ASD.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
d
t
R*
stre jen.
1878.
N? 2123.
ZEN
BUITENLAND.
Bulleniandsch (heizicht.
AFKONDIGING.
I
II
Vrijdag 5 April.
ping
■M
f
beraad
Pï.
looping
SELÏE.
W. R}
bi
Wf
UWEN enl
ehouden, als
.1
d.
i na:
en
ÏNTEN.
issurantie»
ureau van
rdam.
9
i den Groe-
met 123«»
t 2340.
Sn bjj den
ENSVER-
hland, die
lam geves-
ird is, zoekt
11 ure in
Markt, van
laar,
nt, B. 113.
iGOUDSCHE COURANT.
igtigen.
I tón Kan
te Ouder -
1878, des
vmanswQ-
BjOOM te
COEIJEN
i hebben
5PAARD;
MÓGEN
/MEEK-
1333, zijn de navolgende bepalingen toegevoegd
//Ten aanzien van den eersten grondslag kunnen,
//behalve de jaarlijksche onzuivere huurwaarde, ook
//maand* of weekhyren worden aangegeven. Andere
//aangiften worden aangemerkt ale niet gedaan."
«Voor zoover de belastingpligtige de aangegeven
//ftaatid- of wtekhuren niet zelf tot jaarhuren beeft
//her eid, wordt de eerste door vermenigvuldiging
«met tien en de laatste door vermenivuldiging met
udrie en dertig tot jaarhyur herleid en ulzoo her-
fleid, alsj Me aangegeven jaarlijksche onzuivere
//huurwaarde aangemerkt.
2°. Op de verpligting, om bij hunne bezwaarschriften,
ingevolge art. 1 der wet van den 4n April 1870
(Staahtlad No. 60) ov»-r te leggen een duplicaat
van hun aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents
bij den Ontvanger der Directe Belasting verkrijg
baar gesteld.
Gouda, den 2n April 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
i VaN bergen ijzendoorn.
De Secretaris,
BROUWER.
BEKENDMA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
doen te weten, dat bet primitief Kohier voor de
plaatst lijke directe belasting dezer Gemeente, voor
het dienstjaar 1878, door den Baad vastgesteld, ge
durende acht dagen, van des voormiddags tien tot
des namiddags een, en van drie tot vijf ure, ter
Secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is
nfidergelegd, binnen welken tijd elk aangeslagene,
tegen zijnen aanslag, bij Gedeputeerde Staten in be
roep kan kqmen bij verzoekschrift op ongezegeld
papier geschreven.
Gouda, den Sn April 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
'ijlage be-
tlhier, ged*-
art. 04 der
tagtrevue, houdende dat generaal Ignatieff aan zijne
regeering zou aanbevelen, om de bijeenkomst van het
congres zooveel mogelijk te bevorderen, merkt het
Journal de St.-Petefibourg op, dat de Regeering niets
meer kan doen, dan zij reeds gedaan heeft, om de
bijeenkomst van het congres te vergemakkelijken,
omdat hare overredingskracht ophoudt, waar de zorg
voor haar waardigheid begint.
In Frankrijk gaat het parlementaire werk naar
wensob; de Kamer nam de amnestiewet aan volgens
de wijzigingen van den Senaat; hetzelfde was ook het
geval met de wet op den staat van beleg. De Senaat
is tot 29 dezer uiteengegaan, terwijl de Kamer gisteren
voornemens was insgelijks vacantie te nemen. Voorts
bericht men, dat Mac-Mahon besloten heeft om den
post van secretaris van het Presidentschap op te
heffen, daar hij bij zijn tegenwoordige, zuiver con-
sritutijnecle rol zulk een tusschenpersoon niet meer
noodig heeft.
Zondag a. s. zullen in 15 districten verkiezingen
plaats hebben voor de Kamer; 14 zijn noodzakelijk
ten gevolge van vernietigingde conservatieven stellen
dezelfde candidates
De Pruisische bladen wijden beschouwingen aan
de afgeloopen zitting van den Landdag, die, wat
de liberale betreft, natuurlek niet vroolyk gekleurd
zijn; omstreeks nieuwjaar was de verwachting hoog
gespannen en dacht men aan een aanvulling van
het Ministerie met nationaal-liberaleuin plaats
daarvan zijn de liberale Ministers vertrokken en hun
plaatsen a ingevuld met conservatieven.
De afgevaardigden, door beide Meokknburgen naar
den Duitachen Rijksdag gezonden, hebben opnieuw
een voorstel bij het Huis ingezonden betreffende de
toepassing van art. 3 der Rijksconstitutie. In bedoeld
artikel wordt voorgeschreven deze bepaling:
In eiken Bondsstaat behoort een vertegenwoordi
ging te. bestaan, door de bevolking des lands ge
kozen, en wier goedkeuring wordt gevorderd voor
elke wet, zoomede voor het vaststellen vau dc be
groeting.
Tot heden w ordt der,'dyke vertegenwoordiging der
bevolking in de beide groothertogdommen niet ge
vonden en te vergeefs hebben de leden van den
Rijksdag uit Mecklenburg aangedrongen op de toe
passing dier bepaling. Zy doen dit nu andermaal
en met den meesten aandrang.
Behalve door de zeven Wen uit Mecklenburg is
dit voorstel onderteekend door niet minder dan 136
leden van het Huis, mecrendeels behoorende tot de
uationaal-liberale fractie en die der partij van voor
uitgang, wijders eenige leden der Duitsche ryksparly
en van de beide fraction der Elzas-Lotharingsche leden.
De Vouiiche Zeitung deelt dit bericht gelijk alle
andere Berlijnschex dagbladen mede en voegt daaraan
deze woorden toe. Wij houden ons ten stelligste
overtuigd, dat de Rijksdag dit voorstel niet zeer
groote meerderheid zal aannemen, maar tevens dat
de Bondsraad zal volharden in het bewandelen van
den eenmaal ingeslagen weg; dit lichaam zal geen
geopend oor hebben voor dergelijken eisch, zoolang
zulks den heer von Bismarck aangenaam is.
De hoop op het bijliggen van den strijd tusachen
de Curie en den Staat, waarop de heer zu Eulenburg, r
de nieuwe minister.van binnenlandsche zaken, dézer
dagen heeft gezinspeeld, is allerwege met grooten
bijval begroet, zegt de Köln. Ztg. Er zijn zelfs Wen
der wetgevende lichamen, die onderstellen, dat er
reeds sprake is van een wijziging der bekende Mei*
wetten en dut er inderdaad van regeertngswege maat
regelen worden genomen, om een ontwerp daartoe
éereed te maken. Al deze en dergekijke geruchten
syn ten eenenmnle ongegrond, zegt gemeld dagblad.
Niemand stelljg is er, die minder aan dergelijken
arbeid denkt* dan de heer Pulk, minister van cerc-
dienst. Buitendien, er beslaat volstrekt geen unhid*
ding to«v om zich derwijze te overhaasten. Alvorci.s
hief iets kan geschieden, behoort de curie bet b—
wijs te leveren, dat het haar wérkelyk ernst is, om
met de regeering in goede verstandhouding te komen.
Het centrum bevindt zich thans in een zeer onaan
gename positie en de Germania tracht zich te ver
schuilen achter de bewering, dat zij niet voldoende
is ingelicht. Met groote belangstelling ziet men de
aangekondigde openbaarmaking te gemoet der beidt
Nieuws over het Engtlsch-Russische conflict is
er niet; de gemoederen beginnen wat kalmer te
worden. De Engelsche reserve is tegen 19 dezer
opgeroepen en de kennisgeving daarvan is Maandag in
het Engelsche Parlement ingediend, maar de discussie
over de boodschap acht dagen verschovenin die acht
dagen kan er nog veel gebeuren, want zelfs in Russische
bladen wordt thans gesproken van een rechtstreeksche
overeenkomst met Engeland.
Men vleit blijkbaar zich in Engeland nog altyd
met de hoop op Oostenrijk en verneemt met genoegen,
dat generaal Ignatieffs zending daar geheel is mislukt.
Maar de Nordd. Ztg. blijft gelooven, dat men ver-
moedelijk daarin zich bedriegt. Generaal Ignatieff
kwam geen traclaat met Ojstenryk sluiten, niet bet
bewegen tot bezetting van Bosnië of iels dergelijks;
bij kwam eenvoudig doen, wat Engeland volstrekt
niet doen wil: uitleggingen hooren. Ener is geen
reden, waarom Rusland en Oostenrijk dan niet het
op grond dier verklaringen ten slotte een» zouden
worden. n.j
Zeer zeker is het, voor het oogenblik al zeer weinig
waarschijnlijk, dat jpnge|and daar een bondgenoot
zou vinden. .a
Oostenrijk heeft er geen bet minste Wang bij, de
Engelsche beweging te ondersteunen. Het doet veel
wyzer met bedaard den loop der gebeurtenissen af
te wachten. Wel heeft het belang, dat eenige punten
van het tractaat worden gewijzigd. Graaf Andrassy
heeft dienaangaande stellig zijn gevoelen aan generaal
Ignatieff gezegd, en nu het congres niet tot stand
komt, zal daarover wel tussciien Rusland en Oosten
rijk wprden onderhandeld en denkelijk wel eene afzon
derlijke schikking worden getroffen.
Generaal Ignatieff is Dinsdagavond te Petersburg
teruggekomen.
Tegenover de mededeeling van de Weener Jdon-
:n zij#, aan
Ipn BBiCOD i,
ifth Mr lo/>’
ling, noemt
BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan Gouda;
Gezien het Muit van den Heer Commieearu des
Koninge in de Provincie Zuid-Holland, van den 8n
Maart 1878, No. 385/1, 3e A/rf. (Pros. Blad
No. 27), betreffende de beichrijving voor de Pereoneele
Belading, diendjaar 1878/79* doen te weten:
1°. Dat de Out.anger der Directe Belastingen, aan
de woningen der ingezetenen, op Dingstlag den 7u
Mei aanstaande en volgende dagen, ter invulling
zal doen bezorgen, een Betohrijvmgebitj^t, inhoudende
eene korty schets van de grondslagen der roornoemde
belaating,' hetwelk acht dageti na de uitreiking, door
of vanwege die* Ontvanger zal worden /fgehaald,
terwjjl zij, welke bij de ipëchr,/ing geen biljet zullen
hébben ontvangen, gehouden ,rijn oin de vereischte,
behoorlijk iugevuldé verklaringen róór of uiterlijk
|0p den 31n Mei dezes jaars in té dienen, te* kantore
des Ontvangers, alwaar de IJ'
steeds verkrijgbaar zullen zijn.
T. M. ROOSENDAAL,
A. BURGHOUT,
i <H. J. NEDERHORSÏ
G. van GENT.
d worden /fgehaald,
ijring geen biljet zullen
vóo'r of uiterlijk
biljetten ter invulling
-F’M
2°. Dat tot jjegenschatters zijn aangesteld de Heefen
f> --
Wordende J de belanghebbenden voorla in bet bjj-
zouder aandachtig gemaakt:
1 Op de wijzigingen welke bij de wet van 9 April
1889 (StaatMad No. 59), in de wet van 29 Maart
1833 (MaatMad No. 4) zijn gebragt als
a. aan art. 17 der «et van 1833 ia toegevoegd de
volgende bepaling
„Wegens Vrouwelijke dienstboden, die op den
„In Met dea jaars, waarover de belasting loopt,
„ouder dan 18 eb jonger den 21 jaren zijn, be-
„draagt de belasting 5.00, zonder toepassing van
„bet opklimmend tarief."
J. art. 19 lelt, g en k dier wet, aangeruid bij art.
10 der wet van 1843, wordt gelezen al» volgt:
„Dienst- en werkboden in gebouwen, instellingen,
„gestichten of inrigtingen, vermeld onder lett. c en
nd van art. 5 f 2, voor zooveel zij geen belastbare
„diensten verrigten, regtatreeks ten behoeve van
„hen, die aldaar in eenige betrekking of als leden
„werkzaam rijn. De eenige vrouwelijke bediende,
„overigens naar de eerste, derde of vierde klasse
„belastbaar, in dienst van den belastingpligtige,
„welke gi'ene andere bedienden houdt en vier of
«meer eigen- of aangehuwde kinderen, kindskinderen
„of pupillen bij zich heeft inwouen, die op den
„In Mei des jaars, waarover de belasting loopt,
„jonger dan 21 jaren zijn."
c. De twee eerste paragraphen van art. 27 der wet
van 29 Maart 1833 (Staaieblad No. 4) rijo ge
wijzigd als volgt
1. Die na den 15n Mei een perceel in ge
bruik neemt, is voor dit perceel de belasting naar
de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienst
jaar*, die dan nog over is, verschuldigd.
2. Aan den belastingpligtige, die in den loop
des dienstjaar* een perceel verlaat, zonder daarin
eenige roerende goederen of iemand in zijn dienst
achter te laten, wordt ontheffing verleend van zijn
aanslag naar de vier eerste grondslagen voor de»
tijd des dienstjaar», die dan nog over is, iudien
daarvan door hem, binnen den tjjd van eene maand,
volgende op dien waarin hij. het perceel verliet,
tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten
kantore des Ontvangers, op een aldaar kosteloos
verkrijgbaar biljet.
„De ontheffing wordt ook verleend over het
„driemaandelijksche tijdvak waarin het perceel werd
„verlaten, indien de belastingpligtige daarna, doch
„in den loop van datzelfde tijdvak een ander per-
„oeel, waarvoor hij belastingpligtig is, in gebruik
„neemt."
„Bij overlijden van den belastingpligtige treden
„zijne erfgenamen in dezelfde regten en verplig-
„tiugen."
„De aangifte volgen» het eerste en derde lid
„ingediend, worden al» gewone bezwaarschriften
„annge/nerkt en behandeld."
Aan 1 van art 28 der bovengenoemde wet van
Ontvangers,