Nieuws- en Advertentieblad voor Ma en Omstreken. IINES M CERT 5. VAN SW BELANG. 1, Hi. 1877. N? 2013. BUITENLAND. L Zondag 22 Juli. TEEG. mar, Kennisgeving. rkooplng KLUIT, te p VRIJDAG ten 1Ö ure, .Joris. vm: Buitenlandse!! Overzicht. o LI 1877, 1 '1 iff o B(| deze Courant behoort een Bijvoegsel. •1 o het Buresa l kantore van GOUDSCHE COURANT. de adiers, Voor Heeren 1 1.— per per persoon, Le zaal. JB, President, !aru. IUUR op de [UÏ8, bevat- rkamer, Suite 1, Kelder ei BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ter openbare kennis, dat, ter voldoening aan art. 69 der Wet van den 4 Julij 1850 {Staatsblad, no. 37), afschriften van de Processen-verbaal, betref fende de benoeming van vijf leden van den Gemeen teraad bedoeld bij de artikelen 52 en 67 dier Wet, zijn aangeplakt, en zulks aag den ingang van den Korten Groenendaal, alsmede dat gelijke afschriften op de Secretarie der gemeente zijn nedergelegd, alwaar daarvan inzage kan worden genomen op iederen werk dag, van des morgens tien tot des namiddags een ure. Gouda, den 20n Julij 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, Beouwer. van Bergen JJzendoorn. SCHUUR, ENTING en iet Buurpad, 14-1669 ter i. wilde lezen«Behoudens aanzienlijken steun in de eerste plaats van het rijk.» Eenige be striding ondervond dit voorstel bij sommige leden der Commissie. Zij meenden, dat erdoor deze wijziging te sterk werd vooruitgeloopen op latere beslissingen en dat evenmin zonder de tusschenvoeging der woorden in de eerste plaats later zou kunnen beweerd worden dat deze Provincie alleen Ryksanbsidie bedongen of verlangd had. Aldus gewijzigd werd de con clusie aangenomen bij acclamatie. De conclusiën in Noord-en Zuidholland vast gesteld, zijn dus nagenoeg eensluidend. Moge het gemeenschappelijk overleg der Gedep. Staten van die Provinciën tengevolge nebben, dat de Landsre- geering eindelijk bezwijkt voor den drang en de verbetering van dit vaarwater ter hand neemt. We hadden ons voorgenomen de behandeling van deze zaak nog voort te zetten, doch on voorziene omstandigheden beletten ons, voor* loopig daaraan gevolg te geven. Slechts dit nog. Moch onverhoopt de Regeering blyven talmen en de Rijksbegrooting voor 1878 ver schijnen zonder post tot verbetering van den waterweg, zy het dan ook pro memorie uitge trokken, dan zou wellicht een petitionnement aan de Tweede Kamer door allen, die, hete» rechtstreeks, hetzij zijdelings, bij die verbetering belang hebben, aan een of meer afgevaardigden aanleiding geven om een dergelijken post als amendement voor te stellen. Dan kwam althans da zaak in hoogste instantie ter sprake, enal mocht de discussie dan «ook intrekking of ver werping aan het amendement ten gevolge hebben, men zou dan toch in ieder geval de aandacht op deze zoo belangrijke zaak hebben gevestigd. Slëbhts wanneer men met de kaart voor zieb, na gaat hoe op het oogenblik de toestand in Europeesch Turkije is, beseft men recht duidelijk, welke groote overwinningen de Russen in de laatste dagen be haald hebben. Door de overwinning te Nikopoli dat ze op ouderwetsche wijze hebben ingenomen, door het te bestormen en met de sabel in de vuist de Turken van de muren terug te drijven hebben ze een breede basis aan den Donau gekregen voor hun krijgsbewegingen. Ze hebben nu negentig Eu- gelsche mijlen ver de volstrekte macht over den Donau, van Nikopoli tot Rustschuk. Met uitzon dering van Rustschuk hebben ze zelfs tot Sulinu toe de heerschappij over den grooten stroom. Te Nikopoli bouwen ze nu een sterke breede brug, met versterkte bruggehoofden, zoodat ze met on eindig meer gemak thans de gemeenschap met hun legers in Bulgerije en aan de andere zijde van den Balkan kunnen onderhouden. Van onbeschrijfelijk veel waarde is de inneming van Nikopoli, zoo vroeg in den veldtocht, voor hen. Ze hebben nu een divisie, bijna een geheele legeraf deling vrij gekregen, en die nieuwe macht zullen ze waarschijnlijk gebruiken, om zoo spoedig mogelijk versterking te zenden naar het leger, dat den stouten tocht over den Balkan gemaakt heeft en Adrianopel bedreigt. Te Berlijn, waar men den oorlog met de grpotste belangstelling volgt, schijnt men te geloo- ven, dat voor de onmiddellyke zegepraal der Russen thans zeer veel er van afhangt of zij, dan wel de Turken het eerst versterking zullen kunnen zenden naar Yeni Saghra. Uit de verschillende oorlogsberichten in Engelsche en Duitsche dagbladen blijkt, dat deze oorlog (Ont zettend veel menschenlevens kost. De Timet deelt dienaangaande treurigs bijzonderheden mode. De tegenwoordige kanonnen en geweren richten een verschrikkelijk bloedbad aan, wanneer troepen vol gens de ouderwetsche wijze schouder aan schouder voor Die vraag stemmende b w Wij vermeenen integendeel, da^ deze houding der Regeering de Staten hun jjver moet doen verdubbelen. In de gegeven omstandigheden schijnt be reidheid der Staten, om, mocht de Regeering blyven weigeren met billjjke subsi»lie der Staten, 'in hetgeen ter verbetering der vaart als handelsweg wordt gevorderd in die verbete ring, hetzij op haar zelve, hetzij in combinatie met hetgeen naar 't inzien der Regeering voor oorlogstijd mocht worden vereischt, te voorzien, zelven de verbetering der vaart als handelsweg onder billyke Rijkwubaidia tar hand te nemen, het éénige middel te zijn om de zaak, hetzij op de eene of andere wyze tot stand te doen komen. Het is daarom, dat wij niet aarzelen Uwe vergadering te adviseeren, met dankbetuiging aan HH. Gedeputeerden voor het door hen te dezer verrichte, geheel in overeenstemming met het voorstel van HH. Gedeputeer^a»<te besluiten 1°. dat spoedige verbetering van het vaar water tusschen Amsterdam en Rotterdam, ten behoeve der scheepvaart dringend noodzakelyk is, en, hoewel die hoofdzakelijk van algemeen rijksbelang is, evenwel ook de belangen der Provinciën Moordhol land en Zuidholland er in die mate bij zjjn getrokken, dat het op den weg ligt van de besturen dier Provinciën om( wanneer de Regeering blyft weigeren tot de uitvoering van het werk over te gaan, dat werk behoudens aanzienlijken geldelijken steun van het Rijk, zoowel wat de verbetering als wat het verder onderhoud betreft zelve te ondernemen, voor zooveel de bedoelde.water- weg niet behoort tot de rivieren, die reeds op dit oogenblik in beheer en onderhoud zijn by het Rijk; 2°. aan HH. Gedeputeerde Staten op te dragen om, van dit beginsel uitgaande, geza menlijk met hunne ambtgenooten in de andere Provincie, de aaugevangen onderhandeling met de Regeering voort te zetten, en verder alles te doen, wat noodig is om de totstandkoming van het werk te bevorderen, en te gelegener tijd van den uitslag hunner bemoeiingen ver slag. te doen, onder bijvoeging van zoodanige voorstellen, als zij zullen vermeenen te behooren. Slechts eene zeer korte discussie had dit rap port tengevolge. De heer Herrewjjn roemde de gematigdheid van de Commissieeen heftiger toon zou bij het dralen der Landsregeering niet te verwonderen zyn geweest. De heer Buys stelde eene kleine wyziging voor van punt I der conclusie. «Behoudens aanzienlijken steun van het Rijk» gaf z. i. (en de groote meerder heid stemde met hem in) grond tot.de bewering dat deze Provincie alléén Rijkssubsidie, niet die van andere belangstellenden begeerde. Hij Hl. Thans deelen wij mede hetgeen in de Staten van Zuidholland naar aanleiding van het Ver slag van Gedep. Staten is behandeld. Vooreerst hét rapport der Zuidhollandsche commissie, waar van Mr, A. A. van Bergen JJzendoorn, voorzitter en de heer D. W. Stoop rapporteur was. Dit rapport luidt hoofdzakelyk als volgt: Al dadelyk bjj den aanvang onzer beschou wingen bleek het, dat bij de leden uwer Com missie behoefte bestond om als hunne meening uit te spreken, dat de Staten van Zuidholland, hulde en dank schuldig zyn aan het Collegia van Gedep. Staten, voor den jjver en de vol harding, waarmede door dat Collegie deze zoo hoogst belangrijke zaak tot hiertoe behandeld is. Bedroevend is, by dien jjver en die volhar ding van onze Gedeputeerden en die van Noord- holland, het gemis aan medewerking, dat beiden, blijkens de missive des Ministers van Binnen- landsche Zaken, van 31 Mei jl., van de zyde der Regeering moesten ondervinden. Bij die missive des Ministers toch wordt, niettegenstaande zij de erkenning van het be lang van hét werk bevat, geluktudig eensdeels het geven van eenig uitzicht op terhandneming van het werk door het Rjjk geweigerd, en anderdeels, bjj overlating dientengevolge van het werk aan de beide Provinciën, de eisch daarvan in het uitsluitend Rjjks-belang bjj het dienep der vaart in tijden van oorlog, tolvrije gemeenschap tussch IJ en Maas voor monitors van de grootste soort, zóó hoog gesteld, dat daar door en de stempel van een uitsluitend Rjjkswerk als strategische vaart op dat werk wordt gedrukt, en de kosten zóó hoog worden opgevoerd, als noodig schjjut om aan de Provinciën den moed en den lust te ontnemen om de zaak ter hand te nemen, en zoodoende het Rjjk te behoeden tegen eene aanvrage van Rjjks-subsidie, welke bjj terhandneming der zaak door de provin ciën, naar gelang van het daarby betrokken algemeen scheepvaart- en handelsbelang onver mijdelijk schjjnt. Intusschen schijnt de zaak alleszins recht op medewerking van de zyde der Hooge Regeering te hebben. Niet alleen toch strekt de waterweg, waarvan ten deze sprake is, tot verbindingsweg tusschen Noord- en Zuid-Holland, maar tevens is hjj de aangewezen groote verbindingsweg tusschen Noord- en Zuid-Nederland. Die aanwijzing ligt in het feit, dat de han- delsbeweging tusschen Friesland, Groningen, Drenthe, Overjjsel, zelfs Gelderland, over Am sterdam, Rotterdam en Dordrecht met Zeeland, Noord-Braband, Limburg en Gelderland dien waterweg zoekt en gebruikt, voor zooveel diens onvoldoende toestand gedoogt. De bestaande stoomvaarten geven daarvan het bewjjs. Zelfs Belgische stoombooten, die van Brussel en Antwerpen op Amsterdam varen, zoeken en gebruiken hem. De bedoelde waterweg is daarom niet alleen van aanbelang voor de Provinciën Noord- en Zuidholjand, maar tevens van groot nationaal en internationaal belang. Moeten nu bjj deze miskenning door de Hooge Regeering, van hetgeen in het belang van handel en scheepvaart, d. i. van de welvaart der inge zetenen, dringend wordt gevorderd, de Staten zich laten ontmoedigen van de vervulling hunBer grondwettige taak om die belangen bij de Re geering voor te staan, d. i. te bevorderen? sehjjnt ons toe voor geene toe- :antwoording vatbaar te zijn. tI

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 1