Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1877. HP 2009. BUITENLAND. V Vr|)lag 13 Jill. Bultealaudseh Overzicht. Goudsche Kiesvereenlging. RU deze Courant behoort een Bijvoegsel, GOUDSCHE COURANT. deen oorlogsnieuws. Ook uit Frankrijk is niets bijzonders te vermelden. Met buiteugewonen ophef werd eenige dagen ge leden gesproken van «ene conferentie der versohil- lende ambassadeurs, bij de rijktregeering geaccredi teerd, welke zon plaats hebben, zoodra de heer von Bismarck te Berlijn waa aangekomen. De rijkskan selier is nit het Lanenbnrgache in den ochtend van 6 dezer aldaar teruggekeerd en den volgenden morgen is hjj naar Tanin gereisd, slwaar hij, indien geen ohrerwaehte gebeurtenissen plaats hebben tot lsat in don herfst zal vertoeven, zegt de berichtgever der Waer-Zeitmg. Van de aangekondigde confe rentie ia geen sprake geweesthet diplomatiek ver- keer ia niet bijzonder levendig geweest gedurende het verbijjf van den rijkskanselier in de hoofdstad, en het eenige wat van diep aard heeft plaats gehad bepaalde zioh tot bet bezoek door de ambassadeurs van itusland, Italif en Engeland, en wel door ieder banner afzonderlijk bij den rijkskanselier afgelegd. Trouwens niets doidt aan, dat er in de staatkunde der mogendheden, bij de Oostersohe gebeurtenissen betrokken, roorahanda eenigerfei wijziging kan voor vallen, dewijl op het gebied van den oorlog niets van «enigszins bealisaenden aard ia voorgevallen. Te Ems spreekt men van een samenkomst van Keizer Wilhelm en Keizer Frsns Joseph, bjj gelegen heid van het verblijf van eerstgenoemde te Gastejn. De berichten over den getondbeidatoenand van den Fans komen in hoofdzaak op hetzelfde neder; schoon er voor het öögeublik geen direct gevaar is, zijn de krachten toch zoo zvrak, dat er reden bestaat tot ongerustheid. De heeren dr. Janssen, Paul Kroger en Bock, die door het gouyernemeut der voormalige Trans- vaslsche republiek naar Engeland waren gezonden, om peTsoonljjk tegen de annexatie te protesteeren, hebben nnl op 't request gekregen. Donderdag jl- zijn zij door lord Carnarvon ontvangen om hem nevens hunne geloofsbrieven het protest der regee ring aan te bieden, waarna de heer Jorissen ook mondeling heeft geprotesteerd. De minister van koloniën antwoordde echter dood eenvoudig, dat de regeering der koningin in de onmogelijkheid Ver keert om op de .handeling van den heer Théophi- lus Shepatone, om de Transvaal tot Engelsch grond gebied te verklaren, terug te komen. Hjj verzekerde de heeren levendig belang te stellen in het welz|jn der nieuwe provincie en bijzondere sympathie te koesteren voor de gevoelens en billijke verlangens vsn de Hollandèche bevolking. Hjj beloofde zorg vuldig alle bezwaren omtrent de binnenlandsche ad ministratie te zuHen onderzoeken en verklaarde zich bereid die ten allen t|jde te ontvangen. Daarmede ia fa#d» zaak afgeloemsn, en ia de Trantvaalscbe republiek, naar 't zioh last aanzien, voor goed weg- gewischt uit de rij der zelfstandige staten. Dinsdagavond had eene vergadering plaats der Qtmitcke Kiemereemging, tot het stellen van candidaten voor 't lidmaatschap van den Gemeenteraad. Nadat de notulen der vorige vergadering waren gelezen en goedgekend, herinnerde de voorzitter, de heer J. JGroo tendorst, met een enkel woord aan 't doel, waarmede deze vergadering bijeengeroepen was, nL tengevolge dar periodieke aftreding der raadrioden W. J. Fortuijn Droogleevst, Mr. H. J. Kranenburg, C. Meaaemaker, W. Brandt van Stresten en F. Goedewaagen. Hij voegde daaraan toe, vooreerst een woord van dank jegens de aftredende raadsleden, waarvan viet de volle 6 jaar en dén een tweetal jaren hadden zitting gehad, voor 'tgeen zij in 't belang der gemeente gedaan bedded; hetzij ze meer of minder getrouw de raads zittingen hadden bijgewoond, de billijkheid bracht mede, hen dank te zeggen voor wat z|j deden en voorts' een woiord van erkentelijkheid jegens den ver slaggever, die steeds zijn tijd Veil had voor de zaak der pnblhriteit. Nadat de vergadering door applaudissement bare instemming met deze woorden betuigd had, werd ge- legeuheid gegeven tot het noemen vau candidaten. Daarop Werden achtereenvolgens de volgende namen genoemd: W. J. Fortnijn Droagleever door J. M. van Minden, Mr. H. J. Kranenburg door W. G. N. de Keijzer, C. Messemaker door J. J. Grootendorst, W. Brandt van Straaten door J. L. Lankhorat, G. A. Oud ijk door H. J .Wennekes, Jbr. M. C. F. J. de Botte door M. van Daatzig, G. J. Steens Zijnen en Dr. D. Terpstra door M. S. Cats en P. Goedewaagen door F. N. Maas Jr. Daarop werd aan de orde gesteld de bespreking der verschillende csndidaten, doch daartoe werd niet overgegaan, dan nadat door den voorzitter, namens bet bestuur, er met ernst en kracht was op aangedron gen, dat die bespreking zioh zonde kenmerken door kalmte, waardigheid en eenvoud. Hét eerst was aan 't woord de heer van Minden, tot aanbeveling van den heet Fortuiju Droogleever. Spr. zeide in zijne verdediging seer kort te kunnen zijn, daar het aan ieder lid der vergadering bekend was, dat de heer Droogleever, die het oudste lid vsn den raad was, voortdurend gedurende den langen tijd dat h|j zittihg had, z|jn beate krachten gewijd had aan de belangen der gemeente, die steeds zich een rechtvaardig man getoond had en die zeker meer dan een ander bekend was met aJU aangelegenheden tot in de Urinate bijzonderheden toe, der gemeente Gouda. Daarop beval de heer de Keijzer den door hem genoemden eandidaat, den heer Mr. H. J. Kranenburg aan. Spr. ving aas met te verklaren, dat zoo men niet met de candidatnnr van den heer Kranenburg in een bijzonder geval geplaatst was, hij vooneker kon volstaan met een even korte aanbeveling als de vorige spreker hsd noodig geoordeeld, maar nadut de heer Kranenburg in een andere Kieevereemging als raadslid besproken was en dat besprokene in de conraut publiek wss gemaakt, ivas eenige nadere toeliebting noodig. Het is aldus vervulgde spr. bij ieder fatsoenlijk man gebruik, waaneer hij een ongeteekenden brief kr|jgtf waarin een ander over den hekel wordt gehaald, waarin hem minder goede eigen schappen worden toegeschreven, waarin h|j wordt bekladt of belasterd, dat hjj zulken brief verachtelijk tét zijde legt. Evenzoo zonden we kunnen doen met het besprokene over den heer Kranenburg, maar 't'Zou kunnen zijn, dat die woorden op dezen of genen nog eenigen invloed uitoefenden en daarom kan het wellicht goed zijn, zeide spr., zijne caudidatuur meer uitvoerig te bespreken. Wat moet de hoofdzaak zjjn bij een besleit tot al- of niet-herkiezing van een raadslid vraagt spr. Op den voorgrond moet staan bij diens beoordeeling of hjj de belangen van de stad behartigde, dan wel of hjj nalatig ia gebleven in 't doen van zjjn pliohten m den raad. J)at is de Aoo/rfzaak, en na vraagt spr.: is er in de Kiesver- eeniging, waarin de heer Kranenburg ia bestreden, aangetoond dat hij nalatig bleef in 't vervullen van zijn plioht? 8pr. ontkent het. Tegen den heer Kra nenburg is aangevoerd, dat hij zioh onparlementair gedroeg en spr. geeft gewonnen, dat hjj wel eens een uitdrukking bezigde, die beter op andere wijze gezegd zdu zijn geweest, maar meestal was 't juist de heer Kranenburg, die niet aarzelde de zaken tü den rechten natm te noemen, er niet om been te draaien, té sar regelrecht op den man af te zeggen, wat hjj meende en dat verdient grooten lof. Om dit met een bewjjs te staren, wees spr. op een geval, dat in den raad waa voorgekomen, bij gelegenheid dat Burgemeester en Wethpuders een voorstel deden tot 't verhuren Van een huil dp de Nieuwe Haren. Toen maakte de heer Sam som die ook doof de Qoudtcke Kiemereeni- ging «in den mad is gebracht en wien hulde moet worden gebracht voor deze woorden, de volgende op merking: „Is dat wel noodig M. de V., dat dit voorstel iit den raad komt? Ik rermeeh als dat het al reeds verhuurd is. Het is reeds verhnnrd, geloof ik, voor 6 maanden aan G. Kujjlenbnrg. Er is daar al gewerkt vóór 14 of 8 dagen. Waoht, ik zal het precies opgeven. Van 18 tot 16 September is in dat huis gewerkt door een metselaar, en van af IS September door een tim merman, beiden voor rekening van Kuijlenburg. Die twee zijn toen weggedaan door Kuijlenburg en toen is er een andere metselaar gekomen van Wingerden, en als timmerman van der Ben. Ik ging eens zien hoeveel het op zon kunnen brengen, en heb toen geïnformeerd en ben te weten gekomen dat Kujjlenburg het al gebuurd bad. Er lag daar een allemachtig mooie vloer van plavei steen. Die is opgebroken en de plaveisteen gebruikt door Kuijlenburg, de mnur is verwerkt voor stads rekening, daar zijn voorts stukjes glas opgezet oln de katten weg te houden, zoo is me gezegd, eu er wordt daar ook een secreet gemaakt. Ik geloof dos dat 't al verhuurd is en dat uw vraag dus niet meer te pas kwam. Ik Iaat het aan de heeren over hoe die er over denken, maar ik vind het niet goed. De kogel is sl door de kerk en nu moeten de andere heeren maar weten wat ze doen. Nu zjjn ze op de hoogte." Nadat daarop de voorzitter gezegd had, dat de heer Samsom in hoofdzaak gelijk had, nem de beer Kranenborg het woord en zeide„Stemt u dus toe wat de heer Samsom zegt, dan moet ik die Model- wijze aTkeoren. Het geldt nu wel een klriuljriang, maar dat ip' «igenljjk hetzelfde. Dan kani»*a wij voortaan wel tlraia blijven en ons ontslag nepten als raadslid. Burgemeester en Wethouders hebben den eed ge daan dat zjj de, wet zullen naleven, en na hebben zjj eigendunkelijk eene verbintenis aangegaan, die wellicht wel gqeri schade zal berokkenen aan de ge meente, maar door welk feit zij den gemeentuaad een klap in 't aangezicht hebben gegeven, (ne ia zeer af te keure»." Dit waren wellicht ook onparlementaire uitdrukkin gen van den heer Kranenburg, zeide spr. en tpch moet het gezegd dat hjj ook hier, als elders, dui delijk zegt waar 't op staat Het ware inderdaad te wenschen dat er wat meer raadsleden waren, die de dingen zoo bjj den rechten naam durfden noemen. Eu bovendien de heer Kranenburg bracht in vele ge wichtige zaken belangrijke adviezen uit, o. a. in zake de verhooging van schoolgeld, de snbsidie door den heer de Waal gevraagd enz., hjj deed zich dus ken nen als een hoogst nuttig mau in dan raad, wiens adriezen soms dan ook door Burg. en Weth. werden overgenomen, of op wiens aandringen ten minste door de meerderheid van den raad verscheidene zaken wer den aangenomen. Het ligt dus ongetwijfeld op den weg der Oondteke Kiesvereeniging, zeide spr., om de candidatuur van den_ heer Kranenburg te steunen en 't zon spr. althaua zeer verheugen indien hu met alg. stemmen tot eandidaat geproclameerd werd. De heer A. van Dantzig sprak daarop ook pog ten gunste van den heer Kranenburg. Hoofdzakelijk ia 't aan hem te danken, zeide apr., dat we geen tweede editie van de Crabethstbaat gekregen hebben en even zeer beeft hjj teweeggebraoht dat de minvermogenden, die vroeger slechts met levensgevaar kónden zweqnneu, terwjjl tegen hen bovendien nog in Adams-costuum prooes-verbaal werd Opgemaakt, thans kosteloos vau de badinrichting kunnen gebruik maken. In onze zusferyetweniging, zeide spr., moge men dat kwsjpn- geuswerk noemen, hier moet het uitgesproken dat hjj daarvoor aller dank verdient en dat hjj alleen daardoor reeds zich verdienstelijk heeft gemaakt in den raad. heer Kranenborg, zeide spr., toonde zich steeds een rand en eerlijk man, en ware er meer raadsleden zooals hjj, hoogst waarschijnlijk zou meu dan ook weldra uit Gouda een bericht knnnen lezen, zaoals spr. heden morgen in de N. Rott. Ct. nit leiden ka, dat de prijs van 't gas van 10 op 8 ct. was gedaald. Spr. wilde hiermede niet zeggen dat de omstandig heden hier een dergelijk besluit zoudeu veroorloven, maar hjj wilde de onafhankelijkheid van den heer Kranenburg doen nitkomen, die ieder besluit ten.ge rieve van de burgerij in de hand werkt. In de andere kiesvereenlging noeme men bent vrij een kwajongen, spr. noemt hem een man, die steeds rond, zonder omwegen met de waarheid voor den dag komt, iemand die zich niet verschuilt achter 't masker der anouymiteit. Ook spr. hoopt dat de heer Kranen burg met algemeene stemmen eandidaatzal worden, gesteld. De heer Grootendorst besprak voorts (|ccagdi-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 1