EE GE20NDE MIN
i. s. lm mm
ADVERTEKTTlfiN.
Makelaar in Vee en Vleesch
POLITIE
S. DE LEEUW.
werp no. 5 betreffende het rechtsgebied vau de tot het I
gerechtshof te 's Gravenhage behoorendc arroudisse-
ments-rfchtbaaken ea de kantonnale iudeeling. Dit
outwera is goedgekturd, nadat o. a. eene nadere rege-
liug de l^meenten Noordwijkerhout, Noordwijk, Voor
hout en Sassenheim geroegd had bij het kauèf u Haar
lemmermeer, zijude die gemeente, iu plaats ran Lisse,
als hoofdplaats van het kanton aangenomen. Het ge-
hêeli nt-vern is aangenomen met 4-8 tegen 22 stemmen.
Heden was het rechtsgebied v. Amsterdam aan de orde.
Nadat 11. Zaterdag op de vergadering der vereeni-
ging „Uitspanning door Inspanning" te Stolwijk de
leesbeurt vervuld was door den heer J. G. Bettirik
van Berg-Ambacht, die eene boeiende lesing gehouden
had over het „Bijgeloof," werd de reeks der verga
deringen feestelijk gesloten. Uitgelokt door de komst
vau het honorair-lid, de heer Bettiuk, wareu bijna
alle ledeB met hunne dames bijeen.
Wederom hebben de Stolkers hun ouden roem in
het feestvieren gehandhaafd. Zoowel op de Bestuur
ders als op gewone leden werden hartelijke toasten
uitgebracht. Niet weinig werd de vreugde verhoogd,
door het zingen der gelegenheidsverzen, door de hh.
de Koning, Hartingsveld, Gebr. de Vreugt en Blok,
ten dien einde vervaardigd.
Ook de welluidende muziek, van clarinet en viool
door den heer P. Kroon ten gehoore gebracht, zal
nog lang in onze herinnering klinken. Tot laat
in den nacht was men in de grootste harmonie
bjjeen. Dat ouder het voorzittersohap van den vaar
digen heer J. C. Kroon het „Nut" nog lang moge
bloeien, is ieders wenseh.
Na eene langdurige ziekte overleed Vrijdag te
's Hage dr. M. P. Lindo, inspecteur van het lager
onderwijs in Zuid-Holland. Hij was onder den pseu
doniem van „de oude heer Smits' als letterkundige
hoog gewaardeerd.
De ncgerzangers zijn met bijzondere onderscheiding
door Z. M. den Koning op „Het Loo* ontvangen.
Z. M. heeft hnn een aanzienlijk geschenk in geld voor
hun doel vereerd, benevens een persoonlijk huldeblijk
aan een der negerzangeressen en zangers.
Gisterenavond had eene vergadering plaats der
Afdeeling Gouda en Omstreken van de vereeniging
Vatkeonderwijs, waar eene bespreking plaats had Van
het wetsontwerp, tot herziening der wet op het
Imgtr Onderwijs.
De voorzitter, de heer Mr. J. Portuijn Droog-
leever, opende haar en stelde voor naar aanleiding
van het voorstel van het hoofdbestüur om de gewone
algemeene vergadering in art. 19 van 't reglement
voorgesohreven, niet te honden, ook de1 afdeelings-
vergadering die vóór die algemeene vergadeiing moest
plaats hebben niet te honden, welk voorstel werd
aangenomen.
Daarop zon de bespreking aanvangen van 't wets
ontwerp van den heer Heemskerk, toen eerst de
heer G. B. Lalleman van Moordrecht het woord vroeg
om den man te gedenken die dezer dagen overleden
waa en die veel voor het onderwijs had gedaan, nl.
Dr. Iindo. Ieder die belang stelt, zeide spr., in de
zaak die Volksonderwijs ter harte gaat, gevoelde gc-
wisseljjk sympathie voor hem, die zijne beste kraoh-
ten aan de zaak van 't onderwijs wijdde: De mare
van het overlijden van den edelen man, die met ijver
als inspecteur van 't lager onderwijs in Zuid-Holland
werkzaam was, is geheel het land doorgegaan, zeide
spr., maar nog lang zal hjj in de herinnering van
't dankbare volk blijven leven. Hoewel geen Neder
lander van geboete, was hij een volbloed Nederlander
geworden en hoewel het hier niet de plaats is hem te
gedenken als letterkundige, mag het hier uitgesproken
en met, dankbaarheid vermeld hoe hij twaalf jaren
lang ziob aan 't onderwijs heeft toegewijd Hij ruste
van zijn arbeid, zeide spr., noode zien wjj hem heen
gaan, zijn werk blijft vruchtdragend voor de zaak van
't volksonderwijs in Nederland!
De vergadering gaf door lnid applandissement blijken
van hare instemming met deze woorden en daarop
werd 't wetsontwerp besproken in dezelfde volgorde
als de Bode sas Volksonderwijs dat behandelt.
Vooreerst was aan de orde: Het voorbereidend
enderwjs.
De heer Dr. W. Julius vestigde bij dit punt de
aandacht der vergadering er op, dal er thans bij
dit wetsontwerp voor het eerst kans bestaat op een
wettelijke regeling van het voorbereidend onderwijs.
Zooals men weetf zeide spr. had de Minister Fook
een' regeling klaar gehad, maar een veranderde poli
tieke toestand was oorzaak geweest dat daaraan geen
verder gevolg was gegeven, zoodat het een zeer ver
blijdend verschijnsel was dat een poging tot regeling
werd gedaan, hoewel 't moest gezegd, zeide spr., het
een zeer schroomvallige poging is en niet meer kan
genoemd worden dan een eerste sohrede. Naar spr.'i
overtuiging moet Folhsondcrwijs zich dan ook niet
neerleggen bij die zwakke poging, maar veeleer er
met kracht naar streven een goede regeling in dese
te 4oen invoeren. Art. 17 van 't ontwerp spreekt
toch eenvoudig van de bevoegdheid der gemeenten
om voorbereidend onderwas te doen geven, zoodat
het mogelijk is dat 't hier en daar goed geregeld wordt,
maar meer niet. Het hoofdbestuur is met die bepaling
dan ook niet tevreden en de Bode waarin het zijn
gevoelen uitspreekt is hier, naar spr's gevoelen, een
bode ten goede, een gids, dien wij moeten volgen,
spr. wensoht dat onze afdeeling als overtuiging uit
spreekt dat de stap door de regeering voorgesteld in
deze, te sohroomvallig is en wij vooral, die iu ons midden
een man hebben, die ook practise! geheel met 't voor
bereidend onderwijs bekend is, en ons in een rede, die
hij daarover vroeger in-ouze afdeeling heeft gehouden
met den tegeuwoordigen verkeerden toestand heeft
bekend gemaakt, moeten zeide spr. ons aansluiten
bij het gevoelen iu den Bode geuit.
Daarop was (pan de ordeDe leerstof der gtseone
Volksschool.
De heer Posthumus zeide, met leedwezen gezien
te hebben, dat er in't wetsontwerp één vak geschrapt
is, nl. de vormleer. In de Memorie van Toelichting
zegt de minister, dat de redenen van 't weglaten
van dat vak lag in de weinige animo, waarin het
onderwijs daarin gegeven en ontvangen wordt en
niet beantwoordt aan het doel't gemakkelijk maken
van de beoefening der wiskunde. Spr. heeft onlangs
in een districts-vergadering de vormleer als vak op
de lagere schooi verdedigd en hoewel hij dat hier
niet uitvoerig doen kan, wil hij toch zeggen, dat hij
het niet wijt aan het vak zelf, dat 'i niet gewaar
deerd wordt. Hjj betreurt het, dat de Bode vrede
heeft met de schrapping en hij zou wenschen, dat de
afdeeling pogingen in het werk stelde om de vormleer
te bewaren voor de school.
Daarop gaf de voorzitter te kennen, dat het bestunr
eerst gemeend had, over ieder te behaudelen punt een
oouolusie door de vergadering vast te doen stellen,
maar dat, bij nader inzien, 't weusoheljjk voorkwam,
dit niet niet te doen. Zijn er punten, die sommige
leden der vergadering anders beoordeelea dan de Bofle,
dan zou, meende spr., voor die punten een eonolusie
kunnen voorgesteld, bv. over dit punt zou door de
vergadering een oordeel kunnen worden uitgesproken.
De afgevaardigden zouden hiermede op de Algemeene
Vergadering kunnen rekening honden, want hoewel
zjj niet voorzien worden van een imperatief mandaat,
.kunnen zij toch wellicht, den geest der afdeelingen
kennende, dat in aanmerking nemen.
Nadat de heer Snel den heer Posthnmus nadere
inlichtingen had gevmagd waarom hij de vormleer zoo
goed vond, verklaarde die heer zioh nader, en hoewel
het te veel tijd zou kosten ile vormleer in alle op
zichten te verdedigen, zeide hij, dat z. i. vormleer
niet is een voorbereiding van de wiskunde. Het
dient voornamelijk om de kinderen te leeren sim,
en, bij een goede methode, is zij geschikt om hen te
leeren denken, scheppen en teruggeven. Nn zegt men
welhet teekenen is in 'l ontwerp opgenomen en
daardoor vervalt de noodzakelijkheid der vormleer,
maar dat is niet voldoende. Als 't vakde vormleer
genoeg kraoht heeft om zelfstandig te blijven bestaan,
en datbeeft zij is er geen reden haar op te heffen.
Nadat de voorzitter gevraagd had of vormleer
eigenlijk niet behoort bij 't voorbereidend onderwijs,
en de heer Posthumui dit ontkennend had beantwoord,
zeide de heer Julius, het gevoelen van den heer
Posthnmus niet te deelen. De vormleer, zeide spr.,
dient, volgens den heer Posthumus, om de kinderen
te leeren zien, denken, scheppen en weergeven, maar
spr. is overtuigd, dat menig ander vak, wanneer men
het ging ontleden, diezelfde resultaten zou hebben,
spr. gelooft gaarne, dat vormleer daarvoor dienstig
is, maar evenzoo andere vakken, en nu is dit de
groote quaestie of de vormleer een nieuw element
van ouderwijs is, dat ln*fen behoefte voor de vor
ming van het kind, voorziet, waaraan niet op andere
wjjze voldoende wordt tegemoet gekomen. En dat
gelooft spr. niet. Het haudteekenen wordt bv. in't
ontwerp genoemd t echter niet als vereischt vak
en ook het onderwijs in 't lezen leert de kinderen
denken en scheppen. Dat lijdt, geen twijfel. En de
vraag of de vormleer juist voor jonge kinderen wel bjj
.uitstek geschikt is„ meent spr. niet bevestigend te
kunnen beantwoorden.
Nadat de heer Posthumus zijn gevoelen nog nader
had toegelioht en verklaard, dat de vormleer veelal
verkeerd beschouwd wordt eu er een verkeerde methode
bjj het onderwjjs daarvan gevolgd wordt, hoewel er
toch een zeer goede methode ia, waardoor men eerst
langzamerhand tot het abstracte overgaat, verklaart
de heer Mr. P. J. Snel, zioh incompetent een oordeel
in deze nit te spreken, daar de heer Posthnmna hem
niet overtuigd had en zegt de heer J. Dutilh, dat hjj
zioh zeer goed herinnert hoe bet onderwjjs in de
vormleer hem dienst deed bjj het onderwjjs in de
meetknnde, en daarop zeide de heer H. W. Kramers,
het eena te zijn met den héér Posthnmus in zoo vem
dat diena methode hem toelaohte, doch van het ge
bruik dier methode, had spr. bjj zich weinig vrucht
gezien. De vormleer noemde apt. eeu stiefkind, da
onderwijzers houden niet van de vormleer, da meeaten
onderwijzen het niet goed, 't wordt of ala teekeu-
of als meetkunde besohouwd, en beiden is verkeerd.
Op dames-sobolen is de vormleer zelfs gehaat en van
't nar, daarvoor bestemd, worden, zooveel mogelijk,
nog stokjes afgeknipt voor andere vakken. Als het
onderwjjs in 't teekenen wordt ingevoerd als verplicht
vak, zeide spr., kunnen we de vormleer wel fuisaen.
De heer Lalleman vindt eveneens de methode van
den heer Posthumus, zooals die haar onlangs ver
klaarde, uitstekend, maar die methode is al een 12
a 14 jaar in de wereld, ieder heeft er kennis van
kunnen nemen en voorts heeraoht in 't noorden dit
Idea daarover, iu 't zuiden weéreen ander enz. Omtrent
den aard van 't leervak heerscht bjj de onderwijlen ver
schil van gevoelen en bljjft de vormleer als leervak
bestaan, 't zal zwevende bljjren eu geen voldoende
resultaat opleveren. Spr. is tegen uitbreiding van
de vakken op de lagen school. In hoofdzaak is
genoeglezen, schrjjven eu oijferen. Dat ia oser 't
algemeen voldoende. Daarom moet zioh het andere
ooneentreeren. Teekenen wil spr. wel verplicht hebben,
maar vormleer kan best afgeschaft.
Nadat de heer Julius uog betoogd bad dat 'tOn
derwijs in de kennis der natuur, dat onder de vaklnwwn
opgenomen, eveneens het resultaat had datdoor des
heer Posthumus voor de vormleer hud genoemd
en dese den heer Lalleman beantwoord bed dat over
zoovele andere vakken insgelijks versohil van opinie
bestond in 't noorden en zuiden onder de ondervjj-
zers en hjj nogmaals zijn gevoelen toelichtte, ver
klaarde de vergadering met meerderheid van stemmen
als haar gevoelen, dat de vormleer van de fijst der
vakken moest wegvallen.
Daarop sprak de heer Lalleman een woord over
't onderwijs in den tang. l)e wet van '57 stelde dat
verplichtend, dit wetsontwerp niet. Dit betrenrt spr.
Zangonderwijs is van kraehtigen invloed op de be
schaving der kinderen, 't hoort t'huia op de school,
't heeft daar recht van bestaan gekregen. Wordt 't
facultatief gesteld, zooals de regeeriug 't voorstelt,
dan zal het, vreest spr. opvele plaatsen gesohrspt worden.
Dat zal strekken ten nadeele van 't kind. Er moest
aan dat vak meer recht worden gedaan ook big da
acte-examens, niet alleen theoretisohe, maar ook prnc-
tische kennis -moest gevorderd. 8pr. self beeft «echt
zangonderwijs genoten, hjj gevoelt de wrange vruchten
daarvan en dat juist doet hem een lans breken voor
dat vak, dat bepaald imperatief moest gesteld worden.
De heer M. van Dantzig is dit niet eens mat den heer
Lalleman. "Ia 't vak verplichtend, dan sal ook de
knapste persoon, alleen door niet te kannen zingen,
buitengesloten zijn van 't onderwijszak. Vroeger kwam
het zingen vooral in aanmerking, toen de onderwijzen
ook voorzangers in de kerk waren. Dit is gelukkig
beter geworden, van het kannen zingen moet niet zooveel
afhankelijk worden gemaakt, en het verpliehtend stellen
van onderwjjs in den zang zon verkeerd werken.
De heer Kramers wil net onderwijs in den zaug
bepaald als verplicht vak behouden. Onee natie seide
spr. ia hg wil niet zeggen een zangere natie,
maar toch er is hier veel gevoel voor muziek. Wat
wordt er b. r. hier ter stede niet veel sa* gedood
En zaug op de sobool ia goed.. Hét is was
de kinderen op school komen niet zoo ver, dat ijj
ooulant een stuk van 't blad ltannen lezen, maar het
ziigeu dient tot veredeling van 't kind. De woorden
die kinderen zingend nitipreken, werken meer op hen,
dan'gesproken woorden. Daurbjj, het is een uitspanning.
Bjj 't begin en 't einde van de lea klinke een lastig
liedje, dat is goed. Wat nu aangaat het doer dam
heer r. Dantzig gezegde, zegt spr. ast bjj 't bijna aem
ia met Lather, die zeide„Een schoolmeester, die
niet zingen ksn, kijk ik niet an*; een onderwgur moet
kannen zingen. Spr. zingt zelf leeljjk, «oma moert hij
vroeger daardoor bij examens eenige punten missen m
zelfs de boereu zeiden„leien doe je mooi, msar rin
gen, dat kon wel beter,* maar juist zjjn gemis aai die
knust doet spr. uit ervaring zeggen s dat het moet ba-
houden blijven.
Aan de orde was De wegvalling ia 't ontwerp val
't meer uitgebreid lager ondeneys.
De heer Julius betoogt hierbij dat de bepaling»
ovsr dit punt in het ontwerp eensdeels wensoheljjk,
anderdeels verderfelijk rijn, hjj beduidt de wensoheigk-
heid van de bepaling dat onderwjjs kan worden as-
geven in de beginselen van een vreemde taal en die dw
wiskunde, doch dat het verderfelijk ia dat het wetsont
werp aan de gemeenten het reoht geeft de soholei
van m. u. 1. o. op te heffen en de heer Measemaka
verklaarde daarop de wensohelijkheid dat het meer uit-
gebr. lager onderwjjs blijft bestaan tot de nieuwe wel
op 't middelb. onderwjjs lal herzien zjjn.
Aan de orde waren voortsDe echoolgebouseen.
De heer Dr. H. IJssel de Schepper neemt hier 't woord
en releveert, dat hjj, evenals de eohrijver of schrijven
in den Bode angstig is, dat wat dit wetsontwerp nest
geeft dan de wet van '57 weinig reenltaten zou opleve
ren. Het toeziehtop de schoolgebouwen ligt gebed
op dan weg van t geneeskundig staatstoezicht. De
eisohen in het wetsontwerp gesteld, zijn wei-
f
nig, art. 6 vordert alleen, dat voor ieder Jtiad minstens
een plaats van 70 vferk. deoimeter oppervlakte-en 4
kubieke meter ruimte aanwezig moet zijn, maar zegt
spr, we kunnen gerust zeggen, dat er keel wat scholen
te vinden zijn, die aan die eischen van ruimte voldoen
en toch niet aan de eischen van de gezondheidsleer
beantwoorden, voornamelijk wat betreftluchtver-
▼essching en verwarming. Dit wetsontwerp voorziet
in de behoeften daarvan niet. De Bode zegt, dat
in 't Buitenland onderzoekingen zijn gedaan, die
treurige feiten aan 't lioht braohten, ook hier te
lande is dat geschiedt, spr. is van zeer n^Q bekend
met de, resultaten van een onderzoek, die eveneens
trtarig waren. Vele hoofd- en hulponderwijzers, zeide
opr., zijn wel eena beschuldigd van haat tegen versche
luoht, spr. heeft altjjd het tegendeel beweerd, zjj zjjn
niet tegen iuohtverversohine gnqtemd, maar wel hebben
jjj, en vrjj natuurljjk, jmrteghn tocht. Ér is eeu
groot onderscheid tusschen luchtververschiug en tocht,
zegt spr, wat niet steeds wordt ingezien: er bestaat
in vele scholen zelden luohtververschiu^ of 't tocht
aan de hoofden of aan de voeten van hen die daar
zjjn. Niet zelden noemt men ventilatie, wat daar
niets van heeft, wat zelfs tot schade is voor de volks
gezondheid.
Daarop was aan de orde: De gelegenheid cm open
haar ouderwijs te genieten, waarbjj de voorzitter de
aandaoht vestigde op ark 16, waarin de beruchte
bepaling staat, dat ter beoordeeling ran de behoeften
aan openbaar ouderwijs, worde onderzocht of en in hoe
ver door anderen dan de gemeente voor voldoend
sohoolonderwjjs wordt gezorgd.
Nadat de heer Lalleman het nuttige had betoogd,
dat êr ee.i stem opging uit onze afdeeling, tegen (leze
liepaling die geheel indruischt tegen de bepaling
der grondwet iu art. 194 uitgesproken, werd op
voontct van den voorzitter door de vc«ga<lerir,g een
stemmig ala hier meeniug verklaard, (1st de afdeeling
die bepaling ten hoogste Verwerpelijk" vindt.
Aan de orde wasDe opleiding voor ouderwijzers.
Hierbij betwijfelt de heer Posthnmus of het waji-
aohelfik is, dat 't aantal kwseksohofcn vermeerderd
wordt zooals de Bode weuscht. Als «e toch, zeide
spr, een statistiek konden krijgen van de onder
wijzers door de kweekschool geleverd, zouden de
resultaten niet beantwoorden aan de verwachting,
meende spr. Vele leerlingen, gaan toch over naar
't Middel baar Onderwga, of naar andere betrezkingeu,
velen blijven niet bjj 't Lager Onderwjjs. Liever
wil spr. 't getal normaalscholen uitbreiden.
De beer Lalleman deelt dat gevoelen niet Ja,
«ommige leerlingen der kweekschool gaan wal over tot
het M. O. maar veel niet, er is inderdaad een statis
tiek van de kweekschool te Haarlem, en deze be wijst,
dat de beschuldiging ongegrond is. Maar spr. wil
evenals de heer Posthumus, ook uitbreiding der
normaalscholen, hjj is eohter tegen opleidende klassen,
niet als ze werden ingerioht als de normaalscholen,maar
nooala ze nu zjjn want 't ecaig resultaat daarvan is
{Wordt vervolgd)
Te Njjmegen cal een badhuis worden opgericht
aan de linker Waaloever. De stad heeft daarvoor
12000 op de begrooting gebracht.
Sinds 21 Februari is te Emden geen nieuw
geval vau veetyphua meer voorgekomen. Onze
Noordelijke en Noord-oostelijke grenzen worden nu
door rjjks-eu door gemeente-veldwachters, door infan
teristen en door huzaren behoorljjk tegen invoer
van verdachte voorwerpen (vee enz.) beschermd.
De verwaehting, dat ons Land vrij zal blijven van
de ramp, die het bedreigt, wordt dna bjj den dag
meer gegrond.
'liet Multapstior» bond, ter bestrijding van mis
bruik van bedwelmende dranken, neemt in den
laats ten tjjd zeer iu omvang toe. Voortdurend
vermeerdert niet alleen het aantal leden, maar ook
telkens worden nieuwe afdeelingen opgerioht. Zoo
is dezer dagen eene afdeeling gevestigd te Zwartsluis,
die het voor die gemeente zeker aanzienlijk getal
van 61 leden telt. -
Over de te Utrecht epidemisch heersohende granu-
leuse oogontsteking sohrjjft men, dat deze nog niet
afnemende is, ondanks de vele maatregelen, welke
genomen worden om verdere uitbreiding der ziekte
tegen te gaan. Ook elders sohjjnt deze oogziekte een
epidemiaoh karakter te zullen Verkrijgen. Althans moet
zoowel onder het garnizoen te Amerefooirt, all bjj de
marine te Amsterdam het getal lijders aan granuleuae
oogontsteking vrjj aanzienlijk zgo. Te Vlissingen en
Naarden hebben zioh tot dusver slechts sporadisohe
gereHkn voorgedaan.
Naar aanleiding van het melk-oadenoek te Dor
drecht, waarvan de Arnh. Ci. constateert, dat tot eer
Tot ons leedwezen moeten «ij hier het Verileg sfbre-
hen, meer de weinig beaehikbero ruimte soodsuukt oae kat
vervelg tot nas vólgend nr. tn bewnren.
nn RZtecnr.
van dia i#du«triéelen mag worden -gezegd, dat geen
hunner meer dan 50 pCt. Water voegde bjj zjjn melk
of liever, bjj de melk van zjjn klanten schrijft
genoemd blad verder:
„Dit onderzoek is van belang voor de lieantwoor-
ding van de vratig wit wij eten en drinken, en het
ware niet kwaad, zoo het ook iu andere gemeenten
werd toegepast. Maar nog beter zou het wezen, indien
het mogelijk ware een periodieke proef iu te stellen
en te bepalen, dat de uitslag de eerste mnel slechts
als wetenschappelijk resultaat zou worden medegedeeld;
bij de tweedè proefneming de verkoopers der minst
aangelengde melk zouden bekend gemankt worden,
en bjj het derde onderzoek alle namen met het per-
ceutcijfer er bij renneld publiek zouden worden ge
maakt.
„Langs dien weg ware misschien beterschap in de
zaak te verkrjjgen.'
Het aantal stoomgemalen ifl den Krimpenerwaard
begint toe te nemén. Reeds bestaat een 'gemeen
schappelijk hoogstoomgemaul voor de polders Sehuagt,
den Hoek en Zuidhoek; alsook een dergelijk voor de
polders Stolwijk, Beierscbe- eo Achterhoek; eerlang
zal een laagstooingemanl verrijzen voor de beide bo
vengenoemde Lekkerkerksche polders; tot stichting
tan een gemeenschappelijk hoogstoomgemaal voor de
polders Krimpen op de Lek eu Laugelmid en Kor-
teland, ondez Krimpen op d'IJsel, is besloten, terwijl
ten slotte eene zeeds benoemde Commissie voor de
genoemde polders Stolwijk c. s. hoogstwaarschijnlijk
tot stichting' van reu gemeenschappelijk laagstoom-
gemaal z.il advisee ren. Stolwijk zelf had reedt enkele
jsren geleden (lat beslnit genomen.
De commissie van oppertoezicht en beheerder Kweek
school voor Zeevatrt te Leiden msakt bekrud dat op
Maandag 26 deeer iu voornoemde Iuriohtiug eene keu
ring zal plaats hebben van knapen, die eene verbin
tenis in 's Rijks zeedienst wenschen aan te gaan.
Onder herinnering aan hetgeen onverwijld (d. i. dus
zonder eerst de politie er bjj te haleu) moet geschie
den bij 't vinden vaU een drenkeling, een verhaimene,
een bevrazene of iemand, dfc door kolendamp schijnt
gestikt te zijn, ten einde deu wellicht nog nog sloehts
schijndoode in het leveh terug te roepen, heeft
de Maatschappij tot redding van drenkelingen een
premie uitgeloofd aan hen, die kannen aantoonen,
j binnen het Koninkrijk der Nederlanden, de Neder-
landsohe koloniën of aan boord van een schip onder
Nederlandsche vlag een schgndóoden drenkeling of
iemand, die tengevolge van bevriezing, verhanging
enz. in schjjndooden toestand verkeert, tot het leven
ternggebracht te hebben.
Deze premje bestaat, ter keuze van den redder, óf
iu de gouden medaille der Maatsahappjj, met vermel
ding daarop fan deu naam der raddere, beneven» de
plaats waar en bet jaar waarin de redding heeft plaats
gegrepen; óf in een geldsom, ten bedrage van een-
en-dertig gulden en vijftig oent; óf in de zilveren
medaille, met vermelding alt boven, en zeven-en-
twintig galden aas geld; óf eindelgk in het kistje
met instrumenten, tot gebruik bij de behandeling van
sobjjndooden.
Wanneer onderaoheiden personen tot het bentel van
den sohjjndoode hebben bijgedragen, zal de boven
genoemde premie, ter waarde van een-en-dertig walden
en vjjftig oent, naar goedvinden van diraltenren,
onder hen naar billijkheid verdeeld worden.
Om op de uitgeloofde premie aanspraak te knnnen
maken, moet men zich, buuen een jaar na het voorval,
aan het gebouw der Maatsohappij, op het Rokin te
Amsterdam, aanmelden.
Door ket Algemeen Bestuur ren Multapatior's
Bond is een adres aan de Twaede Kamer der
Statcn-Generaajj verzonden, om te verzoeken, „dat
in de lagere school de kennis van de waarheden
van de gezondheidsleer door de meest gepaste mid
delen worde bevorderd." Het Algemeen Bestunr
van genoemde Bond meent, dat de kennis van het
groote nadeel, door overmatig gebruik van alcohol
op het liohaam uitgeoefend, velen van de kwade
drinkgewoonte zal terugbrengen.
In het einde van Januari werd te AJleudorf, een
stadje in de nabijheid van Kassei, een doofstom jon
geling van ongeveer 19 jaar door de politie aange
houden, wieus herkomst men tot dusverre nog niet
heeft kunnen vernemen. Nadut men hem in de doof-
stommeniiiriohting te Homburg had ondergebracht,
kwam men door teekens van hem te weten, dat eene
deftige dame, welke o. a. 3 ringen aan hare vingers
droeg, met hem op reis wss gegaan, voorts in eene
restauratie van een station, met hem het «en ea ander
had gebrnikt, een plaatsbiljet voor hem had gekookt,
hem naar dsn waggon had gebracht en daar onder
tranen en kusien van hem afsoheid had genomen.
Van zijnen vader herinnerde hg zioh slechts dit, dat
deze hem hem pp jeugdigen leeftijd was ontvallen
en dat hij aan diens graf. had geweend- Tot dusverre
had hij geleefd op eene plaats waar veel huizen waren
en in de nabijheid van een groote rivier. Door middel
van het verspreiden van pbotografische afbeeldingen,
die Ineii aalistonds vafl den oilg. lukkige heeft doen
vervaardigen, hoopt men iets naders omtrent hem te
tullen vernemen.
Burgerlijke Stand.'
GEBOREN10 Maiirt Prsncileu», Johannes, ouders A
H. Peletier en A. Alhlas. Johan, ouders T. Klaars en
R, Sjerp». Susannn, ouders P. J Koemaos en O. Mikkers.
Jacobov Johannes, oudera G. C. Maree en A. vaft
der Steen. Arie, oudere G C de Jong en IJ. Toen.
Tl. Marten Evert, ouders J. van Kuiken en A. Toppers.—
Sophia A otonetta, ouders J. J A. Fratacolla en W A. via
der Noot Hendriks, ouders J. Mikkers eu J. ven Hoon.
Qoroi lis Johan nes. ouder» J. Teeowen en M. Bach,
12 Petros, ouders P. Prinlenberg en J. A. Heerkens.
Johnnui», ouder» D. eau Waas en D vou Hum.
OVERLEDEN: 10 Maart, M. C. Okerdjjk hoigvr. vin
R P. M van Alderwerelt, 32 j 10 m. M Vingerling
wod. J Broekhuijren, 67 j 11 m. J. Cinkn wed. W.
-»■« der Potten, 02 11. G de Koning boisvr. van
T, Grendel, j. M M. Hooehout, I j. 6 n. 12. i
C. Woerlee huisvr. ven F. Weiter, 57 j.
Gevonden voorwerpen, aan het Bureaa van Politie
alhier gedeponeerd:
Een Vrouwenzak waarin een Flacon en 'andere
voorwerpen. Een witte Zakdoek.
Voorspoedig bevallen van een Zoon,
I - - A. van KUIKEN—Toimm.
Gouda, Jjj Maart 1877.
- *o* Na eene korte ongesteldheid overleed
beden mjjne geliefde Echtgenoot NEELTJE
CORNELIA1BLAN KEN, in den ouderdom van
68 jaren.
Lp J. DROOGLEEVER FORTUIJN.
Gouda, 9 Maart 1877. -
i Heden overleed zacht en kalm na' eene
langdurige ongesteldheid, in den ouderdom van
ruim 38 jaren, mjjne geliefde Echtgenoote MA
RIA CORNELIAOVERDUE, mg na eane
gelukkige vereeniging van ruiin 14 jaren vier
kinderen nalatende.
fe. P. M. van ALDERWERELT
Gep. Kapitein O. I. Leger.
Gouda10 Maart 1877.
Op verlangen van den overledene zullen geene
uiterlijke teekenen van rouw worden aangenomen.
*o* Heden overieed in het Oudevrouwenhpis
alhier, na een langdurig en smartelijk Ijjtfen
BARBERA SIBBES, in leven Echtgenoote van
JACOBU8 van der WILLIGE, in den ouderdom
van 81 jaren en 11 maanden.
J. van der BURG
P. E. VAN DER BURG—SlBBIS.
Gouda 12 Maart 1877.
wordt GEVRAAGD. Adres bjj den Welld.
ZeerGel. Heer A. LUIJTEN.
Daar sedert den 6den dezer de Firma S. DE
LEEUW S. HAMBURGER opgehouden
heeft te bestaan, heeft de ondergeteekende de
eer ter kennis te brengen van sjjne geëerde
begunstigers, dat hjj zich nu voor eigen te-
bening als
beeft GEVESTIGD, hopende hetzelfde ver
trouwen, der vorige firma geschonken, te bljjven
genieten.
Londen, Maart 1877.
Adr. LACY SON AND HARTLAND,
60 Westsmithfield E. C.