleeren, maar dan ook nog is eene nauwkeurigheid tot op 2 of 3 tienden van een graad voldoende. Kan de temperatuur niet met de hand worden bepaald? Men heeft dat vroeger toch altijd gedaan. Men kan immers bepalen of de patient heete haudeu heeft, of de patient koorts heeft of niet. Voor som mige gevallen stemmen wij dit toe. Als de patient hevige koorts heeft, zal men zich niet vergissen, maar in lichtere gevallen wel. En de graad der koorts, de nauwkeurige kennis van het ziekteverloop, die ons juist in de hevigste gevallen van zooveel nut is, kan met de hand in het geheel niet worden bepaald. Het is merkwaardig hoe dikwyls men zich vergist, als men geen thermometer gebruikt. Het meest éclatante voorbeeld is de verhoogde lichaamswarmte bij de zoogenaamde konde koorts. Terwijl de patient ligt te rillen in het bed eu han den en voeten kond zijn als ijs, is de lichaams warmte belangrijk verhoogd, eu zij is het reeds voor dat de rilling begint. Wij bezitten trouwens in den thermometer een zeer eenvoudig hulpmiddel. Hij behoeft niet meer dan 13 graden aan te wijzen, en een verdeeling der schaal in l,'i graad geeft voldoende zekerheid. In het bijzonder zijn de zoogenaamde maximum-thermom/ers aan te bevelen, bij welke de kwikzilverkolom door een kleine luchtlaag in twee afdeelingeu is verdeeld, eene benedenste grootere, die met deu reservoir in verbinding staat, en een bovenste zeer kleine kolom, die met haar bovenste grens de hoogte der tempe ratuur aangeeft. Bij de verwarming gaat het kwikzilver iu de hoogte evenals bij den gewonen thermometer. Maar bij de afkoeliug gaat slechts de benedenste kwikzilverkolom, die met den kwik-reservoir in ver binding staat, terug; de bovenste blijft staan, daar zij door de luchtlaag van de benedenste kolom ge- gescheiden is die zooveel grooter is en waarop de warmte alleen invloed heeft, terwijl het bovenste kolommetje buiten verband is met den reservoir die in de okselholte ligt. Op deze wijze kan men uren nadat de meting heeft plaats gehad nog aflezen, en de thermometer geeft tevens de hoogste temperatuur aan, die gedu rende het aanleggen werd bereikt, terwijl men den thermometer niet behoeft af te lezen op het oogen blik dat hij in de okselholte is geplaatst. Hierdoor heejt pten het voordeel dat de patient niet behoeft te worden ontbloot, de thermometer kan onder de dekens worden aangelegd. Men zal wellicht vragen hoe men dat bovenste kolommetje weer naar beneden brengt, als men een volgende keer de warmtegraad weer moet onderzoeken. Als dat kolommetje onwrikbaar op dezelfde plaats bleef, zou men steeds van een anderen thermometer gebruik moeten maken, als men een nieuwe waar neming wenschte te doen. De zaak is echter zeer eenvoudig. Als men de temperatuur op nieuw wil onderzoeken, heeft men niet afldere te doen dan een korte snelle beweging aan den thermometer mee te deelen, in de richting van boven naar beneden. Hierdoor gaat het kleine kolommetje weer naar be neden en nadert den reservoir, om bij een volgende applicatie van den thermometer naar boven te gaan. Door wien moet het meten plaats hebben P Aan leeken die geschikt zijn, kan men het in den regel overlaten. „Evenmin als men de medicijnen zelf be hoeft in tc geven, behoeft men zelf den thermometer te npplioetren." (VVunderlich). Evenals de medicus moet oordeelen over de werking der medicijnen, zoo is het ook lijne hoofdzaak te oordeelen over de be- teekenis der temperatuurhoogte, terwijl hij in het begin eenige malen kan coutroleeren of de thermo meter goed is geappliceerd. Zoodoende zijn wy in het bezit van een hulpmid del, dat aan den arts geen tyd behoeft te koste» en waarvoor wij veel nauwkeuriger dan vroeger knnueii oordeelen over het bestaan van koorts, over haren grand, over den aard der ziekte. Ook kan het volgende verloop daardoor veel beter wordeu voorspeld, eu

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 2