Laatste Berichten. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van 9 en 10 April 1878 De in de tweede kamer bjj de behandeling vsn het Aan heeron Burgemeester en Wethouders van Gouda. Pest, 20 April. Bjj gelegenheid vu de discussie orer de begrooting in de Kamer vu afgevaardigden nam de minister-presidrat, Koloman Tisza, bet woord; hy betoogde, dst t niet aan te nem» ie dst Ooateurjjk- Hongarjjs geïsoleerd zou wezen, als hek misschien genoodzaakt zou zjjn vöor de handhaving ra eerbie diging zjjner belangen oorlog te voer».Tisza vestigde verder de aandacht op de rit de gebeurteniss» ge bleken ervaring, dat de belangen van den Runoeen- sehen en van den Hongaarack» Staat dezelfde zjjn, dear beide een en denzeifdra vjjand hebben, nSraelyk het panslaviemé. Ook de andere nsburigje volkeren zouden de oogén openen voor de waarheid rit dit feit, zoodra zjj de ovektnigibk verkregen zonden heb ben, dat zjj sleabtz door vjnendzchappelykè betrek kingen me( de Oostonrjjksoh-Hongaartche Mousrokie hhnne individualiteit kunnen behouden. Ook thans nog achtte de Krgcèring 'tharen eératec plicht, voor de belangen der Monarchie te waken «t voor bet behoud dee vredes ijverig werkzaam te zjjn. MD TUIOtlKfcrift van gelijke strekking tot dut collegie worde opgezonden, en indien dat wenschelijk wordt geacht, of de vergadering zich er mede kan vereenigen, dat deze vereeniging het initiatief neemt om de ingezetenen tot ooderteekening van een nader vast te stellen request uit te noodigen? 2°. Of eene commissie namens deze vereeniging zich zal wend» speciaal tot de beide afgevaardigde, kamerleden voor 't district Gouda (de hh.Mr. M. Bichon van IJsselmonde en Mr. J. G. Patijn) met verzoek om, zoo mogelijk, ten sterkste het gevaar waarmede onzo stad bedreigd wordt, te helpen afweren? Ge eerste dezer vragen werd het eerst door de vergadering behandeld. De heer J. Sauerbier achtte het hoogst nuttig dat door de ingezetenen belangstelling in deze zaak getoond werd. Het wat wel waar, dat de gemeenteraad, die de burgerij vertegenwoordigde, zich reeds tot de Tweede Kamer met een adres gewend had, maar spr. achtte het hoogst wenschelijk, dat genoemd adres door de ingezetenen krachtig werd ondersteund. Nadat door den heer I. de Vries Robbé was gevraagd wat de eigenlijke bedoeling was van het bestuureen af zonderlijk adres van wege deze vereenigiiig, of een voudig' een adrea van adhaesie aap dat van den raad in te dienen, werd door den voorzitter het bestuursvoorstel nader toegelicht, waaruit bleek, dat de bedoeling wat niet door deze kiesvereeniging een adres te doen indienen, maar alleen dat deze het initiatief nam om door le ingezetene» van Gouda een adres te doen indienen, waarin adhaesie betuigd werd aan het döar dén raad ingediende adres. De héér Mr. J. Fortujjn Droogleever gaf daarop als zijn gevoelen te kennen, wel is waar niet bepaald tegen een dergelijkjudhacsie-adres te zijn van wege de Goudsche ingezeten»,maar bijzonder veel heil zag hij toch daarin niet't ia inderdaad genoeg bekend, zeide apr., dat de belangen van Gouda bedreigd worden -door het wets-voorstsl, maar van meer belang zou 't zijn om ten gunste van den weg langs Gouda, een adres te -doen indienen; l'.dOor inwoners van naburige gemeen ten en 2°. door de schippers. Ilet effect van dergelijke adressen zou grooter zijn, dan van een adres van Gouda's ingezetenen. De heer J. A. Roest van Limburg was 't in zoo verre met den voélden spr. eins dat een door hem bedoeld adres <aa "schippers, verzoekende om den weg1 "lungs Gouda te bekduden, zeker gewicht in de schaal zou leggen, fpi'ar een dergelijk adres uit te Jokken lag z i. niCk op den weg dezer vereeniging. Vólgens spr.' wss inj deze niet de hoofdzaak het di rect- geldelijk verlies dat -de gemeente Gouda zou lijden, maar veeleer het belang dat Gouda had voor zijn industrie ën handijl, bjj 'tbehoud van den waterweg langs deze gemeente, uit welk oogpuut de redactie van het adres van wege den gemeenteraad dan ook ten zeerste toejuiching verdient. 11)5 heer J. J. Grootsndorst aeht het van groot be lang, dat de handteekentngen van schippers worden verkregen op een adres ten gunste van den waterweg langs onze gemeente. Spr. meent dat de sohippers door de voorgestelde coupure zeer weinig gebaat werden, hij wist dat velen van hen de voorkeur gaven aan een weg langs' Goods, wint de voorgestelde weg moge til iets kotter zijn, de vrachten worden daar door Ook iets minder en das is het voordeel niet in 't belang van de schippers. Spr. stelt voor om in plaats van één adres, zooals 't bestuur voorst» lt, twee adressen te doen indienen, (én van wege de ingeze tenen en één van wege de schippers. De lieer dr. H. IJssel de Schepper brengt als zijn tasening in het midden, dat men ook te veel in deze zaak kaw'doen. Spr. gelooft dat het niet op den weg dezer vereeniging ligt eed zelfstandig adres in te dienen. De eigenlijke riohting van den waterweg moet tooh nog eerst blijken uit de onteigeningswet. Met zekerheid weten Wij nog niets, wel blijkt het dst bét gevaar dreigt, maar meer ook niet. Na is er door den gemeenteraad een adres ingediend, en dat is. mar spr.'s gevoelen zoo volledig als slechts ver langd ku .worden. Wordt dat adres ondersteund b. r. door de Kamer van Koophandel en door de in gezetenen, dan is het voldoende. De sohippers uit te noodigen om eveneens een adres in te dienen is dan ook bepaald niet aan te raden en zon zeker geen effect hebben- spr. althans maakte zieh daaryan geen il lusie, een dergelijk adres zou de kamerleden zeer weinig impoiieeren en 'ion z. i. niet doeltreffend zijn. De heer Grootondórst lichtte zijn voorstel nader toe en meent dat een adres van wege de sohippers om den waterweg lange Gouda te behraden een zeer welkom en goéd wapen zóu'zijn inde handen vad onze afgevaardigden, die daarop konden wijzen om te betoogea dat de voorgestelde weg doordesobip- pers niet vetlmgd wordt, waarop de heer Roest van Limburg zeide ook gaarne een dergelijk adrea te zul len zien inkomen bij de kamer, maar het initiatief daartoe moest z. i. niet van Burgérplicht uitgaan. De heer Mr. Fortuijn Droogleerer herinnerde "flat het bestuursvoorstel strekte niet om door deze kies- vereeniging een adres te doen indienen wat ook zonder rechtspersoonlijkheid moeilijk gaan zon maar door de ingezetenen op initiatief van deze ver eeniging sn nu kou hij niet inzien, waarom ook niet een adres van wege de sohippers uitgelokt kon worden. Wat toch, vroeg spr, wss 't eigenlijk doel waar mede het regeeriugsroorstel was ingediend Het belang der scheepvaart. Welnu, kan men nu teweegbrengen dat door de schippers zelf werd verklaard, dat zij zeer op prijs stelden een verbeterden waterweg, maar tevens dat zij die gaarne zoudeu zien langs Gouda, dan moest dat z. i. hoogst wensohelijk worden geacht en zulk een adres zou meer W'cht in de schaal leg gen dun een, ouderteekend door Goudsche ingezetenen, al ware 't dat alle 16000 daarop teekenden De heer IJssel de Schepper repliceerde den vorigen spreker. Hij zag er het nut niet van in, dat daar door eenige schippers een adres werd ingediend in den bedoelden geest, kou men de groote handelsbuizen van Amsterdam en Rotterdam laten verklaren, dat zij den weg langs Gouda nuttig vonden, dat ware iets andets, maar een adres van wellicht een klein aantal schippers, zou z. i. niets geen effect maken, veeleer zou daarmede de gek worden gestoken. Nadat de heer Gróotendorst nog nader het belang van een adres vanwege de schippers, had aangetoond, werd nu door den voorzitter 't concept-adres mede gedeeld, dat den ingezetenen ter teckening zou wor den aangeboden waarop hij de goedkeuring der ver gadering vroeg. Dit adres luidde als volgt Jan De TWEEDE KJ MER der 8TJTEN- QENKRJjL. De oudergeteekeuden, allen ingezetenen der ge meente Gouda, nemen de vrijheid zich bij deze tot u te wenden naar aanleiding van het ingediend wetsontwerp o. a. tot verbetering van den waterweg tu^aohen Amsterdam en Rotterdam met eerbiedig en dringend verzoek aan geene andere richting van dien waterweg Uwe goedkeuring te schenkeu dan aan die, welke loopt onmiddelijk langs of door de kom der gemeente Gouda. Wanneer zij uit verzoek tot U richten dan ge schiedt ditlo omdat bij de Regeering het voor nemen sohijnt te bestaan, den uieuwen waterweg niet langs onze stad te doen loopeu; 2o. omdat de verwezenlijking van dit plan der Uegeering onzen handel en ous fubriekwezen met vernietigiug bedreigt, 3o omdat cue voldoende verbetering van den wa terweg tusscben Amsterdam en Rotterdam schijnt te kunnen tot stand komen zonder opoffering der belangen onzer gemeente, zonder aanmerkelijke verkorting van den waterweg en zonder vermeerde ring althans zonder bedzideude vermeerdering der kosten voor de uitvoering benoodigd. Onder referte san do bezwsren, welke door den Raad onzer Gemeente tegen het wetsontwerp der Regeering tot verbetering van den waterweg tusaeheu Amsterdam en Rotterdam zjjn aangevoerd en gemo tiveerd onder Uwe aaudaobt gebracht, yermeenen zij het vertrouwen te mogen koesteren dat door U de billijkheid en gegrondheid van hun verzoek ten volle zal worden erkend en dientengevolge voorko men dat onze stad niet berooid worde van den waterweg onmiddelijk langs of door de kom dezer Gemeente. 't Welk doende ent. Goods, April '78. Op vooratel van den heer IJssel de Schepper werd dit concept-adres niet goedgekeurd en in de plaats daarvan met algemeeue stemmen besloten een adres ter teekeuing san te bieden, dat alleen inhield adhaesic-betuiging aan 't adres vanwege den Ge meenteraad. Het voorstel vau den heer Grootendorat om een adres vanwege de sohippers uit te lokken ten gunste van een weg langs Gouds werd ssngenomen met 8 tegen 6 stemmen. Daarop was het tweede gedeelte van 't bestuurs voorstel aan de orde. Dit werd door den heer Grooteudorat niet alleen zeer toegejuicht maar spr. wilde 't uitbreiden dopr een commissie af te vaardigen naar onze en ook andere afgevaardigden om persoonlijk met hen tc spreken over de zaak. Spreker's gevoelen werd door den heer A. van Veen gedeeld. Wel is wsar zullen onze afgevaardigden, zeide spr, wel genoeg doordrongen zjjn van *t gewicht der zaak, maar toch was het goed het belang van Gonda nader toe te liobten. Spr. wist dat dergelijke persoonlijke bezoeken onze afgevaardigden ook niet onwelkom zijnbij gelegenheid van hel voorstel in rake de tabaksbelasting was er o. a. ook een commissie uit deze gemeente bjj hen geweest, die hoogst humaan wat ontvangen en wie zelfs door de afgevaardigden ingenomenheid was betuigd met het bezoek. Zeer licht was er bjj zoo'n gelegenheid nog eens 't een en ander onder de aandacht te brengen, waarom spr. het door den heer Grootendorat zeer ondersteunde. De heer mr. J. Fortujjn Droogleever was daarmede minder ingenomen. Een dergelijk onder 't oog brengen van de zaak bjj onze afgevaardigden achtte spr. vrjj overbodig. Bovendien werden die heeren in een min of meer moei lijk dilemma gebracht. Spr. laat daar, dat zij a%ev*ardig- den zijn niet van onze atad of ona district maar van het land, doch waren tij de overtuiging toe- gedaan, wat apr. niet gelooft f dat het lands belang aanneming van 't ontwerp gebood, zjj zouden door een verzoek van Burgerplicht niet van gevoe len veranderen en waren zjj vddr den weg langs Gouda, dan is de aansporing van onzen kant vrij overbodig. De heer Patijn althans, verzekert spr, heeft die aansporing onzer kiesvereniging verre van noodig, hjj zal doen wat hij kan om het dreigend gevaar voor Gouda af te wenden. Mocht echter de vergadering mee- nen dat een commissie naar onze afgevaardigden wen- scheljjk waa, dan dringt spr. er op aan dat een commiaaie van deskundige» worde afgevaardigd evenals bjj de 't voorstel betreffende de tabaks-belss- ting geschied wss opdat Zjj inderdaad de zaak tot in de bjjsondcrheden zou kunnen toelichten. Nadat de heer de Schepper er op gewezen had dat hier ten onrechte een vergelijking met de beweging bij de voorgestelde tabaks-aoejjns was gemaakt, diar 't n» bjj deze zaak, integenstelling van toe», een algemeen belang gold, werd door dien' apr. de uit nemende wijze in 't licht gesteld waarop het ge- meenteraadsadres in deze waa geredigeerd. Onnoodig en ondoelmatig is het nu in dat adres op Gouda's belangen goed is gewezen onze afgevaardigden verder lastig te vaUen. Zjj zjjn reeds goed ingelicht meende spr, en verlangen zjj wellicht meerdere in lichtingen, welnu, zjj weten die in te winnen daar, waar die to verkrijgen zjjn. De heer van Veen blijft bjj zijn meening, dat en kele punten toch door persoonlijke bespreking beter in 't licht kunnen worden gesteld en de Grootendorat meent dst de kamerleden, voor wier talent bjj groot res pect heeft toch' niet van alle zaken die zjj behandelen zoo nauwkeurig op de hoogte konden zjjn, waarom hij nader op penoonljjk bezoek aan dringt, waarop door den voorzitter de hoop werd geuit, dat ieder die invloed konde aanwenden, dat zou doen, maar deze vergadering moest niet verder gaan dan voorgesteld was. Een bezoek san andere afgevaardigden dun de onze, moest z. i. worden af gekeurd. De heer Patjjn dat was spr. met den heer Droogleever eens zou doen wat in zijn ver mogen was, maar de heer Bichon mocht wellicht wel eens wakker worden geschud. Nadat nog de heer de Vries Robbé er op bad aan gedrongen dst er een commissie uit deskundige» zou gaan naar den Haag eu indien deze vereeniging dezulken wellicht niet onder hare leden telde, die van buiten de vereniging moesten worden gezocht en de heef de Schepper had gevraagd of de taak dier commissie zon zjjn alleen Gouda's belang in 't licht te stellen bjj een niet-asnncming van 't voorstel of wel Gouda's be lang tegenover 't Rjjksbefang te stellen, in welk laatste geval het niet gemukkeljjk zou zjjn competeute leden voor die commissie to vinden,werd door den heer Sauer bier als een bezwaar medegedeeld dat men nog niet zeker wist hoe de riohting van den voorgestelden water weg zou zyi^. Nadat hierover nog eenige discussie was gevoerd en verscheidene leden hunne opinie hadden verdui delijkt, werd besloten met 12 togen 2 stommen om een commissie te benoemen die Gouda's afge vaardigden over de zaak zouden gaan spreken, welke taak echter op voorstel van den heer Fortujjn Droog leever 't bestuur werd opgedragen. Daarop werd nog eenige discussie gevoerd over de wijze va» uitvoering die gegeven zou worden aan het besluit betreffende het adres vanwege de schippers waarmede een commissie belast werd bestaande uit de hh.Mr. J. Fortuijn Droogleever, A. van Veen en H. Jager, en nóg over een huishoudelijk onderwerp, beide welke zaken echter van minder gewicht zjjn om alhier te worden medegedeeld. Nadat daarop nog deer den voorzitter was mede gedeeld dat door het bestuur pogingen waren in het werk gesteld om den heer E. H. Stieltjes in een. vergadering van Burgerplicht te doen optreden, ten einde over dén nieuw voorgestelde waterweg het woont te voeren, welke pogingen waren verjjdeld, daar ge noemde heer ongesteld was, waarom hjj, zoodra zjjn bezigheden ten behoeve van den Westfaalsehen spoorweg geëindigd waren, naar 't Buitenland vertrok, om welke reden hjj ook voor een dergeljjke uitnoo- diging van de Kiesvereniging Burgerplicht te Rot- terdam evenzeer had moeten bedanken, werd de vergadering door den voorzitter gealoten. Bjj kon. besluit van 25 Maart 1878 is go'edge- keurd een besluit der staten van Zuid-Holland tot wjjziging der begrooling van enkel provinoiale en huishoudelijke inkomsten e»uitgaven, dienst 1878. wets-ontwerp betreffende de bcdelarjj voorgestelde amendementen zjjn de volgendelo een amendement van de heeren Mackay en Harinxms, om, in afwach ting van de geheele herziening van den titel «bede larij' bet wetboek van strafrecht, geen uitzondering toe te laten; 2o. een amendement van de heeren Borgesins en Patijn, om den bedelaar niet strafbaar to stelten, indión hjj, zieh vruchteloos om volstrekt oavermjjdeljjken onderstand bjj de besturen heeft aangemeld, dos ook indien onderstand onvoldoende was; 3o. een amendement van den heer Rutgers van geljjke strekking en tevens om het bewjja van schuld op den aanklager te leggen; 4o. een amendement vaa den heer Godefroi, om de opzending vsn recidi visten naar een bedelaarsgesticht te doen plaats hebben op de,vordering van het openbaar ministerie. In de zitting vsn Dinsdag zjjn, na uitvoerige dis- cassiëo, (1e vorenataaude amendementen verworpen en is het wets-ontwerp betreffende de bedelarjj onver anderd aangenomen met 41 tegen 26 stemmen. Voorts zjjn aangenomen enkele onteigeniuga-vetlen en de overeenkomst met de Hollandscbe spoorweg-maat- schappij (exploitatie baanvak ZaandamAmsterdam.) De onteigeningswet voor den Mnteg van een grint weg onder IVaddinxveen werd mede aangenomen, en wel met algemeeue stemmen. In de zitting van gisteren is met 54 tegen 9 stemmen aangenomen het ontwerp tot wjjziging der wet op het hooger onderwjjt. Daarna had de inter pellatie plaats vsn den heer van Kerkwjjk over de overeenkomst met de gemeente Rotterdam, betreffende de brug aan de Koningshaven. De interpellant keurde het af dat het contract gealoten waa zonder voor- behond van de goedkeuring der wetgevende maoht. De minister van waterstaat enz. verdedigde het oon- trsct. Da fnaueiëele lasten konden uit de begrooting gekweten' worden en de 100,000, aan Rotterdam voor onderhoud uitbetaald, waa eene wettige schold uit hét oontract van 1869 voortspruitende. De heer van Kerkwjjk heeft eene motie voorgesteld tot af- kenring, gelijkluidende aan die, welke in December omtrent het contraot met de maataohappjj Zeeland wm aangenomen. De behandeling dier motie is verdaagd tot na het recta. Heden zjjn eenige ont eigeningswetten voor spoorwegen san de orde. De melkinrichting van den den heer Rooseboom, te Utrecht, die eerat met lo. Mei a. a. wordt geo pend, schijnt reeds thans een gunstigen invloed uit te oefenen. Sommige huismoeders raeenen te hebben opgemerkt, dat zij in den laats ten tijd meer melk dan water van hunne melkboeren ontvangen. Vroeger wm het omgekeerde wel eens het geval. In eene talrjjke bjjeenkorast van leden der kerke- ljjke kieavereeniging Gelijk recht voor alle», te Gronin gen, is Zaterdagavond door den beer B. C. J. Mos selmunt, predikant bjj de hervormde gemeente aldur, voorgesteld om, in navolging van andere gemeenten, ook te Groningen eene Remonatrantsche broederschap op ta richten. Dit vooratol ia door een groot aantel der aanwezige laden met bjjval ontvangen, en daarop zjjn eenige heeren uitgeuoodigd zich tot bevordering der stak in oommiMie to verenigen en met de be- langstellende gemeenteleden zich in batrekking to stel len. De nitnoodiging tot bet honden van de bjjeen- komst wm nitgegsau van den heer "Mosselman*. In de maanden December 1877, Januari en Fe bruari 1878, is volgens de bjj de regeering ontvsngen ambtsberichten, slechts één geval van hondsdolheid iu het rjjk voorgekomen. Een bond to Philippine .in Zeeland is iu Deeember 1877, als verdaoht van dolheid, gedood. Na Ijjkopening zjjn kenteekeueu dier ziekte gevouden. Vertnoedeljjk is dit dier in eene der BZbnrige gemeenten Assenede of Selzaete in België, slwaar rich gevallen van hondsdolheid hadden voorgedaan, besmet. Behalve voor Oiilippine werd ook voor 8os van Gent het bevelschrift, bedoeld in art. 8 der wet van 5 Juni 1875, nitgevMrdigd. In het voorloopig verslag over bet ontwerp tot verbooging der begroeting van Ned. Iudië voor 187 8 wordt er op gewezen, dat in venohillende gezegden van den micister van waterstaat en van financiën bet geloof doorstraalt aan de mogeljjkheid van het uitkeereu van Indische bjjdragen gedurende de eerst volgende jaren. Maar hoe kon dat geloof bjj twee der ministers bljjven post vatten op hetceifüe oogen- blik dat hun ambtgenoot van koloniën die bjjdragen of mido's voor de spoorwegen op Java alt in beslag neemt? Hoe kan vooral het uitkeereu der bjjdrag# voor 1877 ala niet gehéel hopeloos beschouwd worden, geljjktjjdig met de aanbieding van een voorstel om die bjjdrage vervallen te verklaren? Naar aanleiding van het voorafgaande werd door verscheidene leden beweerd dat dit ontwerp niet op zieh zelf kon worden bezohouwd, maar tegel jk met de andere wets-voor- drachten, die evenzeer onze geldmiddelen in het algemeen raken, moest worden behandeld. Er waren leden, die na reeds verklaarden, dat rjj onder de bestaande finanoiëele omstandigheden aan den aanleg van nieuwe werkqu noch hier, noch in Indië hunne stem zouden geven. Andere leden meenden, dat althans blijken moest hoe de regeering zich voorstelt bjj het aanvaarden van nieuwe openbare werken in de kosten daarvan, niet enkel op het oogenblik, maar op den dunr te voorzien. Dit was to noodzakelijker, omdat zelfs, wanneer geen enkel nieuw werk onder nomen werd, het evenwicht lunchen ontvangsten en uitgaven althans op de staatabegrooting van het moederland zeer moeieljjk zon kunnen worden be waard. I)e uitgaven van bljjvenden aard op de staatabegrooting zijn aanmerkelijk uitgezet en dreigen niet weinig te zullen toenemen. Weder andere leden drougen er sterk op san dat de regeering, alvorens nieuwe groote werken zoowel iu Indië als iu het moederland op tónw worden gezet, bepaalde opening gaf van hare financiëele plannen voor de toekomst. Tegen deze beschouwingen kwam men, in zoover zjj de strekking hadden om den aanleg van nieuwe spoorwegen op Java te verwerpen of te verschuiven, vau de zjjde der meerderheid met nadruk op. De uitbibidiug der spoorwegen in Oost-fndie, zeide men, is «ene lerens-qnaestie voor ouze bezitting en als krsebtig middel om de volkswelvaart te verhoogen en daardoor den financiëeleu toestand van het land te verbetoren, mocht die aanleg nn vooral niet ach terwege blijven. Aangenomen dat in de behoeften aan spoorwegen op Java zonder verwijt moet worden voorzien, was het de vraag, op welke wjjze die voor ziening moet plaats hebben, door staatsaanleg of door middel van het verleeuen vsn concessie met rente- garantie. Verscheidene leden merkten op dat de overtuiging van den tegeuwoordigen minister van koloniën omtrent dit punt uieer dan eens schijnt gewijzigd te zjjn. Men meeBde dat nergens nit bleek dat de meerderheid der kamer voor staatsaanleg boven ooneeasie aan particulieren gestemd is. INGEZONDEN. (Naar aanleiding van het in bet jongste reads- verslag opgenomen rapport van Burg. en Weth. dezer gemeente aan den gemeenteraad in zake de aanvrage der bh. J. de Vries Robbé en A. Kaptijn om con- ccssie voor den aanleg en de exploitatie eener drink waterleiding binnen deze gemeente, benevens de voor waarden waaronder B. en W. voorstellen die concessie te verleen», werd tot ons door genoemde heeren het verzoek gericht om tot recht verstand der taak een tweetal stukken van hunnentwege uitgegaan, eene plaste te verleen» in out blad, aau welk verzoek wjj gaarne willen voldoen. i de Redactie.) Na de samenkomst die de eerst ondergeteekende de Eer bad met UEdelachtbaran op den 15n dezes te houd», ter bespreking der wjjzigingen, die wjj gaarne zonden zien in de door UKd-A. gestolde voorwaarden tot het aanleggen eener drinkwaterleiding alhier, hebben wjj de Eer UEd.A. bjj deze onze nadere bemerkingen mede te deelen, orer die artikels wuriz UEd.A. mceaen «ene wjjziging te kunnen brengenen welke koo18znkeljjk zjjnartikel* 1, 9 en 19. Vooraf wenschen wjj te doen opmerken dat, indien bet WMrljjk ernst is, m» in Gouda eene water leiding wiï hebben, men voor de concessionarissen die willen trachten die daar te atollen zonder reutogarantie van het Gemeente Beetuur te vragen daii ook de voorwaarden zoodanig dient te bepalen, dat ze zelfs zonder garantie aauuemeljjk zjju voor heu, die aandeelen willen nemeu in eene Negotiatie. Nu zjju juist de drie genoemde srtikels, die de grootste beswaren daartegen opleveren en de zaak bjjna onuitvoerbaar zoudeu maken. Zij erkennen wel, dat UEd.A. in art. 1 en ge- deelteljjk in art. 19 zonder-een nader besluit van den Raad, geen rernndaring kunnen brengen, omdat dit de grondslagen zjjn geweest, waarop de roorloo- pige concessie is toegestaanmaar na al heigeen de ondergeteekenden daarvan in de memorie van toelichting gezegd hebben, twjjfelen zjj niet of, indien Heeren Burgemeester ra Wethouders hnn verzoek om daarin wijziging te brengen, bjj den Itsad zouden willen ouderattunen, de Rand daarin mogeljjk wel zoude toestemmen. Wat ie toch de zask. Art. 1 zegt: „en bjj het heersehen van epidemiëu bovendien scheikundig ge zuiverd water." Het is waar, de ondergeteekenden hebben zeifin hunne eerste, mogeljjk niet goed doordachte onder handeling» met UEd.A., daarin ge» bezwaar ge vonden, /naar verzoeken nogmaals dig bvpaling te willen dien' vervallra omdat 1°. Deskundigen daaf- vnn niet het minste nut insièh en het overbodig aohten en 2°. omdat er niet bjj ééue waterleiding hier te lande noch buitenslands, zulk eene bepaling ooit is opgenomen. Dan is buitendien de benaming van epidemiën te onbepaald. Wat rekent men daaronder? De ondergeteekenden wenschen zooveel mogelijk alles te doen om het Gemeente Bestuur ter wille te zjjn en indien m» dos hoe verwonderljjk zoo'n voorwaarde ook door deskundigen sonde be schouwd worden er bepaald bjj bljjft, dat artikel gedeelteljjk te behonden, dan verzoeken zij zeker het woord epidemiën te veranderen in „cholera", en scheikundig gezuiverd IJssel water, in „des noodig door eenige scheikundige middelen gezuiverd IJsscl- wster." Maar nogmaals verzoek» ze dring»d, die woor den geheel te do» verrallen. Van art 9„Het plaatsen vsn 6 standpijpen tegen betaling eener som vsn 3000.—" meenea UEd.A. onze wjjziging niet te kuunen goedkeuren en ton gevolge daarvan het ar tikel geheel te laten vervallen. Hoewel wjj als concessionarissen daarmede nn tevreden zonden kannen zijn op voorwaarde, dat ook het Gemeente Bestuur bet thans in gebruik zijnde zoogenaamd „tonnenwater" opruimt, waardoor de atad die 3000.zonde besparen, twjjfcWn wjj er aan of de Raad hiertoe zal besluiten en bljjven dus bjj ous gevoelen om te versoeken eene van de door ons voorgestelde wijzigingen (bjj one memorie v» toelichting nader omschreven) toe te staan of om, indien men dat zoude kannen goed vinden, met concessionarissen daaromtrent zoo moge lijk eene andere voorwaardete ontwerpen Ook het begin van art. 19 valt in dezelfde term» als art. 1. De ondergetcek»dcii hebb» zelf 25 jtren opge geven, maar waren toen nog niet z66 op da hoogte der zaak als thans en nem» dos de vrijheid nogmaals de voorgestolJe wjjziging dringend te verzoek» op de gronden olz in de memorie «an toelichting zjjn ontvouwd. Personen, die betuigd» genegen te zjjn an in onze Negotiatie deel te nem», hadden er bezwaar in, als dit artikel zoo bleef. Het vervolg van dat artikel - „wjjze van overname door de gemeente*, zond» wjj ook gaarne gewijzigd zien, zooals wij voorgesteld hebb». Is bet ook niet beter nn reeds te bepal» wat de atad te betalen heeft, in geval vu overname, dan dat over to 1st» au taxatie van deskundigen? Voor beide partij» acht» wjj dat verkieslijker. Ook te Leiden heeft mm er zoo over gedacht daar UKdA. veelal de voorwaard» vu du atad ge volgd hebben, kannen wij niet tuisten onze verwonde ring te betuigen, juist in dit geval daarvu afge- wek» ia. Bovendien ataat er in de voorwaard» „ia de Gemeente gerechtigd". Dos niet verpüokt. Maar neemt de Gemeente niet orer, wat du? Dat wordt niet be|uald. Ook op di» grond reroorlov» wjj ons nogmaals aan te dringen op de goedkeuring van de door ona voorgestelde wjjziging vu ket geheele artikel. Met den wenaeh dat wjj ook door deze nadere opheldering», de zoo zeer noodige taak der water leiding zullen bevorderd hebben, hebb» wjj de Eer, met hoogachting ons te noemen vu UEdelAchtbares da dienstw. dienaren, (get.) J. de VRIES ROBBÉ. A. KAPTIJN. Gouda, Februari 1878. In ons volgend nummer tal aronien opgenomen Een extract uit de MEMORIE VAN TOELICH- TING op 18 Januari 11. SU bh. Burgemeester en Wethouders bjj de wjjziging» die hh. oonoetsionerissen voorstellen te brengen in de voorwaard» tot bet aanleggen eener drinkwaterleiding. MPm Met groote geestdrift werd de redevoering vsn don Minister toegejuicht. Berlijn, 1 o April. De Rjjksdag keurde bij tweede

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 2