Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I 'ij MB I3STQ, vaardigen van ÏRDE mr. iË !ÏO. is voort met üe fiigaren n, 10 tietjes Postwi»sd aan H. A. <c/iedwarg- VAN HODS BW. n. [ECHT. I 1877. N? 2012. Vrijdag 20 Juli. I len. Hz. Kennisgeving. I lui. ifdileeg. jver de Dos* GOUDSCHE COURANT. P. Lisonder. do Spuistraat I onigr n den Heer profeteer te Burgemeester De Secretaris, Bzouwkr. lereid rolgen» Gouda Me* den hoer h juten net bet i maagver- re verding de •OU, bytonder laxerend o, met berigt Ie navolgende igeweg D 321. ent. artog. mburg. uwen. D EEN D. 50. onheugelijke LEN, i« een ran J. eekening zich te het doosje tent op te zijn a eennamaak en. die van gebrek kenning hoe anders zien dat vrage overheid tot d< Langer dan wy wenschten, hebben wy de voortzetting moeten uitstellen van ons artikel over den waterweg van Amsterdam naar Rot terdam. In ons Nr. vgn den llo dezer maand gaven wy een overzicht van hetgeen met betrekking tot dien waterweg was gesproken in de zomer vergadering der Staten v. Ziid-Holland in 1876 en van het verslag van Gedep. Staten van Noord- en Zuidholland over hunne bemoeiingen vaarwater uitsluitend door het Rijk worde be taald. Ten tweede dat het beheer en het onderhoud van den geheelen waterweg onder ééne hand, die van het Ryk, worden gebracht. Onder deze twee voorwaarden zou Uwe Commissie geen bezwaar zien, dat de Staten van Noord- holland eene zeer ruime bydrage in het werk betaalden. Uit deze beschouwingen blykt dat wanneer het Rijk goed vindt uit een oogpunt van landsverdediging, dat Uwe Commissie alles zins kan billijken, aan een scheepvaartkanaal het karakter van eenen militairen weg te geven, de uitvoering van het werk alleen kan geschie den door het Rijk zelf. Maar dan blykt tevens* hieruit, dat het Ryk verplicht is, eindelyk de handen zelf aan het werk, te slaan, waar zy door het stellen van strategische eischen de uitvoering door anderen onmogelyk maakt. Of moet een gemiddeld getal van 36,000 schepen met een gemiddeld vervoer van 2 millioeu ton nog langer lijden, omdat de Regeering niet wenscht dat de binnenlandsche schepen gemak- kelyker kunnen varen, indien niet tevens >de Draak" langs de binnenwateren kan worden verzonden? Of moeten de dringende verbete ringen nog langer worden uitgesteld, omdat alle beschikbare middelen voor de droogmaking der Zuiderzee moeten worden gereserveerd? Gaat het aan belangen van handel en scheep vaart in Nederland in vredestijd op te offeren aan de belangen van den oorlog en aan de vermeerdering der uitgebreidheid van het Ryk Dat die verbetering noodig is, blykt uit de met iederen dag luider wordende klachten, en nog welsprekender wellicht uit de talrijke scha den, die tegenwoordig op de binnenlandsche vaart voorvallen. En nog moet het verwon dering baren, dat zij niet talrijker zijn, indien men vaart langs de ónmogelijke hoeken van do Kromme Gouwe en de ophooping van schepen voor onvoldoende sluizen gadeslaat. Die bezwa ren worden naar waarheid teruggegeven in het adres van 117 schippers op de binnenlandsche stoomvaart en de vereemging >Schuttev*er<, dezer dagen bij Uwe vergadering ingediend en mede ten fine van praeadvies in onze handen gesteld. Adressanten spreken hun leedwezen uit, dat weder een jaar is voorbijgegaan zon der dat er eenige verbetering in den hoogst gebrekkigen toestand der vaart is gekomen, en beslteten met het dringend verzoek, dat de Staten van Noord- en Zuidholland de opgeno men taak mogen volbrengen. De vervulling van dien wensch is zeker het doel, waarnaar de Staten streven moeien, en ten einde aan adressanten het bewijs te leveren, dat hunne rechtmatige klachten bij de Staten ernstige overweging vinden, meent Uwe Commissie U te moeten voorstellen de straks te vermelden besluiten in afschrift aan den laatsten onder- teekenaar van het adres te doen toekomen. De Commissie stelde daarop o. a. voor over eenkomstig het praeadvies van Heeren Gedepu teerde Staten te besluiten: lo. dat spoedige verbetering van het vaar water tusschen Amsterdam en Rotterdam ten ’behoeve der binnenlandsche scheepvaart drin gend noodzakelijk is, en hoewel die hoofdzakelijk van algemeen rijksbelang zij, evenwel ook do belangen der provinciën Zuidholland en Noord- holland er in die mate bjj zijn betrokken, dat het op den weg ligt van de besturen dier pro vinciën om, wanneer de Regeering Ulijft weige ren tot de uitvoering van het werk over te gaan, dat werk behoudens aanzienlijken geldelyken steun van het Ryk, zoowel wat de verbetering als het verder onderhoud betreft zelve te ondernemen, voor zooveel de bedoelde waterweg De BURGEMEESTER der gemeente Gouda, ge lezen eene Circulaire van den Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-Hollaud dd. 7 Juli jl. waarbij te kennen wordt gegeven dat door het vinden van een levende. COLORADOKEVER (doryphora decem- lineata) te Rotterdam, het bewijs is geleverd, dat dit gevaarlijke insect door tusschenkomst van de scheepvaart op voorwerpen van allerlei aard uit Amerika kan worden overgevoerd, en dat het verbod betreffende den invoer van aardappelen enz. uit Amerika en Canada onmachtig is om zijne verschij ning hier te lande te voorkomen; dat voorts het vinden van den Coloradokever in Pruissen, te Miihlheim a/d. Rijn, in een aardappel veld, verdubbelde waakzaamheid tot plicht maakt en dat, ofschoon tot heden geen afdoende maatre gelen tegen de overbrenging of ter uitroeiing van het insect bekend zjjn, niettemin al het mogelijke behoort te worden aangewend om deze ramp af te weren; noodigt de ingezetenen uit, onder verwijzing naar de teekening van bedoelden Kever, ran wege het Departement van Binnenlandsche Zaken uitgegeven en verspreid, de meest mogelijke waakzaamheid in acht te nemen, en, zoodra insecten, overeenkomende met die teekening en beschryring, worden gevonden, hem bericht daarvan te doen toekomen met bijvoe ging van een exemplaar, opdat het feit met zekerheid kunne worden geconstateerd. Gouda, den 17n Juli 1877. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN UZENDOORN. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Goudabrengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de REKENING van de INKOMSTEN en UIT GAVEN der Gemeente, over het dienstjaar 1876, voor den tijd van veertien dagen op de Secretarie ter lezing van een ieder is nedergelegd, waartoe ge legenheid wordt gegeven op alle werkdagen, van des morgeus ten Hen tot ues namiddags ten een ure, ter wijl bovendien, tegen betaling van kosten, afschrift dier Rekening kan worden verkregen. Gouda, den 16n Julij 1877. en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, van Bergen IJzïndoorn. KEN NI S G e”v I N G. De BURGEMEESTER van Gouda, brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen enz. te Rotterdam, op den 16n Julij 1877 is executoir verklaard: het primitief kohier voor de belasting op het personeel dienst. 1877/1878 No. 2. Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder daarop voorkomende verpligt is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden in gaat de termijn van DRIE MAANDEN, binnen wel ken de reclames behooren te worden ingediend. Gouda, den 18n July 1877. De Burgemeester voornoemd, VAN BERÖEN UZENDOORN. te dezer zake. De Zuidhollandsche commissie werd reeds door ons medegedeeld, de Noord- hollandsche bestond uit de hh. G. van Tets, P. H. Holtzman, M. H. Insinger, J. C. van JVes- sem Jr., H. J. C. Bienfait, A. L. Dijserinck en E. N.jRahusen. Aan het Rapport dezer commissie ontleenen wij het volgende. De commissie brengt in herinnering dat se dert jaren terecht over den waterweg wordt geklaagd, dat de Gedep. Staten van N.- en Z.-Holland steeds het hunne deden om daarin verbetering te brengen, doch dat de Minister van Binnenl. Zaken de ov.r deze zaak hande lende brieven terzijde legde en niet dan najaren wachten? met een plan voor den dag kwam, dat slechts strekken kon om de verbetering nog langer te vertragen. Daarna gaat het Rapport aldus voort: De geschiedenis dezer zaak, waarvan Uwe Commissie getracht heeft U in korte trekken een getrouw beeld te schetcen, is ontmoedigend en bemoedigend te gelijker tijd. Zij is ontmoe digend, wanneer wij letten op de houding der Regeering in deze geheels zaak, eene houding .2 aan medewerking en van mis van het algemeen belang getuigt. Of zullen wy het noemen, wanneer wy 'en door de hoogste provinciale le Regeering.gericht, jaren lang onbeantwoord bljjven en dat de klachten der binnenlan<J?che scheepvaart even lang onver hoord bljjven liggen. Man» nog pjjnlyker wordt de indruk, wanneer de Regeering van Neder land, dat in de eerste plaats toch door handel en scheepvaart is groot geworden en dat in de laatste jaren millioenen schats heeft uitgegeven om de gemeenschap met de zee te verbeteren, gebrek aan middelen komt pleiten, en het werk aan de provinciën overlaat, terwjjl zij op het zelfde oogenblik daaraan eischen stelt, die uit een oogpunt van defensie noodig kunnen zyn, maar met de zaak der binnenlandsche scheep vaart niets te maken hebben. Bemoedigend evenwel is die geschiedenis wanneer wij letten op de kracht en den yver en de waardeering van het belang aan deze zaak verbonden, waarvan de houding van Ge deputeerde Staten van Noord- en Zuid-holland beide getuigt. Inderdaad wij hebben slechts te pryzen wat door hen is verricht en een woord van warmen dank zal Uwe vergadering zeker niet misplaatst achten. U we Commissie wenscht U dan ook voor te stellen [leeren Gedeputeerde Staten van NoordhollanJ uit te noodigen op den ingeslagen weg voort te gaan. De Com missie is het volkomen eens met Heeren Gede puteerde Staten, dat het hier geldt de belangen der binnenlandsche scheepvaart, een onmisken baar ryksbelang, en dat uitvoering, beheer en onderhoud bij het Rijk behooren. Zij deelt evenzeer in hunne meening, dat het belang der provinciën in die mate by de zaak betrokken is, dat eene ruime bijdrage uit de provinciale kassen der beide provinciëu allezins is gewet tigd. En eindelyk zou zij niet schroomen Uwe vergadering te adviseren om, wanneer de uit voering van het werk op geenen anderen weg mogelyk is, Heeren Gedeputeerde Staten te machtigen, om, zoodra de daartoe noodige over eenstemming met het Ryk en met Zuidholland zal zyn verkregen, zelve de spade in den grond te steken en met medewerking van het Rijk te doen, hetgeen Het Ryk met medewerking der beide provinciën had behooren te doen. By dit alles moeten evenwel de twee volgende begin selen voorzitten. Vooreerst dat alles wat van militairen aard is en alles wat strekt tot verbetering van rijks-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 1