Laatste Berichten. a:) POSTERIJEN-. Vergadering van den Gemeenteraad. MARKTBEBIC H T E N. weuscliaH t'u ziek ook bij voortduring iu zijne vriend schap aau te bevelen. Naar iota mededeelt, z.,1 de invoer vau vee in Pruissen weldra weder opengesteld worden, schapen eu kalveren worden reeds wtêr toegelaten. De Tijd meldi het volgendeNaar wij vernemen, hebben Hunne Doorluchtige Hoogwaardigheden de aartsbisschop en de bisschoppen van Nederland een adres tot Z. M. den koning gericht, waarin zij, wij zende op de wetten, die, blijkens de jongste allocutie, door de Itoliaausche regeering tegen de vrijheid van Ie H. Stoel zijn ontworpen, Z. M. met passenden ombied verzoeken, aan hare regeeriug te gelasten, om in overeenstemming of iu overleg met andere mogendheden, tot de regeering van Italië zoodanige vertoogeu te richten of zoodanige maatregelen te nemen, als strekken kannen, om in de handhaving der vrjjheid van den H. Stoel het recht ook der Nrderlandsche katholieken te verzekeren. Voorts meldt dat blad dat msgr. A. I. Schaepman, aartsbisschop van Utrecht, aan het hoofd der daartbe gevormde deputatie, de gelukweuschen der Neder- landsche katholieken aan Z. II. den Paus op zijn gouden jubelfeest zal aanbieden. Voor de ontvangst der Nederlandsche deputatie op het Vatiöaun is de dag van 15 Mei aangewezen. Staten-Generaal. Tukede Kameh. Zitting van 25 April. Ia de zitting van gisteren is aangenomen, met 64 tegen 3 stemmen, liet wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk VII B (verbetering van de dienst regeling bij het kadaster,) na aanneming van het amendement om de landmeters voor de kantoordienst te blijven bezigen. Het wetsontwerp tot nadere regeling van de kosten der verrichtingen bij het kadaster is mede aangenomen. Heden is aan de orde het voorstel van den heer de Jong betreffende de enquête over de longziekte. Naar de N. R. Ct. verneemt, zyn de besturen der practische ambachtsscholen iu ons land met elkander in overleg getreden, om op de tentoonstelling te Parijs in 1878 ook genoemde inrichtingen waardig lijk te doen vertegenwoordigen, als belangrijk onder deel van het onderwijs bier te lande. Eerlang tal eene samenkomst van gedelegeerden uit voornoemde besturen plaats hebben, om het noodige verder te bespreken en voor te stellen. In de jongste gemeenteraadszitting van Nijmegen werd het voorstel behandeld, om enkele minvermo gende leerlingen kosteloos onderwijs te doen genieten op de scholen van meer uitgebreid lager en middel- kaar onderwijl. De heer Barge deed het voorstel, om aan de ouders tussehen openbare eu bijzondere scholen de keuze te laten, terwijl de gemeente het schoolgeld moest betalen, ingeval de keuze zich op bijzondere scholen bepaalde; zijne stem zon af hangen van de aanneming van dit voorstel, met het oog waarop de behandeling der gcheele zaak is verdaagd. Op I Januari 1877 waren in het onder St. Miohiela- gestel gelegenj instituut voor doofstommen aanivezig 130 kweekelingen, 74 jongens en 65 meisjes. In den loop van 1876 waren ontslagen of overleden 15 en opnienw aangenomen 23 kweekelingen. Naar aanleiding der zinspelingen van Stand en N. R. Ct. op mogelijke begunstiging van de oleri- calen bij de a. s. rechterlijke benoemingen, zegt de Arnh. Ct„Tot dusverre heeft men steeds de onpar tijdigheid der benoemingen op voordracht van den heer van Lynden erkend; wij zijn dus geneigd te gelooven, dat ook bij deze gelegenheid die minister zioh niet verlooohenen zal. Het Ree. Uil. bevat thans het reglement voor het fonds tot ondersteuning der weduwen en weezen van vrijwillig dienende militairen beneden den rang van officier, de min. van oorlog noodigt chefs der korpsen nit, de aandacht van belanghebbenden op dat fonds te vestigen, omdat hij van oordeel is, „dat deelne ming aan het hier bedoelde fonds in het belang is der na te laten betrekkingen van alle gehuwde vrijwillig dienende militairen beneden den rahg van officier." De ruim twee jaren geleden op zijn verzoek naar het Indisch leger overgeplaatste luitenant Verploegh van Hellow is, naar in drie verschillende gevechten tegen de Atchinezen gewond te zijn geworden, een paar weken geleden in het Vaderland en bij zijne betrekkingen te Oudewater teruggekeerd. De laatste verwonding, die hy bekomen heeft was een kogel in de linkerzijde, die, eenigzins afgestuit op een horlogie, daarvan een gedeelte had verbrijzeld. Terwjjl men in Indië meende, dat de kogel niet meer in de wond aanwezig was, was prof. Tilapnt te Amsterdam, daarover geraadpleegd, van een ander gevoelen, en de patient besloot ziob anti cene operatie door genoemden hoogleeraar ie onderwerpen. Van achter een der ribben werd toen niet alleen de kogel, ter grootte iu middellijn van ongeveer 20 millimeter, maar zijn ook de afgeschoten gedeelten good van (iet horlogie te voorschijn gebraoht. De toestand van den patient is na de operatie zeer gunstig. Voor de herstelling der Groote of St. Bavo-Kerk te Haarlem zijn door het Kijk, door de burgerlijke en door de Ned. Herv. gemeente te Haarlem geldelijke bijdragen verleend. Bovendien hebben 104 personen zich bereid verklaard om, ten behoeve van de restau ratic van dit hoogst belangrijke monument, gezamenlijk 10,000 bij te dragen. De jqbilé-zangera hebban hun expeditie in Neder land vo^braoht met een netto batig saldo van ƒ24,000. „Wanneer men by deze som de kosten rekent", zegt de' Arnh. Ct. „die het zangersgezelschap noodwendig voor de reis heeft moeten besteden, dan kan men eenigzins nagaan wat ons .land heeft opgebracht tot beschaving van de negers." Maar de neger-zangers hebben Nederland niet ver laten zonder een bijdrage voor den herbouw van het verbrande Steenbeek achter te laten een fijne manier inderdaad om aan Nederland ecu pijnlijke waarheid te zeggen. Gij werpt ons uw goud met volle handen in den schoot, zoo zou men de daad kunnen vertolken, maar verliest gij niet te veel het voorschrift uit het oog, dat men verplicht is iu de eerste plaats wel te doen aan de eigen broederen, die het noodig hebben Zijn er niet talrijke inrichtingen in uw eigen land, die vóór ons aanspraak hadden op uw steun, maar er tb vergeefs om vragen? Wij voelen er ons wel wat bezwaard over, al 't ons geschonkene meê te neinenwij staan er een deel van af voor uw Steenbeek. Met genoegen zien wjj intusschen, dat toch ook voor Steenbeek met mildheid gegeven wordt. Moge aan ieder, die voor goede Nederlaudsohe instellingen behoefte heeft aan geldelijken steun, evenzeer reden tot roemen gegeven worden. n't Is toch jammer," schrijft men uit Amsterdam aan het Vtr. Dagblad dat de tuinbouwtentoonstelling 't zoo slecht treft met het weer." Ziedaar de zeer zeker niet overdreven klacht, die door de meeste Amsterdammers wordt geuit. En inderdaad, die koude Noord-Ooster, die verleden week, dag aan dag, gierde eu guurde en met ziju killen adem de schoone eerste lingen der linie deed verschrompelen en verwelken, eindigde met eene totale ravage op het Frederikspleiu teweeg te brengen. Mier zag men de azalea's van bloem ontdaan, ginds lagen de potten en stammen door elkander, daar weder ontwaarde men de prach tige, zij 't dan ook zeer kleine collectie stamrozen tegen elkander aangelepnd als zochten ze onderling bescherming tegen dien ijzigen wind. 't Spreekt van zelf, dat het bezoek er onder moet lijden, uls men in een dikken winterjas gehuld en met opgeslagen kraag „de schoone bloemen des velds» in oogenschouw moet nemen. Dan wordt het schier eAstraf te dolen langs die slingerpaden, zich ergerend, dw„'t Aprilletje zoet" zulke kwade parten speelt aan deze onderneming, die bestemd was der hoofdstad'nieuwen luister te schenken. Natuurlijk zijn de menigvuldige gasten, die bij de opening tegenwoordig waren, sedert eënige dagen weder heen gegaan. Zy hebben plaats gemaakt in de versohillende hêtels, waar men tjjdeus bunne aan wezigheid geld sloeg uit eiken voet grond. Met een oprecht woord van dank verzekerde mij een hoogge leerde Duitsoher, dat men hem „genadig" had behan deld door hem in de groote zaal van een onzer hdtels een plaats te gunnen op den grond. Hy roemde de gastvrijheid van den „propriétaire" in hooge mate, omdat deze althans bereid was te geven wat hij had, en hem niet afwees zooals vele anderen deden, omdat zy van oordeel waren, dat 't wel wat veel gevergd was van zoo'n geleerd hoofd, om te rusten op kille, koude planken. In die eerste dagen na de opening der expositie heersohte Uier zeer bepaald woningnood," zoodat velen zélfs een toevlucht moesten zoeken te Haarlem. Uit het bezoek, dat het congres ten deel viel, zou men dit voorwaar niet hebben kunnen af leiden. Allerminst was de deelneming groot in de sectiën, waarvan er een paar katoen en kina zoo goed als niet werkten, natuurlijk bij gebrek aan deelneming; terwijl andere afdeelingen tamelijk, of heel schraal bezocht waren. Dit feit was inderdaad treurig, want groot was de zorg, vele waren de onkosten, welke men zioh had getroost. 't Een en ander stip ik slechts aan, ten einde 't uwen lezers duidelijk te maken, dat velen zioh te leurgesteld achten, èn de bezoekers èn zij, die zich veel moeite getroostten en tijd gaven, om de zaak wel te doe,n slagen. ',t Heeft onder anderen ik heb hierbij natuurlijk alleen de laatstgenoemden op het oog verwondering gebaard, dat Z. M. den koning bij deze gelegenheid, zuinig is geweest met ridderkruizen. Wel zegt men, was verleden Zondag do lijst opgemaaktca twee-en-dertig geriddordeu zouden zich hebben kunuen vermeien met een kruisje, indien Z. M. niet in de hoogste mate ontstemd ware teruggekeerd uit Ar til waar half Amsterdam was bijeengekomen om 's Vorsten tegenwoordigheid te genieten, waarbij men helaas, zooals meestal geen discretie hoe ook genaamd betracht. Zoo veel altham is zeker, dat Z. M. zeer verbolgen ten paleize arri veerde vele der ridders in ipe hebben 't waursohiju- lijk alleen daaraan te wijten, dat zij zioh thans teleurgesteld zien Maar reeds genoeg, over het vele, dat hier tijdens Z. Ms. verblijf voorviel; 't moge o de overtuiging geven, dat 't bezoek zich niet door couleur de rote kenmerkte. Z. M. moet echter zeer voldaan zyn geweest by het bezoek, aan de tentoonstelling van aquarellen en teekeningi-u gebracht, die in Arti'i zalen is georganiseerd. Dit was alleszins begrijpelijk. Schooner collectie toch zag men nimmer iu deze kunstzalen bijeengebracht. Trouwens, behalve de kost bare verzamelingen, door Z. M. den koning en Z. K. II. prins Hendrik afgestaan, had de commissie de keuze uit ruim dertig portefeuilles van de voor naamste kunstminnaars in Nederland, waaruit ruim driehonderd stuks werden geoogst. De Rredaiche Ct. bepleit de noodzakelijkheid vso verhooging der officierstraotementen. In ons Vader land is de officiersbetrekking niet een zoogenaamd eerepostje, tot het bekleeden waarvan alleen rjjke lieden geroepen worden. De officieren zijn dienaren van den staat, die als zoodanig betaald moeten worden, naar evenredigheid van de diensten, welke men van hen vordert. Wel is de Br. Ct. er diep van door drongen, dat de offioier de „eer" boven alles en dus ook boven het geld stellen moet. Mssr kan hij door de 'eer in zijne dagelyksehe behoeften voorzien; kan hy daarmee zijn schuldeisehers beulen Één ding is zeker; wanneer hij zijne schuldeisohers niet betalen kan, dan verliest hij daardoor zjjue eer. Reeds nu heeft de min. v. oorlog in eene oiroulaire de officieren moeten vermanen, om hun maatschappelijke politie nimmer uit het oog te verliezen, en zich alleen te bewegen in de kringen, waar zij door hunne betrek king thuis behooren. De Br. Ct. noemt het een veeg teeken, dat tot het corps zulke vermaningen moe ten worden gerioht. Het pleit voor de kordaatheid vau den min. van oorlog, dat by niet voor het toedienen van zulk een vermaning is teruggedeinsd. Verreweg beter ware het intusschen, indien hy de oorzaken uit den weg ruimde, die de vermaning noodzakelijk hebben gemaakt en daaronder is de ontoereikende bezoldiging der subalterne officieren zeker nist de minste. Juist deze is de reden, waarom zij gedwongen zyn om zioh terug te trekken uit de kringen, waarin zij thuis behooren. En wanneer men eenmaal de ge woonte heeft aangenomen, zioh te bewegen binnen kringen, waar men niet thuis behoort, dsn is het niet gemakkelijk om zich daaruit los te rukken, zoodra men door rniiner inkomsten in staat is gesteld, om zioh te begeven binnen de kringen, waar men wel thuis behoort. Nu is het waar, dat onvoldoende inkomsten geen verontschuldiging zyn om tot lagere kringen af te dalen, daar men in ieder geval bij machte is, om zich eenvoudig van de wereld af te zonderen. Maar moeten onze officieren dan asceten worden? Dit te eischen ware toch wat al te hard, meent de Br. Ct. De hoogste prijs in de tegenwoordig 8taats-loterjj is in den Haag gevallen op een in 20 onderdeden gesplitst lot. Twintig personen, alle tot den kleinen burgerstand behooronde, zijn door Fortnna bedeeld. Een hunner, een groentererkooper, reed met zyn wagen joist voorbij het loterykantoor, toen hy de aankondiging van zijn geluk zag. Kalm liep de man naar bir.nen, streek zyn ƒ4250, na aftrek der ge wone korting, stillekens op, keerde naar tjjn negotie terug en vervolgde als ware er niets gebeurd zyn gang langs de huizen. Eerst een paar uren daarna ging hy naar zijn vrouw om haar 't heugelijk nieuws en de opbrengst van zijn handel van dien dag te brengen. Een echt flegmatiek Hollander! Uit Deventer meldt men dd. 22 April aan de Arnh. Ct.: Ten einde de gemeente bij overatroomingen voor groote schade te »ry waren, hebben B, en W. een maaimachine aangekocht, om zoodra de uiter waarden in den zomer met Inundatie bedreigd worden het gras af te maaien, waarna het naar een veiliger plaats zal gebraoht worden, om het daar te drogen en vervolgens in het openbaar te verkoopen. Tot hiertoe ging het gras der uiterwaarden bij over strooming geheel verloren, en ondervonrlan 6f de gemeente óf, (zoo het reeds verkocht was) de kooperi groot nadeel. Onder het groot aantal gelukwensohen die Thiers op zijn 80sten verjaardag heeft ontvangen, behoort ook een schrijven van Bismarok. De ex-preside»t deelde dit zelf aan een beriohtgever van de Figaro mede en voegde daaraan de volgende anecdote tos uit de vredesonderhandelingen in 1871. Thiers bs* vond zioh ia die dogen een* met Bismarck ia enz Jjtel eu was, na gedurende uur met den kanselier li hebben beraadslaagd, eindelijk en weinig heesch psorden. „Gij zjjt vermoeid", had Bismarck hem daarop gezegd, „ga op de sopha eens twee uur uit ruiten en dan kannen we daarna ons gesprek voort- ittten". „En gij zelf?» hernam Thiers. „O ik ben aan vermoeienissen gewoon en vind toch geen rust"; dus luidde het antwoord. „Terwijl gjj slaapt, zal ik lenige zaken afdoen". Nauwelijks was vervolgens Thiers ingeslapen of Bismarck, bevreesd dat de oude man koude zou vatten, overdekte zijne beeneu nog wet een pels. Na verloop van twee uur werden de beraadslagingen hervat en by die gelegenheid wist Thiers de vesting Belfort voor Frankrijk te behouden. „Er zyn toch maar twee meuschen, waarde heer Thiers," had Bismarck hierop gezegd, „die het wel met Frankrijk mccnen, dat z|jn gij en ik." In een Duitach blad wordt de opmerking gemaakt, dat voor de oogen der kindereu schier niets dermate schadelijk ia als de witte kleedjes, die vaak over de zoinerwagentjes worden uitgespreid en op hoogst nadeelige wijze de zonnestralen inde oogen terugkaatsen. In de Middelburgwhe Courant leest men: „Er is een tijd geweest, maar die is voorbij, dat „de Hollaodsehe en Frieaohe boter op de pryseouran- „ten der wereldmarkten bovenaan stond, doch als thans „de Deensehe boter op de Londensche markt 140 „per 100 kilo's geldt, noteert men voor de Hollandsche 117. Dit ia, in vergelijk met het verleden, een „treurig en een tegelijk beschamend feit, maar dat „voor ons een spoorslag moet zyn om onze oude plaats „te heroveren, en medearbeiders te worden in den „stryd der verbetering. De Denen verstaan, wat men „daar ook van zeggen moge, de kun„t om hunne „boter geschikt te maken voor de tropische gewesten, gin China en Japan, ja zelfs in onze Indisohe bezit tingen gebruikt men geen Nederlandsche, maar „Deensehe boter. Vreemdelingen hebben ons daar „de kans afgenomen en het handelsgebied van Dene- „marken, Zweden en een deel van Noordiluitschlaud „is daardoor belangrijk uitgebreid. De groote export- „stad Hamburg hield zelfs dezer dagen eene tentoon stelling van zuivelbereidingsartikelen, vond bezoekers „en deelnemers in overvloed, en wij, wij zyn niet „alleen geen mededingers, maar niet eens in staat tot „het verschaffen van goede lokalen." „De zindelijkheid der boerinnen, de znivelbereidsters, „ia wel boven onzen lof verheven, doch ze zullen me „niet kwalyk nemen als ik haar zeg, dat ze meer „latten op hetgeen men ziet, dan op dat wat men „niet ziet. Er zyn duizenden kleine plantaardige en „dierlyke vijanden, die men niet ziet, doch die niette- „min huisvesten in de melkvaten. Door het zeven „worden die wel grootendecls verwijderd, doch wil „men van begin af aan de hoogst mogelijke zuiver- „heid, dan neme men metalen vaten, die veel beter, „veel zuiverder zyn, en veel fraaier vormen hebben „dan onze logge houten tonnen en tobben. De laatste, „vooral als ze gemaakt zyn van hout dat gerooid ia „toen de sappenstrooming reeds begonnen was, wor- „den vaak de kweekplaats van allerlei kleine diertjes. „In metalen vaten is voor die broeinesten geen plaats. „Maar welk metaal zullen we nemen? Dit is lang „geen onverschillige vraag. IJzer deugt niet, daar „dit verbindingen aangaat met het mei azuur. Koper „is ook niet aanbevelenswaardig, hoe trotsoh onze „melkmeisjes ook op de blinkende koperen kannen „z|jn, waarin ze de melk door de stad dragen. Tin „zou de voorkeur dienen, doch dat is te duur. Blik „dns, dat, zooals we weten, met tin bekleed is. Blik- „ken emmers en blikken vaten, en de geheele houten „winkel aan kant, evenals in Zweden en Duitaohland. „(Hier ryzen misschien de haren der kuipers te berge.) „Deze vereischen minder tijd van schoonmaken en „kosten op den duur minder geld: twee dingen waar „men in onze dagen zuinig meê moet zyn. Boter „wordt beter en langer in blikken dan in houten «vaatje» bewaard. De Deensehe boter wordt dan „ook in blikken vaatjea of bussen verpakt." De Arnh. Cl. dit een eu ander in een hoofdartikel besprekende, zegt- o. a.Dat Nederland zich voor dit inderdaad nationaal voortbrengsel van de groote volkenmarkt heeft laten verdringen, is geheel zyne eigene schuld. Het is het gevolg van sohraapzucht en gebrek aan jjver. Men zond niet alleen geene verbeterde maar dikwijls zelfs met opzet vervalechte waar. „Eigenbelang en kwade trouw spelen dikwijls eene groote rol. Men moet geen mater in plaate van melk verkoopen." (En geene geverwde reuzel of talk voor boter). Onze zuivelbereidera zyn jaren lang zoo gewend geweest en zoo verwend geworden door een groot 'erzekerd debiet, dat zy er geheel door vergeten htbben, dat er mededingende volken waren, die óók "jbel te bereiden wisten en gretig uitzagen naar n>nwe markten. Men ging door op de onde «leur; men was niet waakzaam en niet vaardigmen letta nlt' «p, dat anderen begonnen ons voorbij atreven *B men verzuimde te onderzoeken wiarom zy One, die hun lang zoover roornit waren geweest, voorbij streven kouden. Terwijl op alles moest gelet en van alles opgemerkt worden, werd op niets gelet en niets opgemerkt. De Denen hebben van ons geleerd hoe zij tegen ons mededingen en ons van de markt verdringen konden. Zy hebben ons onze kunstjes afgekeken en ze volmaakter gemaakt. Maar ons is het nog nooit in de gedachte gekomen de kunst onzer Deensehe concurrenten af te kijken en ze door onze kunst te volmaken. „Het is bekend dat eene Deensehe boerin geruimen rijd in ons vaderland vertoefd heeft, om op de hoogte der Hollandsche zuivelbereiding te geraken. Tot nogloe ie er echter geen voorbeeld aan te wijzendat eene Nederlandiche boerin de grenzen van haar land overschreden heeft om zich in de zuivel bereiding te bekwamen. Dit is een ziekteverschijnsel, dat hoe eer hoe beter mout worden uitgeroeid." Het blad wjjst er voorts op hoe ia onzen handel, nijverheid, landbouw, zeevaart en visscherij steeds en overal dezelfde treurige, dezelfde beschamende feiten zijn op te merken. Waar wij in vooruit waren, ge raken wij in ten achter, en nergens halen we anderen "Weder in of streven hen voorbij. Het zou een illusie zijn, meent het blad, om het nadeel dat daardoor wordt geleden, door het oprichten van bonden zooals men thans dagelijks als pad destoelen uit den grond ziet verrijzen te willen vergoeden. Ze zyn zeer dikwijls slechts de uiting van gemis aan individueelcn ondernemingsgeest. Na de werking der vereenigde krachten moeten de op zich zelve staande en alleenwerkende krachten zich ook doen gelden. Individueele wilskracht en werkkracht kan wonderen verrichten, «aar zwakke vereenigde krachten niets vermogen. Uit een op telling van zwakheden is geen som van kracht te verwachten. Al deze tegen het belang van den verbruiker gerichte bonden en snti-bonden zijn bewyzen van ziekelijkheid en kwjjning by hen dia ze oprichten en er heil van verwaahten, doch de verbruiker stoort er zich niet aan. Laat gerust dood gaan wat niet leven kan. Zoolang b. v. Nederland sche winkeliers goedvinden Fransche stoffen, die men uit Parys voor een franc de meter verkrijgen kan, op een gulden de oude el te stellen, hebben zij geen reden te klagen, wanneer de Nederlandsche kalanten bedanken zich aldns te laten overvragen en beet nemen. Wij, de consumenten, zullen er niet te alschter om varen al komt onze boter uit Denemar ken, onze baring uit Schotland en ons manufactuur- goed uit Farys. LIJST van BRIEVEN geadresseerd aan onbekenden, verzonden geweest uit Gouda, gedurende de maanden Januari, Februari en Maart 1877, welke schriftelijk aan het Postkantoor te Gonda kannen worden ge reclameerd. B. den Broeder, BrusselG. Herven (2 stuks, Luik A. Knop (Knoss?), Neuissenberg; G. Koesser, Lon don; D. M. Dongall Co., Liverpool; Latterfils, Ryesel; H. Hoerlemans en C. D. Koster, Paria. De Directeur v. h. Postkantoor, van KRUIJNE. DINSDAG 24 APRIL Tegenwoordig de hh. ten Bergen IJzenaoorn, roorr., Viroly, Remij, kiat, Luijten, Prince, Noothoven van Goor, Meuemaker, Maller, van Slraaten, Poat Droat, Sainton, Straver, Goedc- waagen en Snel. Wordt geleien eene niaaive van de heeren Droogleever Fortuyn, kennis gevende van het overlyden hans raden, secre taris dextr gemeente; de voorzitter schetste daarop de verdiensten van den overledene, reeds meer dsn 30 jaren is zyne be trekking bewezen, dat zeker ook door de andere leden zonde gedeeld worden en stelde voor dit sehryven met een brief van roowbeklag te beantwoorden hetwelk algemeen werd goed gekeurd. De heer Kranenburg komt Jer vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en gearresteerd. Ingekomen zyn: eene missive van hh. Gedeputeerde Staten dezer provincie, bepalende dat de gemeeote-rekeoing over 1876, den 31 Aogot- tns e. k. moet ingeleverd zyn. Notif. eene missive van de Commissie over de Beleenbank, kennis gevende dat de heer G. Prince aan de bean van aftreding) >s. Notif. eene missive van hh. Librymeesteren dat de heer dr M. A. G. Vorstman, 'aan de benrt van aftreding isNotif. eene missive van B. en W. aanbiedende het gemeente-verslag over 1876, dat gedrukt aan de leden zal worden rondgedeeld. een adrea van A. van Wyk, verzoekende eene wysiging Is de rooiing by de verbouwing van zyn huis aan de veerstal; wordt gesteld in handen van B. en W. ten fine van bericht en raad. eenige missives van hh. regenten der beide gasthuizen, het Weeshois, het Bestedelinghnis en Borgerlyk Armbestuur, daarbij inzendende de rekeningen verantwoording over 18)6, deze worden geateld in handen van de bb. Luijten, van Straaten en Straver. eene miseive van de commissie over het .tnnieum van oudheden inzendende de rekening over 1676; ter visie. eene missive van de Sohnttersraad inzendende de rekening over 1876, wordt gesteld in kandea vin de bh. Prince, Kist eu Meemaker. cene missive von roej. Zuidarn, verzoekende eervol ontslag els hnlponderwijzeres, wordt dadelijk in behandeling genomen en eervol verleend. een adres van C. van Oye, verzoekende als commissaris van inkwartiering te worden benoemd: ter visie. eene mededeeling van den heer J. N. Schelteme, kennis gevende dat hij afziet van de gedane vraag om het hais aan de Nienwe Haven naast de tweede armenschool, wordt voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter deelt roede dat de boeken en kas van den Gemeente-ontvanger zijn nagezien en in orde bevonden. Aan de orde is bet verzoek P. van Duin en D. Haarman, om vergunning tot bet afbreken van den muur aan de Bogen met het daartoe betrekkelijk rapport van B. en W dit rapport lnidt tot afwijzing, doch stellen voor de muar te doen afbreken en de straat daarmede te verbreeden, na eenige discussie wordt door den heer Prince voorgesteld om den muar aan de adres santen in koop aan te bieden, dit wordt door B. en W. over genomen en algemeen goedgekeurd. De bezwaarschriften legen den aanslag in de plaatselyko directe belasting van W. van Breokelen en Kruisheer, de voorzitter stvlt voor, in verbahd qiet het in de vorige verga dering genomen besluit, deze ook in een besloten vergadering te bespreken, op voorstel van den heer Messemaker zullen eerst de andere aan de orde gestelde zaken behandeld worden en dan in eene besloten vergadering over deze het woord ge voerd worden, biermede vereenigen zich de overige leden. AIsdq wordt overgaan tot de benoeming van een Arehivaris der stad en verkrijgt de heer J. N. Schelteina 14 stemmen, zoodat die benoemd is. Tot lid der Commissie van administratie over de Stedelyke Beleenbank wordt herkozen de heer G. Prince. Tot librijemeester wordt herkozen de hr. dr. M. A. G.Vorstman. Tot hoofdonderwijzer aau de Openbare Tusschenschool de heer P. C. Schriek. Tot hulponderwijzer aan de le Openbare Armenschool de heer G. Sinorenborg te Beemster. Tot leden en plaatsvervangende Leden in het bureea van stemopneming ter verkiezing van leden der Provinciale Staten worden benoemd de hh. Post Drosten G. Straver en tot Plaatsver vangers de heeren W. Brandt van Straaten en D. C. Samsom. De voorzitter deelt mede, dat in de vorige vergadering is aangehouden het aan de orde stellen tot benoeming van eeaen marktmeester, na onderzoek blyven B. en W. by ban voorstel persisteeren, na korte discussie in stemming gebracht, wordt hiertoe besloten met 13 tegen 3 stemmen, die vin de heervn Kranenborg, Samsom eu Snel. Daarna gaat de vergadering over in eene met gesloten deuren ten einde de bezwaarschriften te behandelen en verlaat de heer Kist de vergadering. Parijs, 35 April. De Porie heeft een uitvoerige circulaire aan de mogendheden gezonden, ia antwoord op het Russische manifest. Zij betoogt, dat Turkcye in geen enkel opzicht Rusland provoceerde en herinnert de pogingen, welke zij in 't werk stelde om verbetering te brengen in het lot der Christenen en om voldoening te geven aan de mogendheden. Ten slotte zegt zy, dat zjj zich Rualands aanval niet verklaren kan en daarom de bepalingen van het tractaat van Parys inroept en een beroep doet op de bemiddeling der garandeerende mogendheden. Woenen, 25 April. De Folil. Corr. deelt een telegram uit Konstantinopel mede, inhoudendedat de Porte met haar verzoek om bemiddeling der mogend heden op grond van art. 8 van het Parijsche tractaat ten volle fiasco heeft gemaakt. BU0hare8t, 25 April. Verscheidene stukken geschut verdedigen de brug van Barbash. Twee Engelsche oorlogschepen stoomden de Donau op; een er van ankerde voor Galatz. Bucharest, 25 April. Nog geen schot is ge vallen. De Turken verlaten in allerijl Waddin en trek ken in de richting van de Dobroedsja, waar zij den hoofdaanval vau de RuBsen schijnen te verwachten. De Turken maakten geene enkele beweging om Ka ïnfat, Magurelli, Oltenitza en Giurgewo te bezetten. Het Russische leger zet zijn intocht voort over Leova en Jaesy. Het Russische hoofdkwartier wordt over eenige dagen naar Jasay verlegd. Buoharest, 25 April. Het Rnmeensche leger retireerde daddelyk toen de Russen te Barbash aan kwamen; geen enkele aanraking had tussehen beide legers plaats. Jassy, 25 April. De eerste Russische troepen die binnengerukt zyn bestonden uit sappeurs en gendarmes, de artillerie en eavalerie zullen onmiddellijk volgen. De wegen zyn geheel doorweekt, de bewegingen der troepen moeiljjk. Cattaró, 25 April. De Miriditen, bedreigd door 15 bataljons en 2000 Bschibazouks, vreesden omsin-- geld te zullen worden en verlieten zonder stryd Orosh; de Turken named den 22en April bezit van de verlaten stellingen. De montenegrijnen trekken op tegen de grenzen van Albanië; de vorst is gisteren met zyn gene- ralen staf daarheen vertrokken.g Gouda, 26 April. Poldertarwe puike 13.25 a 14.—. Mindere 12.50 k ƒ13.Rogge puike 8.a f 8.20. Mindere ƒ7.60 k ƒ7.85. Voer ƒ7.40 k ƒ7.70. Gent puike 7.60 k ƒ8.—. Mindere 6.76 k ƒ7.40. Haver, zware 5.— k ƒ6.60. Ligte ƒ4.25 k 4.80. De Veemarkt met goeden aanvoer, alle» werd tot enorme hooge prjjzen vlug verkocht, magere varken eu biggen vlug, sohapen traag te verkoopen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 2