Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
5
1877.
Np 2074.
lii
Woensdag 12 December.
Buitenlandsch Overzicht.
BEGROOTINGS-DISCUSSIÈN.
5
j
om 4>e welwillende woorden door de aanneming
Bedenkt men na nog dat de kamer ook ge
legenheid heeft gevonden om in weerwil van
I
GOUDSCHECOURANT.
den eerwaardiger heer Dufuure belastte met het
samenstellen van een parlementair kabinet, is ver
zuimd aan de geven, dat deze beweringen en*be
schouwingen afkomstig waren van het offioieuse
agentschap Havas. Het was dus de voorstelling
van regeeringsajde van den loop der zaak gegeven,
maar wij behoeven niet te zeggen, dat deze waarschijn
lijk geheel anders ia in de werkelijkheid.
Alles scheen Vrijdagavond in orde en Zaterdag
morgen ontvingen wij het bericht, dat alle onder-
handeling met Dufsure was afgebroken. Menigeen,
afgaande op de inkomende berichten, meende reeds,
dat Mac-Mahon het hoofd in den schoot legde,
dat er een kabinet zou komen in overeenstemming
met de meerderheid der Kamer, dat Frankrijk in
ééu woord weer tot rust zou komendoch de twijfe
laars hadden gelijk bet eerste het beste voorwendsel
werd aangegrepen om weder troebel water te maken.
Het was alleen te doen geweest om den schijn
van verzoeningsgezindheid te kunnen hebben. .Men
wil de constitutioneelen van den senaat overhalep tot
een tweede ontbinding, die het idde fixe schijnt te
zijn van den maarschalk en zjjue omgeving. Men
zal nu tot hen komen met de verzekering: de
president der republiek heeft alle middelen ter ver
zoening, die roet zijn eer bestaanbaar zyn, beproefd,
doch de Kamer is onhandelbaar, geef ons dus het
recht om ze weder te ontbinden.
Thaus- is aan den heer Batb'e de vorming vau een
kabinet opgedragen en wanneer wy ons niet bedrie
gen, dan zul dit meer naar den smaak wezen van
de behendige raadslieden van den Maarschalk.
Des te meer reden natuurlijk, ore te ou(lwsml(>>.
dat de heer Batbie niet zal slagen -.auw den siyjak
vau de meerderheid. tsv usw j2>
Zullen dan de constitutioneels senaatsleden ipet
Mac-Mahon medegaae? Wij kuuueu niet andsr»
Hoofdstuk IV lokte meer discussie uit.
De uitvoering der aangenomen rechterlijke
organisatie, de regeling van het notariaat, de
Limbnrgsche processiën, de regeling der bedelarij,
de wetgeving tegen verralscbing van levens
middelen en tegen dronkenschap werden ach
tereenvolgens besproken, üit het antwoord
van den minister bleek, dat de vaststelling van
een Nederlandsch strafwetboek nog in het verre
verschiet ligt, en dus afzonderlijke regeling van
tal van onderwerpen vooreerst nog aan de orde
zal moeten blijven, waaromtrent hij zich even
wel de mededeeling der plannen voorbehield,
daar hem de tjjd voor onderzoek nog ontbroken
had. Omtrent de zoo berucht geworden circu
laire van den officier van justitie te Maastricht,
zegt de minister, dat hij de zaak kan beoor-
deelen zonder voor- of tegeningenomenheid.
Hij zal zich strikt houden aan de wet en bij
verschil de beslissing aan den bevoegden rech
ter over laten. Ook deze minister mocht zich
verheugen in de aanneming zjjner begrooting
met algemeene stemmen.
In de s' D
wet aangenomen, regelende den omvang
.a __—_:_la_ i—S-1i,.—
handel en nijverheid. 1
dat de grieven der oppositie-pers ook in de ver-
irichting van dat minis- den ernstigen tegenstand, die onbepaald uitstel
I 4 - -J J .1 1 AA J 1_— „^.A 1- -1 A A k— I.
ia ccu jiuuu/>i>Hvqi& iHiuHc, uc niCTbituci wj ouuvrsveMÜu,
jjver dan zal men zeker moeten erkennen dat de
I -c—i--1. een p-u
onderwijs? Het viel den minister gemak- "RTTT T'Pi i\f Ti A 1\T T)
k aan te toonen dat die bezwaren van geen l X X -AJ w U-IAAAs X/
Tot ons. leedirexeu i$ ons vorig orerzicht, door
I het weglaten van eenige woorden, iu de 2e alinea
Binnenlandsche zaken onverstaanbaar geworden. Bij de mededeeling van
l en de discussien de vaderlijke bedoelingen vau Mac-Mahon, toen hij
aanneming der begrooting
De disenssiën over de Staatsbegrooting, in
de afgeloopen week geopend, zullen waarschijn
lijk niet zooveel nationalen tijd vorderen als
in vorige jaren. Vjjf hoofdstukken zijn toch
reeds aangenomen, en bovendien heeft men nog
tjjd gevonden om ook de splitsing van het De
partement van Binnenlandsche zaken te beoor-
deelen en met orergroote meerderheid goed te
keuren. De zitting van Dinsdag was gewyd
aan de algemeene beschouwingen. Is het de
gewoonte dat daarbij het gebeele staatsbeleid
ter sprake komt, was het nu te verwachten
dat de wording van het minis'erie zou behan
deld worden, niets van dit alles; overtuigd dat
de tjjd tot uitvoerige discussiën ontbreekt, daar
aan bovendien herinnerd door het voorstel van
den voorzitter om ook des Zaterdags en des
Maandags zitting te houden, was men zeer
spaarzaam. Achtten eenige leden van het cen
trum, de nieuwe partij die ons aan het Duitsche
parlement herinnert, het noodig dit ministerie
vriendeljjk tegen te komen, moeet den afgevaar
digde van Delft de verklaring van het harte
dat de tijd der conservatieven voorbij was, en
het tegenwoordige ministerie het eenige moge-
Ijjke was, de heer De Jonge, de afgevaardigde
van Middelburg, achtte het oogenmik gunstig
om de zaak der beteugeling van het drankge
bruik dringend bij de tegenwoordige regeering
aan te bevelen.
De taak van het ministerie-was dus zeer ge-
makkeljjk; met de meeste welwillendheid ontvan
gen, al was nu en dan ook een druppel alsem in
die vriendschapsbetuigingen, kon hetantwoord
wel niet anders dan hoogst welwillend zijn.
Opmerking verdient nog dat niemand der
tegenwoordige ministerieels party het woord
voerde. De heer van de Putte evenwel bad
nog een afrekening met den heer Wintgensen
gebruikte nu die algemeene beschouwingen om
die rekening af te sluiten. Zijn regeeringsbeleid,
en de bonding der oppositie in zake Atchin
was het onderwerp eener redevoering, die zeker
met onverdeelde belangstelling zal zjjn aange
boord, al ging die ook eenigszins buiten het
kader der werkzaamheden. Met scherpte werd
de houding der Atchiu-oppositie geschilderd,
die den vijand de moreele wapenen verschafte,
en de regeering ernstige moeielykheden berok
kend heeft; het is nu aan die oppositie de
woorden van den ond-minister te weerleggen,
waarschjjnlyk zal daarvoor de behandeling van
koloniën een geschikte gelegenheid aanbieden,
indieu men ten minste de rekening liever niet
voor goed afgesloten houdt.
Met de aanneming van hoofdstuk I met al-
geraeene stemmen werden de algemeene beschou
wingen gesloten.
De zitting van Woensdag was ook zeer
vruchtbaar. Nadat hoofdstuk II mede met al
gemeene stemmen was aangenomen, was dat
na eenige discussie ook met hoofdstuk III het
geval. Bij die discussie kwam het gebeurde
bij de Egyptische internationale rechtbanken
ter sprake, waar een Nederlander het slachtoffer
is geworden van de Oostersche despotic, die
wel recht wil voor onderdanen, maar de von
nissen, die tegen den despoot zelven geslagen
zjjn voor geen uitvoering vatbaar acht. Ook
het ondersteunen der vertoogen tegen de zoo
genaamde Turksche gruwelen vond afkeuring.
De regeering heeft een nota gericht aan ééne
mogendheid om aan vermeende gruwelijke han
delingen een einde te maken, terwjjl de andere
oorlogvoerende mogendheid van hetzelfde be
schuldigd werd. Zoo iets achtte men hoogst
partjjdig.
wjjl de heer Moens liever wilde wachten tot
de wet herzien was. Een vreemds tegenstelling
bij vroegere jaren vergeleken. De minister ver
klaarde nog, dat hij een of meer bouwkundigen
zou benoemen om advies te geven omtrent de
inrichting van schoolgebouwen.
Getuigde de geheele discussie tot nu toe van
de meeste welwillendheid, de commissie van rijks-
adviseurs jn zake van kunst mocht zich in die
welwillendheid niet verheugen. Ernstige grie
ven werden opgesomd kunst is geen regeerings-
zaak was de zakelijke inhoud van verschillende
schotels, waarvan ivoren beeltjes, antieke kamers,
mislukte restauraties en begunstiging van Lim
burg en Noord-Brabant de toespijs uitmaakten.
Slechts weinig werd tot verdediging der
commissie aangevoerd, die blijkbaar ook op
niet veel steun van den tegenwoordigen minister
kan rekenen.
Nadat in de zitting van Zaterdag de levens-
verzekering-maatschappjjen nog in de aandacht
van den minister waren aanbevolen, kwam de
begrooting van marine aan de orde. Ook die
zitting van. Donderdag werd eerst de minister mocht zich in de meest welwillende
J van ontvangst verheugen, de tijd ontbrak slechts
het nieuw opgerichte ministerie van waterstaat, om die welwillende woorden door de aanneming
11 j J. Het was te verwachten, der begrooting tot een feit te maken.
tegenwoordiging weerklank zouden vinden.
Was de wijze van opr
ierie wel constitutioneel,'werd gevraagd van een noodzakeljjk achtte, de kiestabel te onderzoeken,
zijde, die steeds hoog ppgeeft van haar jjv<
om de prerogatieven vau de kroon te verdedigen. afgeloopen week een der meest vruchtbare ge
ile, kamer stond voor een fait accompli, de weest rs, die' in onze jaarboeken staan öp-
raad van state was niet eens gehoord. Waar- geteekend. L.
toe een ministerie van waterstaat en nietliëver - - - - - - - J- 1 i—1_
van
keljjk
beteekenis waren en de vertegenwoordiging nam
dan ook met bijna algemeene stemmen genoegen
met de oprichting van ons achtste ministerieels
departement.
De begrooting van
heeft twee zittingen gevorderd
eindigden met de i.
met algemeene stemmen, in afwachting van de
dingen die komen zullen.
Dat de anti-revolutionaire partij niet gerust
is over de regeling van het onderwijs door dat
ministerie, bleek uit de woorden van de woord
voerders dier party, die ook recht vroegen voor
de tegenwoordige minderheid en op het volk
achter de kiezers wezen. Waarschuwing noch
verzoek bracht den minister van den goeden weg
af, hij was geroepen de grondwet te volgen en
behield zich den tijd van de indiening van een
nieuw ontwerp voor.
Nadat ook de longziekte, de volksgezondheid
en .de verdeeling der mnrktegronden onder de
aandacht der ministers gebracht waren, en de
minister ernstige overweging dier hoogst be
langrijke zaken beloofd had, moest de nieuwe
wet op het hooger onderwjjs en vooral de
regeling van het leerplan der gymnasiën het
ontgelden, met welke afkeuring de minister
volkomen instemde. Een spoedige herziening
is dus te verwachten.
De gewone klachten tegen het middelbaar
onderwys werden niet vernomen. Alleen brak
de afgevaardigde van Delft een lans voor de
bestaande school tot opleiding van Indische
ambtenaren, die naar inzien van den spreker
in weerwil vau haar gunstige resultaten steeds
met tegenwerking van de zijde der regeering te
strjjden heeft gehad. Hij mócht zich in gun
stige toezeggingen van den minister verheugen.
Bjj de korte discussie over het lager onder
wys verklaarde de minister zich krachtig voor
de oprichting van meerdere kweekscholen, ter- gebeurtenissen afwpchten.