Halve Maatregelen.
Kantongerecht te Gouda.
INGEZONDEN.
waarvoot hadden ingeschreven Ue heereu W. de Jong
voor J 13,485; H. J. Nederhorst, 13,160; G. Toorn
vliet, 12,875 Erven C. A. de (lidis, 12,159;
T. A. Burghout, 11,86»; VV. 0. Reuhl, 11,790;
P. M. Küitndnal, 11,47 5 en A. Snellemun 11,460
aan nelken leatatea het werk gegund ia.
2°. Het maken en in de vaart brengen van eene
Pont ia de Turfsingelgraoht tegenover de Vlaming
straat, inschrijvers waren de hh. A. Vuijk teCapelle
a/d IJsel voor 733.89; A. C. Kriens te Krimpen
a/d Lek, 488,A. Kwinkeleubnrg, 467,85
B. Vermeulen te Keeuwjjk, 465,en J. Borkus,
J 376,40 aan wien 'tis gegund.
Voorts werd nog bjj enkele iusohrijving aanbesteed
«n aan den laogsteu inschrijver gegund de leverantie
van de ten dienste der Gemeente, gedurende het jaar
1877, benoodigde materialen, als: 1. Houtwaren, de
hh. L. P. Hoogendjjk ta Waddiuxveen 9 pCt. en A.
de Jong Zn., 13 pCt. beneden tarief. 2. Ijzerwerk,
de hh. Rocke en v. d. Voordt, Ie 's Hage, 6 pCt.,
G. Langeraar, 20 pCt., J. C. Götte, 24 püt., en
J. J. Verdries, 31 pCt. beneden tarief. 3. Spijkers
en ligte Ijzerwaren, de hh. G. Langeraar, 32 pCt.,
J. H. Kok, 8» pCt., en J. J. Verdries, 41 pCt.
beneden tarief. 4. Lood en Zink, de hh. Rocke en
v. d. Voort, te 'aHage, 13 pCt., H. van Berkei,
17 pCt., B. J. Weasels, 19 pCt. en J. J. Verdries,
34 pCt. beneden tarief. 5. Glas en Verfwaren, de
hh. J. Rost, volgens tarief, W. van Soest en Sibbes,
10 pCt. en C. van Dillen k Zn., 12 pCt. beneden
tarief. 6. Teer, de hh. J. IJpelaar, 19 pCt., J. H.
Kok, 30 pCt. en L. Visser 38 pCt. beueden tarief.
1. Kalk, de hh. Wed. Wernink k Zn., te Oudshoorn,
15 pCt. en A. Jonker Zn. 6 pCt boven tarief.
vrind en 9. Zand, niet gegund. 10. 30,000
JJst'linetselplavei, de hh. J. C. v. Vliet Dz., 6,59,
A- B. van Houwen, 6.58 en Wed. P. van Lange te
Gouderak, 8,49 per 1000 stuks. 11. 100,000
BI. IJselstraatklinkers, de hh. A. B. v. Houweninge,
692.50, P. Schelling te Ouderkerk, 664,K. J.v.
Houweninge te Gouderak, 649,J. Holst, te
Ouderkerk, f 640,en J. A. van Houweninge te
(iouderak, f 630,12. 25,000 Veqhtsche Straat
klinkers Waalvorm, de hr. van deu Bergh k Co., te
Montfoort, 19.47 per 1000 stuks. 13. 26,000
Veobtscbe Straatklinkers, gewone vorm, de hh. G.
f. v»n den Broeke, te Rjjnhovc bij Utrecht, 20,—
en van den Bergh k Co., te Montfoort, 17,74
tor 1000 stuks. 14. 30,000 vlakke gr. Vechtsche
Klinkers, gewone vorm, de hr. v. d. Bergh It Co.,
te Montfoort, 17,97 per 1000 stuks. 16. 10,000
Lujjkache Straatkeien, de hh. F. J. Smits te Dor-
dreoht, 95,59 en Erve Trip te Utrecht, 92.94
per 1000 stuks.
In de Qatetit om Gent van jjToenadag 6 Decem
ber lezen wij het volgende onder het stadsnieuws
De heer P. van der Want, pjjpenfabriekant te Gouda,
de Vervaardiger der Gentache Paciflcatiepijp heeft aan
opa stedelijk bestuur als geschenk toegezonden deu
Ëren vorm, welke tot de vervaardiging dier pijp
snd heeft. Die koperen vorm ia gesloten ineen
eikenhouten kistje met glazen deksel. Langs
beide kanten van den vorm is eene pijp vastgehecht.
Het is schipper Njjgh, varende van Rotterdam op
Gent, die in eigen persoon het geschenk overhandigd
heeft, zooals hem door den heer van der Want de last
Was opgedragen. Bjj gemeld geschenk was nog een
ander gevoegd, nl. een kistje, bevattende verscheidene
pijpen, door den heer van der Want vervaardigd
bij gelegenheid van verschillende merkwaardige plech
tigheden. De geschenken vau den heer van der Want
zullen in het museum van merkwaardige voorwerpen
'Ag oudheden bewaard worden De Paoiticatiepijpen
zullen weldra zeldzaam zijn, want er worden geen
meer vervaardigd.
i De heer J. W. Brouwers trad Zondag in de R. K.
Leeevereenigiug ais spreker op. Het onderwerp was
de kunst van klokkengieten, in 't bijzonder ter samen
stelling van klokkenspelen. Als tijdgenoot van Vondel,
van Cainpen en Joan Blaeu, werden de verdiensten
van Petrus Hemeny aangetoond als de onovertroffen
kunstenaar in het klokkengieten, van Hemeny, die
in Nederland alléén meer spelen heeft vervaardigd-
dan er thans in geheel Europa zijn. De boeiende
voordraoht ever een zoo bij uitstek „Nederlandsoheu"
tak vau industrie voldeed algemeen en als eersteling
van het lezingajaar heeft de begaafde spreker bijzon
deren dank veniiend. (De Tijd).
VERGADERING van dek GEMEENTERAAD.
Vrijdag den Sen Deoember 1876, des namiddags
ten 1 ure, ten einde kennis te nemen van eeu nader
▼ogmtel, omtrent den afstand van grond aai het Rijk
ter vergrooting van de kazerne.
Te benoemen:
Ben Tweeden Onderwijzer aan de Stadsmuziekschool
tevens Kapelmeester bjj de Schutterij
Drie hulponderwijzers en eene hulponderwjjzeres
aan de openbare scholen van Lager Onderwjja.
Zondag U. had de tweede jaarlijksche vergadering
plaats der werklieden-vereeniging „Providentie" alhier.
Uit de rekening en verantwoording bleek, dat een batig
saldo vau 1498 voorhanden was.
Het aan de orde gestelde punt was de aansluiting aan
het Algemeen Nederlandsen Werkliedenverbond. De
hh. Th. De Rot en C. Kiseel, van Rotterdam, waren
uitgenoodigd om doel en strekking van dit Verbond
uiteen te zetten. Door hen werd er vooral op gewezen,
dat, indien de Vereeuigiug zich aansloot, zjj verplicht
zou zjjn mede te werken aan de uitbreiding en verbete
ring van het neutraal openbaar lager- en middelbaar
onderwijs en invoering van den leerplicht. Ook het nut
tige, en voor den werkenden stand zeiven en voor de
gansche maatschappij van de totale afsohaffing van den
kinderarbeid werd aangetoond. Dit alles vond bjjna geen
tegenspraak, en met overgroote meerderheid werd tot
aansluiting aan het Verhoud besloten.
Bjj eene algemeene order voor het leger heeft de
minister van oorlog ter kennis gebracht van het leger
dat het Z. M. den Koning behaagd heeft Hd. goedkeu
ring en tevredenheid te betuigen aan allen, zoowel
ambtelijke als bijzondere personen, die zich, in welke
betrekking ook, ter gelegenheid van den jongsten
watersnood verdienstelijk gedroegen en het hunne toe
brachten, hetzg tot herstel, hetzjj tot leniging der ge
leden rampen, hetzij tot voorkoming van meer onheilen.
De Ned. maatschappij tot bevordering van genees
kunde heeft op 30 Nov. jl. vier verzoekschriften
gericht tot deu Minister van binnenlandsche zaken.
Daarbjj wordt gevraagd:
lo. dat het ouderwijs in de gymnastiek verplioh-
tend wordt gesteld aan alle soholen voor lager onderwjjs;
8o. dat de gemeentebesturen worden herinnerd aan
hun verplichtiug om afschriften van vaocinebewjjzen
te geven
3o. dat op het programma der hoogere burgerscholen
voor jongens en meisjes en de kweekscholen voor
onderwjjzers-personeel de gezondheiosleer als leervak
worde opgenomen;
4o dat de vaccinatie in het eerste levensjaarver-
pliohtend worde gesteld, geljjk in Engeland het geval is.
De maatschappij Iweft verder de besturen vau die
gemeenten, waar gymnasicu moeten bestaan, gewezen op
de noodzakelijkheid, dat de gymnastiek, ofschoon geen
verplicht leervak, tot als zoodanig worde beschouwd.
-^UR Waddinxveen schrijft men ons
De dezer dagen door de alhier bestaande Dames-
krans gehouden verlo||ing van voorwerpen van kunst
en smaak heeft opgebracht 261.welke son: Dins
dagavond in kleedingstukken en lekkernijen, aan on
geveer 100 arme kinderen van ulle gezindten in de
gemeente, is uitgereikt.
Eere aan deze jonge dames, die veel tijd cn moeite
aan dit nuttige werk hebben opgeofferdDe gemeente
is voor hunne bemoeiingen erkentelijk, getuige de
sympathie voor de verloting, waarvoor van a}le zijden
prijzen zijn aangeboden.
Men schrijft ons uit Stolwijk
Zaterdag 11. werd de tweede spreekbeurt op de
vergadering „Uitspanning door Inspanning" vervuld
door deu heer L. A. de Vreugt, die een hoogst be
langrijke rede hield overhet opruimen vau oude
meubelen. Met onverdeelde aandacht werd spreker in
zijne boeiende lezing gevolgd door het talrijk opge
komen publiek. Eenige bijdragen, door eenige leden
gegeven, brachten het hunne bjj, om het genot van
den avond te verhoogen.
'idJit het 56tal sollicitanten naar de vacante betrek
king van secretaris te Zutfen, is de volgende voordracht
gemuakt1. de heer J. E. de Voogd, burgemeester
van Nieuwerkerk aan deu IJssel eu Capelle, oand.-
notarisen 2. de heer 8. A. Vernéde, ambtenaar ter
secretarie te Schiedam.
Staten-Oeneraal. Tweede Kamee. Zittingen
van 5 en 6 December 1876.
In de zitting van Dinsdag bij de voortzetting van
de beraadslagingen over het hoofdstuk justitie, heeft
de minister van justitie eenige spreken beantwoord
en wets-ontwerpen aangekondigd tot wijziging der wet
voor het krijgsvolk te lande (afschaffing lijfstraffen); tot
wijziging der wet op de tucht op de koopvaardijschepen:
tot wijziging van art. 345 van het Wetb. van Koop
handel: een om gevolg te geven aan een van de advie
zen voortgevloeid uit de enquete nopens den toestand
van de koopvaardijvloot: de insteUing namelijk van
eene wijze van onderzoek naar de plaats gehad heb
bende zeerampen, en een tot wijziging van het wetboek
van burgerlijke rechtsvordering (opheffing procuraat,
summiere behandeling van alle zaken). Voorts ver
klaarde de minister aat in Limburg prooeaaen zjjn ge
stuit op grond van een arreet van den hoogenraad; hjj
handhaafde het beginsel dat de staat onbevoegd is tot
inmenging in de zaden der hervormde kerk, zoo min Ha
in die van eenig kerkgenootschap. Na uitvoerige dis-
cussiën werd het algemeen debat gesloten.
In de zitting van gisteren is het hoofdstuk justitie
aangenomen met 67 stemmen tegen 1, die van den
heer Haffmans, nadat de minister den post voor eene
nieuwe gevangenis te 's Hage had teruggenomen. De
begrootiug voor Ommerschans en Veeuhuizen is aan
genomen met 65 tegen 2 stemmen, na aanneming van
een amendement van den heer van Houten, ter rsr-
mindering met 10,409, om niet te praejudiciiSerta
op de toekomst der bedelaarsgestichteu. De behan
deling van hoofdstuk V is aangevangen. Er zijn
geen algemeene beraadslagingen gevoerd. Heden
voortzetting.
De TV. R. Ct. ontving de volgende toelichting
van het jongste bericht uit Atchin ook door om
medegedeeld.
Hoewel de Staate-Ct. reeds eenige toelichting gaf
tot het bericht, dat Simpang Olim en Tandjong
Semantok zich aan het Nederlandsoh gezag hebben
onderworpen, sohjjut mg de belangrijkheid dezer tgding
toch nog niet algemeen te worden gevoeld. Ik richt
daarom het verzoek tot u, M. de Red.dit schreven
op te nemen in uw veelgelezen blad.
In de onderwerping van Simpang Olim en Tand
jong (Semantok zie tk, ook met waardeering der onder
werping van Pedir, het grootste suocès, dat wq in
Noord-Sumatra hebben behaald na de inneming van
den Kraton. Zoolang die onderwerping uitbleef, was
onze vestiging aan de Oostkust van Sumatra, voor
zoover het voormalig Rjjk van Atchin betreft, onvol
komen en niet aaneengesloten. Dit gebrek liet zich
te meer gevoelen door de nnbglieid van het ons goed
gezinde Edi, waar onze invloed het meest ingang
gevonden heeft, en door het levendig verkeer, dat
tusschen Simpang Olim en het daartegenover gelegen
Penang plaats heeft.
In nauw verbaud met de Atjehers te Penang geves
tigd, was Simpang Olim sedert jaren het broeinest
van de vgandige gezindheid tegen Nederlaud. Van
daar uit werden de strooptoehteu ondernomen, dia
vóór den oorlog zich soms tot onze veatigiug bezuiden
de Temianrivier uitstrekten. De Gipiy, bet gewapend
vaartuig, welke opbrengiug mede den oorlog deed
ontstaan, behoorde daar tehuis.
Het bericht, dat de radja, tot dusver om zjju ous
vjjaudige gezindheid bekeud, bjj het naderen van ouze
troepen onvoorwaardelijk zijn onderwerping heeft aan
geboden en met een oorlogschip naar Groot-Atchin
gaat oip bjj den militairen en eivielen bevelhebber
persoonlijk deze dood te bekrachtigen, terwijl voor
onze vestiging een terrein is uitgekosen dik
bericht geeft de ouderstelling eenigen grond, dat ds
twijfel auu de duurzaamheid onzer vestiging de Atchin-
ache hoofdeu begint tc bewegen. Volgens betrouwbare
berichten wus de ouzekerheid omtrent het blijvends
van ouze vestiging, welke de oorlogspartij in Atchin
veilig tarten kon, het grootste bezwaar, dat toennderiug
en onderwerping tegenhield.
En wanneer de gebeele Oost-en Noordkust aan onf
onderworpen is eu de bevolking, geljjk thans reeds
in Edi, de voordeelen leert kennen van den Kuro-
peeschen invloed die rust, orde en welvaart doet ontr
staan, dan zal daardoor de tegenstand veeleer worden
gebroken dan door krijgsgeweld.
Maar het bericht bevat bovendien nog een hoogst
belangrijke mededeeling ten aanzien van de wjjzc,
waarop Tandjong Semantok is beoorloogd. Het is
de eerste maal- dat Atjehers streden aan onze zijde,
of liever, dat Toekoe Moeda Angkasa zjjn tegenstander
aanviel, terwjjl hjj door onze troepen werd oudersteund.
En neemt men daarbij 'n aanmerking dat hjj Merban
wilde hernemep van Toekoe Paya, die het hem af handig
had gemaakt, en die in den strjjd tegen ous zioh zeer
onderscheiden had, dan verkrijgt deze mededeeling
nog meer beteekenis, dan ieder, die maar eenigszins
bekend is met de opkomst van ons gezag in dan
Archipel, er buitendien reeds aan zal toekenuen.
Hier is weer gebleken, wat geduld en kloek beleid
vermogen. De bijzonderheden der onderwerping van
deze twee landschappen zjjn ons nog niet bekend-
maar ik zou mjj al zeer moeten vergissen, zoo hst
verkregen succes niet voor esn groot deel te danken
is aan de uitnemende militaire maatregelenblokkade
van den riviermond door kleine vaartuigenen de
politieke voorbereiding van den kapt.-luit. ter vtfi
Ëoogaari, die als statiouskommandanj aan de Oostkust
gedurende ongeveer drie jaren zioh zoo uitstekend
kweet van zijn taak.
Ik heb gemeend te moeten in 't licht stellen, hpe
belangrijk en hencheljjk de ontvangen berichten zjjn.
Niet omdat ik vfoeger In da Kamer op de wenaobe-
ljjkheid der onderwerping van Simpang Olim gewe
zen heb en daartoe heb geadviseerd, maar ornaat kg
de groote bezorgdheid, die niet ten onrechte in den
lande heersoht over den oorlog op Nonrd-Sumstra,
een dergelijke verblijdende tjjding waardeering verdient.
Want ik behoor niet tot hen, die een roemrgk
feit, waarop de gansche Natie trotsch mag zijn, trach
ten te verkleinen, omdat het door. een ander, is vpf-
bracht, of omdat pglitiiike partgschap hun de oqgen
benevelt. Integendeel, ik verheug mg ten zeerate over
het behaald succes en wcnsch den Minister van Ko
loniën, de Regeering, de Natie er geluk mede.
FRANSEN VAN DE PUTTE.
Den Hasg, 4 Deoember 1874,
Z. M. de Koning heeft een besluit genomen,
^sarbij, de betrekkingen van inspecteur der artillerie
en vau directeur voor het materieel worden opgeheven.
De titularissen sullen voortaan de betrekking beklee-
den respectievelijk van genereal-majoor inspecteur van
het personeel en van geueraal-majoor inspecteur tan
het materieel der artillerie. De oudste iu rang zal
kunnen zijn luitenant-generaal.
De Staatscourant bevat het verslag van den minis
ter van binnenlandsche zaken aan Z. M. deu koning
betreffende den aAoop van de lichting der nationale
ipilitie over 1876. Het bedrag dier lichting werd op
11000 man vastgesteld. Het getal iugeschreveuen
bedroeg 31509 tegen 30710 in 1876. Er zijn voor
de lichting van 1876, zoo bjj de militie te land als
bjjdetccmilitie, 10808 man ingelijfd, zoodat het getal
ontbrekenden 192 bedraagt, ten gevolge van gebrek aan
beschikbare lotelingen in 103 gemeenten, waaronder
Amsterdam roet een tekort van 26 lotelingen op een
aandeel in de lichting van 777, bjj eenjgetal ingeschre
venen van 2226. Was het bg de vier voorafgaande
jaren gebleken, dat het aantal ontbrekenden grooter
of kleiner is naar gelang van het getal ingeschre
venen eu van bet bedrag der lichting, het jaar 1876
maakt hierop eene ongunstige uitzondering, want
terwjjl toch het getal ingeschrevenen iu dat jaar
grooter was dan in elk der jaren 1873, 1874 en
1875, en het bedrag der liohting evenzeer op 11000
msu is vustgeateld, zoo ia er bij het tekort op
de ligting van 1876, in plaats van vermindering,
eeae niet onbelangrijke vermeerdering 'waar te
nemen.- Het getal ingelijfde plaatsvervangers in 1876
bedroeg 1629, dus ruim een zevende deel van het
aantal afgeleverde manschappen. Van de bevoegdheid
tot het stellen van plaatsvervangers is bij de liohting
van 1876 minder ruim gebruik gemaakt dan iu elk
der vier voorafgaande jaren. Evenzeer it er, ten
aanzien van de nomraerverwisseling, ofschoon tot een
eenigzius hooger bedrag dan iu 1875, toen het getal
iiigetgfde uominerverwiaseluart 549 bedroeg, bg de
drie voorafgaande jaren vergeleken, ook bg 'le lichting
van 1876 vermiudering waar te nemen. Het anntai
der in dat jaar als zoodauig opgetredeucn bedraagt
565. Het aantal toegekende vrjjateUiugen wegens
gemis va» de gevorderde lengte blijft iu de laatste
jaren steeds afnemendedaarentegen is de vrijstelling
wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken klimmend.
Als eenige wettige zoon is bij de lichting van 1876
san 4386 lotelingen vrijstelling toegekend, en wegens
éigen militaire dienst of die van broeders werd in
1876 vrijstelling toegekend aan 9279 loteliugen.
In de gisteren gehouden zitting van den Haagsche
Sr meent-raad is afwijzend beschikt op het verzoek van
van Koolbergen, te Amsterdam, om concessie voor
een abattoir of algemeen slachthuis, eu besloten niet
terug te komen op het voor eenige weken genomen be-
alnit om een zoodanig abattoir voor rekening der ge
meente in te richten.
Het hoofdbestuur der Vereeniging „Volksonderwijs"
zal dezer dagen aan de hoofdonderwijzers in Nederland
een circulaire richten, waarbjj zjj worden uitgenoodigd
om gedurende het jaar 1877 geregeld driemaande-
Üjksohe statistieke opgaren van het schoolverzuim in
te zenden. In het belang eener goede statistiek is het
Ie hopen, dat de hoofdonderw jjzers zich de moeite en
den tijd zullen getroosten, de daartoe verstrekte formu
lieren nauwkeurig in te vullen en geregeld in te
zenden.
Uit Veendam wordt gemeld
Het verbruik van paardevleesch neemt hier en in de
oikztreken van week tot week toe. Gemiddeld worden
er Wekelijks 3 paarden geslacht,
Men schrijft uit de residentie aan de Amet. Cf.
O. a. het volgende:
„Hoewel ik gaarne wil erkennen met den geheelen
inhoud Van het onderwjjs-ontwerp nog niet bekend
tezjjn, zoo kan ik toch met volkomen gerustheid
zeggen, dat het ontwerp noch is „clericnal" noch
in den geest vsn „verlaging van het peil van
het lager onderwijs.* Het tegendeel is waar, het
lit blijken dat het ontwerp de tegenovergestelde
Idenr draagt van hetgeen de Haagsohe oorrespon
dent der Midden. Ct. er van verteld heeft.
Neen, de algemeene geest van het ontwerp is noch
derieaal in den zin van toegeven aan overdreven
eisehen der kerkeljjke partgen, noeh radioaal
in den zin der mannen van het bekende Nuts-repport.
«Maar zullen alle partgen er door bevredigd worden?"
Dg briefschrijver betwijfelt het, maar eene regeering
heeft dan ook een andere taak dan partij-inzichten
te bevredigen. „Zjj heeft, vooral waar het zulke
eene gewichtige zaak betreft als het onderwjja en de
opvoeding van de kindergu des volks, zich uitslui
tend deze vraag te stellen „op welke wijze kan het
best de eensgezindheid onder al de zonen van het
zelfde vaderland worden bewaard En bij de beant
woording dier vraag, heeft geen Miuister, wie hjj
dan ook zjjn moge, te rade te gaan met zjjn eigen
ik, maar wel met de behoefte van het algemeen. Ik
houd mjj overtuigd, dat de Miuister Heemskerk dit
bjj de bewerking vsn zijn ontwerp, dst een giheele
herziening der onderwijswet van 1857 omvut, niet
zal hebbeu uit het oog verloreu. Zal het ontwerp
wanneer het bekend wordt, den Minister geen „warme
vrienden" bezorgen, juist het gerniz dier vrienden zal
het bewgs opleveren, dat de Minister getracht heeft
naar zijn beste vermogen allen te bevredigen. Ba
Wanneer dan de ledeu der Kamer, soowel liberalen
als clericaleu wilieu inzien, dat eeu voldoende rigeliug
onmogelijk is, indien uitsluitend aan huuue eisehen
wordt vuldaau, dan durf ik mjj vleieu, dat den
minister Heemskerk het geluk zal ten deel valleu,
ook dit onderwerp in het belang van het vaderlaud
tot een goed einde te hebben gebracht. Zullen de
partjjeu den Minister die scliuone voldoening willen
scheuken Het voorjaar van 1877 zal hierop het
antwoord geven."
In een te Hengelo op 3 Dec. gehouden vergadering
der gesamenljjke Kamers van Koophandel in Tweute,
is de wenscheljjkheid besproken vau pogingen tot
het erlangeu vau vrjj handelsverkeer tusschea Neder
land eu Ned.-Indië. Men besloot tot het benoemen
eener commissie met de opdracht, om een onderzoek
in te stellen uaar den tegenwoordigeu toestand der
Nederlaudsche katoen-iudustrie, om na te gaan in
hoeverre de vaststelling der tariefwet van 1872 blijkt
gunstig of onguustig voor haar gewerkt te hebben,
en om, zoo noodig, voorstellen te doen, tot verbe
ten ug vsn 't verkeer tusschea moederland en koloniën,
terwijl de verdere behandeling van het door de K.
van K. en F. te Almelo voorgestelde ontwerp werd
verdaagd tot eene volgende gecombineerde vergade
ring der Kamers, te houden na afloop van het onder
zoek der voormelde commissie, waarvan het rapport
uiterlijk biunen 3 mauuden moet worden uitgebracht.
Een merkwaardig geval van loodvergiftiging moge
tot waarschuwing strekken voor allen, die vroegtijdig
beginnen te drinken. Een Londenaar, rjjtnigschoon-
maker van beroep, had zjjne stem bijna geheel ver
loren. Zjjn werk geschiedde natuurlijk 's nachts, en
gewoonlijk had hjj zijn taak volbracht, wanneer de
tapperjjeu werden geopend. Hjj placht dan altjjd
een glas bier of brendcwjjo te drinken en daar dit
glas gewoonlijk het eerste wne, dat uitgeschoukeu
werd, kreeg hjj telkens dat gedeelte van de vloeistof
dat den ganschen nacht met de pjjp in aaaraking
geweest was. Een geneeskundige, tot wieu hij zich
begaf om raad te vragen voor zjj* keel, merkte weldra
eporen op van loodvergiftiging. Een weinig van
den drank, dien hjj morgens placht te nuttigen,
werd scheikundig onderzocht, en bleek een vrjj sterk
loodgehalte te bezitten.
We hebben het alweer tegen een gewoon spreek
woord, dat, o! zoo mooi klinkt, maar dikwjjls veel
kwaad sticht. Ik bedoel dat van het halve ei, dat
beter is dun eeu ledige dop. Naar den letter opgevat,
is het zeker boven alle bedenking dat men beter
gediend is met eene halve portie, dan dat men nieta
krjjgt; maar ik wensciite, dat, even als de hongerige
zjjn best doet, wat meer te krjjgen dan dat karige
deel, ook, met het oog op maatschappelijke behoef
ten, naar het nog ontbrekende werd gezocht.
Het is bij ous te laude eeu gewoon verschjjnsel,
dat men jaren lang roept om een of ander, dat on
misbaar noodig is. Roepen en klagen is ook veel
gemakkeljjker dan werken. Als alle auderen onszijn
voorgegaan, dau komen wij eindeljjk achteraan met
iets, met een beetje, eene kleinigheid; want alles op
eens, forsch doortasten, snel voortwerken, het geheel
aanpakken, dat zou niet deftig, niet bezadigd, niet
Nederlandsoh zjjn. Psst op, dat gjj n geene afkeu
ring daarvan aanmatigt. Gjj krjjgt eeu breeden atroom
tegen u. En het gewone, telkens wederkeerende,
woord is: houd u toch bedaard, wees tevreden met
hetgeen gjj hebt: beter een hall ei, den een ledige
dop; gjj hebt nu vast wat, en de andere helft zal wel
volgen.
Ik zou er vrede bjj kunnen hebben, dat men in
tweeën doet, wat ineens geschieden kon, als dat tweede
maar niet zoolang uitbleef, als er maar niemaud door
leed, die op die andere helft wacht. Eigenljjk ia
het al heel leeljjk te zeggen: ik heb mjjn zin, nn
kunt gjj wel wat wachten; maar nog leeljjker is het,
als men van honderd hongerigen de eene helft den
mond stopt en de andere gapenden hongerend laat «taan.
Er worden dikwjjls halve maatregelen genomen,
die uitmuntend zjjn voor wie er voordeel van hebben,
maar de behoeften der onbevredigden nog veel sterker
doen uitkomen.
Weet ge, waarop ik bet oog heb? Op de wet op
den kinderarbeid, die een deel der Nederlandschejeugd
teg goede komt, maar de jeugd ten platten lande,
ontjjdig tot den veldarbeid geroepen, wreedaardig
buiten sluit.
't Is al dikwjjls genoeg gezegd; zeer velen zjjn
overtuigd, dat het anders worden moet; maar daarbij
bijjft het, wij komen geen stap verder en als gjj er
u over beklaagt, dan is vaak het wederwoord: wil
toch uiet alles op eens, wjj hebben de fabriekskinderen
nu al gered, het overige zal ook wel komen.
Wauneer?
't Is geene kleine saak, geen ondergesohikt belang,
dat duizenden kinderen in pns landbouwend land,
veel te vroeg aan het onderwjjs worden onttrokken
of daarvan geheel geen gebruik maken; dat zjj tot
arbeid boven hunne krachten, of tot slenteren bjj
dijken en wegen worden gedoemd, om naderhand de
domme menigte te vermeerderen.
't Is waar, er wordt sedert eenige jaren, ook ten
pintten lande, meer werk gemaakt van het beatrjjden
van schoolverzuim; maar doet daartegen, wat gjj wilt,
gjj kunt ze niet overtuigen, die zeggen: wjj hebban
de kinderen voor onzen arbeid noodig.
Ze zullen dat bljjven zeggen, tot dat de wet verplicht.
Gebeurt dat uiet, dan is er geene andere macht in
stunt het onrecht weg te nemen en de mishandel
den te bevrjjden uit de macht hunner onmenacheljjke
vijanden, die vaak onder den liefelij ken naam van
vader of moeder zich verschuilen.
De jeugd op het land is veel te lang aan kaar
lot overgelaten. Zjj heeft geen mindere behoefte dan
die in de steden. De bevolking daar buiten moet
even goed opgeleid worden als elders, want zjj treedt
ook in vele aangelegenheden der burgermaatschappij
handelend op; die voordeelen van kennis en weten
schap mogen niet partijdig aan enkele* onthouden
worden; 't is in het nadeel van het gansche land,
Daarom mogen wjj niet ten halve Ujjveu stilstaan,
en heel dankbaar ons toonen, tooi wat wjj hebben,
alsof er nu niets meer ontbrak.
Er moet op gewezen, van gesproken, over geschre
ven worden, teneinde de machine aan den gang ta
krjjgen.
Men versta mjj wel: Ik wil geena onrustige ba-
wegingen, geene onstuimige eisehen, geene overdrjj*
ving vooral.
Maar laat ons ook niet inslapen, en ale de kat op
den muit zitten wachten. Wijzen op bestaande ge
breken, op dringende behoeften, op onhoudbare toe
standen, dat alles moet tot de overtuiging brengen:
wjj moeten venter
Een van beiden is waar; de kinderarbeid die aan
de verstandeljjke en vaak ook lichameljjke ontwikke
ling der kinderen sohaadt, is een noodzakeljjk kwaad,
en dan moeten ze allen, in fabrieken of op het laad,
maar bljjven voortarbeiden; of het is een kanker voor
onze maatschappjj, die ernstig dient bestreden to
worden. Maar dan ook geene halve maatregelen, niet
den eeuen geholpen en den anderen verstooten, hier
flink doorgetast en ginds de kwaal laten voortwoekeren.
't Is om ds andere helft van het ei te doen.
(D« CooFHUTtt.)
Mijnteer ie Redacteur!
In de Raadsvergadering van Dinsdag 28 Nov. jl.
is bjj de behandeling van mjjn adres, over de verdere
uitgave van het uitgebreid Raadsverslag, door deu
heer mr. P. J. Snel die uitgaaf zeer aanbevolenat
dit wel noodig was in de gegeven omstandigheden
betwjjfel ik, dooh stel er als toekomstige uitgever
prijs op.
Ik moet echter betreuren en mjjn leedwesen open
lijk te kennen geren, over de wijze, waarop een
rechtsgeleerde als de heer Snel zich veroorloofde, in
de raadszaal publiek te zeggen, dat de verslagen in
de Goudstke Ct. uiet uaar waarheid worden opgemaakt
want dat het dikwijls gebeurde dat de hh. Virulij en.
Remij over eene zaak als tegenstemmers waren vermeld,
terwijl zij vóór hadden ^gestemd of omgekeerd.
Ik meen te moeten oonstateeren, dat dit zoolang de
heer Snel de eer heeft gehad lid van den Gemeente
raad te zijn, onjuist is, en te verklaren, dat in de
namen van heeren, die aan de stemmiugen deelnamen,
door my geene vergissingen hebben plaats gehad.
Bovendien moet de heer Snel weten, cat von wege
hh Oomraisssarissen der Goudscke Courant van mij
niet wordt verlangd een beredeneerd Raadsverslag, dia
toch zou de, toeget .tne gemeentesubsidie overbodig zyn.
Met gevoel van, hoogachting, heb ik de eer te zyn*
UwelEd. Qestr. Dv. Dienaar,
A. BRINKMAN,
Verslaggever fan het Raadsverslag
in de Goudsche Courant.
Op de terechtzittingen fan 22 Nöfember, 1876 gqm
de navolgende personen veroordeeld.
D. f. W. tot eene geldboete fan 1» of subs, ge-