Burgerlijke Stand.
geufaeufariaiil, Hie eett oed deden de belangen der
gwo»enu* te bevorderen en als 't nu waar is, wat
beweerd wordt, dat de bezigheden der kamer van zoo
weinig gt wiein zjju, (Jan vraagt spr. of 't niet op
den weg «e'^raiisWeu ligt, om 'de betrekking van
getalorikeit Secraterii dier kamer, te doen ophouden
en of die bcAskkiugsthm nog wel noodig is, maar,
zooals w. r -els zridta dat ie zijn persoonlijk gevoelen.
Ycrvoigras Veft de voorzitter voor, over te gaan tot
het uoetaeu van oaudidaten. Daarop werden nis zoo
danig geuoeutd, de bh.A. A. KOCK door den heer
H. J. Wenndttta Ag A. G. van ITBR80Ngloor den
beer J. M. rtUlfaitt W. G. N. be KB#» door
den hr. G. v, Trëittntngen, D. LULIÜS Van GOOB
door den br. F. N. Maas Jr., Dr. H. IJSSEL de SCHEP-
FEA door den heer J. Jonker, C. J. C. PRINCE door
den heer F. J. v. d. Want Az„ J. IJSSEL8TEIJN Sr.
door den heer W. G. N. de Keizer, J. J. GBOOTEN-
DORS'F door den heer O. Messsemaker, C. B. S.
SMELT door den heer J. J. Grootendorst cu H. J.
WEN NEK ES door den heer J. Jonker
Daarop werden de verschillende oai.didaten ver
dedigd door de voorstellers.
De heer H. J. Wennekes beveelt de candidatuur
van den lieer A. Koek aan, dat volgens spr. een ge
makkelijke taak is, daar die heer bekend staat aan 't
hoofd te staan van een flinke zaak, een ontwikkeld
man ie en voor wieti spr. persoonlijk durft instaan
dat hij een voorstander is van openbaarheid. Spr.
weet echter niet zeker of hjj zich eene candidatuur
zal laten welgevallen, maar zeker zon die heer een
goed lid der kamer van koophandel zijn.
De heer van Minden verdedigt de oandidatuur van
den heer van Itersou. Eigenlijk is dat ounoodig zegt
spreker, tiaar hij reeds vroeger eandidaat was dezer
vwreenigiiig, hij is echter een begeerd man in de
kamer van koophandel, staat aan 't hoofd eeuer uit
gebreide zaak en dat hij vele relaties heeft, ook
bnitculundeche, bleek nog onlangs op een vergadering
van de Maatschappij Landbouw, waar hjj een schrij
ven mededeelde uit Hamburg aangaande'de tentoon
stelling duur te houden. Deze eandidutuur zon ook
u 't oog vun den heer W. G. N. de Keizer wel wen-
sdheljjk zijn, zooals deze te kennen gaf, maar bij de
vorige verkiezing was hij eandidaat gesteld en be
dankte om in aanmerking te komen, zoodat hjj daarom
thans siet moest gesteld, 't geen de heer van Minden
d«ti beweren dat de heer van Itersou wellicht van
opinie kou zijn veranderd in dien tijd.
De eandidaat van den heer van Vreumingen, de
heer W. G. N. de Keizer gaf te kennen niet in
aanmerking te willen komeu, wat de heer vau Vreu-
niiug'ii zeer betreurde, dooh waarin men z. i. moest
hern Attn.
De heer F. N. Maas jr. verdedigde daarop de ean
didutuur van den heer D. Lulius van Goor. Het was
wel waar, seide spr., dat dis heer in zijn schrijven
aan het bestuur zich niet voor openbaarheid der Goud-
sche kamer ran koophandel bad verklaard, maar toch
sijn brief onderscheidde zich gunstig van die der
an tere bee ren. Hij verklaart zich althans als een
bepaald voorstander van openbaarheid in alle takken
van bestuur en zelfs bjj kamers van koophandel die
een werkkring hadden als te Amsterdam en Botter
dam keurde hjj publiciteit onvoorwaardelijk goed.
Bovendien het rak van den heer van Goor bracht
snede dat hjj voor openbaarheid was, hij en zjjn gansche
familie hadden zooveel te danken juist aan de open
baarheid, dat, wat hjj tegen die publiciteit, hjj zeer zeker
een soort von eielkwndtg rtadeel zou zjjn. Aan den heer
Prime had spr. gevraagd of hjj voor openbaarheid
wat, aan den heer Tan Goor niet, omdat deze spr.
zeker zon hebben tegemoet gevoerd«een boekhan
delaar zou niet voor openbaarheid wezen Die is dut
uit den aacd der unk.' Spreker achtte de vraig
dan ook overbodig en wilde de oandidatuur van deu
heer. van Goor voorafalfan.
Dene eaudidstunr weid bestreden door de heeren ven
Vreumingen, Grootendorst en de Keizer. De eerste
voni het motief rag den heer van Goor in zijn brief aen-
gegwea, weerom hij tegen de openbare vergaderingen
ven de hamer van koophandel was, zeer zwak. Al ware
hash Botterdam en Amaterdam grog tere koopsteden,
ook Uonds ia een stad waar rael fabrieken, zijn, weer
werkelijk gewichtige handelsbelangen voorkomen en
nu mega ifc heer Maas al beweren dat de heer van Goor
paos i prndiiTWI openbaarheid is in 't algemeen, we
hebben me«t noodig, wij hebben manneu noodig die
bepaald vrtcwfr» zjjn van de opeoh. vergaderingen det
hamer van koophandel, en spreker gelooft ook dat er
wet kleinere pissteen rijn waar de zittingen der kamers
openbaar zjjn, zooals Eindhoven, wsar spreker meent dat
daeaittingen publiek zjjn. De keer Grootendorst zeide
dat do kietiereonigULg zich zeker geen iUusiee zon schep
pen dat Gouds vooreeast de uitgebreidheid zou krjjgen
vaaBstSsrdaaa of Amsterdam, en dat, wilde men daarop
intimi met do litriagen van de kamer van koophan
del openhaar Ie doen ajjn, men nog lang kon wachten,en
od dn heer van Goor na al voor openbaarheid was bij
nndare colleges, dat baatte thans weinig, nu hadden
we apodif ledsik van de kamer van koophaqgei en |1«
zoodanig iverdeu voorstanders van openbaarheid ver
langd.
De heer de Keizer merkt op dat de vereeniging
zich thaus bevindt in bizoudere omstandigheden tegen
OVrt de eaudidaten, zij heeft He aftredende leden op
de» ma» af gevraagd of zij voor openbaarheid der
kamer van koopbandek waren en of die heereu until
om de quaestie been Mraten, ie kennen gt-u n dut pij
in 't algemeen vooeópelibnalhü zjju, zeggen dat zij
't wei zouden zijn, als de toestand maar anders wns,
daaraan kon de vereeniging zich niet storen, alleen
in, pe'n geftil koa de verecuiïitig lèn steunen, ril. nis
lij vóór opebazsrheid van de Goudeohe kamer rna
koophandel zijne lie heer van Goor is dat niet blijkens
zijn brief, derhalve kun hij niet in aanmerking
komen.
De heer J. Jonker verdedigt vervolgens de candida-
tuug van den heer Dr. IJssel de Schepper, Die heer is
Direoteur eener belangrijke fabriek en spr. leerde
hem kennen als iemaud die een plaats waardig is
in deze kamer. Deze candidatuur wordt insgelijks
verdedigd door den heer C. Mcssemakcr, die hem
evenzeer van zeer gunstige zijde leerde kennen. Het
is toch, zeide spr., niet alleen een knap mali, maar
iemand om zoo te zeggen, van deu uicuwcu tijd.
Spr. is er van overtuigd dat hjj een vriend is van
openbaarheid en hij heeft veel relatiëu ook in 't
buitenland. De heer de Keizer zegt, ook dezen ean
didaat niet te kunnen steunen, zoolang hjj niet bepaald
weet, dat die heer voor de openbaarheid is der kamer
van koophandel. De vier aftredende heeren worden
alleen daarom volgens spreker niet wenscheljjk
geacht voor deze vereeniging, omdat zjj tegeu die
openbaarheid zjjn. Nn wij de aftredende niet willeu
moeten wjj anderen hebben die bepaalde voorstanders
zjju van de openbaarheid. Voor eeuigen tjjd stond
er in de Goudeohe Ct., zeide spr. een stuk, waarin
wjj verplaatst werder. in de toekomst eu waarin de
kamer van koophandel als oprnbaar werd gesohetst.
Hoe is dat in ziju werk gegaan werd daarin gevraagd.
Alleen hierdoor, dat men zoolang de aftredende leden
had vervnngeu door auderen die voor de openbaarheid
waren, Hat ze eindeljjk de meerderheid hadden. Dat
stuk in humoristische!! toon geschreven, bevatte waar
heid. Dat is de eeuige weg om de zittingen open
baar te doen zjjn. Als dus de voorsteller der oan
didatuur van deu beer IJssel de Schepper niet bepaald
weet of hij voor de openbaarheid is, kan Bpr. die
niet steuncu. Hierop antwoordde de heer Messemaker
dat hjj deu heer Schepper niet gevraagd heeft of hjj
voor openbaarheid was, $inar spr. sou er bijna voor
durven instaan, hoewel hjj natuurlijk het niet zeker'kan
zeggen. De heer Jouki.r is vau oordeel, dut eerst
later kan beoordeeld of de heer Sohepper een goed
lid van de jcatner zijn zal, als hij er eeu tjjd in heeft
gezeten. Nu kun dat niet uitgemaakt, eerst later kun
dat beoordeeld, 'tgten volgeus deu heer de Keizer
waar ion zjjn, als niet de openbaarheid bier nu de
hoofdzaak was. Ook de beer Grootendorst zou de
oandidatuur van den heer IJssel de Schepper zeer
gewenscht achten, maar wil vooruit overtuigd zjju,
dat hjj voor openbaarheid is en vraagt of de voor
steller, de heer Jonker, zich daarvan niet eveu zou willen
gaan vergewissen, dooh dit vervalt, daar de heer van der
Want hezinnert, dat om in aanmerking te komen voor
lid van de kamer van koophandel, inen S jaar aan 't
hoofd moet gestaan hebben van een zaak in de gemeente,
wntmet den heer IJssel de Schepper niet 't geval is.
Daarop verdedigt de heer ven der Want de can
didatuur van den heer O. J. C. Prince. Deze heer
toch is vóór openbaarheid, zeide spr. en de reden
waarom hjj tegen de openbaarheid is van zittingen
der kamer van koophandel, moet hierin gezocht dat
er weinig gewichtigs Wordt hehandeld in de kamer.
De heer F. N. Maal jr. il dit geheel met hetn eens.
Ifat doet djenspr. genoegen dat de beer Prince gesteld
ia sla eandidaat. Spr. heeft met den heer Prince over
de quaestie der openbaarheid gesproken en hjj heeft
verklaard, zeide spr, in beginnet een voorstander te
zijn vat) openhaarheid, maar atelden wij nu, had hjj
gegegd, dg zittingen der kamer van koophandel open
voor ieder, dag zonden wij bet publiek teleurstellen,
daar er wel aomtjjda iets vau belang wordt behan
deld, maar meestal niet, 'tgeeu de beer Grootendorst
doet zeggen dat hjj 't betreurt dat personen die aan
het hoofd staan van zulke uitgebreide zaken, collegies.
als de kamer van koophandel, zoo nietig vinden, maar
ia dat dan een reden haar gebeim fa doen vergaderen!1
Waren de vergaderingen publiek, dan zou er eeu agenda
openbaar worden gemaakt, evenals bjj den raad 't geval
ia en dan de konden de burgers oordeelen of het de
moeite was daarheen te gaan. Nu weten wjj er niets
van af, of ze 6 of 100 maal vergaderen, 't is ons
onbekend, eu o. a. verleden jaar was er een belang
rijke quaestie san, de orde, de tabaks-quaestie en
toen, werd,door zeer velen alhltr dg publiciteit der
kamer bjj bare beraadslagingen daarover gewenscht. In
andere plaatsen had siph bjj de behandeling
«en groote belangstelling geopenbaard. Die groote
afkeer tegen de openbaarheid, zou bjjna doen ver
moeden dat M iefa, anders is,, fep andere reden die
niet geuoeiud wordt, die de oorzaak is vau den tegen
stand. Wet toeh kan anders de oorzaak zijn dat de
vier aftredendc'beeren, zeker alle, in audi re opzichten
eminente personen, zioh niet kunnen losmaken van 't
gevoelen (Ier meerderheid De lieer Maas zegt daarop
Hat die geil ichte ufik bij hem is opgekomen, hij beeft
getracht de eigenlijke reilen te weten te kamen SB hij
kau althans dU verklaren dat die reden niet gjhgen
is zooals het geruoht hud' gemeld in den
grooten invloed van deu voorzitter der kamer. Dat
gerucht was onwaar.
De heer de Keizer verdedigt daarop dtRi door hem
.voorgesteldei! cguiMAuit, den heer IJseelsteijn, deze is
een ijverig fubriekuut en voorstander der openbaar
heid der zittingen van de kamer van koophandel,
en om die redenen beveelt spr. hem ten zeerste aan.
De heer Messemaker spreekt daarop ten gunste van
de candidatuur vau den lieer Groofbudorst. Die aan-
beveling zal, zeide spr., niet veel moeite kosteu, daar
hij reeds lang bij ons allen bekend is. Niemand zal
er voorts aan twijfelen dut bjj is een vurig voorstander
van publiciteit. Ilij is iemand met gezond verstand, van
goede beginselen en grooten jjver, ziedaar de motieven
die spr. kon aauvoereu tot aaubeveling ran de ean
didutuur vau den heer Grootendorst.
Deze candidatuur wordt bestreden dool deu heer
van Minden. Hij verzoch(.dat de voorsteller het hem
niet ten kwade zou duiden, maar spr. wenschte in
eeu lid van de kamer van koophandel meer uitge
breide kennis ook van buiteulnndachen handel, dan de
heer Grootendorst bezit; voor de kamer van koophandel
moet men kennis hebben van scheepvaart, industrie
enz. te vtel om te noemen, kortom z. i. is meer uit
gebreide kennis noodig dan waarop de heer Grooten
dorst kan bogen, waarop de hrer Messemaker antwoordt
dat 't geenszins opging, dat hjj die zelf geen uitge
breide zaken dreef, daurvau dan ook geen verstand
bad. Dan was de heer van Itersou ook niet .aan
te bevelen, zeide spr., want niet hjj is de directeur
der Stearine Kaarsenfabriek die den eigenlijken handel
drijft, dat doet de heer Steens Zjjpen. Spr. acht de heer
van Hereon een eminent mun en spr. wou dat het
beele bestuur uit zulke mannen bestond, maar zake»
doet hij eigeuljjk niet. Den beer Grootendorst, zou
spr. zeker niet volslagen onkunde willen toeschrijven
met scheepvaart, industrie enz. De heer Grootendorst
is een bekwaam en knap man, die grooten ijver toont
in alle goede zaken en bepaald voorstander is vun opeu-
baarheid. Voor elke zaak die belangstelling waard is,
stelt hij zich in de bres eu het deert hem niet of hjj daar
al persoonlijk nadesl bij ondervindt, hij gaat zijn gang -
en doet wat goed is. Dat verdient hooge waardeeriug.
De heer M. vun Dantzig geeft te kennen, dat deze
vergadering eeu eigenaardig standpunt inneemt tegen
over de kamer van koophandel, dat zij, vóór alles,
van haar openbaarheid eisebt, eu nu viuilt spr. bet
vreemd, dat niet één lid van de kamer in ons tniddcu
is, om de niet-openbaarheid te verdedigen, niet een
aftredend lid, masr een der andere leden, of dat niet
een aftredend lid iemand van zijnentwege gezonden
had om in deze vergadering tegen de openbaarheid
te spreken. Zoo iemand had dan in de vergadering
zich moefan verklaren tegen de openbaarheid, maar
niet nu, nu dut beginsel aangenomen is, eaudidaten
verdedigen die tegen de openbaarheid zjjn. Op
deze wijze zon men er voor schijnen en er eigenlijk
tegen zjjn. Het ligt niet op sprelter's weg, de han
delingen van de kamer van koophandel hier of elders
na te gaan, maar is men tegen openbaarheid der
kamer, waarom 't niet gezegd, maar dan niet eerst
gedaan alsof men daar vóór was, en dan later Cap-
didaten, die er niet vóór waren,'aanbevolen. De eerste
voorgelezen brief (die van den heer Sebouten) heeft
spr. het meest getroffen, deze zegt kortweg zjjn ge
voelen. Dat is ten injnate eerlijk, op die wijze wetep
wjj wat we aan hpn hebben. Nu hooren wij, uit
verschillende dier missives: de werkkring der kamer
beduidt niet zoo keel reel, is dat zoo en als de
leden zelve dit beweren dan zullen wjj 't wel moeten
gelooven waarom ons dan de betrekkelijk groofa
kosten veroorloofd die de kamer na zich sleept,
vreemd genoeg zou mep op die wjjze wel geld wirfen
uitgeven voor een geheime vergadering, en daaren
tegen, zooals onlangs in den raad bleek bij de subsidie
van het Verelag, met om de openbare raadsvergade
ringen bekend te doen zjjn. Diit noemt spr. inetrn-
sequent. Maar nog eens, zeide spr., men moet tóór
openbaarheid zijn of tegen, en deed men nn of men
er vóór was en stelde men aandidafan die er tegpn
waren, dan was men er ook tegen. Zoo te spreken
is geen mannentaal en wat nu de candidatuur ven
den heer Grootendorst betreft, waf spr. als vriend en
kennis van hem weet, if, dat hjj wel degelijk op de
hoogte is van de zaken voor bet lidmaatschap der
kamer van koophandel benoodigd, hij leest veel en
onderzoekt de zaken, ook die, welke niet tot zijjn
directen werkkring behooren, voorts weet hij veel wst
men bjj een gewoon winkelier piet zou zoeken, ^e
heer Grootendorst zal, in de kamer, de reefate man
op de rechte plaats zjjn.
Daarop wordt door den Heer Wennekes er op gewezen
jtt loeb niet steeds lutfaljjke zakeu hier voorkomen
Peten morgen, zeide spr., heeft dc heer Linkhorst,
die niet tegenwoordig kon zjju, mij nog gewtzeu op
(okele zakeu, waarin verbetering trbrehgfch, wel lag op
deu weg van de kamer vun koophandel Zuo koiuen de
Jbidtsohe eu Utreehtsohe beurtschippers niet binnen de
ijed, zooals de schippers Pot eu v. Santen, maar blijven
nn de IJssel leggeu, tot groot ongerief van deu handel,
«O leggen de sleepbootjes daar, waar eigenlijk scbepeu
noesten leggen, zoo heeft de Leidsche stoomboot geen
plaats tot lading of lossing, zoodat men juist de goe
deren moest brengen gedurende 't halfuurtje dat de b iot
er ligt of anders b. V. zakken grsan, in 't gras moest
neêrgooieu, terwijl ten slotte de havenmeester wel eeu
uiterlijk kenteeken mocht dragen^ opdat de schippers
bem zouden kennen. Het eerste dier bezwaren doet de
heer J. Jonker aanvoeren, dat, kwamen ze naar biuneu,
dje Utreehtsohe en Dordtsohe schippers, dau zouden
bjj springtjj moeisljjk in- en uitgaan en zouden dan
lomtijds in dagen niet knnuen varen, wat de beer
IJpelaar doet zeggen, dat ook sohipper Pot niet steeds
hiuneokoraU Daarop volgen eeniga klachten van de bh.
rap Minden en Brinkman over de slechte regeling ^er
postdienst, dat ook tot de werkzaamheden dor kamer
vau koophandel behoort en vervolgeus wordt de disous-
lie over de eaudidaten voortgezet. De eandidutuur v.den
heer Smelt wordt ingetrokken, omdat na iuformatien ge
bleken was, dat hij afwezig was, zoodat bjj zich uiet kon
verklaren op 'l punt van openbaarheid, terwijl de
heer Wennekes voor ds candidatuur bedankte, dut den
voorsteller, den heer Jonker, leed doet, daar hjj in
alle opzichten bjj uitstek gesohikt zou zjjn voor het
lidmaatschap. De heer Wennekes bljjft volharden bij
zijn weigering, maar stelt nog een nieuwen eandidaat
voor iu zijne plaats nl. den heer W. B. van Straateu.
Spr. weet niet zeker of hjj voor openbaarheid is,
maar hjj meende 't wel, hij was voorts als lid van den
raad genoeg bekend. De heer Messemaker vindt zich
tegenover den heer van Straateu in 't zelfde geval als
tegenover den hper IJssel de Schepper. Spr. weet niet of
hij voor of tegeu de openbaarheid ia, maar gelooft 't
zeker dat hjj er vóór is, o. s. hierom, toen in den raad
bjj de behandeling der begrooting voorgesteld werd het
kohier der pl' directe belasting te doen drukken, was de
heer van Straateu de eerste om voor te stellen het dan
ook voor het publiek verkrijgbaar te stellen.
De beer (Ie Keizer herhaalt zjjoe vroeger te keuuen ge
geven opinie dat hjj geen eandidaat kan steuuen vau
wiea wjj uiet weteu dat bjj voorstander is vau de open
baarheid eu dus kan de hr. van Straateu z.i. uiet iu aau-
Wurkiug komen. Nadat daarop naar aanleiding van
art. 5 van'tregl.dat zegt: «Ieder lid der vereeniging
kan deelnemen aan alle beraadslagingen en stemmingnu,
alleen 't deelnemen aan de stemming over voorgestelde
eaudidaten wordt beperkt tot lieu, die kiezere zijn," door
verscheidene ieiien de vraag wordt behandeld of kiezere
Voor den Uetucetiteraad uu, ale zoodanig, aan de et. voor
eaudidaten voor leden van de kamer vau koophandel
ntogeu deelnemen, welke vraag tra slotte met groote
meerderheid ontkennend wordt beantwooid, wordt daar
op overgegaan tot de stemming voor de eaudidaten.
Uitgebracht worden 17 bijjétten. Daarvan vereenigen
op zioh de heeren A. Koek, 15. J, J. Grootendorst, 16.
J. IJaaelsteyn, 13. W. B. van Straiten, 11. A. A. G. van
Itereon, 7. w. G. N. de Keizer, 1. C. J. C. Prince 1 en
D. Lulius van Goor 1 stem.
Tot eaudidaten der vereeniging zijn dua geateldde
heeren A. A. KOCK, J. J. GBOOTENDOBST, J.
IJ8SEL8TEUN eu W. B. van STBAATEN.
Voor dat de vergadering gralqlen wordt beantwoordt
de hfar Aïaas Rog even den heer van Dantzig, die daar
strak* afkeurde de handeling!u ven hen die ziek niet
tegen de openbaarheid verklaaitjen, en toeh candi
daten voorstelden die er tegen waren. Spreker wijst
er op, dat dat beginsel van openbaarheid bij den een
meer domineert dsh bij den ander. Hij geeft het be
stuur een wenk om voortaan vooraf candidaten te vra
gen, de openbaarheid ie tot nog toe geen bepaald artikel
van 't programma der Goudsche kiesvereen., waarop de
hr. Grootendorst aanvoert dat 't bestuur zich ten doel
stelt alleen leiding en regeling der vergader.,'t wil niet
tredjen in de reofaten der leden, vraagt 't bestuur vooruit
eapdidaten dan zon 't óf gevaar loopfln een belMhcljjk
figtnir te slaan, aledie bh. niet gekozen werden door de
vergadering, óf bet bestuur moest iutrigueeren bjj de
vergadering om zjjn candidaten de zegepraal te doen
W éandidnat gesteld zijn gflWOTcreiï dan had 't be
stuur vier personen onder voorbehoud gevraagd. Twee
daarvan hadden voorloopig bevestigend geantwoord
op die vraag. Het bestuur wilde echter niet Werken
op dmzuivsrheid dsr verkiezing. Nadat nog de heer
de KeWer opgekomen is tegen de bewering van den
Heer Maas dat openbaarheid niet op den voorgrond zou
staan in deze vereeniging, en zegt, dat dat wel 't ge
val is, hetgeen bljjkt uit vele handelingen der ver
eeniging, o. a. dit 't adres, aan de knmer van
koophandel dit met groote meerderheid werd vast
gesteld, en de heer van Dantzig den heer Maas heeft
geantwoord dat hij slechts 't vreemde had betoogd
vau de handelwijze van die heeren die eerst zwegen en
Inter candidaten die niet voor openbaarheid waren
hadden verdedigd, en de heer Maas repliceerde dat de
heer van Dantzig meer had gezegd o. a. die personen
verweten had, geen inunnentuul te spreken, wordt de
Vergadering gesloten.
Aan het antwoord der Regeering op het Kamer
verslag, betreffende Hoofdstuk V (Binueul. Eaken) der
Stantsbegrootiug voor 1877 is nog het volgende
outleeud
«l)e ontwerpen op het Lager Ouderwijs ep de wijziging
Van «eimig» bepalingen der kieswet' heeft de regeering
uiet reeds bij den aanvang der zitting kunnen aau-
bieden, zoowel wegens de miuistcriëele crisis als wegens
de rijpe overwegiug, die ontwerpen van zooveel «aan
belang" vereisehten.
Aan eeu wjjziging der gemeentewet, om «kerkelijke
subsidtcn" te verbieden» waarbij tooh wegens
historische redenen, uitzonderingen noodig zoudeu
zijn bestaat geen dringende behoefte, te meer dasr
het getal der sobsidiën allengs afneemt. Van wijziging
der provinciale wet is geen sprake. Daar zich, na
het gebeurde met het Parijnche leve» te 's Bosch,
geen bezwaar van dien aard meer beeft voorgedaan,
schjjut een nieuwe bepaling over de «tooneefvertoo-
uiugen» vooralsnog overbodig.
De circulaire over de „gasfabrieken" is in over
eenstemming met het gevoelen van den Raad van
State en bestendigt een toestand, die reeds vete jaren
in verscheidene gemeenteu bestaat, en waarbij het
uiet ia gebleken dat men daaruit aanleiding nam om
groote winsten te behalen.
De toestand der «longziekte» bij het vee ia in de
laatste zes jaren niet zoo gunstig geweest als in de
laatste maanden. Zoodra de ziekte geheel heeft op-
fehouden, maar ook niet eerder, zal de invoer in
luitschland weder worden toegestaan. De regeering
dringt daarom aan op het toestaan der gevraagde
gei len, voor krachtige toepassing van maatregelen,
ook naast de voorgestelde enquête.
In de meening van hen, die de toekomst van den
«Botterdsmschen waterweg' donker inzien, kan de
Minister niet deelcn. De scheepvaart neemt niet af;
sints de opening zijn (behalve vischschepen) 23,400
vaartuigen met, bjjna 9miliioen ton er langs ge
komen. Over de baggermaohines wordt een onder
zoek ingesteld en zal tegen het begin van 1877 een
beslissing noodig zjju.
Voor de verbetering van den «waterweg tusschen
Amsterdam en Botterdam wordt een plan opgemaakt,
is 't voltooid, dnu zal de regeering met de provinciale
besturen iu overleg, treden.
Iu de N'eutce Bijdragen voor onderwijs leest men
het volgende
DE STEM DEB NATIE.
Het is aan iedereen bekend hoe de anti-revolu
tionairen of Christelijk-natioualen altijd schermen met
groote woorden, zooalsde openbare school wordt
door de natie geduld, niet gewenzekt; verreweg het
grootste deel der natie, zon de Christeljjke scholen
bezoeken, als de concurrentie van den Staat niet op
vele plaatsen, de oprichting er van in den weg stond
enz. enz. Kortom, naar 't zeggen dier heeren leiders,
verfoeit DE natie de openbare school en heeft zjj de
'Ckrizteljjke lief.
Men zou kunnen vragenhue weten die heeren dat
zoo P Hebben ze dat misschien bij een geheime stem
ming doen uitmaken Ze zullen dat toch zoo maar
niet zeggen, enkel op eene veronderstelling afgaande?
't Zijn toch ellen „zeer eerwaarde* mannen. Ja
die vragen kan ik niet beantwoorden, tnaar dit weet
ik, dat „dt stem der natie' door de heeren aanvoer
ders, of door hunne werktuigen, willent en weten»
uervalnekt wordt. Over dien veronderstelden afkeer
dan de staatsschool spreek ik mi niet, maar dat het
betrekkeljjk klein getal leerlingen der christeljjke
soholen toch op eene eerbiedwaardige minderheid zou
wijzeu, die zulk onderwjjs zon wensohen, dat kan ik
ten stelligste tegenspreken.
Weet ge, leser, die san de woorden en klachten
dier verdrukte ehristeljjk-nationalen tot heden geloofdet,
hoe ze hunne scholen' bevolken P Door „sedeljjke»
geniepige middelen, dwingen ze de mensohen erhnnne
kinderen heen te zenden. Uit hetgeen ik te 's Hage
zie, kau ik veilig besluiten tot hetgeen ze zullen doen
op audere plaatsen, waar ze evenveel of nog meer
raaeht hebben.
In den jaargang 1374 ran de Nieuwe Bijdrage»
komt van mjj ik was toen nog geen redacteur
een ingesonden stukje voor: «Dwingt te om in te gaan»
waarin ik mededeelde, hoe een weduwe mjj ouder
traueu wst komen vertelhm, dat ze hare kinderen bij
mij van de sohool moest nemen en naar de diaóbnie-
school zenden. Het tnenseh Werd bedeeld en had
geen keus. Openlijk werd dat feit niet ontkend,
maar ik ontving van een der kerkelijke autoriteiten
één brief, om mjj tot andere gedaóhten te brengen.
Br werd daarin beweerd, dat men nooit dwang op de
menschel: uitoefende, maar al leen «en heilzamen drang
hrzigdo, om Kt hunne kindereja naar die «eholen fa
doen zenden.» (Wel zeker, men i» niet zou dwaaa om
te «eggen „doen, of geen bedoeling I» manF mm
geeft ze zoo met een half woord te verstaan dat het
daar wel toe konten kon). Ik beantwoordde dien
brief, er werden nog meer epistels gewisseld maar
in de bladen de discussie voort te zetten, verkoos
men niet.
Laugs andere wegen evenwel en door andere per
sonen, wordt ook naar dat doel gestreefd: bevolken
der obristeljjke soholen.
Toen we laatst in de Belgische bladen de geschie
denis lazen vau een iugezeteiie van Dinant, wien op
zjju sterfbed de genade-middelen der kerk onthouden
werden, zoolang hij uiet beloofde zjju zoontje vu de
leekeusehool af te nemen en bjj de geestelijken ter
school te zenden, toen dacht ikzoo gaat het toch
kier niet. Maar 't is hier uiet veel beter. Ik sprak
boven van «werktuigen.» welnu iu deu Haag wordt
door rijke en aanzienlijke dames nog al wat aan da
armen gedaan. Niets is loffelijker; dan de voor
beelden zijn mjj uu at meer dan eens voorgekomen
en door de waarnemingen van anderen vermeerderd,
dat nan die weideden den eisch verbonden wordt: He
kinderen moeten van de openbare sohool af eene
christelijke school bezoeken, ook al zijn de ouden
over het ouderwijs en de behandeling hunner kinderen
op de openbare school tevredeu, ook al betuigen ze
dat ten sterkste aan hunne weldoensters. Zulk wel
doen noem ik nu «gewetensdwang* tn tegenstelling
van hel gejammer der anti revolutionairen, over dien
welk men hunne purtjj aandoet.
Toch is die dwang voor mijn betoog nu niet de
hoofdzaak, maar wel het feit, dat het roemen der
tegenstanders van onze schoolwet op hunne „wolke
van getuigen,* op de schare van hen, „die de kniën
voor Baal nog met gebogen hebben* dat zulk roemen
een zlag in bet aangezicht der waarheid is.
J. Schippers.
De ondergeteekenden, even als de heer Schippers
hoofdonderwjjzers te 's Graveiiltage, hebben in hunne
betrekking dergelijke ondervinding opgedaau als bjj.
G. J. Pontier.
J, Schhal.
W. bn Vletter.
Men meldt nit Frederiksoord
Onder de vele blijken van belangstelling, die der
Maatschappij van Weldadigheid en hare bevolking
geschonken en op hoogen prijs gesteld worden, be
kleedt ook de volks- en kinder-leesbibliotheek alhier
een voorname plaats, waarvoor iu 1873 en '73 de
grond gelegd werd door twee flinke gifteit in geld,
van warme vrienden dezer maatsohupjiij. Belangrijke
boekgeschenken, voor oud en jong geschikt, vonden
hunnen weg uit verschillende oorden vau ons vader
land naar de hier gevestigde bibliotheek, maar ook
hunne lezers, vooral in de laiige winteravonden.
„Verandering van spijl doet eten," eu nieuwe lcutuur
wakkert den leeslust aan. Welkom was daarom de
belangrijke en uitmuntende verzameling boeken, voor
de beide afdeelingen der leeninrichting geschikt, die
het bestuur heden uit B. mocht ontvangen van iemand,
die in den afgeioopen zomer de M. v. W. bezocht en ook
hare bibliotheek zag.
Dat zjjn voorbeeld navolging vindel
In eene der zaten van het Palets voor Volksvlijt
fa Amsterdam is een asphaltrloer in bewerking, waarop
«ver een patr weken de eerste skating-rink in de
hoofdstad gespend zal worden.
De hooge read heeft uitspraak gedaan in eene
zaak betreffende de sociëteit „de Ecndrngt" tè Rave-
stein. Het gold de vraag, of een politieverordening,
gebiedende, dat een herberg of andere localiteit, waar
in gelagen worden gezet, op een bepaald uur des avonds
gesloteu moet zjjn, ook toepasseljjk is op sooieteiten,
gehouden wordende in dezelfde looalen, welke in den
regel tot herberg of tapperjj bestemd zjjn. De raad heeft
beslist dat, met het oog op de feitelijke beslissing fa
verband met de voorschriften der verordening, het on-
noodig was te onderzoeken of het beweren omtrent het
lidmaatschap der in deze zaak betrokken personen viq
een bestaande sociëteit al dan niet gegrond was, omdat,
krachtens de stellige bepalingen der verordening, tap
perijen zoowel als slfc winkels of plaatsen, waar aan het
publiek drank verkocht wordt, op eeu bepaald uur mot
ten gesloten en door de bezoekers verlaten worden, en
dat in dergctjjke plaatsen geen sociëteit haag gebonden
worden, if zjj wordt geljjkelijk door de verbodsbepa
lingen der verordening beheerscht, die blijkens de alge
meenheid harer uitdrukking, op alle tapperijen en s«otl-
geljjke plaatsen toepasseljjk blijft.
.„I .MP I l II 1 «II
GBBOREN: 18 Hot. Oirkjs, ooétrs S, de Jong en M.
Vertnéabn, Johanuss (Vil hal mul, OSdatt A. Wovrlet as
A. Kramer. 19 Pieter Galas ai, ondsta B Teekeaa al H,
M. aan Baarss.
OVERLEDEN: 18 Nov. P. da Graat 70j. - Koeuus,
Mj. It. A. Huber, 4j. dm. j9 L. tan Aacb. 5 oa.