Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1879. BUITENLAND. Buitenlaiiiiscli Overzicht. Woensdag 1 Januari. De inzending van advertentiën kan geschieden tot éék uur des namiddags van’ den dag der uitgave. 1879. 2.7. 1 9 De GOUDSCHE COU ADVERTENTIÊN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. gekoesterd, dat de scheepvaart een anderen weg zal gewezen worden, ijdel blijken. Haar regenten zij wijsheid, haar burgerij inspanning van alle krachten, zoowel op stof felijk, als geestelijk gebied toegewenscht, om alle bezwaren het hoofd te bieden. v Dan zal het ook in 1879 onze gemeente welgaan, en wij zullen bij het einde des jaars met voldoening op ons werken en streven kun nen terugzien. L. Het buitenlaudsch nieuws is schaars en de bniten- landsche dagbladen bevatten weinig, der mededeeling waard. Zoolang men aangaande de plannen van den Duit- schen rijkskanselier n‘og nietïneer >^et, dan tot dus ver bekend werd, kan men niet veel anders doen, dan zoo goed inogelijk den indruk nagaan, dien ze in Duitschland hebben gemaakt. Oppervlakkig beschouwd zou men meenen, dat ze onder de liberalen algemeen afkeuring moeten hebben gevonden en daarentegen bijval by de conservatieven. Dit is echter geenszins het geval. Onderscheidene liberale dagbladen lateu zich zeer gunstig over deze denkbeelden uit: de tegenstanders vindt men meer onder de clericale bladen. Als een bewys hoe zeer de denkbeelden van den Rijkskanselier met betrekking tot het wijzigen van het tarief in den betrekkelijk korten tijd van drie jaren zyn veranderd, is een zinsnede door vele dagbladen aangehaald uit een'rede, in December 87 5 door hem in den Rijksdag gehouden. Het is een opmerkelijk citaat, zoo drukt de Berlijnsche berichtgever der Ham burger Bonen-Halte zich uit, want er blijkt uit dat de heer von Bismarck destijds een geheel tegen overgestelde meening was toegedaan als thans het geval is. Intusschm behoort hier niet onvermeld te worden gelaten, dat zelfs in de kringen der voor standers van den vrijen handel gedurende de jongst verloopen jaren de overtuiging meer en meer heeft veld gewonnen, dat er dringende noodzakelijkheid bestaat, om sommige artikelen, in het tarief vermeld, hooger dan vroeger te belasten. De handelspolitiek namelijk, door onze naburen gevolgd, heeft ons tot die noodzakelijkheid gebracht. Heeft zich dergelyke wijziging geopenbaard in de zienswijze der voorstanders van den vrijen handel, dun mag zulks ons niet zeer verrassen, indien ook bij hem dergelijke wijziging van deukbeedtn wordt waargenomen. Het laat zich dan ook zeer gemak kelijk bevroeden, dat de rijkskanselier ia bedoeld tijdsverloop tot de overtuiging is gekomen, dat het tarief een verandering moet ondergaan. Is in Frankrijk voor meisjes het middelbaar onder wijs nog weinig ontwikkeld, de republiek, die zooveel voor de volksopleiding doet, zal ook op dit gebied niet achterwege blijven. Bijna te gelijker tijd zijn er deper dagen twee plannen uit den boezem der Kamer van afgevaardigden voortgekomen, die in twee wetsontwerpen zijn neergelegd. Het eerste, dat van den heer See, cischt, dat in enkele groote steden middelbare scholen voor meisjes door den Staat worden opgericht, terwijl aan de departementen en gemeenten de vrijheid zou worden gelaten om insge lijks dergelijke scholen te stichten. Het tweede dat Da uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is 1.7/5, franco per post 2. Heeft liet jaar 1878 velen teleurgesteld, zjjn vele wenschen op den eersten dag van dat jaar niet vervuld, ook thans zullen velerlei wenschen geuit worden, die nimmer zullen vervuld worden! Toch is een welgemeende wensch dikwjjls een steun in de moeieljjkheden en bezwaren des levens, en altijd een bewijs van belangstelling, des te meer te waardeeren wanneer de omstan digheden zorgelyk zijn. En niemand zal durven beweeren, dat de tegenwoordige toestand bevre digend is. Handel, njjverheid en landbouw verkeeren hg voortduring in kwijnenden toestand. Als de handel de hartader is van de welvaart des lands, dan kan men met recht zeggen, dat die hartader traag klopt. Ook de landbouw gaat langzaam ihaar zeker een crisis tegemoet. Dw aanvoeren uit den vreemde nemen bij voortdu- ring toe, en wij zjjn daarvoor dankbaar in het belang der volksvoeding, maar de daardoor ver oorzaakte daling in de prjjzen moet op de waarde der landerjjen gaan drukken en daardoor een anderen toestand in het leven roepen, die in alles merkbaar zal zyn. En de nijverheid? 1 Nog zjjn wjj bewaard voor de schokken, die het buitenland in beroering brengen, wel zjjn vele takken van njjverheid in kwijnenden toestand, maar wjj tellen gelukkig nog niet de broode- 1 loozen bjj duizenden en tienduizenden, zooals in i Engeland, wjj behoeven nog geen wetten om de ontevredenheid te bedwingen en verzet tegen te gaan, zooals in Duitschland; toch mogen wjj ook den tegenwoordigen toestand niet te licht inzien, want de gevolgen der buitenlandsche toe standen kunnen hier niet uitbljjven. Een wensch dusdat onze takken van wel vaart in 1879 mogen voorzien in aller behoef- ten, dat zjj bewaard mogen bljjven voor onge vallen en rampen en op het einde des jaars moge bljjken dat de gekoesterde vrees overbodig geweest is! i Mogen wjj op staatsgebied een wensch koeste- ren. het zou die zjjn dat ditjaar aangenamer herin^ neringen zal achterlaten dan het voorgaande. Zagen wij/in het laatst van 1877 de tegen woordige regeering de teugels van het bewind aanvaarden in het vaste vertrouwen, dat spoe- dig zou bljjken aan welke krachtige en be- kwame handen de zorg voor 's lands welzjjn was toevertrouwd, wjj kunnen niet ontkennen j dat ook in dit opzicht het jaar 1878 voor ons een jaar van teleurstelling geweest is. Wel is de wet tot regeling van het lager onderwijs i aangenomen, maar wat beteekent het of die i wet in het Staatsblad is opgenomen, als de uit- 1 voering voor onbepaalden tjjd verdaagd is. De regeling der defensie is niets gevorderd, ons be lastingstelsel niet herzien, de toestand der kolo- 1 niën niet gewjjzigd. Wel kan men niet alles j tegelijk hebben, maar het onderscheid tusschen allee en zeer weinig is toch te groot In het belang des lands wenschen wjj, dat dit 1 Een gewichtig werk, de herziening van ons ;rafwetboek, wacht de vertegenwoordiging. Zal j het tot stand brengen eh ons zoo verlossen het erfgoed dat ons nog door Napoleon -> En regeering en vertegenwoordiging mogen ons -•-‘z- goede wetten en verstandige t algeineene welvaart bevordsren, geuwoordige malaise te® Malaise! Van all$ dit woord ons te handel, malaise in plaats maken, wanneer zal de tegenwoordige malaise een einde te ma- krachten der natieTworden verslonden door den gewapenden vrede, waartoe geheel Europa ver oordeeld isschatten worden uitgegeven, kapi talen worden verspild aan uitgaven, die voor niemand eenig nut hebben. Hebben wij een wensch vobr Europa, het is deze: dat de tjjd moge aanbreken dat wjj van de meeste dier uitgaven verlost worden, die getuigen tegen het «vrede op aarde »Die het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan” en door geweld is nog nooit iets goeds tot stand gebracht, De' wereldgeschiedenis heeft het reeds herhaaldelijk geleerd, maar die lessen schjjnen helaas voor de machthebbers vruchteloos gegeven te zijnhet geweld toch voert nog altijd heerschappij en dwangwetten stelt men hooger dan ontwikkeling en beschaving. Is de tijd nog niet daar om met de traditiën te breken, kan het geweld nog niet gemist worden om het gezag te handhaven, men ver haaste het oogenblik, om met bet verledene voor geed te kunnen breken door de bevorde ring van goed onderwijs, niet door woorden maar door daden. Hoe weinig geld wordt aan onderwjjs besteed in vergeljjking van hetgeen de legers en de gevan genissen kosten. Wanneer zal men algemeen leeren begrijpen dat goed onderwjjs veel meer de krachten eener natie versterkt en veel groo- tere voordeelen aanbrengt, dan de middelen die tot nu gebezigd zijn om de macht van een volk te verheffen. Hopen wjj dat (liet jaar 1879 ons iets nader brenge tot den i^éfjlen toestand, dien wjj Euro pa toewenschen. Een nieuwe jaarkring is begoïlnen. Moge het de stad onzer inwoning wel gaan, moge haar welvaart toenemen, en de vrees door velen jaar vruchtbaarder zal zyn wetgevend gebied, dat door een herziening van, ons belastingstelsel het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten zal hersteld worden, zonder het volk te veel door nieuwe belastingen te drukken, of zonder te veel te steunen op Indische baten, waarop toch in de eerste jaren niet meer te rekenen valt, wil men eenigszins in de behoeften van Indie zelve voorzien. Een gewichtig werk, de lierziening ‘1-1 t-X. J_ zjj het tot stand brengen ei van 1 Hh is nagelaten? niet te leur stellen, tnaar krachtig door maatregelen de en aan de te elde maken. êflih uer aarde wordt Jen. Malaise in den _22, 2 i dteMustrie, malaise in alles! Wanneer zal zij voor meerdere opgewektheid 1 men in plaats van te klagen de handen uit de mouw steken om aan ken, door het wegnemen der oorzaken

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1