Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 877 ÏB 1ST Q-, 14. trdigen van DE 8JH. EN. ;t. L. 1877. Np 2063. IUT. BINNENLAND. BUITENLAND. 16 November. loon, R >E Cie. Vrijdag Builenlaudscii Overzicht. r~ 2. ■ijgbaar. 0.— igen te L e Lading ■QLEN, >ssing tot m.) die veren. 8 bij 2 of nen. GOUDSCHE COURANT. t; en eene oog Loon, jrzien van v brieven, ndelaar P. :hip te ont- nogelgk in' i geregelde geplaatst Rotterdam, e jaar bui en met de n bezwaar zijn of des •anco onder 'ELBEEK, akerstraat over de taal van den Engelschen premier» die de onafhankelijkheid van Turkije wil en vertrouwen stelt in de hervormingen van de Porte, terwijl, volgens genoemd orgaan Rusland vaat besloten is geen reken* schap met de hervormingen te houden en de onaf hankelijkheid van Turkije wil afhankelijk maken van de noodzakelijke waarborgen voor de verbetering van het lot der Christenen. De Nord vreest, dat de rede van lord Beaconsfield Turkije zal aanmoedigen om den strijd tot het uiterste vol te houden en dat hij zich door zijne woorden een nieuwe, zware verantwoordelijkheid op den hals heeft gehaald. De koning van België heeft de zitting der Kamers geopend met een trponrede, welke weinig bizonders behelst. Zij kondigt het bouwen van enkele forten en een wet op het voorkomen van geknoei bij verkie zingen aan. Een nieuwe aanleiding tot Spanning is de ontbieding van den Ooitenrykschen aarUoertog Albert, benevens den minister van oorlog en van generaal Schönfeld, chef van den grooten staf, naar Pesth, alwaar zich de keizer van Oostenrijk bevindt. Volgens den een staat dit slechts in verband meteen technische quaestie, volgens anderen wil men met graaf Andrassy een militaire handeling van Ooatenrijk-Hongarye bespre ken; er is zelfs sprake van het binnenrukken in Bosnië. In den Oostenrykschen Rijksraad is gisteren de beraadslaging aangevangen over het ontwerp betref fende de Bank. Het einde van de discussie is nog niet te zien; 40 afgevaardigden hebben zich laten inschrijven om het woord te voeren. Door verschil lende sprekers werd opgemerkt, dat de overeenkomst te voordeelig was voor Hongarije en daardoor het belang van Oostenrijk verkortte. GOUDA, 15 November 1877. Het is in den tegenwoordiiren tyd minder gemak kelijk dan vroeger voor hen, die voordrachten hou den, om te voldoen. Wirt is toch het geval? Terwijl vroeger de lezingen van «’t Nut* nagenoegde eenige waren, die in den loop van een jaar werden gehouden, vloeit het in den tegenwoordigen tijd over van voor drachten over verschillende onderwerpen in allerlei vereenigmgen. Behalve toch die van ’t Nut zageu wij in den laatsten tijd sprekers optreden in verga deringen van de Maatschappij van Landbouw, die van Nijverheid, Volksonderwijs, de Protestanten bond enz. enz. Het publiek komt door al die lezingen in een bizondere positie tegenover de sprekers. Vooreerst is het niet te ontkennen, dat het wel eens vervelend gaat worden vandaag mijnheer A. uit B.J morgen mijnheer C. uit D. en overmorgen mijnheer E. uil F. te moeten hooren, waaronder uit den aard der zaak verscheidenen zijn die niet den slag hebben een publiek te boeienverder komt men er zoo ligt toe na enkele eminente sprekers gehoord te hebben de overigen bij hen te vergelijken en dan min of meer te gaan minachten. Van daar dat ’t oordeel van het publiek over zoo menigen spreker zoo ongunstig, en soms zeer onbillijk is. Het gaat toch niet billijkerwijze aan om te verlangen dat de zwerm spre kers die jaar op jaar ons land doorkruiste, overal de katheder betredende, steeds en voortdurend wat nieuws zoude moeten leveren. Het feit bestaat dat het publiek dikwyls ontevre den huiswaarts keert na ’t bij wonen van voordrach ten. Sprekers als Cremer, Hugenholtz en eenige anderen, die zoo gelukkig zijn eqn talrijk publiek, uit de meest verschillende bestanddeelen bestaande, te kunnen boeien en meêsleepen zijn zeldzaam. <n dit erkennende stelle men zyne eischen wat lager, en huidige men voortaan ook in minder begaafde sprekers verdiensten die op zich zelve beschouwd niet ligt te tellen zyn. Deze weinige woorden over «sprekers* en over de houding van ’t publiek tegenover sprekers moes ten ons uit de pen, alvorens wij de opening van het leesseizoen aankondigen, die Dinsdag plaats had in ons Departement van de Maatschappy tot Nut van ’t Algemeen. Als spreker trad op de heer Joh. Gram uit De veldslag is begonnen in de Fransche Kamer. Nadat Maandag de Kamer verklaard was te zijn geconstitueerd, diende de minister Caillaux de be- grooting in en kwamen Leblond en Albert Grévy t met voorstellen. Leblond wenschte den voorzitter meer macht te geven om herhaling te voorkomen van tooneelen uit de vorige zittingen toen de rechterzijde door eindelooze interrupties den loop der zaken vertraagde. Zijn voorstel is Dinsdag met 303 tegeu 39 stemmen aangenomen. Het voorstel vau A. Grévy, den broeder des voor zitters, strekte tot het houden eeuer enquête over de verkiezingen en de officieele candidaturen. Deze resolutie was vooraf door de linkerzijde vastgesteld en elk woord dat Grévy zeide, schoon scherp en klemmend, was vooraf overwogen. Met de meeste onbeschaamdheid verklaarde de Broglie uit naam der regeering dit voorstel ie ondersteunen, daar zij gaarne zooveel mogelijk licht over hare handelingen wilde laten schijnen. De urgentie werd aangenomen en Dinsdag reeds is het rapport der commissie, dat tot aanneming concludeert, in behandeling gekomen. Renault is rapporteur en hield eene levendige redevoering, waarin hij de regeering en haar amb tenaren verweet, dat zy den maarschalk-president hadden gecompromitteerd. De regeering zou gisteren antwoorden. Volgens een Dinsdag ontvangen telegram heeft generaal Skobeleff by Plevna een gedeelte der buiten werken van den zoogenaamden //groenen heuvel* vermeesterd. Daaruit laat zich afleiden, dat de weder stand begint te verflauwen, daar deze «groene heuvel* tot de sterkste stellingen van Plevna behoort. Men weet echter te weinig van het terrein, om andere gevolgtrekkingen te maken. De stad Wratze, schijnt door cavalerie genomen te zijnze werd door 800 man infanterie en 300 Circassicrs verdedigd. De Russen leden nagenoeg geene verliezen. Niet minder dan Frankrijk doorleeft Turkye op dit oogenblik een kritieken tijd. Het leger van Moukhtar Pacha is verslagen, terwyl te Plevna de beslissing nadert. Osman Pacha zal moeten capitu- leeren of trachten, zooals men beweert dat hij voor- nemeps is te doen, door den vijand heen te slaan en op’Sofia te relireeren, terwijl eindelyk te Kon- stantinopei een groote agitatie heerscht tengevolge van de ongunstige berichten van het oorlogstooneel in Azië en Europa. De schuld daarvan wyt men aan Mahmoud Darnat Pacha en misschien ook wel aan den sultan Abdoel Hamid, die op raad tan zyn schoonbroeder heeft gehandeld. Dezer dagen waren biljetten aaugeplakt, wapriu op de vermoording van Mahmoud Damat werd aangedrongen, omdat hy vrede wil sluiten en Turkye aan de Russen verraden. Mahmout Damat beschuldigde daarentegen den ex- sultan Moerad van eene samenzwering tegen zyu broeder den sultan, dien hij van den troon wilde verwyderen om zelf weder aan de regeering te komen. Dit gaf den sultan aanleiding zyn broeder uit het paleis vap Ticheragan te doen overbrengen naar het oude serail. Hierbij verzetten zich 40 bedienden van Moerad die zijn leven bedreigd achtten. Men beweerd dat zy daarom vermoord werden, hoewel Turksche bladen melden dat zij in ballingschap zijn gezonden. Intusschen wordt Moerad sedert dien tyd als staatsgevangene behandeld en te Topcopu bewaakt en over het algemeen gelooft men dat zijn leven in gevaar verkeertook verscheidene aanhangers van Midhat Pacha zyn gearresteerd. Eene poging tot vergiftiging van Mahmoud Damat werd door diens geneesheer verijdeld. De agitatie wordt niet weinig verhoogd, door het gerucht dat de profeet aan den sultan is verschenen en hem bevel heeft gegeven vrede te sluiten. Intusschen heeft de sultan het wenschelijk geacht de wacht bij zijn paleis te ver sterken. In weerwil van het bevel van den profeet en de vredelievende gevoelens van lord Beaconsfield gelooft men nog niet dat de vrede spoedig zal worden gesloten, ook niet al valt Plewua. De Nord is zeer ontevreden In een vorig nommer komt een bericht voor uit Moordrecht over een sloomponton of drijvend stoom werktuig, op advies van den laten opzichter van den Zuidplaspolder, vervaardigd in het etablissement der Nederlandsche Stoombootmaatschappij op Feyedoord en uitgevocrd op eene nieuwe en uitmuntend geslaagde wijze, waardoor een vraagstuk is opgelost, in droog- makeryeu met groot verschil van hoogte der landen aan de orde. Een nadere omschrijving van dien toestel mag niet overbodig worden geacht. Het vaartuig is lang 8.5 meter, breed 5 meter, diep 0.57 meter en hoog boven water met neergeslagen schoorsteen 1.30 mete. De ceutrifugaalpomp wordt direct gedreven door een verticaal stoomwerktuig met onder het werken verstelbare expansie, waarvoor een vlampypketel stoom levert van 4*/s atmosfeer spanning ’s Gravenhage, die een tweetal verhalen voordroeg, getiteld „Een tweede Man" en „Degroote Schoolmanen, waarin menige aardige gedachte, gelukkige zet en geestige kwinkslag een lach afdwong. Gisterenavond had eene gewone vergadering plaats der afdeeling «Gouda en Omstreken" van het Ne- derlandsch Protestantenbond. Daarin trad als spreker op de heer Dr. W. C. van Manen, van Ziérikzee, die ter behandeling het vol gende, ontegenzeggelijk zeer belangrijke, onderwerp had gekozen: «De Godedienit bij het openbaar Onderwijl." Zooals bijna van zelf spreekt, zeide spr., door «cpe i- baar onderwijs* wordt hier bedoeld „openbaar lager on derwijl." Ter vergemakkelijking voor het debat had spreker vier stellingen geformuleerd, nl. de volgende: 1Het openbaar onderwijs behoort mede dienst baar te worden gemaakt aan de godsdienstige vor ming van het kind. 2. Dit eischt het belang van het kind, het be lang van den staat en evenzeer het belang van het onderwijs. 3. Het openbaar onderwijs mede dienstbaar te maken aan de godsdienstige vorming van het kind is niet in strijd met de grondwet, noch met de eischen der billijkheid. 4. Opdat het openbaar onderwijs mede dienstbaar worde gemaakt aan de godsdienstige vorming van het kind, is het wenschelijk, dat de wet a. de verplichting daartoe duidelijk uitspreekt en de hand having van dien eisch waarborgtb. het geven en het ontvangen van godsdienst-onderwijs van wege de kerkgenootschappen te geven, bevordert door het be schikbaar stellen van de lokalen gedurende eenigen tijd van de gewone schooluren en door toe te laten, dat hoofd- en hulponderwijzers in hun vrije uren als godsdienst-onderwijzerswerkzaam zijn. Deze stellingen werden door spr. nader ontwikkeld, toegelicht en aangetoond, dat naast verslandelyko ontwikkeling, godsdienstige vorming voor het kind noodig is. Dit wordt gevorderd door het belang van ’t kind, dat op harmonische volledige ontwik keling aanspraak heeft en door *t belang van den staat, die burgers behoeft, die godsdienstig gevormd zijn, terwijl die eisch noch in strijd is met de grond wet, noch met de billijkheid. De sard van bet onderwerp maakt het ipoeielijk in het kleine bestek, waarover wij kunueh beschikken, over het gesprokene uit te weiden, terwijl voorts de aard der vergadering, die min of me*r het karakter van een gesloten vergadering had, ons niet toelaat veel over de gevoerde discussie te gewagen, zoodat wij ons moeten bepalen tot de mededeeling, dat na de pauze door eenigen der t genwoordigen een lans werd gebroken met den spreker. Wij kuuuen echter niet nalaten ons leedwezen te kennen te gevqji,~dat dergelyke debat-avonden van den Protestantenbond alleen toegankelijk zijn voorleden. Wij zouden veeleer wcnschen, dat de deuren bij die gelegenheid zoo wijd mogelyk werden opengezet en mocht men al niet een ieder kosteloos willen toelaten, dat men dan een kleine entree stelde, maar late men in ie Ier geval niet ieder buitansluitou, die geen lid is. Het bestuur der afdeeling brenge hierin, zoo mo gelijk, verandering

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 1