Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
UGDI
eene nette,
de Werken,
igschriften.
gever dezer
EEÏÏS.
I'
N
d
buitenland"
1877.
N? 1966.
i
KIT,
Woensdag 4 April.
kooplog
>ERT.
BultenlanM overzicht.
Zaart
Kennisgeving.
De Drie Nota’s.
e>
i
laai,
'RANSCHE
V' I 3
o r - ----
per Schepen,
of binnen
en voor be
loofd-Agent
der overheid voor het lager onderwijs
uit tot
Geervliet.
shilvers,
n in de
jogtijdig
leden wor-
ILM. Bin-
huid haar
het leveren
GOUDSCHE COURANT.
Mr Europa,
m van Oost-
nii wegene
mjj onge
vraagd ge
en parti
sen flacon
reeds meer
niet zoo ik
k heb mjjn
■oeger ge
er mjj nog
raar goed-
lalve eerst-
met ge-
ik reeds
komt een
nakshalve
alsook op
dige, Fre-
J, desvoor-
auswoning,
uitrak, van:
ilfd hebben
,1 1
stand, wanneer zij het maatschappelijk onder-
u<»u wu OINK.. luiHir uun krachten
middelen wjjdden om het godsdienstonderwijs,
lootschapen te geven, beter te
regelen, dan zou de strijd ophouden en de Neder-
lapdsche jeugd zou de vruchten plukken van de
pogingen door staat en kerk tot hun ontwikke
ling en beschaving aangewend.
De heer Bastert dringt in de derde nota voor
root bjjzondere scholen voor uitgebreid lager
Vervolgens tracht hij art. 16 te verdedigen, door
L,-'Ul _is-
bruik dier bepaling, niet de toepassing kan,
naar het oordeel van dien afgevaardigde, tcbade-
Ijjk zjjn, en daarom wenscht bij de toepassing
laten aan de hooge regeering omdat hij
Ie
genoegzamen waarborg tegen mogeljjke
iken vindt. Het gevaarlijke van die be
paling wordt dus ook door een voorstander
geconstateerd, eene voldoende reden om haar
aanneming zoo krachtig mogeljjk te bestrijden»
In de derde plaats eindeljjk wenscht de heer
Bastert bezoldigde schoolopzieners, vooral ook
omdat lig in de meeste kleinere gemeenten
weinig practische resultaten van de inmenging
der plaatselyke schoolcommissien wacht en het
toezicht dus geheel op den schoolopziener rust.
Ziedaar de eischen van de anti-revolutionairen
en die van een gematigd man. Het antwoord
der regeering zal ons doen zien in hoeverre de
regeering gebruik wil maken van de wenken,
aan haar gegeven.
Met belangstelling verwacht men het regee-
rings-antwoord. Zal de minister in dit antwoord
het stelsel van geven en nemen verlaten en zich
verklaren Of zou eerst uit de twee aanstaande
■verkiezingen te Amsterdam en te Tiel moeten
bljjken, in welke richting zich de volksgeest be
weegt om.daarnaar het antwoord te richten?
Nu piet de wil der vertegenwoordiging is,
om het onderwjjs te r
schen, dat het antwooi
sede loop,.
Behouwen,
ppen, eene
en hetgeen
len.
omen, ten
’Rl^JT te
regelen, ware het te wen-
ord zoo Spoedig mogelijk
ingediend werd, opdat de vertegenwoordiging
by haar terugkomst het ontwerp in openbare
beraadslagingen kan behandelen. L.
De berichten nit Londen en St. Petersburg doen
verwachten, dat gedurende de Paaschdagen het Rus
sische protocol zal geteelwnd zijn. Voorloopig waaien
de politieke winden dus weder uit den vredehoek.
Men zij echter voorzichtig niet al te groote illusiën
te maken. Want door al het loren en bieden zal
er niet veel bijzonders tot stand gekomen WB hoog
stens iets dat de schijn redt en roorloopig den oorlog
voorkomt, totdat Ruslands financiën gunstiger zjjn.
Omtrent deu inbond is niets bekend.jhleuzegt,dat
Rusland zou beloven zich te ontwCmenen, zoodra
Turkije vrede heeft gemaakt met Montenegro eu het
Turksche leger gedemobiliseerd is. De Russische
regeering wenschte deze belofte niet in het protocol
1. De bevordering van de opleiding van het
uitreiking van verlof-acten tot het.
3. De uitbetaling van een vaste jaarwedde
van rykswege aan alle ondet^paprs, volgens bij
deze wet vast te stellen regelen
4. De toekenning van pensioen aan alle on
derwazen, mede volgens by deze wet vast te
stellen regelen;
5. Het houden doer de gemeenten van scho
len, zitpla
wier ouuei
hen begeeren.
6. Het hot -
Zal wel geen voorstander der openbare school
bezwaar hebben tegen het vermelde onder 1, 2
en 6, door het gestelde onder 5 zou de tegen-
woordige 1
der onderwys zou regel, het openbaar onderwijs
uitzondering worden, en wat nu punt 3 en 4
betreft, hier treedt de geld-quaestie zoo op dan
voorgrond, dat alleen daarom de regeering nooit
zal kunnen besluiten om die eischen in te wil-
M.
ten op alle
De VOORZITTER van den Gemeenteraad te Ouada,
geeft, naar aanleiding der Wet van deu 4deu Julij
1860 (StaalMui n°. 87), kennis, dat de Lijsten, de
persoMU aanwyaende, die tot het kiezen van Leden
der TWEEDE KAMER van de STATEN GENE
RAAL, van de PROVINCIALE STATEN en van
deu GEMEENTERAAD bevoegd zijn, definitief ge
sloten en op de Plaatulijke Secretarie zijn nederge-
Legd, alwaar daarvan inzage kan worden genomen
op de werkdagen ran des morgens 9 tot des namid
dags ëéa ure, terwijl bovendien eerstgenoemde Lijst
is aangeplakt aan den ingang van de St. Mhonie-
etraat, bij den Kleiweg, de tweede aan den ingang
van de Patentee^ en de laatstgenoemde aan den in
gang van de Korte Groeneadaal, bij de Markt.
Gouda, den 28n Maart 1877.
De VOORZITTER voornoemj,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
Achter het voorloopig verslag der vertegen
woordiging omtrent het wetsontwerp tot regeling
van het lager onderwys worden drie nota's ge
vonden, even merkwaardig om hetgene zy be
vatten, als om hetgene men vruchteloos daarin zal
zoeken. Afgaande op den inhoud van het ge-
heele verslag, dat een bedaarde verbetering van
ons onderwys bedoelt met behoud der grond
slagen van de wet van 1857, had men in de
nota’s de denkbeelden der tegenstanders mogen
verwachten, en gedeeltelik is dit dan ook net
gevalvan anti-revolutionaire zydewordt en
tegen het ontwerp en tegen het verslag in de
eerste nota verzet aangeteekend. Van Katho
lieke zyde had men in de tweede nota hetzelfde
kunnen verwachten, maar die party heeft gemeend
het zwjjgen te moeten bewaren. Wel voeren
de bladen dier party een heftigen stryd tegen
het ontwerp, wel wordt het daar volstrekt on
aannemelijk en een bespotting der bekende
grieven genoemd, maar te vergeefs zoekt men
in het verslag naar iets, wat aan de Katholieke
gemoedsbezwaren voldoening zou kunnen geven.
Wel wordt gezegd dat de verplichte school-
geldheffing en de redactie van art. 16 slechts
schjjn-concessiën zjjn, maar wat men verlangt,
wat meneischt, wordt niet vermeld.
De tweede nota toch is ook van een lid der
anti-revolutionaire zyde, die zich in deze zaak
van zyn party afscheidt.
Eindelyk zullen zeer zeker eenige leden der
vertegenwoordiging niet ingenomeu zyn met de
denkbeelden van vele en zeer vele leden der
Kamer, die ja wel willen verbeteren, maar lang
zaam, zooveel mogelyk met behoud van den
tegenwoordigen toestand. Van de radicale party
had men een nota mogen verwachten, maar ook
in die verwachting is men teleurgesteld, de derde
nota toch is van den heer Bastert, die zeker niet
onder de 'radicalen zal geteld worden en in deze
nota ook volstrekt geen radicale beginselen ver
dedigt; de drie zeken, die door dien vertegen
woordiger nogmaals besproken werden, waren
reeds voldoende in het verslag toegelicht, die
nota is dan ook welde minst belangrijke, maar
misschien de meest praktische der drie.
In de eerste nota leggen acht leden der anti-re
volutionaire party hun beginselen bloot. Zij stel
len van de aanneming van een door hen geformu
leerd nieuw artikel 1 hun verdere medewerking
om de wet tot stand te brengen, afhankelijk.
En wat willen zy nu?
Het nieuwe artikel kan het ons leeren, het
luidt
De zorg
strekt zien
zyn de, aanmerkingen tegen het onderwijs, dat
onder het toezicht der kerk staat, of liever,
kan het op den naam van- onderwijs in den
godsdienst aanspraak maken?
Velen zyn er in de laatste dagen weder toe
getreden, zy hebben hun beljjdenis afgelegd, hoe
weinigen hebben dit uit volle overtuiging kun
nen doen 1 Aan wie de schuld
Nauweljjks één uur in de week wordt onder-
wjjs 8eBeven, en hoe is dit onderwys dan nog
dikwgls Maar genoeg hierover.
Wanneer de bestrijders van ons neutraal
onderwys berustten in den tegenwoordigen tee
rtJ_-
wys aan den staat overlieten, maar hun krachten
en middelen wjjdden om het godsdienstonderwijs,
door de kerkgenootschapen te geven, beter te
regelen, dan zou de stryd ophouden en de Neder-
landsche jeugd zou de vruchten plukken van de
1-1 .11 i
beschaving aangewend.
eerst aan op het behoud van het subsidie-stelsel,
onderwys. in het belang der kleinere gemeenten.
17 A^TTrtl COM O AwAaLA LU mmA 1 A J - J
te wijzen op tegenwoordige toestanden; het mii
Kwiillr dl AW aa-iaI, —U A J A - - - 1
het oordeel van dien afge'
over te laten BHN olan
noch by den raad, noch by de geideputeerdi
staten -
zyn blootgelegd. Zeker zal de minister na deze misbrui!
den zoo
ondervrijzend personeel.
2. De uitreiking va
geven van onderwys;
3. De uitbetali -
van rykswege aan
De toekenning van pensioen aan alle on-
stellen regelen;
5. Het houden doer de gemeenten van scho
len, zitplaatsen opleverend voor alle kinderen,
-jts of voogden openbaar onderwjjs voor
let houden van toezicht op het onderwys.
1 geen voorstandei
hebben tegen het
toestand geheel veranderen, het bijzon-
uitzondering worden, en wat nu punt 3 en 4
~md, dat alleen daarom de regeering nooit
innnen besluiten om die eischen in te wil
ligen. Blykbaar heeft men reeds met tal van
bezwaren te worstelen om de openbare onder
wijzers eenigszins voldoende bezoldigingen te
geven, wat zou het dan zyn, als ook de byzondere
onderwijzers uit de staatskas bezoldigd moesten
worden?
Zyn dus déze eischen noch door deze regeering
noch dooreen volgende voor inwilliging vatbaar,
men moet erkennen, dat openhartig de weneehen
verklaring overtuigd zyn, dat zyu ontwerp ons
den zoo gewenschten vrede na jaren van stryd
niet zal brengen, maar tevens dat die vrede te
duur zou gekocht zyn als die alleen op die voor
waarden kan, gesloten wordeta. Stryd dus ook
in bet vervolg, stryd, wat ook het lot van dat
ontwerp moge zjjn; bljjftagitatie plichtsbetrach
ting voor de anti-revolutionairen, de voorstanders
van óns openbaar neutraal onderwijs moeten het
eenige wapen gebruiken wat hun na verloop van
tjjd de overwinning kan en moet verschaffen:
verbetering van het volksonderwijs.
De tweede nota van een afgevaardigde uit ons
district, den heer Bichon van IJselvnonde (de
heer Kuyper had de eerste mede onderteekend)
verdedigt een andere regeling van ons volkson
derwijs; hy wil splitsing der volksschool naar
de godsdienstige gezindheden in grootere ge
meenten, en subsidie aan byzondere gezindheids-
scholen in kleinere gemeenten.
Hervormde, Luthenche, Doopsgezinde, Retnon-
strautsche, Katholieke, Oud-Katholieke en Is
raëlitische scholen, om nu nog niet eens te
spreken van de onderafdelingen in ieder kerk
genootschap. Want zeker zullen niet alle her
vormden hetzelfde onderwys voor hun kinderen
begeeren, en dit zal ook wel enigszins met de
Katholieken het geval zyn.
Hoevele scholen en schooltjes dus, hoeveel
oorzaken van verdeeldheid, twist en godsdienst
haat niet slechts op het gebied van het onder
wys maar ook in de gemeenteraden en de ge
zinnen. Moet dit het middel zjjn om den
tegenwoordigen stryd te doen ophouden, dan
is zeker het geneesmiddel schadeljjker dan de
ziekte. Maar waarom toch zooverre gezocht
wat in de nabjjheid te vinden is? Men wil
godsdienst-onderwjjs voor de kinderen dee volks,
het is de plicht der kerkgenootschappen om in
die behoefte te voorzien. De staat zorgt voor
het maatschappelyk onderwys, laat de kerk zjjn
verplichtingen vervullen ten opzichte van het
godsdienstig onderwys. Zyn er gegronde aan
merkingen tegen het maatschappelyk onderwys,
door den staat verstrekt, nog meer gegrond