I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1878. Np 2224. BUITENLAND. Woensdag 27 November. Bultenlandscli Overzicht. HET MIMSTERIE W OORLOG. J e «I *1 L. uitgaven, waarvan men het nut niet L -- GOUDSCHE COURANT. I i i het slechte een raak van vorm, vormen moeten geëerbiedigd BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, doet te weten, dat het le aanrullings-Kohier voor de plaatselijke directe belasting deter Gemeente, voor het dienstjaar 1878, door hen voorloopig vaslgesteld gedurende veertien dagen, van des voormiddag, ten tien tot des namiddags ten een, en van drie tot vijf are, ter Secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd, binnen welken tijd elk aangeslagene, tegen zijnen aanslag, bij den Raad bezwaren kan inbrengen, bij verzoekschrift op on gezegeld papier geschreven. Gouda, den 22u November 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZEN DOORN. De Secretaris, BROUWER. dat de krachtigste van vorige ministers plaats nemen en in gesteld worden zijn denk- worden, wil men de zaak zelve niet benadeelen. Jaren reeds wordt gesproken over den ellen- digen toestand van onze verdedigingsmiddelen; schatten zijn daaraan, zonder veel resultaten besteed, zal de nieuwe titularis ons verder bren gen, of zullen wij na verloop van één jaar weder wetsontwerpen krijgen, die door de vertegen woordiging verworpen worden, zullen wij weder op een verloren jaar moeten terugzien Hopen wij het beste, op gevaar af van weder teleurgesteld te worden. Indien het agentschap Havas goed is inge- licht, wordt Rusland io Afghanistan door Kauffmann even goed in zijne veroverings- en uitbreidingspolitiek gediend, als door Dondoukoft in het Balkanland. De Russische generaal heeft namens zijn meester, den czaar, aan een gezant van Sjier Ali te Taschkent een prachtigen sabel voor den emir medegegeven, een geschenk van profetisch-symboliscbe beteekenis in de gegeven omstandigheden. De woorden, die generaal Kauffmann bij het overreiken van den sabel voegde, verminderen de beteekenis der zaak niet. wDe geschiedenis leert, zeide onder anderen de Rus met wel iets meer dan dichterlijke vrijheid, dat Rusland steeds de zaak der rechtvaardigen heeft omhelsd, en dat het zijne bondgenooten tegen hunne vijanden weet te beschermen, hoe machtig zij ook zijn mogen. Wie met Rusland is, heeft niet te vreezen, dat hem een haar van het hoofd gekrenkt zal worden," Verder heet het, dat nde weerklank van deze woorden troost en hoop moet wekken, waar verdrukking en tirannie heerschen". Deze woorden van Ruslands :n op eene bedoeling om den emir met kracht van wapenen bij te staan en dau spoedig door daden gevolgd worden, of de regeering te St.-Petersburg mag er wel eenige opheldering van geven. Wat Ruslands bedoeling is zal spoedig moeten blijken. Het waarschijnlijkste blijft wel, dat het den emir blijft gebruiken en wellicht steunen met geld en wapenen om Engeland de handen vol te geven, zonder daarom in open oorlog te geraken met het land, waarmede het in zoo roerende eensgezindheid verkeert omtrent de uitvoering van het Berlijusche tractaat. Dagbladen en brieven uit Italië deelen nog enkele nadere bijzonderheden mede omtrent den moordaan slag op den Koning. Het blijkt nu, dat de minister Cairoli hoogstwaarschijnlijk het leven van den Koning heeft gered. Indien hij niet den Koning met zijn lichaam had gedekt, zou Z. M. denkelijk zijn ge troffen en in het nauwe "rijtuig zou hij zich waar schijnlijk niet met goed gevolg tegen de woedende aanvallen van den moordenaar hebben kunnen ver dedigen, wanneer niet Cairoli, die zeer sterk is, hem bij het haar gepakt en op een afstand gehouden had. Het duel tusschen de heeren Fourtou en Gambetta wordt in Frankrijk zelf nog al vermakelijk gevonden. De heer Fourtou had de keus der wapenen en zijne getuigen hebben dus ook dè voorwaarden vastgesteld. Men Z‘;gt nu, dat zij nog al yoorziehtig zijn ge weest, behalve voor zichzelven, tenzij ze zich een goed eind hebben verwijderd, toen 'de schoten werden gewisseld. Om op 35 pas afstands te raken, moet men al een heel knap schutter wezen. De omstanders loopen dan het grootste gevaar. Men begrijpt dus zeer goed, dat het van den heer Fourtou eenvoudig eene formaliteit is geweest, men had even goed met den degen kunnen vechten op tien pas en uien neemt het zelfs Gambetta min of mfeer kwalijk, dat hij zich tot deze komedie heeft geleend. De getuigen hadden dan ook wel gezorgd buiten sohot te blijven. De heer de Fourtou echter heeft met egne rede voeringen meer kwaad gedaan, dan hij misschien denkt. Men weet dat hij niet iimproviseert, maar opschrijft, en het heeft dus niet weinig indruk ge maakt, toen hij zeide: wAls ik mijn plicht geheel gedaan had, zoudt gij (dc linkerzijde) niet zitten In het gunstigste geval nam men een af wachtende houding aan, en werd de executie een jaar uitgesteld. Geen wonder dan ook, dat men met belangstelling bjj de samenstelling van dit ministerie vernam en bekwaamste bestrijder aan de groene tafel zou de gelegenheid zou l beelden in uitvoering te brengen. Groot was veler verwachting, maar helaas I een hevige ongesteldheid heeft den heer De Roo belet te doen, wat hij in het belang der defen sie wenscheljjk achtte. Reeds geruimen tijd wordt het ministerie van oorlog ad interim door den minister van marine waargenomen, en daar door is van zelf geen gelegenheid tot het invoe ren van ingrijpende verbeteringen, laat staan van het uitwerken van een vast stelsel van de fensie. Wel is het een en ander verbeterd, wel kan men niet ontkennen dat men een anderen geest in de bureaux van het ministerie heeft trachten op te wekken, toch moet m n teleurgesteld terugzien op hetgene dit jaar verricht is. Verre zjj het van ons daarvan den minister van oorlog een grief te maken, zijn gezondheidstoestand heeft hem niet verloofd meer te doen, maar het is toch geoorloofd om den dienaren des konings te vragen, of het niet in strijd is met het waarachtig belang des lands om zulk een gewichtig departement ad interim te doen waar nemen, als niet te zeggen is, wanneer de mi nister weder als zoodanig zal kunnen optreden, vooral nu, als binnen weinigÖriTagen de begroe ting voor het volgende jaar moet vastgesteld worden. In de vertegenwoordiging is hierop reeds gewezen, en duidelijk trad in de zitting van Vrijdag het nadeel van den tegenwoordigen Terteg(.u„oordiger in Midden-Ariê toestand in het licht, toen de munster van ma- ftne ^.i^j om den emir niPt kni0ht nne om inlichtingen gevraagd, moest erkennen geen meerdere inlichtingen te kunnen geven, toch betrof het ook voor een gedeelte een on wettigheid door het ministerie van oorlog vroe ger begaan. Met 35 tegen 27 stemmen weigerde de Tweede Kamer die onwettigheid te wettigen. De re geering moge nu de middelen vinden om de onwettig uitgegeven 3534 bjj de rekenkamer te verantwoordenDe som is met het oog op alle uitgaven die onze defensie vordert, zeer gering, maar het beginsel, het beschikken over gelden buiten de vertegenwoordiging is te ge- I wichtig om prijs te geven, vooral nu het ministerie van oorlog geldt, waar men nooit de constitutioneele begrippen zuiver heeft toe gepast, waar altijd een geest van verzet tegen de rechten der vertegenwoordiging de heer- schende was. Zal het ministerie spoedig het geëerbiedigd hoofd van den staat verzoeken in de vacature te voorzien, wanneer het bljjkt, dat de tegen woordige titularis nog geruimen tijd ongeschikt zal zjjn tot het vervullen van zoovele gewich tige werkzaamheden, aan het bezit dier porte feuille verbonden? Hut is dan ook te wenschen dat het bij de voordracht Z. M. iemand moge aanwjjzen, die, bij de zoo noodige bekwaam heid, doordrongen is van het besef, dat zelfs de minister van oorlog door de wetten gebon den is, en de vaststelling der uitgaven aan de vertegenwoordiging behoort. üe uitgaven voor de verdediging hebben de eer niet de sympathie van het volk te bezitten, en zeer zeker zal die niet verkregen worden door handelingen van de zijde van de betrok ken ministers, als nu door de vertegenwoordi ging zijn afgekeurd. Misschien is '- --- 'i maar ook de Van tijd tot tjjd, liefst bjj een ministerieele crisis, vindt men in de bladen opgenomen een Ijjstje van het aantal ministers, die achtereen volgens het vertrouwen van Z. M. bezeten hebben. Het aantal ministers van oorlog is niet het minste, een reeks namen volgen elkander op, met moed hebben die mannen de plichten hun opgelegd getracht te vervullen, maar de verte- tegenwoordiging was niet met hun werk inge nomen, en zij moesten plaats maken voor een ander. Zullen wjj alle grieven optellen, die men tegen de dienaren des konings deed gelden Het is bjjna niet inogcljjk. Hoe knap ook op het gebied der defensie, kon de een zjjn gevoelen niet verdedigen in den boezem der vertegenwoordiginghem ontbraï de gave van het woord, en hjj moest vallen; een ander be handelde de vertegenwoordiging uit de hoogte, behoefde hij, met het vertrouwen des konings vereerd, aanmerkingen af te wachten van eenige burgers, al waren zjj ook de uitverkorenen des volks, die controle wilden uitoefenen over de daden van hem, die alleen verantwoording aan zijn koning verschuldigd was? Zjjn val was onvermjjdeljjk. Een derde kon geen meerderheid krijgen voor de plannen, waarvan hjj de uitvoering noodza- kelijk oordeelde, terwjjl de plannen van een vierde wel wrden goedgekeurd, maar men toch de schatten, die zjj zouden vorderen, niet wilden beschikbaar stellen. Aftreding was dan weder het gevolg van het verschil tusschen regeering en vertegenwoordi ging. De een deed niet genoeg voor de levende, de ander niet genoeg voor de doode strjjd- krachten; de een wilde verdedigingsliniën, die door anderen volstrekt onnoodig, ja schadeljjk geoordeeld werden de andere daarentegen wilde de wapening verbeteren, en den oefeningstjjd vermeerderenin één punt kwamen allen over een, onze verdediging moest oneindig meer kosten, dan daarvoor tot dusverre besteed was wat de voorgangers tot stand gebracht hadden was van weinig beteekenis vergeleken bjj dat wat hjj, die thans de eer had aan de groene tafel te zitten, zou tot stand brengen, indien hij slechts krachtig door de vertegenwoordiging gesteund werd. En de vertegenwoordiging De afdeelingsverslagen over de begroetingen van het ministerie van oorlog zijn steeds rijk geweest in klachten over teleurgestelde verwach tingen, in grieven van allerlei aard tegen het regeeringsbeleid, in vingerwijzingen van hetgeen men niet wenscheljjk achtte en in aansporingen om van den ingeslagen weg af te gaan, en vra gen om wetsontwerpen tot regeling van velerlei Onderwerpen, in afkeuring eindelijk van de op- drjjving uer r’1- - kon inzien.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1