Kantongerecht te Gouda.
POLITIE.
Toen de goederentrein, welke gewoonlijk omstreeks
negen uur of halftien aldaar aankomt, het station
Voorburg passeerde, bemerkte de stationschef aldaar,
dat deze trein op bet verkeerde spoor liep. Door
onmiddellijk seinen deed hij den arondtrein, die van
't»H ige moest vertrekken, een weinig waohten en
den goederentrein terngstoomen. Een en ander gaf
een oponthoud van hoogstens 16 minuten. Den
Voorburgsohen ehef komt lof toe voor de flinke
maatregelen, waardoor hij een groot ongeluk heeft
weten te voorkomen.
Het „Nieuws" maakt met ingenomenheid melding
van het huwelijksgeschenk, dat de officiereu der dd.
schutterij onze Koningin willen aanbieden. Dit be
staat in een uitnemend gepenseeld sohilderstuk van
Schipperus, voorstellende het vorstelijk slot te Arolsen.
De voorstelling is genomen in den zomer, als het
woud van het schoone gebergte in deu omtrek van
het paleis in de volste zomenkleuren baadt en de
bevallige ligging van het slot zich het gunstigst
voordoet.
Met 6 April zal een nieuw Weekblad het licht
zien, onder den titel van: Het NieuicWeek- en
Advertentieblad voor stad en land. De abonnements
prijs is f 2,per jaar, franco te huis. Het wordt
uitgegeven te Utrecht, bij de firma L. E. Bosch
Zoon, die door zorgvuldige samenstelling der redaotie
trachten wil, dit blaadje een waaidige plaats onder
de kleinere organen der Nederlnndsche pers te ver
schaffen.
De Rechtbank te Groningen heeft twee winkeliers
(een uit Delfzijl en een uit Farmsum), die onbevoegd
geneesmiddelen, ui. Urbanuspillen, hadden verkocht,
veroordeeld tot 10.boete of 3 dagen gevang.
Te Groningen ziju een drietal 16-jarige deuguieten
gevat, zoons van gezeten burgerlieden, die in den
laatsten tijd de ingezetenen veel onrust hebben ver
oorzaakt. Herhaaldelijk verdwenen op onverklaar
bare wjjze paraplniesklokken enz. uit gangen
en portalen van heereuhuizen. Verschillende scho
lieren moesten in het barre jaargetijde halfgekleed
huiswaarts keeren, omdat bjj het einde der les bun
overjassen, mantels, hoeden, moljes, pelten enz. waren
verdwenen. Eens werd zulk een overjas, waarin
120, bestemd voor verschenen schoolgeld, vermist.
Uit de bewaarschool, opgericht door het Nulsdeparte-
ment, vermiste men zelfs de klok aan den wand.
De politie heeft nu een eind gemaakt aan deze
en andere bedrijven van het drietal. Het gestolenc
werd of vernield zooals het lot was o. a. van
de overjas, waarin het schoolgeld was geweest, die
floor de bengels met steenen bezwaard iu een bijt
waf geworpen of ver beoeden de waarde verkocht.
Aan de Tweede Kamer zijn aangeboden twee be
langrijke wets-ontwerpen.
Het eerste betreft de heffing eener effecteubelasting.
Het is gegrond op de overweging dat het noodig is
van het vermogen in effecten der ingezetenen des
Rijks belasting te heffen. Daarbij wordt bepaald, dat
op d« effecten, naarmate van hun werkelijke beurs-
of koerswaarde, onder den naam van effecten-belasting,
oen direote belasting wordt geheven. Onder effecten
worden b|j deze wet verstaanbewijzeu van aandeel
in geldleeningen, geldbelegging of reuten ten laste
vau den Staat of van vreemde Mogendheden, staten
of vorsten, van provinciën, steden, gemeenten, dijk-
of polderbesturen; bewijzen van aandeel in zedelijke
lichamen, corporatiën, gestichten, genootschappen,
banken, reederjjen, maatschappijen en vennootschappen
of ondernemingen, wier kapitaal door aaudeelen wordt
vertegenwoordigd, onverschillig onder welke beuamiug
deze bewijzen of aandeelen moohten zijn uitgegeven
eindelijk aandeelen in geldleeningen ten laste van
zoodanige zedelijke lichamen, enz. of ten laste van
bijzondere personen buitenlands woonachtig en in
geldleeningen ten laste van ingezetenen des Rijks,
doch gevestigd in, of ten laste van goederen buiten
lands gelegen. Ieder ingezeten, is op den ln Maart
van elk dienstjaar belastingplichtig voor alle effecten,
tot het genot van welker rente-dividenden, aflossing
of andere uitkeering hij gerechtigd is, onverschillig
of betalingen uit dien hoofde werkelijk plaats hebben,
dan wel aohterwege blijven. De belasting bedraagt
f l per mille van de gezamenlijke waarde der effecten,
waarvoor elk belastingplichtig is. Indien er na be
rekening der duizendtallen een som overschiet, wordt
de belasting daarover voor elk honderdtal berekend
in verhouding tot het bedrag per 1000. Onder
deden kleiner dan 100 blijven verder buiten aan
merking. Geen belasting is verschuldigd, indien de
gezamenlijke waarde der effecten van een belasting
plichtige minder dan 1000 bedraagt. De belasting
plichtige wordt .aangeslagen in de gemeente, waar hij
op deu ln Maart van het dienstjaar woont. Bjj ver
schil omtrent de gemeente, waar de aanslag geschieden
moet, beslist de Minister van financiën. Van de be
lasting zijn vrijgesteld: vreemdelingen, bier te lande
als consuls of consulaire agenten toegelaten, die geen
ander beroep of bedrijf uitoefenen, mits wederkeerig
in de door hen vertegenwoordigde landen aan Neder
landers, aldaar op gelijken roet toegelaten, vrijstelling
van personeele lasten worde verleend.
Bij de toelichting van dit ontwerp zegt de Mi
nister van Fiuanciën, dat, toen hij onlangs bij de
aanbieding der Staatsbegrooting voor 1879 aan de
Kamer kon mededeelen, dat dusdanig wetsontwerp
werd voorbereid, hij tevens de redenen uiteenzette,
waarom nieuwe bronnen van inkomst voor bet Rijk
noodig zijn. Het behoeft dau ook niet opnieuw
herinnerd te worden, hoe in de laatste jaren de
gaping tussohen gewone middelen en uilgaven alltyags
grooter werd, hoe het bedenkelijke van dien tocstzad
minder in het oog viel, zoolang de Indische baten
vloeiden, maar des te sterker, in het licht (aSjjj
toeu zij achterwege bleven, hoe herstel van bet eve#-
wicht door het betrachten vau gepaste zuinigheid
en door het vermeerderen der bronnen van inkomst
moet gedekt worden de eerste, de dringende eisoh
van het oogeublik te zijn. Een poging om ver
meerdering van middelen te bekomen door verhoo
ging of uitbreiding van verbrniks- of indirecte be
lastingen zou de Regeering bezwaarlijk kunnen
aanbevelen. Ilerzieuing der directe belastingen, die
iu haar voornemen ligt, kan zeker behalve tot
juister verdeeling der lasten, ook tot vermeerdering
der rijksinkomsten leiden, maar dergelijke hervor
ming waarbij het vraagstuk der verlioudiug tussohen
de rjjks- en de gemecutebelastingon niet ter zijde
kan worden gelalen, vordert meer tijd dan ver
loop >n mag, eer de onmisbare nieuwe baten in de
sohnkist bcgiuueu tc vloeien. De nieuwe directe
belading zal latere hervormingsplannen niet praeju-
diciieren, maar daarmede verband houden. De op
brengst wordt geraamd op 3 million::.
Het tweede wetsontwerp strekt tot beffing eener
belasting op de goederen in de doode band. Die
heffing word voorgesteld op dezen grond„Alzoo wij
in overweging genomen hebben, dnt bet wenschelijk
is, de goederen, die zioh bevinden in de doode har.d,
méér dau tot dusverre naar evenredigheid van audere
goederen te doen deelen in de ten bate van 's Ryas
schatkist geheven belastingen."
Art. 1 luidt aldus: „Onder den naam van belas
ting op de goederen in de doode hand wordt be
houdens de hierna uitdrukkelijk te verleeneu vrijstel
lingen, een jaarlijksehebelasting geheven
1°. van alle binnen het Rijk in Europa bestaan
de instellingen van de doode band over de waarde
hunner onroerende ffkeps effecten en schuldvorderin
gen
2°. over de waarde van alle binnen het Ryk in
Europa gelegen of gevestigde onroerende zaken, be-
hoorende aan instellingen als onder 1°. bedoeld,
die gevestigd ziju buiten het Ryk in Europa.
Art. 2 is vaD dezen inhoad: „Onder instellingen
van de doode hand, verstaat deze wet alle hetzij
rechtens, hetzy feitelijk bestaande inatellingen, welker
bezittingen niet door overlijden overgaan.
„Maat- of vennootschappen worden voor de toe
passing dezer wet alleen dan als instellingen van
de doode hand aangemerkt, wanneer, krachtens over
eenkomst tussohen de deelhebbers by overlijden van
dezen hnn rechten niet op hun erfgenamen over
gegaan zonder evenredige geldelijke vergoeding aan
de maat- of venuootscbap, of aan de andere deel
hebbers verblijven.
Art. 3. „Onder effecten worden by deze wet ver
staan' bewijzen van aandeel in de geldleeningen, geld
beleggingen of renten ten laste van den Staat, of van
vreemde Mogendheden, Staten of Vorsten, van pro
vinciën, steden, gemeenten, dijk- of polderbesturen;
bewijzen van aandeel in zedelijke lichamen, corporatiën,
gestichten, genootschappen, banken, reederijen, maat
schappijen en vennootschappen of ondememiugen, wier
kapitaal door aandeel wordt vertegenwoordigd, onder
welke benaming deze bewijzen of aandeelen moohten
zijn uitgegeven; eindelijk aandeelen in gcldleeniugen
ten laste van zoodanige zedelijke lichamen enz., of
ten loste van bijzondere personen binnen 's lands woon
achtig en in geldleeningen ten laste van ingezetenen
des Ryks, doch gevestigd in of ten laste van goederen
buiten 's lande gelegen.
„Onder schuldvorderingen verstaat deze wet alle
niet in het eerste lid begrepen vorderingen, geldsom
men ten onderwerp hebbende, ook gevestigde renten
en periodieke uitkeeringen.»
Volgens art. 9 bedraagt de belasting voor de on
roerende zaken veertig cents en voor de effeoten en
schuldvorderingen vijf en-twintig cents voor iedere
honderd gulden, zij wordt telken jare voor den ln
Juli betaald.
Volgens art. 10 zjjn van de belasting vrygesteld:
lo. de staat en staatsinstellingen. 2o. de provin
ciën, gemeenten en polders of waterschappen, voor de
zaken die tot de openbare dienst of ten algeroeene
nutte bestemd zijn. 3o. de instellingen van welda
digheid welke uitsluitend armverzorging in den zin
der wet op het armbestuur ten doel hebben en vanwege
de burgerlyke overheid, cene kerkelijke gemeente of
vanwege die beiden geznmenljjk geregeld eu bestuurd
worden, 4o. pensioen-, weduwen-, weezen- en zieken
fondsen, voor zoover zij uitsluitend daartoe strekken,
5o, spaarbanken en voorschotkassen, voor dat ge
deelte van hqp kapitaal dat geljjkstaat met hetgeen
zij in hoofdsom en interessen aan de inleggers of
deelhebbers versohuldlgd zijn, 6o. alle inatellingen,
wejke aan de belasting onderhevige zaken te zanten
geen hoogere waarde hebben dan drie honderd gulden,
7o. de gebouwen met annhoorige erven en tuinen
voor^fc openbare dienst, pastorijen, koaterawoningen,
mitsgaders de begraafplaatsen met aanhoorige ge
bouwen, alle voor zoo veel die bthooren aan kerk
genootschappen, en bestuurders of hoofden voldaan
hebben aan de voorschriften van art. 1 der wet van
10 Sept. 1863, 8o. de gebouwen met erve en tuinen,
uttflwfnd dienende voor inrichtingen van hooger,
middelbaar en lager onderwjjs, seminariën, bewaar
scholen, speoiale scholen. De wet zal den le Jan.
1880 in werking treden. De zuivere opbrengal wordt
op zes ton geschat.
De Arnk. Ct.herinnerende hoe scherp de be-
grootings-ontwerpen gegispt zyn door ae Tweede
Kamer, gaat na, in hoeverre de Kamer nu ook den
plicht ia nagekomen om elke weelde uit de staats
begrooting te weren. Na al de aangebrachte be
zuinigingen blijkt dat ten alotte het eindeyfer toch
nog iets hooger is dan de ramingen, die de aange
boden ontwerpen bevatten. Hoe sou het nu gegaan
zijn, als de Kamer eens niet diep doordrongen ware
geweest van de noodzakelijkheid om bezuinigingen
aan te brengen? Dan zouden zeker de begrootingen
uog veel hooger z|jn geweeetthans ia de uitzettende
kracht in haar uitzettingsvermogen gestuit. Een paar
maal beeft men op de kleintjes gepast, maar evenzoo
is men elders tot kleine verhoogingen overgegaan.
Aan de oprechtheid van de bedoelingen der Kamer
wijfeit de Arnk. Ct. niet, maar terwjjl de Kamer
het doelbezuinigen, wilde, wilde zij het middel
niet, In plaats van de groots operatie, die hulp
kon aanbrengen, te verrichten, vergenoegde zij zich
kleine, verzachtende pijnstillende palliatieven aan te
wenden.
Zoo zal het voortgann, ale men zjjn heil zoekt in
het passen op de kleintjes. Beter wordt het eerst
als men niet langer de vraag stelt: wat kannen w|j
in onze huishouding niet missen? mssiwet kannen
wij uitgeven? wat staan onze middelen one toe te
besteden? Vermaningen tot vereenvoudigen, opwekken
van een algemeenen geest van spaarzaamheid betee-
kent niets, ala wij desniettemin ons hniahouden op
de w|jze van Mieawber inriahten. Wy hebben thaiu
voor 1879 een aanzienlijk tekort en als w|j het vol
gend jaar het zelfde stelsel volgen, zullen wij weer
een tekort hebben. Wei kunnen er toevallige licht
punten komen, maar op toeval kan men geen begroo
ting boawen. De nieawe belastingen, die ona moeten
redden, zijn er vooreerst nog niet. Als alica op
zijn vlugst- gaat, zal toch het tekort van 1879 niet
door de extra-middelen van 1879 gedekt kunnen
worden. Daar komt bij, dat dit jaar ren verkie
zingsjaar ia en nn meent de Arnk. Ct. dat het niet
aangaat, een Kamer, die op het pant is voor de
helft gewogen te worden, zoo ingrijpende zaken als
nieawe belastingen te doen behandelen. Wy «allen
dus ën in 1879 én 1880 ean tekort hebben.
Prina Heinrich, een zoon van den Kroonprins
van Duitsohland bevindt tioh aan boord van de
Dnitsche oorlogskorvet Print Adalbert, die thans eene
reis om de wereld doet. B|j het pataeeren van de
liinie is op het schip een gemaskerde optoeht ge-
honden, waarby de zeegod Neptunus en de barbier
met z|jn ho'nten scheermes niet ontbraken. Zy, die
voor het eerst de Linie passeerden moesten zioh
aan de aoheepsgebruiken onderwerpen en voor den
Prins werd daarbij geene uitzondering gemaakt.
Men sohryft nit Heilouw aan de TitUche Ct.:
Onze predikantaplaata is meer dan vier jaren vacant
en onze kiesoollege kan den geweneohten persoon,
die genegen ie in ons midden te wonen, niet vinden.
Nu doet het kiesoollege wel z|jn beat eu het maakt
zioh bepaald verdienstelijk docb wat help 'tl De
twee laatste beroepingen werden nitgebraoht op de
heeren v. Belcum en Cl. Doorenboeoh predikanten
te Varik en te Wanrdenburg: doch helaas! deie
heeren bedankteu. Niemand aal 't hnn kwalijk namen.
Wij z|ju arm; het traktement bedraagt ƒ800, en te
Varik en Waardenburg is dit ongeveer 2000.
Dat nu de plaata open blijft, begint den herbergier
d. 8. erg te vervelen. Hij ia de eenige persoon,
weer men kan uitapannen. De ringpredikanten doen
dat dan ook. Doeh nn zegt d. S. ,'t ia uit.„ Hy
heeft aan den kerkeraad bericht gezonden dat by
de paarden van de dominé's, die Zondags komen
preken, niet meer in zyn stel wil hebben. Of dit
geschiedt met het oog op 't „gedenkt den Sabbath-
dag enz", of omdat in Moldavië de kwade droet
heersebt, fa onbekend. De kerkeraad zal nn zeker
wel binnenkort in eene. vergadering overwegen of
dat bericht voor kenniegeving moet worden aange
nomen of eene vereeniging tot bescherming van
paarden moet opgericht worden, of de pastorie niet tij
delijk al» atal kan dienst doen en het een en ander meer.
Men ziet dat ook in ona dorp gewichtige zaken
te behandelen zijn. Onder deze kun men nog noemen
het vraagstukwaar zal voortaan het kiescollege ver
gadering honden? In de kerk? De consulent zegt:
liet ia me te kond. Iu de School? Het gemeen
tebestuur heeft dit verboden. In de leeg staande
pastorie? Maar zegt het kerkbestuur: „dat zon zonde
z|jn van de mooi behangen kamer I" Dus op den dijk?
In Arolsen is een zouderiing geval van verstik
king door kolendamp voorgekomen. Den aldaar in
garnizoen liggenden eersten luitenant v. Vachtmeister
vond men, even ala* zyne vrouw des morgens be
wusteloos te bed liggen. Terstond werd allea aan
gewend om de geesten weder op te wekkeu. Bij
de laatste werd dit met goed gevolg bekroond, maar
de luitenant was overleden.
Het zouderliugste hierbij is, dat een zuigeling,
•lechts weinige weken oud, in dezelfde kamer vol
komen gezond bleef. Toen men bet nit bet wiegje
nam en meende een ljjkje te vinden, bleek dat het
kind niets vau de etikatof geleden had. Ten eiude
de warmte in de kamer te honden, had men de
sehuif ven de kachel te ver gesloten.
De Bredateke Omrent bespreekt een op staats
rechterlijk gebied zeer belangrijke (juaestie, nl.Ia
in Nederland een Eerste Kamer noodig of wenschelijk?
Na te hebben betoogd, dat de Eerste Kamer slechts
één klasse van ingezetenen vertegenwoordigt, terwyl
de wil (.er Tweede Kamer ala de volkswil zal wor
den beschouwd, zegt het blad:
„Onze Eerste Kamer ia thans niet auders dan
é&e vertegenwoordiging der geldariatooratie en haar
voortbestaan ia een onbillijk privilegie vun bet ver
kregen bezit.
„Men heeft ter barer verdediging ook nog aan
gevoerd, dat z|j een tweede aanleg of instantie der
wetgeving ia. Maar op welke redelijke gronden kent
men enkel aan den ryluten in het land deze hoogste
reoliterlyke macht toe? Z|jn de hoogst aaugeslageuen
in de direote rijksbelastingen, om het feit alleen dat
lij meer belasting dan anderen opbrengen, de knapste
juristen, de meest bezadigde mannen van Nederland,
knapper en bezadigder dan de Miuieters, de Raad
van Stale eu de leden der Tweede Kamer?
„Eil waaraan ontleenen zy hnnne machtsvolkomen-
heid? Zijn zy opperrechters, omdat zy door de
Proviueiale Staten gekozen worden en bcsitten de
leden der Tweede Kamer minder recht in wetgeving,
omdat t|j rechtstreeks door het Nederlandsohe volk
zqu aangesteld
„Neen, sens Eerets Kamer ia in Nederland nooh
noodig, nooh wentohelijk. De beide Kamers meeaten
tot ééu Huis van afgevaardigden samengesmolten
worden, en in die algemeeue, eenige vertegenwoor
diging van het volk moesten de belangen der gan-
•che Nederlnndsche gemeenschap, zonder onderscheid
van stand of bezit, met geljjk recht en geljjke be
langstelling, bejegend worden. Werd dat Neder-
landsebe parlement dan samengesteld uit de verte-
genwairdigere van alle groots politieke en sociale
groepen der Nederlandaohe maatsohappjj hetgeen
alleen door radicale hervorming van ons kiesstelsel
kau geschieden dan zonden daar evauzeer de
hoogst aangeelngenen in de belastingen, de grootste
grondbezittere en kapitalisten, als de laagst aange-
•Ingenen, de middelkleaae, kooplieden, fabriekanten,
winkeliers, werklieden en smal bedeelden vertegen
woordigd worden,
«Of hebben dese laatsten ala Nederlandsohe staats
burgers, juist niet evenveel recht om vertegenwoor
digd te worden, ala de mannen van geld en boog
aanzien? Het kapitaal heeft in ona oog evauzeer
zyne onbetwistbare reohten ala de arbeid de zijne.
Maar noch het kapitaal, noch de arbeid moeten
voorreekten genieten. De mlpkkeid tan de ieet, in
ona staatsrecht gecodificeerd, moet in alle opziohten
eene «aarkeid worden en het in praotyk doen brengen
van deze staatsburgerlijke gelijkheid moet het ehibolet
zyn van alle mannen, die aanspraak maken op den
eeretitel van liberaal."
Dinsdag namiddag is te Rotterdam eau man in
beschonken toestand van de loopplank van de Sohoon-
hovensche stoomboot aan de Oosterkade in de Maas
navollen, doch onmiddel|jk door de epuipage van de
noot gered.
Carré zal te Amsterdam, aan dan Amstel, een
vast oirque bonwen, met woning en stallen.
Ook wordt aldaar in de Plantage (Middellaan) een
nieurw zomer-theater opgericht door den. heer Prot.
Men meldt uit Djeddah, dd. 4 Januari, omtrent
da aankomt van Habib Abdoel Rachiban El Zahir,
hat bekende Atjehneesohe Hoofd, die zioh op 13
October 1878 te Kotta-Radjs, aan het Nederlandsohe
gezag heeft ouderworpen, o. a. het volgende ean
het Handeltblad
Den 28 December jl. kwam de Curasao op de
reede van Djeddah aan. Onmiddellijk begaven zieb
velen en ook de Nederl. consul aau boorddeze
laatste om met den commandant der Curasao de
wjjze, waarop Habib zich den volgenden dag zou ont
schepen, te bespreken en tevens dezen laatsten te
ontmoeten. Gedosoht in eenen kwistig met goud gebor-
duurden mantel, de borat versierd met de Turksohe
Orden vau Osmanié eu van den Medjidié, den krom
men gouden dolk der Arabieren (djsambié) in den
gordel, trad Habib deu consul eerbiedig, doch met
waardigheid tegemoet en drnkte reeds dadelijk zijn
gauwegen nit, hier eenen vertegenwoordiger van Z.
M. den Koning der Nederlanden te vinden, dien
bi] wist, dat zoo goed met Atjeli en met de taal,
zeden en gewoonten van Indië bekend was. Habib
heeft een zeer sehrander en open voorkomen, ge
makkelijke en beschaafde mauieren en ia tenger en
klein van gestalte. Hy moet ongeveer 60 jaren
oud zijn, baar en baard beginnen te grijzen. Zyn
gevolg, uit ongeveer 60 personen mannen, vrou
wen en kinderen bestaande, was grootendeels
tamelijk opzichtig gekleed vunrroode bovenkleediog
met vergulde knoopen en zwarte pantalon»
Er werd bepaald, dat de ontscheping den volgenden
dag zou plaats vinden, en hiervan werd door deo
consul aan de verschillende plaatselijke autoriteiten
kennis gegeven. Onder een saluut van 11 kanon-
sehoten van het oorlogschip verliet Habib de Curasao
en werd aan de landingsplaats door de hoogste
autoriteiten en de aanzienlijkste borgen ontvangen,
terwijl eene groote menigte volk zich op den oever
verdrong. De heer P. N. v. d. Thijs, geattacheerd
aan het Nederlandsohe consulaat te Djeddah, was
daar om namens den Nederlanilschen oontul den
hoogen gast te begroeten en naar het consulaat, waar
Habib z|ja allereerste bezoek zou gaan afleggeu, te
begeleiden. Beiden bestegen fraai opgetuigde paar
den en reden, geësoorteerd door detachementen in
fanterie en kavallerie en ontstuwd door eene opge
wonden bevolking, de stad in. Aan het nette
gebouw, waaruit de Nederl. driekleur wapperde, werd
Habib door den cornnl en den commandeerenden
offiicier van Zr. Ma. sehroefstoomschip Curasao
plechtig ontvangen. Namens Z. M. den Kouing
heette de eerste hem ala vriend en bondgenoot wel
kom binnen de muren van het consulaat met den
wenseh, dat deze goede verstandhouding niet wéér
zou ophouden te bestaan. Habib toonde zich zeer
onderworpen. Herhaaldelijk Betuigde hy nu de trouwe
dienaar van het Gouvernement te z|jn en zich steeds
tel beschikking der Begeering en van den consul
te stellen. „Evenzeer als ik vroeger de vijand van
Nederland geweest ben, evenzeer ben ik nn zyn
trouwe vriend," zeide hij.
Habib ia daarna by zynen vriend Sèyd Bagharoem
ingetrokken, die evenals Itjj uit Terira in Hadramaut
geboortig ia, en nadat bij den 2 Jan. een groot
diner gegeven had aan alle Tnrksehe en Arabische
autoriteiten, waarbij de Nrderi. consul en de heer
van der Cbjja do eenige Christeu gasten waren, en
zulks den 3n door den consul beantwoord was, is
h|j deo 4n naar Mekka getogen en zal daar voor-
cent blyren wonen.
Alhier ia in bewaring een bruin bonte HOND
(teef) met witte bles voor de kop vermoedelijk Jagt-
homl die met ten persoon rtn de Schravenwegaehe dijk
naar deie gemeente ia medegeloopen.
Van allen aiekten, die dageljjks de sterflijst ver
meerderen, ie de longtering zeker de meest wanho
pende voor de huisgezinnen.
Tot heden heeft de wetensobnp nog geen zeker
middel tot herstel kunnen vinden, en moest zij baar
taak beperken om het lijden der teriugzieken le ver
lichten en 'tieren, met de grootste zorg eenigen
tjjd tc verlengen, 't Is een ieder bekend, dat men
den borstlijden aanraadt, een warmer klimaat op te
zoeken, om er den winter door te brengen, zoo
mogelijk in de nabijheid ven dennebossehen, waarvan
de uitwaseming een weldadigen invloed op de longen
uitoefent.
Ongelukkig kunnen veie zieken zich niet verplaatsen,
en 't i» voornamelijk tot dezulken dat w|j onze
woorden richten.
De ondervinding heeft eerst te Brnssel en later
b|jnn overal geleerd dat de teer, die eeu hartsachtig
product is van de dennen, een zeer merkwnardigen
en gelukkigen invloed beeft op de zieken, die aan
tering of bronohitis lijden. Dit ie reeda genoeg om
da aandacht der zieken op dit geneesmiddel te ves
tigen.
Men moet er dus vooral op letten, dat men in
het begin der ziekte dit geneesmiddel aanwendt.
De geringste verkoudheid kan in eene bronohitis
ontaarden, 't Is derhalve natuurlijk 'dat men, om
het meeste voordeel van dit geneesmiddel te hebben,
zich er van bediene, zoodra men aanvangt te hoeafeir
Deze aanbeveling is daarom zoo nuttig, omdat vele
borstlijden geheel onbewust zijn van hunne krank
heid en slechts meenen, dat ze een zware verkoudheid
of lichte bronchitis hebben, als de beginselen der
tering reeds werkelijk aanwezig zjjn.
De teer wordt gebruikt in deu vorm van teerwater.
V roeger deed men wat teer in eene karaf en vulde
die met water, die men tweemaal per dag schudde,
gedurende een week, voordat men het gebruikte.
Men verkreeg dan een weinig werkende oplossing,
waarvan de uitwerksels zeer verschillend waren eu
vau een zeer scherpen en onaangenamen smaak. Tegen
woordig vindt men bij de beste apothekers, onder den
naam van O oudrun de Guyot, een zeer geconcentreerde
teerlikeur, die u in staat stelt een onmiddellijk op een
gegeven oogenblik en zeer helder en aromatiek teer
water te bereiden van niet onaangenamen smaak.
Men doet een of twee theelepeltjes van genoemde
teerlikeur in een glas water, en men verkrijgt terstond
een teerwater, meer of minder met de aromatieke
bestauddetlen der teer bezwangerd, en van zoo ge-
riogen prijs dat een flacon van twee francs voldoende
ia om tien a twaalf liters teerwater te bereiden.
Om deze bereiding juist te bewerkstelligen, heeft
men slechts de wijze van bereiding in te zien die
bij elke flacon gevoegd is.
Het is met de genoemde teerlikeur Ootdron de
Guyot dat men met den besten uitslag proeven go-
nomen beeft in zeven hospitalen en gasthuizen te
Parys, alsook te Weenen en Lissabon.
De beer Guyot heeft tevens kleins kapenlea, ter
groote van een gewone pil vervaardigd, die onder
een enveloppe van gelatine, zuivere Noorweegsche
teer bevinden.
Deze vorm is bijzonder aan te bevelen voor hen,
die een afkeer van teerwater hebben of veel op reis
moeten zijn.
Twee of drie teerkapanlee genomen op 't oogenblik
dat men gaat eten, vervangen gemakkelijk de tetr-
likeur. Ieder flacon van twee francs vijftig centimes
bevat zestig kapsules. Dit is voldoende om te be-
wyzen hoe goedkoop het gebruik is der kapsules van
Goudrou de Guyot. V|jf tot zeven en een halve cents
daags. Wanneer eene verkoudheid verouderd ia, of
wanneer men het effect wil bespoedigen, kan men
de tcerknpsulee gelijktijdig gebruiken met de teer
likeur, die men dan bij 't eten en 't naar ben gaan
inneemt. Deze dubbele aanwendin ontslaat van bet
gebruik van afkooksels, pëtes en siropen en dikwijls
reeds gevoelt men na 't eerste gebruik de gezegende
werking.
Dfe teerkapsniaa van Guyot z|jn verkrijgbaar iu
de meeste apotheken.
Terechtzitting van Woensdag 12 Febr. 1879.
Kantonrechter: Mr. J. H. van MIEROP.
Ambtenaar van bet Openbaar Ministerie
Mr. W. C. A. SCHOLTEN te Rotterdam.
VEROORDEELD:.
A. D., arbeider, wonende te Capelle a/d IJsel, tot
twee boeten van twintig gulden of gevang, van
vier dagen voor iedere boete met verbeurdverklaring
van bet gebezigd jachtgeweer wegens onder de ge
meente Kienwerkwk a/d IJeel jagen op waterwild
zonder voorzien te z|jn van eene jachtacte en van
een schriftelijk bewjjs van vergunning van den eige-
uaar of rechthebbende van bet jachtwater
J. van der S., bouwmauskuecht, wonende te Moer-
capelle, tot eeoe boete van twintig galden of gevang,
van vier dagen met verbeurdverklaring eU bevel tot
vernieling van de wildstrik wegens onder de ge
meente Moercapelle doen van ongeoorloofde poging
om wild te bemachtigen door middel van een wildstrik;
A. H., arbeider, wonende te Zevenhuizen, tot eene
boete van twintig gulden of gevang, van vier dagen
met verbeurdverklaringen bevel tot vernieling van de
twee wildstrikken wegens onder de gemeente Zeven
huizen doen van ongeoorloofde poging om wild te
bemaohtigen door middel van twee wildstrikken
J. ten H., arbeider, wonende te Cappelle a/d
IJsel, tot twee boeten van tien galden of gevang,
van twee dagen voor iedere boete met verbeurdver
klaring van de geschoten eendvogel wegens iu den
Prins Alexander polder ouder de gemeente Nieuwer-
kerk a/d IJafl jagen op apoorsneeuw ea jagen op
eens anders jachtveld zouder voorzien te zyn van een
sohriftelijk bewijs van vergunning van den eigenaar
of rechthebbende van het jachtveld
C. J. en D. S., vissobers, wonende te Reeuwyk,
de eerste lot eene boete van drie gulden, de tweede
tot eene boete vaiv één golden of gevang, van één
dag wegens te samen en in vereeniging visechen met
fleuren in eens andere visöhwater onder de gemeente
Reeuwyk zonder voorzien te z|ju van een schriftelijk
bew|js va# vergunning van den eigenaar of recht
hebbende van het tischWater,
C. J. «1E. J., riaschere, wonende te Reeuwyk, ieder
tot eene boete vau drie gulden of gevang, van- één