Koloniën. r tot ontvangst van de daarop gevallen gelden met de zaak bemoeid en den dader in arrest genomen. l)e pruimenoogst in en om Utrecht is zoo voor dei lig, als in geen jaren gezien is, liet overvloedigst zijn de blauwe pruimen; niet zelden gebeurt het, dat van een boom 40 manden geplukt worden; daar iedere mand gemiddeld 1.20 opbrengt, maken de verkoopers goede zaken; er zijn hoveniers, voor wie de opbreDgst van de bessen en pruimen dit jaar meer dan f 1000 bedraagt. Een zoon van den heer L. Bruin, van Noord einde van Graft is Donderdag uit IJmuiden uaar Koningsbergen vertrokken, ten einde aldaar de IIol- landsche kaasbereiding te onderwijzen. Ne. d. D.) In de figaro schrijft Albert Wolf dat Keizerin Eugenie te Ems logeerde in het hotel garni, dat den naam „l'Elysée" droeg. De gravin de Pierrefonds zag er zeer verouderd uit eu leunde op een stok. Prins George van Pruisen bracht haar herhaaldelijk bezoeken. Het zelfde blad deelt aangaande Victor Hugo mede dat de beroemde dichter naar Guernsey ging op raad der doctoren. Hy was reeds lang te voren uiterst prikkelbaar. Zoo zou hij, toen een letterkundige over den letterkundigen eigendom een meening uitsprak die van de zijne verschilde, hebben gezegd; //Ikduld niet dat iemand spreekt, wanneer ik gesproken heb, of andere conclusies trekt dan de mijne" en toen een senator hem over het Rousseau-eeuwfeest kwam spreken zon hy hebben uitgeroepen: //Een eeuwfeest voor dien ellendeling, dien lakei, dat nooit!" In De Gezondheid komt van de hand van dr. Lubach «en belangrijk opstel voor over //dolheid en watervrees." Daaruit blijkt, hoe gevaarlijk het woedend maken van gezonde dieren is. Immers door de beten van cene kat, wier jongen men had verdronken in weerwil van hare pogingen om die te redden, werden-een vader en zijn zoon te Kampen door dolheid aangetast, waaraan zy spoedig bezweken. Het geval is ook zeer leer zaam uit het oogpunt van diereu-raishandeling. Door de Maatschappij tot bevordering der volksbe schaving in Duitschland zijn in 1877 niet minder dan 122 nieuwe volksbibliotheken gesticht. Van wege de Maatschappij zyn meer dan 10,000 voordrachten ge houden, op 37 plaatsen is het museum tentoongesteld en verscheidene scholen van voortgezet onderwijs zijn door haar onderhoudeu. Het ledental bedroeg 5132, terwijl 772 vereeuigiugen als corporatie als lid waren ingeschreven. Melian Petrowich, een jongmensch, geweermaker bij «en Servisch korps, heeft ten achterlaadgeweer uitge vonden, dat zeer groote voordeelen boven de geweren Peabody en Peabody-Martiny moet hebben. Vooral onderscheidt 'tzich door groote vereenvoudiging, waar door het ook zeer gemakkelijk schoon te maken is. Terwyl het geweer Peabody uit 7 5 eu het Peabody- Martiuy-geweer uit 50 deeleu bestaat, telt het nieuwe vuurwapen slechts 30 bestanddeelen. Het grootste voor deel van het nieuwe stelsel is echter zyn betrekkelijke goedkoopte. Het Peabody-geweer kost 93 en het Pea body-Martiny geweer 144 fr.daarentegen is dit geweer voor slechts 54 fr. te vervaardigen. Voor- loopige proefnemingen te Kragojewatz hebben bevre digende uitkómsten opgeleverd eu men is nu bezig er meer nauwkeurige proeven mede te nemen. Men schryft uit Hazerswoude Het Bestuur dezer gemeente schijnt ougenegen te zijn, eenige bijdrage te verleenen tot daarstelling of onderhoud voor een toegangsweg van af den Rijndyk tot het station Hazerswoude van den spoorweg LeidenWoerden. Dit station ligt op een afstand van circa één mijl van den openbaren weg, den verbindingsweg tus- sohen de kom der gemeenten en den Rijndyk onder Hazerswoude, ook van de daar langs liggende vaart. Blukbaar is dit station op deze ongelegen plaats, mioden in het veld, tot ongerief van de bewoners da£r gesteld met het oog op een etentueele verbin ding van het station door een toegangsweg met den Ryndyk, uitsluitend in het belang van de in de baart gelegen gemeente Koudekerken in geen ge val kan die toegangsweg, waarvan sprake is geoor deeld worden noodig te zijn voor de gemeente Ha* zerswoude. (L. D.). Donderdagavond waren de Parijsche koetsiers in het cirque Fernando bijeengekomen. De koetsier die als secretaris fungeerde, begon met een dankbetuiging aan den prefeot van politie voor de verleende vergunning en maande de talrijke aanwezigen (3000) tot kalmte aan. Hij las daarop het programma voor dat door de /yChambre Syndicale" met gedelegeerden van de koet- ■iers was ontworpen. Daariu werd o. a. aangedrongen op beter en geregelder voedsel en betere stroozakken voor de paarden. Regeling van het werk la planche" of i la moyenne" vastgesteld elke maand door een jury, bestaande voor de helft uit rijtuig verhuurders, voor de helft uit koetsiers. Eeu maxi mum van 14 uren werk per dag. Elke maaud twee dagen rust. Het programma werd na eenige discussie aange nomen. Vervolgens werden 20 gedelegeerden gekozen, om de //Compagnie" des petites voitures", de rijtuig verhuurders en de autoriteiteu in kennis te stellen van de eischen der werkstakers, en daarua giug dfe vergadering kalm uiteen. De verschillende rijtuigmaatschappijen hebben nieuwe koetsiers aangeworven en Zaterdag te 5 uur werden de gedelegeerden door het bestuur der //Com pagnie génerale" ontvangen. Bij de opening vau een door hem te houden cursus in schoolhygieue voor aanstaande ouderwijzers, wees de heer D. Amiraal o. a. op de statistiche resultaten, door dr. Cohu te Breslau verkregen met betrekking tot de toeuemeude bijziendheid ouder de schoolgaande jeugd. Hij sprak naar aanleiding daarvan o. a. het volgeude //Gezichtsgebreken zijn niet de eenige nadeeleu, die de school aan het kind kan toebrengen. Het school kind is een raenscb in de periode van ziju levendigsteu groei in een periode, waarin geen eukel lichaams deel, geen enkel orgaan, gem weefsel, het allerminst de functiëii van het zenuwstelsel,^verstand eu gemoed, een vast karakter hebben aangenomen. Iu het kind is de mensch in vollen gang zijner wording ener giek, levendig van vorineude kracht, maar met gering weerstandsvermogen. Al wat jong is en in groei verkeert is gemakkelijk te buigen, en wat jong den stempeldruk eener vijandige macht heeft gevoeld, kan dien oud niet vergroeien. Van het jonge individu worde dus al wat vyandig is geweerd, en, wat bond genoot kan worden, ter hulp genomen eu met kracht vastgehouden en benuttigd. z/Nog meer wat de mensch oud is, heeft hij jong beloofd. Wat de rijpe leeftijd is en doet, wortelt iu de jeugd. Wat de maatschappij van hare volwas senen voor nut trekt, dankt zij aan hun kinder leeftijd. De kracht van den Staat is de vrucht vau de kiem, die iu de kinderen besloten lag, en voorzeker, de appel valt dicht bij den stam! Daarom, wie de toekomst wil, neme den jongen mensch tot het doelwit zijner studie en zijner werk zaamheid. Er is geen edeler werkkring voor den menschenvriend) dan de lichamelijke en geestelijke aedagoog er is geen machtiger hefboom voor et welziju van de maatschappij, dan de school. z/Maar er is ook geen grooter verantwoordelijkheid dan die, welke de paedagqog op zich laadt. Het is een schrikkelijke maar juiste profetiede Heer straft de misdaden der vaderen tot in het derde eu vierde geslacht. Wie zal ons zeggen, hoever een verkeerde lichamelijke en geestelijke opvoeding werkt? Niet hoever rondom het individu, maar vooral hoever voor-, waarts, van het eene geslacht stroomafwaarts iu het andere. «Maar daarom ook werkt het goede, door den pae- dagoog gewrocht, onbepaalbaar ver. En de over tuiging daarvan is zijn steun." (De Gezondheid). Vanwege het Meteorologisch Instituut is aan het Vtr. Dagblad het volgende uittreksel medegedeeld uit een brief aan boord van de Willem Barendtz. 24 Juli 1878. Nu we met ons kruisen en observeereu in de Barentszee zoo zuidelyk zijn gekomen, dat het aan doen vau een plaats in Lapland geen oponthoud geeft, is besloten de brieven te Vardo aau den wul te zetten en vermeen ik vau deze gelegenheid te moeten gebruik maken, om ook u eeu eu ander van ons wedervaren te melden. Van af Bergen tot Jan-Maijeu Eiland hebben we erg gesukkeld met harden wind, bijna altijd uit den verkeerden hoek eu afgewisseld met stilte, zoodat we eerst den^ lsten Juni den Pool—Cirkel passeerden en op Pinksteren het eiland aanliepen, zouder er echter ie kunnen landen. Ongeveer 40 mijlen be noorden het eiland ontmoetten wij voor het eerst ys; eerst lange strooken drijfijs, vervolgens het pakijs; dit zijn we zooveel mogelijk om de ONO. gevolgd, telkens wanneer de gelegenheid het toeliet diepzee- loodingen en temperntuurwnarnemingen verlichtende. Van de Negretti en Zambra 1) hebben we veel nut en ze worden, gaarue gebruikt evenals al de overige Sounding-instrumenten. Een toestel van den Noorschen kapitein Willis van de Vöringen on* water uit de diepte op te halen, ons in Bergen medegegeven, gaf schitterende resultaten, evenals dé Eckmann'% apparaten. De grootste diepte, tot nog toe door ons gelood, bedroeg 1400 vadem, waarhy de stoomlier aller verwachting overtrof, wat kracht en gemak in de behandeling betreft evenals bij het dreggen, waarbij verscheidene malen een zeer goed gevulde dreg vol met allerlei wonderen uit de diepte tot groote vreugde van Sluiter werd opgehaald. (1) Diepzee-thermometer van de Tervaardig rs van dien naam. Deu 17deu Juni ziju we op Spitsbergen gekomen en het eerst geankerd tusscbeu de beide Norway! eilanden, volgens de oud-Hollandsche benamingen het Ganzen-eiland en de Zeeuwsche Uitkijk; op het laatste vonden wij, althans wy vermeenen zulks, bet steenen muurtje, door Sabine, gebouwd, oiu' de plaats aau te geven, waar hij en later ook Dunner en NordenskiöUl hunne magnetische eu astronomische observation hebben verricht. Ik beu daar een dag met prachtig weêr, met beiden bezig geweestwat de magnetische observatiën betreft, met intensiteit!- kompas, Fox-oirole en arcticshore-azimuth-kotapai. Eenige dagen later bij Amsterdam-eiland geankerd zijnde, heb ik zulks herhaalddoch was over mijne waarneming met den Fox-circle niet tevreden: de aanhoudende sneeuwjachten, wélke nu zelfs in de tent van dr. van Ryokevorsel het verdere werken oumogelyk maakten door gebrek aan genoegzaam licht, beletten mij met een en ander voort te gaan cu de volgende dagen was er iu het geheel geene' gelegenheid meer, daar het met groote vaart in de baai drijvende ijs onze ligplaats dermate onveilig maakte, dat wy tot driemalen toe 's nachts 't anker moesten lichten eu een nieuwe ligplaats opzoeken. Ik had reeds, de Unifilar een dip-oircle aan den wal gereed om deze rustig te kunnen opstelleu doch kreeg verzoek, met alles aan boord te willen komen. Op het Deensche eiland en Beeren-eilaud zijn we slechts eenige uren geweest eu was er van geen observeeren ann den wal zelfs sprake, zoodat nu al mijn hoop op Nova-Zerabla gevestigd is. Op Beerea- eil.iud vonden wij brieven aan ons adres, door de Noordsche expeditie aan ons achtergelaten, en zullen nu onze brieven in Vardö bezorgen, otn onuiid- dellijk de Barentszee verder iu te gaan, elk 5 mijt ongeveer loodende en de temperatuur observeerendc. Met het intensiteits-kompas van prof. Stamkart heb ik telkens wauueer de gelegenheid het toeliet, waar nemingen gedaan. Wy zyn allen gezond als visachen en tevreden met den gang van zaken tot nu toe. Het scheepje voldoet goed eu bezit vooral bij slecht weer uit stekende eigenschapp uook de somtyds voorkomende harde botsingen met het y« kau het goed doorstaan. Over het weer hebben we uiet te klagen, uatuorlyk nogal eens sneeuw met hagel en veel mist, vooral op Beeren-eilaud waar we 60 pet. van den tyd in den dikken mist zaten doch geen zeer lage tem peratuur; iu den regtl is deze om «u nabij O" C. slechts sedert in de laatste dagen, nu we zeer zui delyk zyn, ongeveer 5° a 7° C. De mensch gewent zeer spoedig aan een eu ander, zoo ook by ons; niemand heeft bepaald last van de lage temperatuur en alles gaat geregeld zfln gang. Dat wij de prachtigste natuurtafereelen gezien hebben zal ik u niet behoeven te vertellen; vooral op Jan-Mayen-eiland en Noord-8pitsbergeu was van de sneeuw nog niets ontdooid en braohteu de bergen en gletschers, somtijds dag en nacht door de zou beschenen, ons verscheidene malen in verrukking; het loopen op de bergeu en de* groote sneeuwvlakten was zeer moeilijk, daar wy er gewoonlyk tot over de knieën, somtyds tot de schouders iu de sneeuw wegzakten eu dit zelfs het verder gaan gevaarlijk maakte. Onze jachtgeweren leveren aan de tafel zeer veel vogels, vooral ua een bezoek aan een groote broeiplaats op Beeren-eiland, waarbij er eukele malen met een schot hagel 10 tot 12 vogels werden neer- gnlegd. Van de beeren hebben we vele malen de versehe sporen gezien en deze ook gevolgd, maar moesten wij telkens het verdere nasporen opgeven Wegens het moeielijk begaanbaar terrein. In Augustus, wanneer de sneeuw aan de opper vlakte weer bevroren is, zal zulks missohieu beter gaan. De walvisscben, noordkapers en de verschillende vogelsoorten maken het kruisen in deze wateren zeer gezellig en geven veel variatie. Het is ondertusscheu reeds 2 uur nachts) geworden, dus den 22sten Juli (het onderscheid van dag en nacht is, uu de zon voortdurend aan den hemel is, byna geheel verdwenen) en over een paar uur kunnen we te Vordö zyu. Zoodat ik zal eindigen. Uit Texel sohyft men: De wilde konyn komt hier weder talryk voor. Men rangschikt dat smake lijk beestje onder het schadelijk gedierte (schadelijk voor de zeewering wegens het maken hunner holen, waardoor verstuiving ontstaat); een algemeene uit roeiing werd gelast; vervolging vreeselijk; duizenden bij duizenden konynen werden afgemaakt; allés schoot, strikte en freteerde, tot dat men geen ko nijntje meer zag, en men meende in de totale uitroeiing te zyn geslaagd. Na eenige maanden van rust, blykt dat die uitroeiing schijnbaar was: de konijn heeft zich talryk vermenigvuldigd, zyn getal is legio, zoo zelfp, dot 's avonds die beestjes by bon derden de duinen uitkomen en aan de daar aange legde bouwgewassen zich te goed doen, en veel scha de veroorzaken. Men verwacht dan ook, dat de slaoh- ting zich spoedig weder zal herhalenstrijdlustigen genoeg het kommando voorwaarts van ons gouverne ment, en de strijd is weder iu vollen gang. Wij hebben hier dezer dagen, aldus schrijft de Brussclsche correspondent vau de N. R. Crt.% een merkwaardig proces gehad. Ik weet niet of er ten awent ook bladen bestaan die leven van speculeeVen op schandaal. Wij hebben er hier, enkele, en daar onder neemt V Eclair een voorname plaats in, die ge redigeerd wordt door een gewezen onderofficier. Dit blad richt zijn aanvallen op iedereen en bemoeit zich YHefst met bet particuliere leven. Onlangs tastte het een Frausch industrieel aan, die iu de omstreken Tan Brussel gevestigd is. Deze begaf zich daarop met een keunis naar het bureau van de Eclair, waar hij met zijn rotting den redacteur eenige slagen toebracht. Toen het overig personeel, dat uit een aangreuzeude kamer toeschoot, hem te lijf wilde gaan, lustte hij een paar revolverschoten. Allen kozeu het hazenpad en een aanklacht werd ingediend. Heden kwam deze wak voor de correctioneele rechtbank. De redacteur had te vergeefs naar een advocaat gezocht, eu zou-Ier dat de verdediger van den beklaagde het woord behoef de te nemen, legde dé rechtbank dezen eeu boete op van 10 frs. voor het dragen van verbodeu wapenen. Met ingenomenheid begroette het publiek deze uit- j spraak, waarvan het hoopt dat zij perk zal slelleu aau pogingen om schandaal te verwekken ten einde daaruit voordeel te verkrijgen. Vroeger bestond hier een dergelyk blad, V IndUcret, onder de reductie Tan twee broeders, die het grootste deel ran hun leven in de gevangenis hadden doorgebracht. Met bun dood is dit blad te uiet gegaan. Iu het krankzinnigengesticht Burghöllzli, nabij Zurich, heeft zich eeu zonderling geval voorgedaan. Zekere Staub, aldaar algemeen'bekend ala schutter - koning, was reeds sinds laug in dat geslicht op genomen en had iu deu laatsteu tijd een middel weten te vinden otn nau eenige personen brieven te doen toekomen, waarin hij dringend terzoeht al bet mogeiijke te doeu om sjjit outslag te verkrijgen,' daar hij volstrek niet krankzinnig was. De directie en geneeskundigen waren echter van een ander ge voelen en weigerden derhalve tutu de gedaue aan- vrngeu gevolg te geven. Danrop zijn een aantal zijner vrieuden het gesticht binnengedrongen eu hebben hem met geweld uit zijne oei op de derde bovenverdieping van het gebouw weggehaald. Tc dier zake is eeu rechterlijk onderzoek ingesteld. De JVeio-nrk Time, bericht, dat zekere Sohroedcr, eeu geboren Duilscher, gewezen Initeuaut in dienst der Vereenigde Staten, sedert dertig jaren onver moeid beoefenaar der luchtscheepvaart, zich voorstelt met een door hem snmengeatelden, bestuurbaren ballon van New-ïork naar Londen over te steken. De ballon zal 91 voet hoog en 20 voet in door snede zün, iu deu vorm van een aan belde einden puntig uitloopenden oyliuder. H«t bekleedsel btstaal ïit de best mogelijke zijde, van binnen met ondoor dringbaar caoutchouk gevoerd en van bnilen over dekt met geolied doek; in dier voege, dat het maanden doren zal, voordat er gaa van eenige be teekeuia ontsnapt. Eindelijk is boten den ballon een soort vau stevig linnen dak uitgespannen, dat, in geval van nood, als valscherm dienst kan doen. Het schuitje zal 19 voet korter zijn dan de hallou, éveneens puntig uitloopende en in het midden vier voet breed. Aan den achtersteven bevindt zich een roer en aau den voórstefen eene schroef, door middel ran electriciteit in beweging gebracht en tusschen de 1000 en 1500 omwentelingen in de minuut makeude, zoodat, volgens den uitvinder, het luchtschip tusschen de 36 en 46 mijlen, in het uur tal afleggen. Voor het overige hangt het schuifje J0 voet beneden den ballon, welke ruimte wordt ingenomen door een paar reusachtige vleugels, waar van elke slag den ballon dertig voet hooger bren gen zal. Daar voor eiken slag slechts éêne seconde noodig is, Itan het gevaarte zich in een halve minuut tijcis 1000 voet verheffen. Zoodra die hoogte bereikt is, komt de schroef in werking. De opstijgende kracht van den balion en het gewicht vau t schuitje zijn zoodauig geregeld, dat zonder de hulp der vleu gels het geheel in rust blijft. BATAVIA, 1 Juli. In het overzicht vsn het Alg. Dagbl. van Ned. lndiê komt een uitvoerige beschouwing voor van den toestand van Atjehwij ontleeiien daaraan b^l volgende: Als iemand de Vrijdag en Zaterdag gepubliceerde, tijdingen uit Atjeh onder de oogen kreeg, zonder te teten van wanpeer zij dagteekenden, hy zou ze houden voor afkomstig uit het vooiyaar vau 1876» Het oudst veroverde deel van Atjeh bevindt zich op eens weer in denzelfden toestand als twee jaaf geleden en eigenlijk is het er erger, dan toen gen. Wiggers dé bergen in de Vie Moekims doorzocht, toen Kroeng Raba bezet werd en Biloel-Zoid aan de andere zijde. Wij hebben sedert nog Kroeng Rija bezet en de geheele kust langs tractaten met zoogenaamd onderworpen vorsten gesloten, maar op ons eigen terrein hebben wij het kwader te verantwoorden dan ooit. Om de berichteu te begrijpen en een denkbeeld w»n den be narden toestand, waarin het garnizoeu^rich tijdelijk bevindt, te vormen, moet men zich de plaatselijke ge steldheid trachten voor te stellen. Ons teqgeiu cp Atjoh is afgesloten, zooals het heet van het terrein des vijands. Recht zuidelijk en zuidwestelijk sluiten hooge heuvels het in werkelijkheid af. Oostelijk en zuidoostelijk heet een rij versterkingen zulks te doen. Twee en half jaar geleden bestond nog westelijk een doorgang aau den voet van het gebergte langs het strand om dien te sluiten, werd Kroeng Raba, onze zuidwestelijke versterkidg, in orde gebracht. Voorts was er recht zuidelijk een doorgang oostelijk langs deu voet van 't zelfde gebergte; om dezen te slniten, werd in Mei 1876 Biloel Zuid, nog steeds onze zuidelijkste sterkte, bezet. Eindelijk had men in den Noordoostelijken hoek van ons tem in doorgangen langs het strand eu de ri vier; en om dezen te sluiten, is de expeditie van generaal Wiggers in September 1876, tegen Koeroeng Rijn ondernomen, later onder generaal Diemout ge ëindigd, eu zyn daar ouderscheiden plaatsen bezet. Toeu in April 1876 de vyand in precies dezelfde streek als thans, patrouilles aanviel en kampongs verbrandde, precies als thaus, toen heette het, de vijand zal weldra afgesneden zyu van zijn vrienden en hulpbrouueu als wij Biloel—Zuid zullen bezet hebben, wat in Mei gebeurde. Reeds toen bleek het echter spoedig dat de aanvallen van vijanden op allerlei punten' op ons gebied in 't geheel niet ophielden met de bezetting van onzen nieuwen post. Er bleven toeu telkeus benden rondzwerven; iu Juni 1876 werd een transport tusschen Oleh-leh en Lampaggf-r verinoord, iu Juli toenmaals eene ziekesu- patrouille aangevallen bij Bot kit Daroe, terwyl men in Aug. toen eeu nacht in Kotta-Radja op wacht heeft gestaau iu de verwachting van een groolen aanval. Maar, en ziehier wat eigenlijk zelfs ach teruitgang is van nu bij twee jaar geleden, iu 1876 met een zestal compagnicn het gebergte doorzoöht en geen vijand gevonden. Drie coinpaguiëu trokken de IV Moekims in en uit en bezetten Kroeng Rabamen sprak wel van 20,000 man vijanddu, die buiten ons gebied gereed stonden, maar hóe men den vijaud iu grooten getale trachtte te ont moeten, het gelukte niet. Thans daarentegen is ook eene sterke kolonne uit Kotta-Kadja de IV Moekims iugezonden maar zy beeft nu 4 dooden en by de vijftig gewonden, en de toestand is zoo, dat zy, hoewel weer in de VI Moekims om en bij Kotta- Radja^üsog noodig, deuzelfdeu weg niet terug durft en met groot tijdverlies over zee zal getransporteerd wordcu, als de inscheping aau den mond der Kroeng- Raba-rivier doeulijk blijkt. Het is waar, oui dit ongunstige resultaat te bereiken, zijn ten gevolge van de plaatselijke gesteldheid nu wel geen duizenden eu duizenden Atjehers noodig. Immers die plaatse lijke gesteldheid is de volgende.* De IV Moekfms liggen binnen de zooëven beschreven berg- en pos- tenketeu, die het door one bezette gebied beet af te sluiten. Maar tusschen de IV Moekims en ons overige gebied ir de toegang niet vrij. Integendeel ook daar is een heuvelketen, dis dwars op de zui delijke afsluitheuvels staat en Noordwestelijk aansluit aan het voorgebergte, dat dien Noordwesthoek van ons gebied tot een schier onbewoonde plek maaty; die IV Moekims zyn dus het Zuid-Westelykste deel van ons gebied en ingesloten tusschen de zee, de zuidelijke, heuvelketen en den uitlooper vau het voor gebergte. Men zou dus uit de IV Moekims niet uaar Kotta-Radja kunnen komen, als er geen opening iu die heuvelreeks was. Doch er zyu er twée. Een daar waar de eene heuvelreeks zich aan de jiudere sluit; d. i. dus in deu Zuid-Oostelijken hoek der IV Moekims; de kloof vau Glindaroeu een klobf zoo nauw en zoo gevaarlijk, dat toen Pel hajir indertijd doortrok als den koristen weg uit de IV Moekims naar Biloel, wy twee muilezels verloren, die in een ravyu stortten. De andere toegang is Noordelijk gelegen, een wyde gapiug midden in do heuvelreeks, de pas vau Beradin. Het is die pas, welke in het einde van 1875 door Pel gesloten werd met de vstigiug van onze versterking te Boekit Sebop. Ieder, die den Atjeh-oorlog gevolgd heeft, herinnert zioh, met hoeveel voldoening inen toen voor het eeret vernam, dat nu het gewichtigste punt bezet was waar door het den vyand onmogelijk zou worden, ons ge bied binnen te stroomen en Kotta-Radja of omstreken onveilig te maken. Gelyk wy reeds zeiden, later heette Kroeng Raba en vooral Biloel-Zuid dat ge- wiohtifce punt, dat definitief den toegang afsloot, -j- Thans verneemt mee eohter weer, alsof niets natuur lijker was, dat de vyand iu aanzienlijken getale BiloeJ- Zuid heeft binnengetrokken. Op een kwartier afstand van Biloel Zuid, ligt echter Biloel;de talryke vijand is dus eenvoudig onze posten-keten overgetrokken op 7 minuten afstand van een versterking rechts en een versterking links. Hij kwam toen aan den Noordelijken voet van het ons ten zuiden omsluitend en, zooals het heet beveiligend gebergte eu had, om naar de VI Moekims te gaan, de reeds genoemde nauwe kloof van Glitaroen, die by bezette. Maar tegenover die kloof ligt op eenige minuten afstauds ouze versterking van Boekit Daroe ook deze post schijnt echter nutteloos geweest te zyn. De talrijke vyand is toen, volgens het officieele be richt, die hoogst bezwaarlyke kloof in grooten getale doorgetrokken, altoos tegenover onze versterking, en in de IV Moekims gekomen, waar wy, daar het land zeer algesloteu is, slechte weinig posten hebben, Kroeng Raba aan den strandtoegang in het zuiden en Boekit Seboen aan den znidelijksten ingang van den noordelijk Beradin-pas, zooeven genoemd. De vijand heeft (wederom 'als of er geen Boekit Seboen bestond) dien pas bezet en zeer versterkt. Ten noorden van dezen pas ligt, een uur ongeveer noordelijk vsn Boekit Seboen en aan den anderen kant der bergen, dus in de VI en niet in de IV Moekims Palun Badak. Dit werd, zoowel als Boekit Daroe tegenover de nauwe Gliodaroe-kloof, hevig beschoten. Den 23sten echter denzelfden dag, waarop kol. v. d. Heydeu met de acht compagnieën, die naar Gedoeng geweest waren, weer te Kotta-Radja kwam was de com municatie tusschen Kotta-Radja en Boekit Seboen, den Beradin pas door, nog mogelijk voor patrouilles. Een paar dagen later zooals uit het telegram blykt, dat den 28sten te Padang werd aangeboden kon echter Boekit Seboen door een sterke kolonne, ter approviaudcering van deze sterkte en van Kroeng Raba uitgezonden, niet zonder zwaar verlies bereikt worden. In de VI Moekims westerlijk van Kotta-Radja schijnt dus de toestand bedenkelijk. Er is namelyk nog een overgang over de bergeu uit de VI Moekims: een pad over het laagste gedeelte van het N.-Westelyk voorgebergte, spoedig leidende uaar een kloof, die nabij de lagunen achter Lampasrger, waar thans reeds de passer verbrand is, uitkomt iu de vlakte. Die pas heet de Blang-Kala-pas en de weg daardoor is een omweg. Uit den Blaug-Kala-pas komt nu de vijand opzetten naar hetzelfde Pakan-Badak, dat deor den vijand uit den Beradiu-pas beschoten wordt. Een klein half uur westelijk van daar ligt het in het telegram genoemde Goera, waarvan de bewoners naar Sabang, eeu noordelijk aan de laguue gelegen, door ons bezet punt, gevlucht zijn; hetzelfde Goera, dat ook in Juui voor twee jaar reeds genoemd werd als de plaats, waar toen het hoofd der vijandelijke bendeu zich bevond. Nog een détail uit het telegram vaa den 23sten verdieuat vermelding; het verbranden van een huis te Penajoeng door eeu kleine bende. Dit staat blykbaar met de groote beweging van den vijand slechts iu een verband van gelijktijdigheid. Penajoeng ligt ten noorden van Kotta-Radja tusschen dit en de zee, eu aan den reohteroever van de Atjeh-rivier. De kleine beude, die daar onru9t stookt, is waarschijnlijk die, welke iu de laatsten tijd te Panditi in den omtrek van Kotta-Radja, kwaad heeft gedaan. Het ergste in de gebeurtenissen, zoocven vermeld, is de nutteloosheid der afsluit-versterkingeu, opgericht ara een terugkeer van den toestand van 1876 onmqgelyk te maken, doch die door den vijand eenvoudig voortgegaan worden, met het gevolg, dat wy nu na twee jaar nog even »er zijn, en de Beradin-pas ons wellicht nog eenige men- schenlevens zal kosten. Wy zullen te dien opzichte nadere bijzonderheden moeten afwachten, maar on willekeurig denkt men aan de groote verzwaklfUg, die de bezetting dier posten in den laatsten tyd heeft ondergaan. Eén goed ding heeft de buitengewoon overhaastte uittocht van het hier aanwezige bataljon, waarvau vele officieren in de termen vielen om bij gewonen loop van zaken vooreerst Atjeh uiet weer te tiau^ meegebracht. Naraelyk de herstelling voor deze ge legenheid van de entree de campagne. Dit hééft een goeden indruk teweeg gebracht en zal misschien de eerste schrede terug zijn op deu verkeerdpo weg van bezuiuiging en bekrimping op Atjeh, die zeiler niet buiten verband staat met de jongste onaangenatae bewegiugen des vqands Aangaande de uitzendingen van versehe troepen naar Atjeh, naar aauleiding van de veroutrustende berichten der laatste dagen, kunnen wy het volgende roededeeleu r Behalve het van hier vertrokken llebatnljou, ver trekken heden van Samarang 750 man troepen, waar onder het 5e bataljon, per „Willem III", die na de Zaterdag gepubliceerde tijdingeu ïn allerijl: nog dien-, zelfden avond van hier naar Samarang geëxpedieerd, werd. Verder vertrekt waartchynlyk heden per-Brtmoof' per Amboima een half bataljon van Parhmg. r .7 Eiudelyk zal morgenochtend de Japara van hiér; nog 200 man naar Atjeh brengen, waaronder ver scheiden officieren en 27 onderofficiers.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 2