Laatste Berichten. ADVERTENTIËN. ONKRUID IN DEN HOF. POSTERIJEN. Burgerlijke Stand. zou werken, daar het koolzuurgas kou ervliegen, tegenwoordig heeft de gasontwikkeling eerst plaats op het Qogenblik dat de extincteur noodig isdan wordt op zeer vernuftige wig ze een flesch in den toestel stuk geslagen en de Dick'sehe extincteur blgft dus altgd tot gebruik geschikt Nadat de heer Brongers een korte uitlegging van den toestel had gegeven, die in 't open veld moeilijk te volgen was, doch waarvan wij het bovenstaande konden opvangen, werd op een ander gedeelte van 't veld een brandstapel, van de meest brandbare stoffen voorzien, in brand gestoken. In een oogenblik was de vuurgloed zóó hevig, dat de menschenkring, die aanvankelijk zeer dicht om het brandend gevaarte geschaard stond, plotseling een zeer veel grooter afmeting had gekregen. Daar kwam de assistent van den heer Brongers met den extincteur op den rug aandraven om; den feilen brand te blusschen. En het gelukte hem. Of de proefneming evenwel een geweldigen indruk maakte op de toesóhouwers, raeenen we te moeten betwijfelen. De eerste extinc teur kon den brand niet meester worden, er moest een tweede aangevoerd worden en, niet onwaar schijnlijk komt ons het beweren voor, dat de brand meer tengevolge van gebrek aan voedsel bezweek, dan door de werking van den extincteur. Toen het ge timmerte door mensehenhanden was omver gehaald, en de brand op een meer vlak terrein woedde, ging de blussching Beter. Dit bleek ook, toen tot drié malen toe/ een plas brandende koolteer, waarin daarenboven nog petroleum werd geworpen in een oogwenk gebluseht werd. Deze laatste proefnemingen voldeden blijkbaar veel beter. Het komt ons voor dat de heer Brongers zijn eerste proef te moeilijk heeft willen makén. De hitte was voor zijn helper bijna niet uit te staan, (waarom kreeg de man den respirator en de oogkleppen niet voor 't gezicht P) en het zal wel tot de uitzonderingen behoo- ren, dat zooveel brandbare stoffen zich tegelijkertijd in eene zoo kleine ruimte bevinden. Had men zich tot- eenvoudiger proefneming bepaald, we twijfelen niet of de indruk zou gunstiger geweest zijn. Om een begin van brand, zelfs een ernstig begin van brand te blusschen doet de extincteur ongetwijfeld goeden dienst en 't ware te wenschen dat niet alleen alle fabrieken, maar ook particulieren, hetzij afzonderlijk, hetzij gecombineerd, zich et een aanschaften. De uitgave van 100.en daarenboven van ƒ6.voor iedere lading, zou wellicht door eene verlaging der assurantie-premie worden gecompenseerd. We mogen het Goudsche Departement van de Maat schappij ter bevordering van Nijverheid (a propos hoeveel leden telt het Departement dezer nijvere ge meente?) en zijn ijverigen secretaris, dêu heer Koning, niet het minst, wel erkentelijk zijn voor de kennisma king met een uitvinding die van zoo groot practisch nut kan zgn als de Dick'sehe extincteur. Christina Jut-Goedvolk is gisteren ochtend ten 6 ure onder geleide van veldwachters, uit het huis van arrest te 's Hage, naar de vrouwengevangenis te 's Bosch getransporteerd, om daar hare 12-jarige tuchthuis straf te ondergaan. Op Bet station van den Rijn spoorweg bedekte zij haar gelaat met de voile, die zij gedurende de terechtzittingen voor het gezicht schoof, ten einde zieh aan nieuwsgierige blikken te onttrekken. Dit is nu hopen wc het laatste bericht dat aan gaande het zooveel besproken echtpaar Jut zal worden medegedeeld. Eventueele mededeelingeu van Vrouw Jut's werk zaamheid of luiheid in de gevangenis, evenals die van Jut in de couranten circuleerden zullen door dus niet worden medegedeeld. Volgeus de laatste bij de Regeering ontvangen officieele mededeelingeu uit Zwitserland omtrent den stand der veeziekten daar te lande, loopende tot 20 Juni, was het mond- en klauwzeer in de kantons 2iirich en Aargau, met sleehts ééiie uitzouderiiig, geheel verdwenen. Daarentegen was die ziekte op nieuw uitgebroken in de kantons Schwyz, St. Gallen en Thurgau. Volgens een bericht, betreffende het laatste geval in het kanton Schwyz, had de ziekte aldaar een zeer spoedig verloop en vertoonde zij een ongewoon zaeht karakter. Men schreef dit daaraan toe, dat de smetstof, zoodra een beest door de ziekte aangetast was, op al de andere beesten in denzelfden stal overgeënt werd. Voor het overige nam de ziekte zoowel op de weiden als in de stallen voortdurend af en keerde men over het algemeen, wat de gezond heid van het vee betreft, tot den normalen toestand terug. Behalve nog één enkel geval van longziekte in het kanton Lucern, was aangifte gedaan van 4 gevallen van miltvuur in de katons Thorgau en Wnlis, en van 8 gevallen van hondsdolheid in onderscheiden gemeenten. Uit het district Pruntrut (Porentrui) was het bericht ontvangen van het uitbreken eener epidemie van rooden loop onder de varkeus. Terstond waren de vereischte voorzorgsmaatregelen genomen, en alle handel met varkens, alsmede het gebruik van het vleesch van zieke dieren dieren, verboden. (St. Ct.) Een Sehoenmakerswedstrgd is uitgeschreven door de Bredasehe Schoenmakera-Bazenvereeniging, onder de zinspreuk „St. Crispijn alle schoenraakerskuechts van Noord-Brabant kunnen daaraan deelnemen. De tentoonstelling zal 4 klassen omvatten lste klasse, Heerenlaarzen, Bottines enz.2de kl. Dames laarsjes, Schoentjes, Muilen, enz.3de kl. Leestklaar Heeren- en Dameswerk, Strikken, Rosetten, enz. 4de kl. Liefhebbergwerken, Leespen, Gereedschappen, Verbeteringen of nieuwe Uitvindingen, in de schoen makers-industrie. Het voornemen bestaat eene Nederl. hoenderen- kweekerij tot stand te brengenbet doel is om dit soort van pluimgedierte te veredelen en te exploiteereu; tot nog toe is de geldelijke medewerking nog niet voldoende. Op een nader request van de permanente Comm. voor de algemeene zaken van het Israëlitisch kerk genootschap stemde de Min. van Justitie toe, dat de aanduiding „Israëliet" twee raaien in de akte van besehuldiging tegen Jut buiten noodzaak voorkomt, en heeft hij dientengevolge de betrokken ambtenaren herinnerd aan het deswege bestaand verbod. Men meldt uit LeiderdorpDe Belgische cen ten worden hier door bijna niemand meer aange nomen, en zoo is het ook „in het naburige Leiden, waar de beweging op touw is gezet. De Commissie van toezicht op het middelb. onder wijs te Zaandam heeft den Gemeenteraad geadviseerd op het verzoekschrift van een 50 tal ingezetenen, die om toelating ook voor meisjes op de lloogerc Bur gerschool vroegen, gunstig te beschikken, mits de school het karakrer blijven behouden, hetwelk zij thans draagt. Uit den Alblasserwaard meldt men De regen kwam vooral voor de hennep hoogst ge- wenscht. Aan vocht voor de wei- en hooilanden was door het inlaten van buitenwater tegemoet gekomen. Ook voor de vruchtbooinen zou een flinke regenvlaag goed zijn, aangezien de rupsen groote vernielingen blgven aanrichten. De aardappelen staan over het algemeen goed, en die gerooid worden zijn best van smaak. De opbrengst is vrij voldoende. Men ver koopt ze voor 7 a 8 stuivers de halve deealiter. In de tuinen richt zeker soort van zeer kleine larven aan de uien veel schade en nadeel aan. Stokboomen staan schoon; toch leden veel groenten door de droogte en schrale wiuden. De opbrengst dei; melkerijeu laat nogal tc wenschen over, ofschoon 't vee gezond is. Boomvruchten zullen er weinig meer dan middel matig zijn. De zaak van mr. S. en jhr. rar. v. B., betreffende de ontvoering eener mindeqarige,zal den 21steu dezer door het gerechtshof te 's Hage worden behan deld. Als verdediger zal optreden mr. C. P. D. Pape. Als een bewijs van het voordeel, dat sommige neringdoenden te Utrecht uit de gehouden feesten aldaar getrokken hebben, wordt medegedeeld dat in een bekend bierkuis niet minder dan 180 vaten Beiersch en 72 vaten gewoon bier zijn verbruikt, behalve een okshoofd jenever en 2 vaatjes rum en .cognac. Aan den Helder is in het gemeente-ziekenhuis overleden een polderwerker, die ongeveer vijf maan den geleden in zgue woonplaats in Zeeland door zijn hondje was gebeten. Bij toediening van spijs of drank deden zicli bij dezen patiënt zoo hevige verschijnselen voor, dat het aan geen twijfel onder- hovig is, of hij heeft geleden aan zoogenaamde watervrees. Aan het Gemeentcbadhuis te Scheveningen heeft over Juni 1876 het getal baden bedragen 2512 (444 dames- en 2068 heereubaden), welke cijfer aanzien lijker is dan over de maand Juni des vorigenjaars. Donderdag heeft de Rechtbank te Haarlem de beide Rijksveldwachters veroordeeld, die 22 dezer, terecht stonden; den brigad.-titul. tot 1 jaar en 183 dagen cellulair, omdat hij zich na het ontvangen van giften had onthouden van hetgeen zijn plicht was (artikel 177 C. P.), namelijk het opmaken en inzenden van een proces-verbaal over de door hem zei ven den 4n September 1875 in eene herberg te Velzen ondergane mishandeling, en den brigad.-maj.-tituL tot 2 jaren gevangenisstraf wegens een gelijk feit, daar hij namelijk, wat er was voorgevallen, in plaats van den ander te gelasten zijn plicht te doen, dezen had aangespoord om werkeloos te blijven, en niet zelf de zaak had onderzocht. Beiden werden bovendien tot ƒ100 boete subsidiair 7 dagen cellulaire gevangenisstraf veroordeeld en voor 8 jaren ontzet van het kiesrecht om openbare bedieningen waar te nemen. Een som van ƒ80, waarmede de eerste was omgekocht is verbeurd verklaard ten behoeve der godshuizen te Velzen (art. 180 C. P.) en de overige ƒ10 zullen aan den omkooper teruggegeven worden. De wegge bleven getuige G. is tot een geldboete van ƒ60 subsidiair 14 dagen celstraf veroordeeld. Muaschen uit ooftboomen en erwtenbedden te weren wordt menigmaal voor onmogelijk gehouden, en toch is het zoo heel moeielijk niet. Men hinde slechts aan de boomtakken of aan staken tusschen het erwten- rijs eindjes touw, waaraan stukken knoflook zijn vastgehecht, en 'tzal b'ijken, dat de musscheu geregeld de vlucht nemen voor den stank van het knoflook. (Jndrocles.) Den 4n Juni gaf Offenbach het bewijs nog iets anders te kunnen doen dan operetten-schrijven. Het was de tweede Zondag sedért het hoofd der politie plotseling tot de overtuiging was gekomen dat alle schouwburgen en bierhuizen moeten gesloten blijven tot waardige viering van den rustdag. De herbergiers, die zich eerst tegen den maatregel verzet hadden, waagden thans geen tegenstand meer, daar de vorige maal eeu 500 tal hunner die zich niet aan de voor* schriften der politie onderwierpen, naar de gevangenis waren gebracht. Wat de muziek betreft, kon meiï gemakkelijk de politie misleiden, men kondigde sacred music op de billetten aan, doorspekte het gewgde programma met stukken uit de belle Ilélène en Blauwbaard. Op een punt echter was de politie onverbiddelijkzij liet niet toe dat in de koffiekamer bier en whiskey geschonken werden als bij die niet krijgen kan, bezoekt geen New-Yorker een concert. De heer Offenbach besloot de politie te trotseeren. Op het Zondaguvond-concert hadden de bezoekers gelegenheid het kostelijk vocht te genieten. Lang duurde het niet, of de bestuurder werd gevangen genomen, een ander nam zijne plaats in, de oberkellner volgde hem en alle kellners werden weggeleid. Nauwe lijks echter waren zij weg, of een nieuw stel stond gereed oin hunne taak over te nemen. Ook deze waren nog geen uur aan het werk of zij deelden het lot hunner makkers, muur er was gezorgd, dat hun post niet onbezet bleef, en tot het einde van het concert werd in de bediening voorzien. Offenbach heeft daardoor een uitstekende rekfcune voor zijne concerten gemaakt. Reeds 's Maandag verdrong men zich om plaatsen voor den volgenden Zondag. Korten tijd geleden is te Amsterdam in beslag genomen en afgemaakt een rund, lijdende aan long ziekte, over de Lemmer uit Friesland aangevoerd. De koe was reeds in de derde of vierde hand. Het is aan de Regeering gelukt den koopman, wonende in de gemeente Douiawerstal, op te sporen, alsmede den landbouwer van wien de koe afkomstig was. Een deskundige is nu door den Minister belast diens stal te onderzoeken, en mocht het blijken, dan is het bij na zeker dat de uitvoer naar Noordholland tijdelijk ver boden zal worden, tot groot nadeel van den Frieschen veehandel. Dat besluit zbu alsdan gegrond kunnen worden op de omstandigheid, dat in Noordholland het stelsel van algeheele afmaking wordt gevolgd, terwijl men in Friesland bij het ontstaan der ziekte minder rationeel te werk gaat. (N. v.d. D Bijna algemeen zgn de kersenboeren in de Tieler- waard deze week begonnen met het plukken van zoogenaamde meikersen. De opbrengst, niet zoo groot ais verleden jaar, is toch meer dan middelmatig. De hooge prijzen, 11 a 12 ct. per 5 hectogram, stellen de boeren schadeloos voor het mindere gewas. De qualiteit is ook, wegens langdurige droogte, niet zoo goed als men met wat vruchtbaarder weersgesteldheid mocht verwachten. Met de zwem- en badinrichtingen is het te Amsterdam droevig gesteld. De noodlottige gevolgen bleven dan ook dit jaar weder niet uit; en waar zal 't eiude zgn? Door de dagbladen werd reeds van twee drenkelin gen in het IJ, nabg de houthaven, melding ge maakt, en nog verneemt men niets van de cob- missie, die zich daar, met prof. J. W. Gunning aan het hoofd, gepasseerden zomer geconstitueerd heefh met het doel om zwem- en badiurichtingen ook voor het volk te verkrggen. De direoteur van de eenige zwem- en badinrichting aan het IJ, bg den Wes- terdoksdijk, schijnt echter zijn taak ten volle begre pen te hebben. Vele doelmatige vernieuwingen en verbeteringen zijn reeds vroegtijdig bewerkstelligd, om een ongeluk, zooals daar verleden jaar is voor gevallen, nu onmogelijk te maken; moeite noch kosten zijn daartoe door den heer Lö wens trom ontzien en "het oude vertrouwen in deze inrichting is dan ook teruggekeerd. Een bezoek aan de inrichting geeft dadelgk, het bewijs van de goede zorgen, Steigers en trappen zijn meest allen met stevige planken en leggers ver nieuwd; de binnen- en stortbaden zgn allen hersteld. Bij de bassins wordt door vgf personen, waarvan twep met drijfgordels voorzien, allen goed geoefende zwem mers en duikers, de wacht gehouden, terwijl den ge- heelen dag van 's morgens 6 tot 's avonds 9 ure, bg atwisseling, één hunner in een boot het oog houdt op de zwemmers, om bij een onverhoopt ongeval terstond bij de band te zgn. Voorts wordt hier door twee, soms drie instructeurs aan jeugdige knapen les gegeven in bet droog zwemmen en in het zwemmen aan de lijn. Tal van dreggen en reddingstoestellen zijn in een locaal in de onmiddelgke nabijheid der bassins aanwezig. De vriendelijke genius van het huisgezin heeft in onze dagen een feilen strijd te voeren tegen een heir van onreine geesten, die het heiligdom des huisselijken levens met hun adem komen verpesten ea het ge zin uiteen trachten te drijven, om de verstrooide leden naar vreemde tenten te lokken, waar de wereld geest zijn lokaas verspreidt om de onnoozelen te verschalken. Een van de gevaarlijkste kwalen van onzen tijd is gemis aan weerstandbiedende kracht, de energie om een beslissend neen uit te spreken, en de fiere moed om te willen afwgzen wat ons niet past. Er is een zedelijke verslapping in de lucht, die aan ontzenuwing doet denkeu en die onder bet aankomend geslacht zekere karakterloosheid kweekt. Er heerscht een onbezonnen naloopen van eiken schreeuwer, een zorgeloos meedoen met eiken dwazen inval van dezen of genen kwakzalver, een schaapaahtig zich bij den neus laten leideu door ieder avonturier. Was er meer vastberadenheid, meer ernst om te vragen „waar gaan wij heen waar loopt dit pad op uit?" werd er bedachtzaam gewikt en gewogen, men zou niet zoo zorgeloos meeloopen met den grooteu hoop en alles naapen wat onze naburen goedvinden voor de burgerij klaar te maken. Hoe zou bet anders mogelijk zijn geweest, dat de oostc wind ous met den veendamp den walm der bier huizen met zooveel succes had overgebracht, terwijl uit het zuiden de café-chantants ons werden thuis gestuurd Deze reuzcnpaddestoelen die zoo verbazend snel aanrijpen, sohgnen zich plotseling geopend te hebben op een moment, dat de luchtstroom hunne sporen over ons vaderland heen dragen kon, en zij moeten hier eenen wel toebereiden akker gevonden hebben, om in zoo korten tijd naar alle zijden voort te woekeren, met een groeikracht als alleen aan zulk ontuig eigen is. Wie opmerkzaam de wijken der steden doorwandelt en in alle straten de nieuw opgerichte drinkhuizen opmerkt, zal tot de vraag komen, of deze speculatie dan eigenlijk de uitvindiug is, waar alle steden ver langend naar hebben uitgezien, de weldaad die aan eene algemeen gevoelde behoefte van alle standen voorziet, en daarom verdient dat de dankbare natie toestroomt, om onze weldoeners der maatschappij met een uitnemend succes te bekroouen? Is het niet of in deze drinktempels, die, al dragen zij ook den bescheiden naam van kelder of halle, de weelde niet versmaden, stroomen van levend water vloeien, waarnaar ons volk reikhalzend heeft gesmacht? Hoe heeft men bet toch zoo lang kunnen uithouden, eer er op tien passen zulk een heilfontein ontsprong? Vergingen de menschen voorheen van dorst? Lagen zij aamechtig bij de stadspompen? Och neen, maar de gehcele bevolking heeft plotseling ontdekt, dat ze dorst leed, dat ze nog iets anders noodig had als thee en koffie, dat ze bthoefte kreeg aan Beijersch bierAlthans zoo hebben die edele menschenvrienden het beschouwt, die de Nederlanders een brouwsel aanbieden, dat van dien aard is, dat wie er een glas van drinkt, voor 't minst nog drie glazen noodig heeft om zgn dorst te stillen, en wie zich dagelijks met volle glazen verkwjkt, is weldra gevormd om tot de flesch over te gaan. De dorst is echter voor bereid door de sigaar. Sedert de huiselgke lange pijp onzer vaderen, die zoo eigenaardig bij de gezellige samenkomsten van het gezin paste, is vervangen door de sigaren, is deze het liefste gezelsohap, ja, de levensgezellin van het jonge Holland geworden. Is het wonder, dat reeds hier en daar ook de vrouwen er haar troost en gezelligheid bij beginnen te zoeken? Waarom zouden zg de zelfgenoegzaamheid van de altgd door genietende mannen niet overnemen, dié veel liever zich met rookwolken omhullen dan de sigaar uit den mond te leggen, om met vrouwen te spreken P Onze knaapjes moeten vroeg beginnen te rooken, opdat ze bij tijda voor het Beijersch bier rijp worden en deze henlelsobe verkwikking recht zullen laten wedervaren. Met de sohooltasch over de jongens- kiel, steken zü de sigaar aan op de stoep van de school, om ziop een manhaftig voorkomen te geven en de dienstmeisjes die hen tegenkomen de rook in hqt gezicht te blazen. lib zie een Hollandsohe jongen liever haasje-over spelen en onderweg in een appel bijten. De tallöoze rookènde kinderen leveren een treurig bewijs van de valsche levensinrichting die in zwang is, door het wegzinkend bewustzijn van het geen- voegzaam en gepast is. De kinderen hebben er geen schuld aan, die in hunne onnoozelheid steeds vooruit grijpen en borgen op de toekomst. Maar zij die heengaan en alles flauwhartig toelaten zonder te denken: „wat is goed of wat is kwaad wat is betamelijk of niet betamelgk," zij zijn de schiHdigen, door dat onbezonnen laten gaan, dat lichtvaardig loslaten van het kind, als het nog moet geleid en beteugeld worden, 't Is een droevig teeken van die zedelgke blindheid en liefdeloosheid, waarin de menigte voortholt, zonder te vragen wat het einde, zelfs wat het naast voor de hand liggend uitwerksel zal zijn. De sigaör is voor het kind nadeeliger dan het mes voor den zuigeling. Men neemt het laatste met schrik weg en geeft de eerste zonder vrees, omdat de wonde niet terstond bloedt. De tabak is geen on schuldig kruidde prikkel tast het teeder gestel sterk aan, en is eens de rookmanie daar, dan mag de mond niet meer ledig blijven. Menscheukenners beweeren dat het noodlottig is voor zuigelingen om altgd iets in den mond te hebben, altijd zuigende gehouden te worden, en verkeerd om de smaak zenuwen en mondklieren steeds te prikkelen en nooit rust te laten. De zinnelijke kitteling wordt rusteloos gezocht en de grond gelegd tot snoeplust, gulzigheid en alle andere zinnelijke begeerten. Dit geldt eveu- zeer van bet vroeg rooken en van den onverzadelijken smoker. De mond moet altijd wat te doen hebben; het zingenot moet onverpoosd volgehouden worden, of men voelt zich onbehaaglijk. De genotzucht wordt op die wijze zorgvuldig gekweekt en zal wel gedijen; en de ontzenuwing der jongelingschap gaat heel ge leidelijk haar noodlottigen gang. Waar zouden zij anders over spreken, over denken dan over fijne sigaren, Beijersch bier en een mooie meid? De eerste moet zoo fijn mogelijk, de laatste zoo grof mogelijk zijn, bij voorkeur uit de lagere standen der maatschappij, die geen gezellig onderhoud noodig heeft, die ook liefst in de atmosfeer van tabak en bier en bitter adem haalt, en gaarne mede naar den bierkelder zal gaan. Hebben al die mannen, die de bierhuizen vullen geen thuis Wacht hen niemand aan den huwe lijken haard Bg moeder, zuster en echtgenoot vervelen zg zich; zij zgn sprakeloos met hunne bloed verwanten; conversatie weten zij niet te voeren. En dat behoeft immejs ook niet P Als men een sigaar heeft is men welsprekend genoeg, men rooktEu dan, wat zullen de jongelieden met vader spreken De man is nog erg ten achter het licht van de Hoogere Burgerschool heeft hem niet bestraalt, hij weet niets dan van zaken en wat hij in de levensleerschool nog heeft opgedaan, niet in leesenboeken staat en niet opgezegd of gedicteerd wordt op een cursus, dat vermoedt de waanwijze jongeling niet, voordat hij door harde lessen tot bittere ervaringen zal zijn gekomen. Gelukkig heden teu dage het gezin, waar de banden hecht eu sterk zgn en een innerlijke samenhang de leden vast aaneensnoertwaar het heilig drietalvader, moeder en kroost als één hart en ééne ziel verknocht iswaar niet elk. voor zich leeft, voor zich geniet, maar waar het genot alleen volkomen is, dat geza menlijk wordt gesmaakt en in en met elkander wordt gevonden. Het jonge Holland is ongezellig, naar dat het zelf zuchtig is. Huisgenooten zijn lastposten voor den eenzelVigen egoïst. Alleen daar, waar men, voor zijn geld is, waar men zijn entree en zijn gelag beta&lt, heeft men naar niemand te vragen, niemand te ontzien en daar alleen is de zelfzuchtige op zijn gemak. De jongeheer, die lang alleen heeft geleefd en voor zichzelf alleen gezorgd, moet het huwelgk wel een drukkend juk vinden. Inderdaad, het huis gezin is de leerschool der zelfverloochening; en alleen op die voorwaarde dat elk der leden dit kruis ge willig op zich neemt, bloeien er de schoonste rozen aan. Hoeveel huisvaders valt het niet zwaar, met hnnne jongeheeren-gewoonten te breken, afstand te doen van al die verkeerde aanwensels en dwaze weelde, die door gewoonte behoefte zgn geworden Mgnheer zit niet graag in de huiskamer ouder het gesnap en gescharrel zijner kleintjes. Hg eet ook veel liever in een restaurant dan met al die kinderen, die hem de lekkere brokjes uit den mond'kijken, die voor hem alleen zgn bestemd, omdat hg het zoo goed gewend is 1 Vrouw en kinderen mogen wat meer grutten eten. PapA kent den weg naar den Oesterput en weet precies waar de beste biefstuk i9 te krijgen. Wat moet hg niet veel ontberen, nu kg getrouwd iszijn fijne flesch, zijn bouillon en eieren, om van al zijue fijne schoteltjes en wildbraad te zwijgen, de lekkernijen niet te tellenwant de eet- en snoephui- len zgn mede met de drank- en sigarenpaleizen ontzettend toegenomen. Alles wordt meer en meer op uithuizigheid ingericht, en menig lekkerbek ver snoept alleen tneer geld dan vrouw en kinderen te samen thuis verteeren. Wg beginnen reeds te oogsteh wat door een vroeger geslacht gezaaid is en voor bereid. Voeg hierbij dat er een dienstbare stand is, die niets minder verstaat dan te dienen en met al zijne onbekwaamheid sterk medewerkt om het hiïisselijk geluk afbreuk te doen. (Uit 't leven voor 't leven.) LIJST VAN BRIEVEN geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het Post kantoor «Gouda, in de le helft der maand Juni 1876, die, op schriftelijke aanvrage, aldaar kunnen worden gereclameerd. J. Mulder, ArasterdamJ. Meijer, idem D. Per- dijk, idem; P. Los Azn., Bergambacht; W. Brandt, Kialigen C. Lubbre, Midwoude W. C. Zuiderhoek, Rotterdam A. Warres, Utrecht; C. van Vlaardingen, idemMej. Rabatie, idem. Van de Hnlpkantoren. Haastrecht. L. Vink, Vianen. Waddinxveen.. Neeltje Janszen, Bergambacht; wed. D. Sepers, Haarlemmermeer. 0 De Directeur v. h. Postkantoor, van KRUIJNE. Berlijn, 3 Juli. Volgens een telegram uit Parijs aan de National Zeitung is generaal Klapka in Turk- schen dienst getreden en reeds op weg naar het tooneel des oorlogs. Weenen, 3 Juli. De Polit Corresp, meldt uit Ragusa het volgende: De oorlogs-proclamatie van Montenegro is voorafgegaan door de organisatie van korpsen opstandelingen in de Herzegowina. Deze hebben zich te Grahovo, Banjani, Grebei, Jubci en op andere plaatsen vereenigd, om vervolgens te Ban jani geconcentreerd te worden. Reeds gisteren waren er Montenegrijnen te Grahovo aangekomen. Heden zijn zij de grenzen overgetrokken, Hetzelfde blad meldt uit Belgrado dat de Turken zich beijveren om zich te versterken. Serajavo, met de Servische armee aan de Drina en een korps ambte naren uit alle afdeelingen van openbaren dienst, gaat naar Bosnië, om, zoo noodig, het bestuur over dat land te regelen. Weenen, 3 Juli. De Wiener Zeitung deelt het volgend telegram mede: WMin. De schans bg Zaicar is door de Turken ingenomen. De Serviërs zijn met verlies van 2000 man op de vlucht geslagen." Londen, 3 Juli. In het Hoogerhuis heeft graaf Derby medegedeeld, dat Tschernajeff uit den Russi- scheu dienst was ontslagen. Spr. kon niet zeggen, of er ook andere Russische officieren in Servischen dienst zijn getreden, doch bet is niet waarschijnlijk dat zg dit zouden hebben gedaan met medeweten, dus nog veel minder met machtiging van bet Rus sisch Gouvernement. In het Lagerhuia heeft de heer Disraeli het bericht der oorlogsverklaringen van Servië en Montenegro beveétigd. De onderhandelingen tussohen de Porte en de opstandelingen zijn afgeloopen. Disraëli zal de cor respondentie te dier zake bij bet Lagerhuis indienen, uitgezonderd eenige mededeelingen van vertrouwe- lijken aard. CORRESPONDENTIE. Het stik getiteld: „luchtmeters* is uiet gesebikt toot ous blad. ds Redactie. GEBOREN: l Juli. Gerardus Johannes, ouders A. IJpelaar en E. J. vsn Rijswijk. Johanna, oudera C. Flux eu J. Spieringsboek. Pieter, ouders E. ran den Eng en W. H. *an Ommen. Karei Marthas, ouders J. W. M. Botterop en G. Prins. 2. Lena, ouders J. Bik en M. Kohlbrnggo. Adrians Christina, ouders G. J. van der Kind en A. M. E *an VVasselaar. Hillegonda Pntrooella, ouders C. W: van Willigen en J. C. M. Spruijt. 3. Adolph Carel, ouders P C. A. Krijnberg en J. de Wit. OVERLEDEN 1 Juli.- W. Pranpois, 3 m. 3. C. J. Steenwinkel, 4 m. 4. C. P. W Bakkers, 4 m. Ondertrouwd 1 Dn. W. B. J. tan EIJK, |Wedr. Tan Vrouwe C. M. A. E. van Drie,,! van Deventer. en I G. HARDEMAN. Receptie 16 Juli. g Voletrekt eenige kennisgeving. Allen, die iets te vorderen hebben van de ondergeteekende, gelieven daarvan opgave to doen vóór het einde dezer week. G. HARDEMAN.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 2