Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ten 1870. Vrlldag 21 Awfl. No 1818 BUITENLAND. idel SN, nde. sr. rlcaln. Is Bultenlandsch Overzicht. De inzending van advertentito kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag dor uitgave. düitschland taudvleetch H. 'ft' worden betekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommera VUF CENTEN. 3 ure te Kleiweg De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is f 1.76, franco per post 2. dagelijkse!» Jateeu eer derheid aan alle '•udarta Z. t Mi. bestand- eid voor- Van alle te. Een its. water gijn hcuui be ft e bad, of ■om waar* ikoop van tserschen a is aan- mgewend e<end en De flench GOUDSCHE COURANT gen over traan bjj- an de ge- het mijn ik heeft, In elk ><nerhand nis. ADVERTENT I ft N worden geplaatst van 1—5 tegels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTS LETTERS Ten opzichte van de aanstaande verkiezingen voor den Rijksdag en den Landdag, welke thans door gansch Pruisen in zoo hooge mate de belangstelling trekken, deelt de Berlijnsche berichtgever van de Neue Freie Preue het volgende mede: Allenvege rust men zich toe ten strijde, met het oog op de aanstaande verkie* zingen voor leden van den Ryksdag en den Landdag, want beider mandaten loopcn ongeveer te gelijkertijd af Niettegenstaande alle pogingen, aangewend door een gedeelte van de leiders der partij van vooruitgang en van de nationaal-liberale partij, is hot n et mogelijk ouda by te Oude- plaatsen 5 paraten te winkelier m by F. iin k C. L. F. C. e Utrecht io Wiud- by T. J. Wölfl-. geweest om de beide partijen ten behoeve vaa de bedoelde verkiesingen tot samenwerkingen te bren gen. Zij znllen gelijk vroeger elk afzonderlijk naar eigen belangen werken. Dit zal echter niet verhin deren, dat de kiesersvereenigingen van de beide par tijen met elkander in correspondentie blijven, en bij het verkiezingwerk alles zullen vermijden, hetgeen aanleiding zou kunnen geven tot onaangenaamheden. Zij zullen stellig verder gaan en elkander bijstand verleenen in hun gemeenschappeiyken strijd tegen de vijandelijke partijen, die gelijk men weet, op uit muntende wijze zijn georganiseerd. Het is bjjna stellig zeker, dat hel centrum geen lid zal verliezen. Waar tot heden in een kiesdistrict een clericaalgezind vertegenwoordiger werd gekozen, daar zal men hetzelfde resultaat te voorschijn zien te verkrijgen. Dè organisatie, welke aldaar is ingevoerd, verdient ten eerste te worden geprezen en mag gelden als een waarborg voor den gunstigen uitslag. Lmg voor den tijd, dót de de liberalen aan de verkiezin gen dachten, hadden de ultramontanen het plan vóór den veldtocht tegen regeering en liberalisme reeds in zijn geheel ontworpen. Indien het aan de liberalen gelukt, om een even groot aantal leden hunner partij in den Rijksdag en in den Landdag te brengen als er thans in Worden geteld, dan zullen zij in de aanstaande zittingen onge twijfeld belangrijke overwinningen behalen. Om daartoe te geraken, is slechts één vereischte noodig, namelijk dat de regeeringsorganen geen vijaudeiijke houding tegen de liberale parij aannemen. Ouder regeeringsorganen moet worden verstaan de gansebe toestel, welke door de Regeering in beweging kan worden gebracht om invloed op de verkiezingen tiit te oefenen en daartoe behooren de opperpresidentén in de verschillende provinciën benevens al de overige ambtenaren onder hen staande, met inbegrip van de rijksveldwachters. En dan komt er bovendien nog iemand in aanmerking, namelijk den Rijkskanselicr blyft hij voortgaan op den ingeslagen weg, dan zal hij niet alleen de verkiezingen der vrije liberalen trachten te bevorderen, maar hij zal ook de behulp zame hand leenen aan de nationaal-liberalen. Dit zal geschieden, gelijk wij zooeven zeiden, indien er geen wyzigingen worden gebracht in de gevoelens van den Rykskanselierten aanzien van de politieke partijen. Let men bij de beoordeeling daarvan op de houding der officieuse dagbladen, die een afspiegeling zijn van de stemming in de regeeringskringen Heerschenje, dan helt men daar nu een over naar het AibeT.de, dan weder naar het conservatieve programma. De laatstgemelde partij heeft echter minder uitzicht op krachtige ondersteuning, want die zal eerst volgen, zoodra het is gebleken dat zij over een grooter aantal kiesdistricten zal kunnen beschikken dan thans het geval is. Dit zal echter niet het geval zijn. Met uitzondering der streng ultr4montaansqhe kiesdistricten behoort de groote meerderheid tot de liberale partij en hieruit volgt, dat men rich daar ter plaatse met de liberalen moet weteji te verstaan. Hierby moet niet worden vergeten, dat de Rijkskanselier reeds by ondervinding heeft geleerd, dat het moeilijk gaat met de conservatieven ééne lijn te trekken. De vrije conservatieven zullen nergeus in grooteu getale gekozen worden, en dit laat zich trouwens zier gemakkelijk verstaanin de eerste plaats zijn velen der corypheecu van deze party, van een staatkundig oogpunt beschouwd, zeer ernstig gecompromitfeeM. En ten andere heeft deze partij nog een ander groot De Fransche bladen houden zich ijverig bezig met het bespreken van de benoemingen van de prefecten, door het Zovraaf Official aangekondigdde republi- keinsche bladen zijn dankbaar doch niet voldaan, alleen het ontslag van den prefect De Fournès in Savoie is hun het duidelijk bewijs van de gezindheid der Regeering om met de meerderheid samen te wer ken; de meer gematigde organen zijn tevreden en wijzen er op, dat met de nu openbaar gemaakte wijzigingen deze niet uitgeput zijnin de eerste dagen van Mei worden nog veranderingen in het prefecto raal bestuur verwacht. De Commissie, door den Minister van Binnenl. zaken belast niet het ontwerpen eener wet op de aameMteUing <ler grmeente-bestaren, heeft zich ver een igd met het stelsel van 1871 voor de benoeming der maires. Dit stelsel door de gruote meerderheid der linkerzijde terug verlangd, strekt om in alle ge meenten, die eeue bevolking van minder dan 20,000 zielen tellen en die geen hoofdplaats zijn van een departement of een arrondissement, de gemeentelijke ambtenaren te doen verkiezen door gemeenteraden, terwijl in de overige gemeenten de Regeering het recht behoudt de maires en hunne adjuncten te be noemen ouder voorwaarde echter dat zij gekozen worden uit deu boezem der gemeenteraden. Pascheu is te Berlijn zoo stil vootbygegaan, dat het werkelijk geheel aan nieuws ontbreekt. De Oosterscbe zaken worden besproken en algemeen is men het daarover cens, dat de officiëele betrekking tusschen de drie Keizerrijken ten opzichte van die zaken dezelfde is gebleven, maar dat er in Rusland steeds een machtige partij bestaat, die geen geheim maakt van het ondersteunen van de opstandelingen hieruit zou zich de schynbare dubbelzinnigheid in de houding van de Russische Regeering verklaren. Dat het werkelijk niet het plan is van Rusland om op dit oogenblik de zoogenaamde Oostersche quaestie tot een oplossing te brengen, leidt men hieruit af, dat de binnenlandsche toestand van het land een oorlog zeer ongeraden maakt, terwijl Keizer Alexander per soonlijk een man des vredes is. Te München wordt het gerucht tegengesproken van een aanstaande ministeriëeïe crisis. Sommigen ge* looven echter, dat het Kabinet zal aftreden, wanneer de meerderheid van den Landdag de verkiezingen te München vernietigt. tf' - FRANKRIJK. Zondagmiddag hielden Louis Blanc en Victor Hugo in het Chateau d’Eau een „conférence” ten voordeele der Parysche werklieden, die de tentoonstelling te Philadelphia gaan bezoeken. De zaal was begrijpelij kerwijze opgepropt vol en aan de noodige radicale uitroepingen van den kant van redenaars en publiek ontbrak net niet. Louis Blanc, die het sterfbed zyner vrouw had verlaten, om hier het woord te voeren, hield een lofrede op Amerika, die te gelijk een scherpe critiek van Fransche toestanden gaf. Hij deelde voorts mede, dat 120 werklieden gezonden zullen worden. De kosten bedragen voor elk werk man 300 dollars. De Parysche gemeenteraad heeft, ter bestrijding der onkosten, 6000 franc verleend aan de Kamer zijn 20.000 franc gevraagd; de rest moet op andere wijs gevonden worden. De toespraak, door Victor Hugo gehouden, was geheel in den be kenden stijlvol uitvallen tegen hen 4fie zich de meesters der wereld noemen, vol lof op Amerika dat Europa toeriep: laat ons elkander liefhebben! De Parijsche werklieden moesteu thans aan de nieuwe wereld gaan vertellen, dat de oude wereld opnieuw jong werd. Na het einde dezer lofspraak werd de redenaar met uitbundige geestdrift geluk gewenscht en omhelsd. Men wierp hem een driekleurige krans toe en op straat werd hy luide toegejuicht Tusschen de beide toespraken had men giften ingezameld voor de „bannelingen” en hunne huisgezinnen. Verschillende bladen vestigen de aandacht op het voorstel van Paul Bert in de Fransche Kamer over de pensioenen der mannen van het lager onder wijs, «en voorstel, dat met bet oog op deu vrij treurigen toestand, waarin deze verkeeren, zeker vol komen gerechtvaardigd is. Om Man te kómen leven is de onderwijzer verplicht allerlei kleine postjes te vervullen. In sommige gemeenten is hij klokkenist of voorzanger in de kerk. Op zijn 19e of 20e jaar verdient hij 400 of 500 fres., op zijn 22e 700 fres. Vijf jaren later heeft hij het tot 850 fres. gebracht en na 10 jaren, wanneer hij zich door bijzondere diensten heeft onderscheiden, tot 950 fres. Het hoog ste dat hij bereiken kan, is 1100 fres. Sommige pensioenen zijn verre beneden 600 fres. Het was om in dezen beklagenswaardigen toestand verbetering te brengen dat Paul Bert zijn voorstel indiende. Jules Simon was hem reeds in 1871 daarin voorge gaan, doch zijn voorstel was eerst twee jaar later door Maurice weer opgevat, die wilde dat de pensioenen niet minder dan 600 fres. voor een onderwijzer, 500 fres. voor een onderwijzeres zouden bedragen. Ook toen werd het voorstel verdaagd en bleef de toestand dezelfde, hetgeen natuurlijk schadelijk werkte op de scholen en het onderwijs. De verwachting van be hoorlijk gepensioneerd te zullen worden toch maakt voor vele beambten een bescheiden postje aantrekkelijk. Het voorstel van Paul Bert is in hoofdzaak het zelfde als dat van Jules Simon en Maurice. Volgens dat voorstel worden van af 1 Januari 1877 de pen sioenen van alle gemeente-onderwyzers en onderwij zeressen geregeld volgens de wet van 1853; deze zullen worden bepaald naar het gemiddelde der in komsten en winsten, die de belanghebbende gedurende de zes jaren, die het hoogste cijfer aanwijzen, heeft genoten. Tevens wordt het minimum naar Maurice op 600 en 500 fres. bepaald. De Kamer heeft door het voorstel urgent te verklaren getoond, dat zij de liberale bedoelingen daarvan op prijs stelt, en men mag met grond verwachten, dat deze nationale quaestie in gunstigen zin zal worden opgelost.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 1