Kantongerecht te Gouda. POLITIE. Toen de goederentrein, welke gewoonlijk omstreeks negen uur of halftien aldaar aankomt, het station Voorburg passeerde, bemerkte de stationschef aldaar, dat deze trein op bet verkeerde spoor liep. Door onmiddellijk seinen deed hij den arondtrein, die van 't»H ige moest vertrekken, een weinig waohten en den goederentrein terngstoomen. Een en ander gaf een oponthoud van hoogstens 16 minuten. Den Voorburgsohen ehef komt lof toe voor de flinke maatregelen, waardoor hij een groot ongeluk heeft weten te voorkomen. Het „Nieuws" maakt met ingenomenheid melding van het huwelijksgeschenk, dat de officiereu der dd. schutterij onze Koningin willen aanbieden. Dit be staat in een uitnemend gepenseeld sohilderstuk van Schipperus, voorstellende het vorstelijk slot te Arolsen. De voorstelling is genomen in den zomer, als het woud van het schoone gebergte in deu omtrek van het paleis in de volste zomenkleuren baadt en de bevallige ligging van het slot zich het gunstigst voordoet. Met 6 April zal een nieuw Weekblad het licht zien, onder den titel van: Het NieuicWeek- en Advertentieblad voor stad en land. De abonnements prijs is f 2,per jaar, franco te huis. Het wordt uitgegeven te Utrecht, bij de firma L. E. Bosch Zoon, die door zorgvuldige samenstelling der redaotie trachten wil, dit blaadje een waaidige plaats onder de kleinere organen der Nederlnndsche pers te ver schaffen. De Rechtbank te Groningen heeft twee winkeliers (een uit Delfzijl en een uit Farmsum), die onbevoegd geneesmiddelen, ui. Urbanuspillen, hadden verkocht, veroordeeld tot 10.boete of 3 dagen gevang. Te Groningen ziju een drietal 16-jarige deuguieten gevat, zoons van gezeten burgerlieden, die in den laatsten tijd de ingezetenen veel onrust hebben ver oorzaakt. Herhaaldelijk verdwenen op onverklaar bare wjjze paraplniesklokken enz. uit gangen en portalen van heereuhuizen. Verschillende scho lieren moesten in het barre jaargetijde halfgekleed huiswaarts keeren, omdat bjj het einde der les bun overjassen, mantels, hoeden, moljes, pelten enz. waren verdwenen. Eens werd zulk een overjas, waarin 120, bestemd voor verschenen schoolgeld, vermist. Uit de bewaarschool, opgericht door het Nulsdeparte- ment, vermiste men zelfs de klok aan den wand. De politie heeft nu een eind gemaakt aan deze en andere bedrijven van het drietal. Het gestolenc werd of vernield zooals het lot was o. a. van de overjas, waarin het schoolgeld was geweest, die floor de bengels met steenen bezwaard iu een bijt waf geworpen of ver beoeden de waarde verkocht. Aan de Tweede Kamer zijn aangeboden twee be langrijke wets-ontwerpen. Het eerste betreft de heffing eener effecteubelasting. Het is gegrond op de overweging dat het noodig is van het vermogen in effecten der ingezetenen des Rijks belasting te heffen. Daarbij wordt bepaald, dat op d« effecten, naarmate van hun werkelijke beurs- of koerswaarde, onder den naam van effecten-belasting, oen direote belasting wordt geheven. Onder effecten worden b|j deze wet verstaanbewijzeu van aandeel in geldleeningen, geldbelegging of reuten ten laste vau den Staat of van vreemde Mogendheden, staten of vorsten, van provinciën, steden, gemeenten, dijk- of polderbesturen; bewijzen van aandeel in zedelijke lichamen, corporatiën, gestichten, genootschappen, banken, reederjjen, maatschappijen en vennootschappen of ondernemingen, wier kapitaal door aaudeelen wordt vertegenwoordigd, onverschillig onder welke beuamiug deze bewijzen of aandeelen moohten zijn uitgegeven eindelijk aandeelen in geldleeningen ten laste van zoodanige zedelijke lichamen, enz. of ten laste van bijzondere personen buitenlands woonachtig en in geldleeningen ten laste van ingezetenen des Rijks, doch gevestigd in, of ten laste van goederen buiten lands gelegen. Ieder ingezeten, is op den ln Maart van elk dienstjaar belastingplichtig voor alle effecten, tot het genot van welker rente-dividenden, aflossing of andere uitkeering hij gerechtigd is, onverschillig of betalingen uit dien hoofde werkelijk plaats hebben, dan wel aohterwege blijven. De belasting bedraagt f l per mille van de gezamenlijke waarde der effecten, waarvoor elk belastingplichtig is. Indien er na be rekening der duizendtallen een som overschiet, wordt de belasting daarover voor elk honderdtal berekend in verhouding tot het bedrag per 1000. Onder deden kleiner dan 100 blijven verder buiten aan merking. Geen belasting is verschuldigd, indien de gezamenlijke waarde der effecten van een belasting plichtige minder dan 1000 bedraagt. De belasting plichtige wordt .aangeslagen in de gemeente, waar hij op deu ln Maart van het dienstjaar woont. Bjj ver schil omtrent de gemeente, waar de aanslag geschieden moet, beslist de Minister van financiën. Van de be lasting zijn vrijgesteld: vreemdelingen, bier te lande als consuls of consulaire agenten toegelaten, die geen ander beroep of bedrijf uitoefenen, mits wederkeerig in de door hen vertegenwoordigde landen aan Neder landers, aldaar op gelijken roet toegelaten, vrijstelling van personeele lasten worde verleend. Bij de toelichting van dit ontwerp zegt de Mi nister van Fiuanciën, dat, toen hij onlangs bij de aanbieding der Staatsbegrooting voor 1879 aan de Kamer kon mededeelen, dat dusdanig wetsontwerp werd voorbereid, hij tevens de redenen uiteenzette, waarom nieuwe bronnen van inkomst voor bet Rijk noodig zijn. Het behoeft dau ook niet opnieuw herinnerd te worden, hoe in de laatste jaren de gaping tussohen gewone middelen en uilgaven alltyags grooter werd, hoe het bedenkelijke van dien tocstzad minder in het oog viel, zoolang de Indische baten vloeiden, maar des te sterker, in het licht (aSjjj toeu zij achterwege bleven, hoe herstel van bet eve#- wicht door het betrachten vau gepaste zuinigheid en door het vermeerderen der bronnen van inkomst moet gedekt worden de eerste, de dringende eisoh van het oogeublik te zijn. Een poging om ver meerdering van middelen te bekomen door verhoo ging of uitbreiding van verbrniks- of indirecte be lastingen zou de Regeering bezwaarlijk kunnen aanbevelen. Ilerzieuing der directe belastingen, die iu haar voornemen ligt, kan zeker behalve tot juister verdeeling der lasten, ook tot vermeerdering der rijksinkomsten leiden, maar dergelijke hervor ming waarbij het vraagstuk der verlioudiug tussohen de rjjks- en de gemecutebelastingon niet ter zijde kan worden gelalen, vordert meer tijd dan ver loop >n mag, eer de onmisbare nieuwe baten in de sohnkist bcgiuueu tc vloeien. De nieuwe directe belading zal latere hervormingsplannen niet praeju- diciieren, maar daarmede verband houden. De op brengst wordt geraamd op 3 million::. Het tweede wetsontwerp strekt tot beffing eener belasting op de goederen in de doode band. Die heffing word voorgesteld op dezen grond„Alzoo wij in overweging genomen hebben, dnt bet wenschelijk is, de goederen, die zioh bevinden in de doode har.d, méér dau tot dusverre naar evenredigheid van audere goederen te doen deelen in de ten bate van 's Ryas schatkist geheven belastingen." Art. 1 luidt aldus: „Onder den naam van belas ting op de goederen in de doode hand wordt be houdens de hierna uitdrukkelijk te verleeneu vrijstel lingen, een jaarlijksehebelasting geheven 1°. van alle binnen het Rijk in Europa bestaan de instellingen van de doode band over de waarde hunner onroerende ffkeps effecten en schuldvorderin gen 2°. over de waarde van alle binnen het Ryk in Europa gelegen of gevestigde onroerende zaken, be- hoorende aan instellingen als onder 1°. bedoeld, die gevestigd ziju buiten het Ryk in Europa. Art. 2 is vaD dezen inhoad: „Onder instellingen van de doode hand, verstaat deze wet alle hetzij rechtens, hetzy feitelijk bestaande inatellingen, welker bezittingen niet door overlijden overgaan. „Maat- of vennootschappen worden voor de toe passing dezer wet alleen dan als instellingen van de doode hand aangemerkt, wanneer, krachtens over eenkomst tussohen de deelhebbers by overlijden van dezen hnn rechten niet op hun erfgenamen over gegaan zonder evenredige geldelijke vergoeding aan de maat- of venuootscbap, of aan de andere deel hebbers verblijven. Art. 3. „Onder effecten worden by deze wet ver staan' bewijzen van aandeel in de geldleeningen, geld beleggingen of renten ten laste van den Staat, of van vreemde Mogendheden, Staten of Vorsten, van pro vinciën, steden, gemeenten, dijk- of polderbesturen; bewijzen van aandeel in zedelijke lichamen, corporatiën, gestichten, genootschappen, banken, reederijen, maat schappijen en vennootschappen of ondememiugen, wier kapitaal door aandeel wordt vertegenwoordigd, onder welke benaming deze bewijzen of aandeelen moohten zijn uitgegeven; eindelijk aandeelen in gcldleeniugen ten laste van zoodanige zedelijke lichamen enz., of ten loste van bijzondere personen binnen 's lands woon achtig en in geldleeningen ten laste van ingezetenen des Ryks, doch gevestigd in of ten laste van goederen buiten 's lande gelegen. „Onder schuldvorderingen verstaat deze wet alle niet in het eerste lid begrepen vorderingen, geldsom men ten onderwerp hebbende, ook gevestigde renten en periodieke uitkeeringen.» Volgens art. 9 bedraagt de belasting voor de on roerende zaken veertig cents en voor de effeoten en schuldvorderingen vijf en-twintig cents voor iedere honderd gulden, zij wordt telken jare voor den ln Juli betaald. Volgens art. 10 zjjn van de belasting vrygesteld: lo. de staat en staatsinstellingen. 2o. de provin ciën, gemeenten en polders of waterschappen, voor de zaken die tot de openbare dienst of ten algeroeene nutte bestemd zijn. 3o. de instellingen van welda digheid welke uitsluitend armverzorging in den zin der wet op het armbestuur ten doel hebben en vanwege de burgerlyke overheid, cene kerkelijke gemeente of vanwege die beiden geznmenljjk geregeld eu bestuurd worden, 4o. pensioen-, weduwen-, weezen- en zieken fondsen, voor zoover zij uitsluitend daartoe strekken, 5o, spaarbanken en voorschotkassen, voor dat ge deelte van hqp kapitaal dat geljjkstaat met hetgeen zij in hoofdsom en interessen aan de inleggers of deelhebbers versohuldlgd zijn, 6o. alle inatellingen, wejke aan de belasting onderhevige zaken te zanten geen hoogere waarde hebben dan drie honderd gulden, 7o. de gebouwen met annhoorige erven en tuinen voor^fc openbare dienst, pastorijen, koaterawoningen, mitsgaders de begraafplaatsen met aanhoorige ge bouwen, alle voor zoo veel die bthooren aan kerk genootschappen, en bestuurders of hoofden voldaan hebben aan de voorschriften van art. 1 der wet van 10 Sept. 1863, 8o. de gebouwen met erve en tuinen, uttflwfnd dienende voor inrichtingen van hooger, middelbaar en lager onderwjjs, seminariën, bewaar scholen, speoiale scholen. De wet zal den le Jan. 1880 in werking treden. De zuivere opbrengal wordt op zes ton geschat. De Arnk. Ct.herinnerende hoe scherp de be- grootings-ontwerpen gegispt zyn door ae Tweede Kamer, gaat na, in hoeverre de Kamer nu ook den plicht ia nagekomen om elke weelde uit de staats begrooting te weren. Na al de aangebrachte be zuinigingen blijkt dat ten alotte het eindeyfer toch nog iets hooger is dan de ramingen, die de aange boden ontwerpen bevatten. Hoe sou het nu gegaan zijn, als de Kamer eens niet diep doordrongen ware geweest van de noodzakelijkheid om bezuinigingen aan te brengen? Dan zouden zeker de begrootingen uog veel hooger z|jn geweeetthans ia de uitzettende kracht in haar uitzettingsvermogen gestuit. Een paar maal beeft men op de kleintjes gepast, maar evenzoo is men elders tot kleine verhoogingen overgegaan. Aan de oprechtheid van de bedoelingen der Kamer wijfeit de Arnk. Ct. niet, maar terwjjl de Kamer het doelbezuinigen, wilde, wilde zij het middel niet, In plaats van de groots operatie, die hulp kon aanbrengen, te verrichten, vergenoegde zij zich kleine, verzachtende pijnstillende palliatieven aan te wenden. Zoo zal het voortgann, ale men zjjn heil zoekt in het passen op de kleintjes. Beter wordt het eerst als men niet langer de vraag stelt: wat kannen w|j in onze huishouding niet missen? mssiwet kannen wij uitgeven? wat staan onze middelen one toe te besteden? Vermaningen tot vereenvoudigen, opwekken van een algemeenen geest van spaarzaamheid betee- kent niets, ala wij desniettemin ons hniahouden op de w|jze van Mieawber inriahten. Wy hebben thaiu voor 1879 een aanzienlijk tekort en als w|j het vol gend jaar het zelfde stelsel volgen, zullen wij weer een tekort hebben. Wei kunnen er toevallige licht punten komen, maar op toeval kan men geen begroo ting boawen. De nieawe belastingen, die ona moeten redden, zijn er vooreerst nog niet. Als alica op zijn vlugst- gaat, zal toch het tekort van 1879 niet door de extra-middelen van 1879 gedekt kunnen worden. Daar komt bij, dat dit jaar ren verkie zingsjaar ia en nn meent de Arnk. Ct. dat het niet aangaat, een Kamer, die op het pant is voor de helft gewogen te worden, zoo ingrijpende zaken als nieawe belastingen te doen behandelen. Wy «allen dus ën in 1879 én 1880 ean tekort hebben. Prina Heinrich, een zoon van den Kroonprins van Duitsohland bevindt tioh aan boord van de Dnitsche oorlogskorvet Print Adalbert, die thans eene reis om de wereld doet. B|j het pataeeren van de liinie is op het schip een gemaskerde optoeht ge- honden, waarby de zeegod Neptunus en de barbier met z|jn ho'nten scheermes niet ontbraken. Zy, die voor het eerst de Linie passeerden moesten zioh aan de aoheepsgebruiken onderwerpen en voor den Prins werd daarbij geene uitzondering gemaakt. Men sohryft nit Heilouw aan de TitUche Ct.: Onze predikantaplaata is meer dan vier jaren vacant en onze kiesoollege kan den geweneohten persoon, die genegen ie in ons midden te wonen, niet vinden. Nu doet het kiesoollege wel z|jn beat eu het maakt zioh bepaald verdienstelijk docb wat help 'tl De twee laatste beroepingen werden nitgebraoht op de heeren v. Belcum en Cl. Doorenboeoh predikanten te Varik en te Wanrdenburg: doch helaas! deie heeren bedankteu. Niemand aal 't hnn kwalijk namen. Wij z|ju arm; het traktement bedraagt ƒ800, en te Varik en Waardenburg is dit ongeveer 2000. Dat nu de plaata open blijft, begint den herbergier d. 8. erg te vervelen. Hij ia de eenige persoon, weer men kan uitapannen. De ringpredikanten doen dat dan ook. Doeh nn zegt d. S. ,'t ia uit.„ Hy heeft aan den kerkeraad bericht gezonden dat by de paarden van de dominé's, die Zondags komen preken, niet meer in zyn stel wil hebben. Of dit geschiedt met het oog op 't „gedenkt den Sabbath- dag enz", of omdat in Moldavië de kwade droet heersebt, fa onbekend. De kerkeraad zal nn zeker wel binnenkort in eene. vergadering overwegen of dat bericht voor kenniegeving moet worden aange nomen of eene vereeniging tot bescherming van paarden moet opgericht worden, of de pastorie niet tij delijk al» atal kan dienst doen en het een en ander meer. Men ziet dat ook in ona dorp gewichtige zaken te behandelen zijn. Onder deze kun men nog noemen het vraagstukwaar zal voortaan het kiescollege ver gadering honden? In de kerk? De consulent zegt: liet ia me te kond. Iu de School? Het gemeen tebestuur heeft dit verboden. In de leeg staande pastorie? Maar zegt het kerkbestuur: „dat zon zonde z|jn van de mooi behangen kamer I" Dus op den dijk? In Arolsen is een zouderiing geval van verstik king door kolendamp voorgekomen. Den aldaar in garnizoen liggenden eersten luitenant v. Vachtmeister vond men, even ala* zyne vrouw des morgens be wusteloos te bed liggen. Terstond werd allea aan gewend om de geesten weder op te wekkeu. Bij de laatste werd dit met goed gevolg bekroond, maar de luitenant was overleden. Het zouderliugste hierbij is, dat een zuigeling, •lechts weinige weken oud, in dezelfde kamer vol komen gezond bleef. Toen men bet nit bet wiegje nam en meende een ljjkje te vinden, bleek dat het kind niets vau de etikatof geleden had. Ten eiude de warmte in de kamer te honden, had men de sehuif ven de kachel te ver gesloten. De Bredateke Omrent bespreekt een op staats rechterlijk gebied zeer belangrijke (juaestie, nl.Ia in Nederland een Eerste Kamer noodig of wenschelijk? Na te hebben betoogd, dat de Eerste Kamer slechts één klasse van ingezetenen vertegenwoordigt, terwyl de wil (.er Tweede Kamer ala de volkswil zal wor den beschouwd, zegt het blad: „Onze Eerste Kamer ia thans niet auders dan é&e vertegenwoordiging der geldariatooratie en haar voortbestaan ia een onbillijk privilegie vun bet ver kregen bezit. „Men heeft ter barer verdediging ook nog aan gevoerd, dat z|j een tweede aanleg of instantie der wetgeving ia. Maar op welke redelijke gronden kent men enkel aan den ryluten in het land deze hoogste reoliterlyke macht toe? Z|jn de hoogst aaugeslageuen in de direote rijksbelastingen, om het feit alleen dat lij meer belasting dan anderen opbrengen, de knapste juristen, de meest bezadigde mannen van Nederland, knapper en bezadigder dan de Miuieters, de Raad van Stale eu de leden der Tweede Kamer? „Eil waaraan ontleenen zy hnnne machtsvolkomen- heid? Zijn zy opperrechters, omdat zy door de Proviueiale Staten gekozen worden en bcsitten de leden der Tweede Kamer minder recht in wetgeving, omdat t|j rechtstreeks door het Nederlandsohe volk zqu aangesteld „Neen, sens Eerets Kamer ia in Nederland nooh noodig, nooh wentohelijk. De beide Kamers meeaten tot ééu Huis van afgevaardigden samengesmolten worden, en in die algemeeue, eenige vertegenwoor diging van het volk moesten de belangen der gan- •che Nederlnndsche gemeenschap, zonder onderscheid van stand of bezit, met geljjk recht en geljjke be langstelling, bejegend worden. Werd dat Neder- landsebe parlement dan samengesteld uit de verte- genwairdigere van alle groots politieke en sociale groepen der Nederlandaohe maatsohappjj hetgeen alleen door radicale hervorming van ons kiesstelsel kau geschieden dan zonden daar evauzeer de hoogst aangeelngenen in de belastingen, de grootste grondbezittere en kapitalisten, als de laagst aange- •Ingenen, de middelkleaae, kooplieden, fabriekanten, winkeliers, werklieden en smal bedeelden vertegen woordigd worden, «Of hebben dese laatsten ala Nederlandsohe staats burgers, juist niet evenveel recht om vertegenwoor digd te worden, ala de mannen van geld en boog aanzien? Het kapitaal heeft in ona oog evauzeer zyne onbetwistbare reohten ala de arbeid de zijne. Maar noch het kapitaal, noch de arbeid moeten voorreekten genieten. De mlpkkeid tan de ieet, in ona staatsrecht gecodificeerd, moet in alle opziohten eene «aarkeid worden en het in praotyk doen brengen van deze staatsburgerlijke gelijkheid moet het ehibolet zyn van alle mannen, die aanspraak maken op den eeretitel van liberaal." Dinsdag namiddag is te Rotterdam eau man in beschonken toestand van de loopplank van de Sohoon- hovensche stoomboot aan de Oosterkade in de Maas navollen, doch onmiddel|jk door de epuipage van de noot gered. Carré zal te Amsterdam, aan dan Amstel, een vast oirque bonwen, met woning en stallen. Ook wordt aldaar in de Plantage (Middellaan) een nieurw zomer-theater opgericht door den. heer Prot. Men meldt uit Djeddah, dd. 4 Januari, omtrent da aankomt van Habib Abdoel Rachiban El Zahir, hat bekende Atjehneesohe Hoofd, die zioh op 13 October 1878 te Kotta-Radjs, aan het Nederlandsohe gezag heeft ouderworpen, o. a. het volgende ean het Handeltblad Den 28 December jl. kwam de Curasao op de reede van Djeddah aan. Onmiddellijk begaven zieb velen en ook de Nederl. consul aau boorddeze laatste om met den commandant der Curasao de wjjze, waarop Habib zich den volgenden dag zou ont schepen, te bespreken en tevens dezen laatsten te ontmoeten. Gedosoht in eenen kwistig met goud gebor- duurden mantel, de borat versierd met de Turksohe Orden vau Osmanié eu van den Medjidié, den krom men gouden dolk der Arabieren (djsambié) in den gordel, trad Habib deu consul eerbiedig, doch met waardigheid tegemoet en drnkte reeds dadelijk zijn gauwegen nit, hier eenen vertegenwoordiger van Z. M. den Koning der Nederlanden te vinden, dien bi] wist, dat zoo goed met Atjeli en met de taal, zeden en gewoonten van Indië bekend was. Habib heeft een zeer sehrander en open voorkomen, ge makkelijke en beschaafde mauieren en ia tenger en klein van gestalte. Hy moet ongeveer 60 jaren oud zijn, baar en baard beginnen te grijzen. Zyn gevolg, uit ongeveer 60 personen mannen, vrou wen en kinderen bestaande, was grootendeels tamelijk opzichtig gekleed vunrroode bovenkleediog met vergulde knoopen en zwarte pantalon» Er werd bepaald, dat de ontscheping den volgenden dag zou plaats vinden, en hiervan werd door deo consul aan de verschillende plaatselijke autoriteiten kennis gegeven. Onder een saluut van 11 kanon- sehoten van het oorlogschip verliet Habib de Curasao en werd aan de landingsplaats door de hoogste autoriteiten en de aanzienlijkste borgen ontvangen, terwijl eene groote menigte volk zich op den oever verdrong. De heer P. N. v. d. Thijs, geattacheerd aan het Nederlandsohe consulaat te Djeddah, was daar om namens den Nederlanilschen oontul den hoogen gast te begroeten en naar het consulaat, waar Habib z|ja allereerste bezoek zou gaan afleggeu, te begeleiden. Beiden bestegen fraai opgetuigde paar den en reden, geësoorteerd door detachementen in fanterie en kavallerie en ontstuwd door eene opge wonden bevolking, de stad in. Aan het nette gebouw, waaruit de Nederl. driekleur wapperde, werd Habib door den cornnl en den commandeerenden offiicier van Zr. Ma. sehroefstoomschip Curasao plechtig ontvangen. Namens Z. M. den Kouing heette de eerste hem ala vriend en bondgenoot wel kom binnen de muren van het consulaat met den wenseh, dat deze goede verstandhouding niet wéér zou ophouden te bestaan. Habib toonde zich zeer onderworpen. Herhaaldelijk Betuigde hy nu de trouwe dienaar van het Gouvernement te z|jn en zich steeds tel beschikking der Begeering en van den consul te stellen. „Evenzeer als ik vroeger de vijand van Nederland geweest ben, evenzeer ben ik nn zyn trouwe vriend," zeide hij. Habib ia daarna by zynen vriend Sèyd Bagharoem ingetrokken, die evenals Itjj uit Terira in Hadramaut geboortig ia, en nadat bij den 2 Jan. een groot diner gegeven had aan alle Tnrksehe en Arabische autoriteiten, waarbij de Nrderi. consul en de heer van der Cbjja do eenige Christeu gasten waren, en zulks den 3n door den consul beantwoord was, is h|j deo 4n naar Mekka getogen en zal daar voor- cent blyren wonen. Alhier ia in bewaring een bruin bonte HOND (teef) met witte bles voor de kop vermoedelijk Jagt- homl die met ten persoon rtn de Schravenwegaehe dijk naar deie gemeente ia medegeloopen. Van allen aiekten, die dageljjks de sterflijst ver meerderen, ie de longtering zeker de meest wanho pende voor de huisgezinnen. Tot heden heeft de wetensobnp nog geen zeker middel tot herstel kunnen vinden, en moest zij baar taak beperken om het lijden der teriugzieken le ver lichten en 'tieren, met de grootste zorg eenigen tjjd tc verlengen, 't Is een ieder bekend, dat men den borstlijden aanraadt, een warmer klimaat op te zoeken, om er den winter door te brengen, zoo mogelijk in de nabijheid ven dennebossehen, waarvan de uitwaseming een weldadigen invloed op de longen uitoefent. Ongelukkig kunnen veie zieken zich niet verplaatsen, en 't i» voornamelijk tot dezulken dat w|j onze woorden richten. De ondervinding heeft eerst te Brnssel en later b|jnn overal geleerd dat de teer, die eeu hartsachtig product is van de dennen, een zeer merkwnardigen en gelukkigen invloed beeft op de zieken, die aan tering of bronohitis lijden. Dit ie reeda genoeg om da aandacht der zieken op dit geneesmiddel te ves tigen. Men moet er dus vooral op letten, dat men in het begin der ziekte dit geneesmiddel aanwendt. De geringste verkoudheid kan in eene bronohitis ontaarden, 't Is derhalve natuurlijk 'dat men, om het meeste voordeel van dit geneesmiddel te hebben, zich er van bediene, zoodra men aanvangt te hoeafeir Deze aanbeveling is daarom zoo nuttig, omdat vele borstlijden geheel onbewust zijn van hunne krank heid en slechts meenen, dat ze een zware verkoudheid of lichte bronchitis hebben, als de beginselen der tering reeds werkelijk aanwezig zjjn. De teer wordt gebruikt in deu vorm van teerwater. V roeger deed men wat teer in eene karaf en vulde die met water, die men tweemaal per dag schudde, gedurende een week, voordat men het gebruikte. Men verkreeg dan een weinig werkende oplossing, waarvan de uitwerksels zeer verschillend waren eu vau een zeer scherpen en onaangenamen smaak. Tegen woordig vindt men bij de beste apothekers, onder den naam van O oudrun de Guyot, een zeer geconcentreerde teerlikeur, die u in staat stelt een onmiddellijk op een gegeven oogenblik en zeer helder en aromatiek teer water te bereiden van niet onaangenamen smaak. Men doet een of twee theelepeltjes van genoemde teerlikeur in een glas water, en men verkrijgt terstond een teerwater, meer of minder met de aromatieke bestauddetlen der teer bezwangerd, en van zoo ge- riogen prijs dat een flacon van twee francs voldoende ia om tien a twaalf liters teerwater te bereiden. Om deze bereiding juist te bewerkstelligen, heeft men slechts de wijze van bereiding in te zien die bij elke flacon gevoegd is. Het is met de genoemde teerlikeur Ootdron de Guyot dat men met den besten uitslag proeven go- nomen beeft in zeven hospitalen en gasthuizen te Parys, alsook te Weenen en Lissabon. De beer Guyot heeft tevens kleins kapenlea, ter groote van een gewone pil vervaardigd, die onder een enveloppe van gelatine, zuivere Noorweegsche teer bevinden. Deze vorm is bijzonder aan te bevelen voor hen, die een afkeer van teerwater hebben of veel op reis moeten zijn. Twee of drie teerkapanlee genomen op 't oogenblik dat men gaat eten, vervangen gemakkelijk de tetr- likeur. Ieder flacon van twee francs vijftig centimes bevat zestig kapsules. Dit is voldoende om te be- wyzen hoe goedkoop het gebruik is der kapsules van Goudrou de Guyot. V|jf tot zeven en een halve cents daags. Wanneer eene verkoudheid verouderd ia, of wanneer men het effect wil bespoedigen, kan men de tcerknpsulee gelijktijdig gebruiken met de teer likeur, die men dan bij 't eten en 't naar ben gaan inneemt. Deze dubbele aanwendin ontslaat van bet gebruik van afkooksels, pëtes en siropen en dikwijls reeds gevoelt men na 't eerste gebruik de gezegende werking. Dfe teerkapsniaa van Guyot z|jn verkrijgbaar iu de meeste apotheken. Terechtzitting van Woensdag 12 Febr. 1879. Kantonrechter: Mr. J. H. van MIEROP. Ambtenaar van bet Openbaar Ministerie Mr. W. C. A. SCHOLTEN te Rotterdam. VEROORDEELD:. A. D., arbeider, wonende te Capelle a/d IJsel, tot twee boeten van twintig gulden of gevang, van vier dagen voor iedere boete met verbeurdverklaring van bet gebezigd jachtgeweer wegens onder de ge meente Kienwerkwk a/d IJeel jagen op waterwild zonder voorzien te z|jn van eene jachtacte en van een schriftelijk bewjjs van vergunning van den eige- uaar of rechthebbende van bet jachtwater J. van der S., bouwmauskuecht, wonende te Moer- capelle, tot eeoe boete van twintig galden of gevang, van vier dagen met verbeurdverklaring eU bevel tot vernieling van de wildstrik wegens onder de ge meente Moercapelle doen van ongeoorloofde poging om wild te bemachtigen door middel van een wildstrik; A. H., arbeider, wonende te Zevenhuizen, tot eene boete van twintig gulden of gevang, van vier dagen met verbeurdverklaringen bevel tot vernieling van de twee wildstrikken wegens onder de gemeente Zeven huizen doen van ongeoorloofde poging om wild te bemaohtigen door middel van twee wildstrikken J. ten H., arbeider, wonende te Cappelle a/d IJsel, tot twee boeten van tien galden of gevang, van twee dagen voor iedere boete met verbeurdver klaring van de geschoten eendvogel wegens iu den Prins Alexander polder ouder de gemeente Nieuwer- kerk a/d IJafl jagen op apoorsneeuw ea jagen op eens anders jachtveld zouder voorzien te zyn van een sohriftelijk bewijs van vergunning van den eigenaar of rechthebbende van het jachtveld C. J. en D. S., vissobers, wonende te Reeuwyk, de eerste lot eene boete van drie gulden, de tweede tot eene boete vaiv één golden of gevang, van één dag wegens te samen en in vereeniging visechen met fleuren in eens andere visöhwater onder de gemeente Reeuwyk zonder voorzien te z|ju van een schriftelijk bew|js va# vergunning van den eigenaar of recht hebbende van het tischWater, C. J. «1E. J., riaschere, wonende te Reeuwyk, ieder tot eene boete vau drie gulden of gevang, van- één

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 2