Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ER [EN heit, VS N? 2106. 1878. EB BINNENLAND. BUITENLAND, liuitenlandsi'h Overzicht. Zondag 24 Februari. I ■■I erlijn. ich niet jor den mt, A. enland- digste pingr 4 4 V-i trijgbaar I I T*n MAN. ie Mala- n een ver- de in den □nsumptie g ran dit □de pud- ebben ah idel, dat i heerlpk der geeft melk ba ling, die len, met Hij is geboren te 2 Maart 1810 en stamt te en de eeft het de gunst kan hem delen of akkeljjk in el gunstige e bestand- eerde in denNo- i, aan het r, opVKIJ- >s voormid- IttEGOE- rerkers- en en een ENHOÜT. Ie Notaris. GOUDSCHE COURANT. 30 Ct. msterdam, at, F 250. MINGEN Frankamt. GOUDA, 23 Februari 1878. Het sterfelijk Museum werd dezer dagen weder met een kostbaar stuk verrijkt. Het beroemde Triptychon door Dirck Barentez! van Amsterdam, den geliefden discipel van Tiliaan, geschilderd, is op verzoek van de Commissie van bestuur en met goed keuring van de Regenten van het gasthuis, waar het zich sinds jaren bevond, derwaarts over gebracht. Oorspronkelijk was dit stuk het altaarstuk in de kapel van het huis der collatie-broeders te dezer stede. Maar toen deze in 1572 de stad verlaten hadden en hunne bezittingen stedelijk eigendom gewor den waren, werd het door de toenmalige regecring wegens een daarop voorkomende gaethuü-non aan de Regenten van het gasthuis in bewaring gegeven. Zeer loffelijk hebben die heeren zich voortdurend van de hun opgedragen taak gekweten. Hoe groot ook van omvang het heeft een vlucht van niet minder dan 5 meters in de breedte is het gedurende meer dan drie eeuwen ongeschon den door hen bewaard. Het behoorde klaarblijkelijk bij het Zvw-vrowwe altaar eenmaal in genoemde kapel Alle bladen hebben het natuurlijker wijze druk over den nieuwen paus, wiens benoeming wij in een vorig nr. mededeelden. Omtrent dezen, die onder den naam Leo XIII de tiara zal dragen, worden, door den Romeiuschen correspondent van de Time», de volgende bijzonder heden medegedeeld De meest in 't oog vallende figuur in het conclave is kardinaal Peoci. Hij bezit menige hoedanigheid, die geschikt maakt tot regeeren. --1-- Carpineto, nabij Anagni, den 2 M—.. 1C1C af van eene oud-patricische familie uit die streek, waarvan een tak te Sienna gevestigd is en die op vele leden, zich ondersebeidende door vroomheid en kennis, kan bogen. Een van Peoci’s voorvaderen was in de veertiende eeuw stichter eener godsdienstige orde in Spanje en werd daardoor heilig verklaard. Pecci is rijzig, heel mager, met een schoon hoofd, een hoog voorhoofd, een lang aangezicht en scherpe trekken, een breeden mond, vooruitstekende kin en open innemend gelaat. Hij heeft eene zachte, wel luidende stem, veel deftigheid in zijn voorkomen, in *t openbaar leven zijn zijne manieren zelfs streng in het particulier leven is hij echter voorkomend en gezellig. Hij studeerde op een college te Rome en werd huiskapelaan van Gregorius XVI. In 1837 werd hij alt dclegaat (gouverneur) naar Benevento (aan de Napelscbo grenzen) dat toen door bandieten werd afgeloupen, gezonden. Pecci ging met zeldzame veerkracht te werk, leverde de roovers in handen der justitie en herstelde de rust en veiligheid in het dis trict. Later kwamen Spoletti en Portici onder zijn bestuur. In 1843 ging hij als pauselijk nuntius naar Brussel maar zjjne slechte gezondheid noopte hem naar Italië terug te keeren. Hij kwam in zijn vaderland terug met brieven van aanbeveling van Leopold I aan den Paus, die hem als aartsbisschop naar Perugia zond en hem kardinaal in petto maakte. Maar Gregorius stierf in 1846 en Pius IX, tegen Pecci ingenomen door toedoen van Antonelli, die naijverig op hem was, bevestigde de verheffing eerst in 1853 en liet Pecci te Perugia, omdat Antonelli zijn invloed op het vaticaan vreesde. Een prelaat uit Engeland dacht ecus een goed woord voor Peoci bij Pins IX te doen, en beval hem, na den dood van Barnabo, in 1874, aan voor de opengevallen plaats bij de prefectuur van de propaganda. //Pecci is een voorbeeldige bisschop”, zeide de bedoelde prelaat. //Juist”, antwoordde Pius, «een uitmun tende bisschop, en daarom blij vc hij bisshbop.” Doch na den dood van Antonelli in 1876 riep de Paus hem naar Rome en benoemde hem in November van bet vorige jaar tot kamerling. aanwezig, want het bevat alleen tafereelen Afaria, de moeder van Jezus, betreffende. Gesloten zijnde stelt het namelijk den Engel komende bij Maria, (Maria boodschap) voor. Geopend daarentegen, geeft het in het midden Jêsip' Geboorte en het bezoek der herders, op den linker vleugel de itervende Maria, en op den rechter Maria-hemelvaart te aanschouwen. Alleen het bezit van dit stuk, het eenige van dien aard van den vermaarden schilder in ons geheele land aanwezig, maakt op zich zelf het Museum een bezoek dubbel waardig. De heer J. Lots, predikaat te Schelbiinen, heeft voor het op hem uitgebrachte beroep naar Sluipwijk bedankt. De mededeeling, dezer dagen door sommige bladen opgenomen, dat de minister van oorlog afwijzend beschik^ zou hebben op het verzoek van onderoffi cieren en minderen, gepensioneerd vóór de wet van 1877, tot terugwerkende kracht dier wet, schijnt voorbarig geweest te rijd. De commission van onder officieren en minderen te Amsterdam en te Gouda, die zich met een dusdanig verzoek tot den minister gewend hebben, hebben nog geen antwoord ontvangen. Uit Giessendam is Donderdagmorgen naar het huis van arrest te Dordrecht overgebracht de land bouwer J. H. Hij moet, zooals men zegt, den heer Van G. aldaar, bij oiiderteekend geschrift bedreigd hebben, hem, zoo deze hem geen geld bezorgde, te zullen dooden. Men schrijft aan de Leiduhe Ct.z Rijnland heeft zich den geheelen winter kunnen ontdoen van over tollig wateroverlast heeft het eigenlijk in het geheel niet gehad. Nu is de boezem zelfs laag, maar daar mede komt alweer hetzelfde bezwaar, dat reeds jaren bestond, voor de scheepvaart, die met iederen dag levendiger wordt, langs den Vliet aanbreken. Eenigs- zins diepgeladen schepen toch geraken op ondiepten langs den Vliet zóó vast dat het tobben om los te komen zoo niet meer dan gewone krachtsinspanning, ontegenzeggelijk veel tjd kost. De minister van oorlog heeft de zeer doelmatige bepaling gemaakt, dat voortaan aan de nagelaten betrekkingen van gehuwde militairen beneden den rang van officier in den regel geene gratificatiën van rijkswege zullen toegekend worden, wanneer deze de gelegenheid verzuimden, om door toetreding tot het fonds ter ondersteuning van weduwen en wee zen, zelven voor een deel in de alsdan ontstane behoefte te voorzien. De Commissie uit de Tweede Kamer, belast met het onderzoek van het Regeeringsverslag betrekkelijk het armbestuur, heeft haar rapport uitgebracht; zij vestigt de aandacht op het getuigenis dat door de Regeering wordt afgelegd betrekkelijk de voortdurende goede werking der armenwet van 1854, alsmede van de daarin gebrachte wijzigingen ten gevolge der wet van 1 Juni 1870. Met genoegen meldt de Commissie, dat, wat het subsidiestelsel betreft, ook nu weder vermindering zichtbaar is. Op de gemeentelyke begrooting toch was minder uitgetrokken in 1873 ƒ67.165.93, in 1874 37.860.025, over 1875 47.609.415. Volgens bet verslag moet de oorzaak van deze voortdurende vermindering toegeschreven worden aan de omstandigheid, dat de besturen van eenige ge meenten óf geen subsidie meer verleenden, óf die belangrijk verminderen. Voor onderstand van allerlei aard werd, zonder inbegrip van subsidiën, in 1874 door de gemeente besturen en door de onderscheidene instellingen 10.638.831 aangewend. De vermeerdering v^n het totaal bedrag der ver strekkingen 1874 tegen 1873 meent de Commissie te moeten toeschrijven aan de hoogere prijzen der eerste levensbehoeften. -v r Zij wijst er evenwel op, dat tegenover het hoogere bedrag vnn den onderstand in 1874 de vermindering van bet aantal bedeelden in dat jaar staat. Over het algemeen meent' de Commissie, mag echter uit deze verschillen geen ernstige conclusie worden getrokken, daar de omstandigheid die op In deze hoedanigheid voerde hij gedurende het interim het hoogste gezag op het Vaticaan, leidde de werkzaamheden van het Conclave en ontwikkelde een grooten ijver als hoofd der gematigde partij, die, zonder formeel afstand te doen van de rechten den Heiligen Stoel, het verstandig acht in den wil der Voorzienigheid te berusten en de feiten, die onwrikbaar vast schenen te staan, aan te nemeh. Een kamerling brengt het niet ligt tot Paus, maar het algemeen gevoelen is dat het Heilig College, als het geleerdheid, tact, wilskracht, waardigheid, beminnelijkheid, zedelijk bewustzijn en echte gods vrucht waardeert, niemand vinden kan, die meer dan Pecci verdient Paus te zyn. Te Perugia volgde Pecci dezelfde staatkunde als Riario Sforza te Napels. Hy maande katholieken aan, hunne plichten bij de verkiezingen voor gemeente en gewest als goede staatsburgers te vervullen, toen de clericale dagbla den, die zich als de tolken van het Vaticaan op wierpen, het stelsel van onthouding predikten. Pecci heeft met klem gesproken tegen het voorstel, om het Conclave buiten Rome te houden en tegen het voorstellen van de reactionaire partij. liberalen in bet Heilig College, althans de meesten hunner, stellen vertrouwen in hem. Zijn privaat karakter ia vlekkeloos. Hij heeft groote letterkundige ver dienste, ook. als dichter is hij bekend. Vroeger is hÜ nooit in aanraking geweest met de ambtenaren van het tegenwoordig Italiaansfh Gouvernement, maar hij wordt door hen allen geacht, en zij, met wie hy als kardinaal-kamerling zfah thans in verbinding heeft moeten stellen, roemen hem zeer. Waarom Pecci den naam ven Leo aannam weet men niet, Leo I de Groots verzoende Attila, maar Leo III kroonde Karei den Groote te Rome. Leo IV gaf zijn naam aan een gpdeelte der stad. Leo X was een der groote voorsfinders van de renais sance. Leo XI en Leo XII hebben slechts kort geregeerd, de eerste 26 dagen, de tweede 6 jaren. Doorgaans echter heeft het aunemen van den nieu wen naam bij de pausen eene symbolische beteekenis. Dienaangaande zal men wel iets naders vernemen. De Fransche Kamer nam de begrooting van het Departement van Landbouw en die vaji Algerie aan. Bij de voortzetting van de discessie over de begrooting van Eeredienst bestreed graaf De Mun art. 10, dat op de beurzen van de Semileriën betrekking heeft. De Mun verweet de begrootingscommissie, dat zij vijandig was jegens het Katholicisme, dat aan de wereld de vrijheid had geschonken, terwijl de revolutie niets had gedaan. Hij vroeg of de Regeering dit goedkeurde. De Minister Bardoux antwoordde, dat de Regeering geen Staat in den Staat zou dulden en dat hij voor de rechten der burgerlijke maatschappij met kracht zou optreden. Art. 10 werd daarna met 813 tegen 107 stemmen en de geheele begrooting van uitgaven met algemeer.e stemmen aangenomen. De Senaat zal Maandag over de wet op de colportage beraadslagen. Sir Stafford Northcote deelde Donderdag op eene vraag van lord Hartington, den uitslag der onder- handelingen met Rusland mede. Rusland verbindt zich om geert deel van het schiereiland van Gallipoli, of de liniën van Boelair, te bezetten, noch troepen naar den Aziatischen kant der Dardanellen te zenden. Engeland zijnerzijds verbindt zich om geene troepen op liet schiereiland van Gallipoli te doen landen, noch den Aziatischen kant der Dardanellen te bezetten. In het Hoogerhuis antwoord Lord Derby op eene vraag van lord Granville, dat de moeidjjkheid betref fende den zetel der conferentie is uit den weg geruimd. Badtn-Baden is daartoe gekozen. Oostenrijk heeft voorgesteld om tegen het einde der eerste week vun Maart bijeen te komen. Lord Derby gelooft dat door een der kabinetten daartegen bezwaar is gemaakt, wegens te korten termijn. Twee mogendheden hebben voorgesteld, om de ministers van büiteplandsche zaken af te vaardigen. Engeland zendt echter zijn ambassa deur en sprtker gelooft, dat de meesten dit voorbeeld zullen volgen. Lord Beaconsfield stelt de tweede lezing voor van het wetsontwerp betreffende het crediet van 6 millioen. Hij zegt, dat waar van alle tijden voorzorgsmaatre gelen worden genomen, Groot-Brittannié dat voorbeeld moet volgen. De tweede lezing heeft daarop zonder stemming plaats gehad. Hij moet, zooals men zegt, den heer l-i ...,.1.-41J t-Jd—.ï oiiderteekend geschrift bedreigd deze hem geen geld bezorgde,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1