Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
PM
ST
1879.
2261.
den
I.
VE,
I
ATK01TOIGING.
RAAD,
Zondag 23 Februari.
I'
Onze Financiën.
3g-
genoom-
I
KENNISGEVING.
G:
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
het betrekkelijk ge-
jongens, op
'G
c.
d.
s<
ben bij te
den bij den
;iG, Tarf-
t
DDEN en
ikte Mans-
i BOVEN
HOUDEN
nz.
•ij van 9
i, is voor-
NLAND-
79, voorin,
üeuwsteeg
a.
b.
GOUDSGHËCOURANT.
die sub e op den eersten dag vau het kwartaal Vol
gende op de Koninklijke goedkeuring,
die sub c bij de opening dier sAool.
Gedaan te Gouda ter Openbare Raadsvergadering
ran den 27 December 1878.
Van Bergen IJzendoorn, Voorzitter.
Bbovweb, Secretaris.
lATWEG
>ornemens
orm. 10*/,
oeobavzn,
ten jaar te
iv:
inde Op
van den
voor
d,
voor jongens in vier
rerscliijnende op den
eersten werkdag der maande»; Januari, April, Juli
en October,
dat voor de Eerste Burgerschool voor meisjes, op
den tweeden werkdag der inland,
dat voor de Tweede Burgerschool voor meisjes in vier
driemaandelijksche termijnen, verschijnende op den
eersten werkdag der maanden Januari, April, Juli
en October.
Art. 2. Voor leerlingen, di| in het midden van
de week, de maand of het vierendeeljaars ter school
komen, is het volle schoolgeld verschuldigd, terwijl
het voor het tusschentijds verlaten der school niet
wordt teruggegeven.
Art. 3. Kinderen Voor wie het verschuldigde school
geld niet is voldaan, worden op de school niet toe
gelaten.
Art. 4. Om op de Tirraëfiéïischóoï onderwijs te
kunnen ontvangen, moet door de ouders of voogden
der kinderen, ten genoegen van de Plaatselijke School
commissie worden beweren, dat sij aan eenên staat
van miuvermogendheid grenzen.
.Omtuin te Gouda ter Openbare Raadsvergadering
*van den 27 December 1878.
Van Beugen IJzendoorn, Voorzitter.
Brouwer, Secretaris.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 21 Februari 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris
BROUWER.
VERORDENING
op de INVORDERING van SCHOOLGELDEN.
Art. 1. Het schoolgeld zal dos de ouders of voog
den van de ter schoolgaande kinderen, bij vooruit
betaling worden voldaan aan den Hcmeente-Ontvanger
of die hem vervangt, te weten:?
dat voor de Tusschenschool op den eersten werkdag
der week,
dat voor dc Eerstg Burgerschool
den eersten werkdag der maftnd
dat voor de Tweede Burgerschool vc
driemaandelijksche tennynen, ver
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR. SCHADE
OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gelet op art. 8 der, Wet van den 2nJuni 1875,
(StaaMad n°. 95).
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan Mevrouw
de Wed. A. Koek en hare rechtverkrijgenden, tot
het plaatsen van een stoomwerktuig in hare Bier
brouwerij in het perceel gelegen aan de Molen werf
geteekend B. n°. 22, kadaster sectie C. no. 1330.
Gouda, den 19 February 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
doen te weten, dat bij Koninklijk besluit ran den
4n Februari 1879, no. 5, is goedgekeurd het Raads
besluit ran den 27 December 1878 tot heffing eener
BELASTING roor bet BEZOEKEN der OPEN
BARE LAGERE SCHOLEN in die Gemeente, in
te rorderen orereeukomstig de voorschriften der
Verordening ran denzelfden datum, r.ynde de iuhoud
ran de beide stukken als rolgt
DE RAAD DER GEMEENTE GOUDA;
Orerwegende dat het wenschelijk is DE SCHOOL
GELDEN op^eenige OPENBARE LAGERE SCHO
LEN te rerhoogen en in rerband met de voorge
nomen oprichting eener Tweede Burgerschool roor
Jongens nader te regelen,
HEEFT BESLOTEN:
Het Raadsbesluit ran den 28 October 1875 in
te trekken en te vervangen door het volgende:
Art. 1. Voor het onderwijs is roor ieder kind
rerschuldigd
Op de Tusschenschool tien cents per week.
Op de Eerste Burgerschool roor Jongens één
gulden vijftig cents per maand.
Op de Tweede Burgerschool roor Jongens rijflig
gulden per jaar.
Óp de Eerste Burgerschool roor Meisjes één
gulden rjjftig cens per maand.
Op de Tweede Burgerschool roor Meisjes veer
tig gulden per jaar.
Wanneer meer kinderen uit één gezin, mits broe
ders of zusters, of broeders en zusters zijnde, gelijk
tijdig gaan op de Eerst Burgerschool voor jon
gens of op de Eerste Burgerschool voor meisjes, of
op beide, wordt bovengenoemd schoolgeld van één
gulden vijftig cents verminderd:
bij een aantal vau twee kinderen tot één gulden
vijf en twintig cents per hoofd.
bij een aantal van drie of meer kinderen tot één
gulden per hoofd.
Wanneer twee of meer jongens hit één gezin, mits
broeders zijnde, gelijktijdig gaan op de Tweede Bur
gerschool voor jongens, wordt het bovengenoemde
schoolgeld van vijftig gulden verminderd tot veertig
gulden per hoofd.
Wanneer twee of meer meisjes uit één grein, mits
zusters zijnde, gelijktijdig gaan op de Tweede Bur
gerschool voor meisjes, wordt het bovengenoemde
schoolgeld van veertig gulden verminderd tot dertig
gulden per hoofd.
Art’. 2. Kinderen van bedeelde inwoners dezer
gemeente en van hen, die ofschoon niet bedeeld,
onvermogend zijn schoolgeld te betalen, ontvangen
om niet onderwijs op de Armenscholen.
De beoordeeling van dat onvermogen wordt aan
de Plaatselijke Schoolcommissie opgedragen.
Art. 3. De invordering geschiedt overeenkomstig
de Verordening op de Invordering van den 27 Decem
ber 1878.
Art. 4. Deze regeling der schoolgelden treedt in
werking, als volgt
die sub a, b en d in art. 1 vermeld op den eersten
van de maand,
oog op de billijkheid en het betrekkelijk ge
ringe bedrag geen bezwaar zullen vinden.
Niemand toch zal durven staande houden,
dat het onbillijk is, dat ook de effecienhoudere
van hun bezittingen bijdragen, wanneer van
alle andere bezittingen reeds betaald wordt,
terwjjl de goederen in de doode hand tot nu
toe ook veel te weinig hebben bijgedragen in
de algnmeene lasten. En het bedrag der be
lasting kan ook geen bezwaar zijn. Een per
mille toch van de reëele waarde kan niet druk
kend genoemd worden. Wanneer iemand, die
f 20,000.aan effecten bezit, daarvoor jaar
lijks 20.— aan belasting zal betalen, is dit
niet onbillijk, wanneer men nagaat wat aan
grondlasten voor landerijen of aan personeele
belasting voor huizen moet betaald worden.
Meer bezwaar is de wijze, die door den minis
ter wordt voorgesteld, om het bedrag der be
lasting te bepalen. Er wordt toch eigen aan
gifte verlangd aan het collegie van zetters, en
wie nu eenigszins bekend is, hoe die collegies
vooral ten platten lande zijn samengesteld en
hoe veel bezwaar men daar heeft om den staat
zijner bezittingen aan eenige dorpsgenooten
bekend te maken, zal kunnen begrijpen, dat
die eigen aangifte vrij wat meer bezwaar zal
hebben dan het bedrag der belasting. Door die
bepaling toch zal men verplicht zijn den staat
van zijn vermogen aan verscheidene personen
bloot te leggen, zonder tegen misbruik gewaar
borgd te zjjn.
Zou het niet mogelijk zjjn dit bezwaar weg
te nemen, door den ontvanger der registratie
de inning van deze belasting op te dragen?
Deze toch is door zijn betrekking reeds bekend
met den toestand van vele boedels en staat
bovendien tegenover de meeste belastingschul
digen op een vrijer standpunt. Wat men niet
aan zijn buurman wil toevertrouwenzal men
zonder eenig bezwaar aan een rijksambtenaar
mededeelen, die dikwjjlsin een andere gemeente
gevestigd is en juist door zjjn ambt niet zelden
in staat is om orer de eigen aangifte een oordeel
te vellen, zonder dat die door een eed bekrach
tigd behoeft te worden.
Acht men een commissie noodig, dan zouden
de inspecteur der registratie en de hypotheek
bewaarder de aangewezen personen zijn om te
beslissen of eedsaflegging al of niet noodig is.
Zulk een commissie zou zeer zeker meer in den
geest vallen dan het collegie van zetters.
Behalve de belastingwetten zal waarschijnlijk
ook het wetboek van strafrecht de kamer bereiken.
Moet het onderzoek daarvan plaats hebben, zoo
als omtrent andere ontwerpen is voorgeschrer
ven, dan zal dit jaar ons oude wetboek zeker
niet buiten werking gesteld worden.
Toch is eenige spoed dringend noodzakelijk,
reeds veel te hing toch heeft het oude code pe-
i mil hier kracht van wet. I aarom is het te
wenschen dat liet onderzoek, het opmaken van
het voorloopig verslag en de discussiën eenigs
zins anders plants hebben dan gewoonljjk,
omdat anders het einde niet te berekenen is.
Is de meerderheid het eens omtrent de hoofd
beginselen, dan kan men het onderzoek der bij
zonderheden aan een commissie overlaten Deze
kan in overleg treden met de regeering, en zoo
noodig verbeteringen formuleeren, want voor
een goede rechtpleging zou het hoogst gevaar
lijk zijn indien de leden bij dit ontwerp van
het recht van amendement gebruik maakten.
Is dit wetboek eenmaal afgehandeld, dan zal
ook de milifaire rechtspleging herzien kunnen
Worden. Koevele feiten zullen evenwel nog open
baar gemaakt moeten worden, voor de publieke
opinie die herziening geeiscathoeveel zal nog
móeten gebeuren eer de noodzakelijkheid erkend
Na eenige weken rust is de Tweede Kamer
weder bijeen gekomen, om dg ingekomen wets
ontwerpen in behandeling te nemen. De meeste
aandacht zal zeker wel gewijd worden aan de
ontwerpen door den minister van financiën
ingediend, om zoo mogeljjk het evenwicht tus-
schen de ontvangsten en uitgaven te herstel
len een belasting op de effecten en een op
de goederen in de doode hand. Het is reeds
genoegzaam bekeud, dat de vette jaren voorbij
zijnludië kan ons met batige saldo’s niet
meer helpen, wij zullen in het vervolg zelf de
gelden moeten- verschaffen om de huishouding
van staat in orde te houden. Van de voor
stellen tot bezuiniging, die men volgens het
voorloopig verslag op de begroeting van de
kamerleden mocht verwachten, is weinig of
niets gekomen, integendeel het eindcijfer der
goedgekeurde begroetingen is hooger dan dat
der iugediendewel is de belasting op de suc
cessie reeds tot de rechte Ijjn uitgebreid, maar
daarmede is het tekort nog niet gedekt; andere
middelen zjjn nog noodig, vooral indieu men
ook bestaande onbillijke belastingen wil af
schaffen of wjjzigen. De tijd voor een alge
meens inkomsten-belaating acht de referring
nog niet gekomen. Van daar de indiening der
bovengenoemde ontwerpen, die wel met het
