Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ende ■e. 1879. N? 2271. BUITENLAND. Builenlamiscli Overzicht. BINNENLAND- Woensdag 19 Maart. s jpingr issen, deren, ssen, >.16 Meters; en, f,GOUDA, ar. END.- OMDAG 1.— KENNISGEVING. •w E. Sliedrecbt f 2289.—, 1 ng 60 cta. t ONDEB- BOVEN- AAKTEN, de beate verdediging i standpunt, is nog die igd over de politieke kunnen blijven doen, treken, m. a. w. totdat s van 9 tot uren te zien, nen ten kan- FN DKOOG- '<J.Leidt*, pop. wrvjv. n den Pol- onder Lek- Secretnrie n den Heer uter aldaar. GOUDSCHE COURANT. des voor- »1. Wgk K. van eenen dere staande AAD, BED- voorts eene EN, TOON- logkwalen, (rukkende, i door lang e en drui- wjjls vocht enz., enz. n sterkste INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADES OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge- meente Goud»; Gelet op artt. 6 en 7 der wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad No. 95). Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen, van de Directie der Stearine-Kaarseufabriek om vergunning tot het plaatsen van een Stoomwerktuig iu het perceel gelegen aan de Bleekerskade, wijk P. No. 12 kadaster sectie E. No. 1012. Dat op Woensdag den 3 April 1879, des na middags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid iè om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag, op de Secretarie der gemeente, van de ter zake ingekomen schrifturen kan warden kennis genomen. Gouda, den 19 Maart 1879. Burgemeeste* en Wethouders voornoemd, VAaV BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER Het vonnis, bij motie van orde over de beide Fran- sche ministeriën van 1877 geveld, luidt uls volgt: //De kamer, alvorens over te gaan tot de orde van den dag, constateert nogmaals, dat de ministers van 17 Mei en van 23 November door hunne strafbare onderneming legen de republiek de regeering, welke zij dienden, hebben verraden, de wetten de vrijheden van het staat hebben met voeten getreden, en niet zyn geweken, na een burgeroorlog gebracht te hebben, dan voor de verontwaardiging en de mannelijke vastberadenheid des lands. Doch, overtuigd, dat de staat van min achting, waarin zij thans zijn vervallen, der zege vierende republiek veroorlooft, zich niet op te houden bij de vervolging «van vijanden, die voortaan met onmacht zijn geslagen; overwegende, dat om het kwaad te herstellen, dat zij het land gedaan hebben, Frankrijk rust en bedaring noodig heeft, en dat het uur voor het republikeinsche parlement gekomen is om zich by uitsluiting te wijden aan de behandeling van de groote economische, industriëele en finauciëele wetten, welke het land eisebt, en waarvan het de ontwikkeling verwacht van zyn rijkdom en zijne welvaart; levert de plannen en de misdadige handelingen van de ministers van 17 Mei en 23 November over aan het geweten der natie, dat ze reeds plechtig heeft afgekeurd, en uoodigt den minister van binneulandsche zaken uit dit besluit iu alle gemeenten van Frankryk te doen aanplakken.* Aan deze wel wat lange en gezwollen verklaring van de vertegenwoordiging hebben de heeren de Broglie, de Fourtou en consorten voorloopig genoeg. Zij zullen tot wederopvatting hunner plannen 'betere tijden moeten afwachten. De conservatieve dagbladen bevatten reeds een protest der ministers uit het kabinet van 16 Mei, tegen bovengenoemde motie van orde, door de Kamer van Afgevaardigden aangenomen, waarbij hunne handelingen ten strengste worden gelaakt. Zij ont kennen aan de Kamer alle gezag tot zoodanige han deling, want indien zij het recht heeft om de ministers te beschuldigen, zij heeft daarom nog het recht niet hen te veroordeelen. Zij had de macht om hen in hunne vryheid te treffen, niet het recht om hen in hunne eer aan te tasten. De voormalige ministers laten bet oordeel over de motie aan het volk over, overtuigd dat alle vrienden van recht en billijkheid baar zullen afkeuren. Denkelyk zullen de heeren van den stap niet veel wil van hebben. De feiten, aangevoerd in het rapport van den heer Brisson spreken te duidelijk en de beste verdediging voor hun gedrag, altyd van hun standpunt, is nog die van üo figaro, die de zaken zelve piet in twijfel trekt, «air als veront GOUDA, 18 Maart 1879. Wy vestigen de aandacht onzer stadgenooten op achterstaand stuk, betreffende den //Watersnood in Hongarije." Ook in Goudableek meermalen dat nooit te ver- De Commissie van oppertoezicht en beheer der Kweekschool voor zeevaart te Leiden heeft bekend gemaakt, dat op Maandag 31 dezer, *s morgens 10 uur, in voornoemde inrichting eene keuring zal plaats hebben van jongens, die eene verbintenis in *s Rijks zeedienst weuschen aan te gaan. Van het vonnis, Zaterdag tegen de beklaagden Ledeboer en de Wit uitgesproken, is door dezen appel aangdteekend, zoodot de zaak binnen eenigen tyd voor het Gerechtshof te Amsterdam zal worden behandeld. Staten-Generaal. Twiidx Kamu. Zitting van 17 Maart 1879 In deze zitting werd na aanneming der ontwer pen tot verhooging van hoofdstuk II en wijziging van hoofdstuk VIIA der begrouting van 1878, waarbij de Minister het in omloop brengen der 2’/i oeut- schuldiging aanvoert, dat een groot gedeelte der natie toen van een coup d’état gediend zou zijn geweest, omdat zij er het eenlge middel in zag tot redding. Volgens officieeLbericht, is de beer Albert Grévy tijdelijk belast met een zending te Algiers, benoemd tot civiel gouverneur-generaaï van Algerië. Het officieele regeeringsblad deelt levens een groot aantal mutatien onder de prefecten Mede. In de zitting, Zaterdag door de Kamer der afge vaardigden, gehouden, heeft de heer Ferry een wets ontwerp in gediend over de vrijheid van het hooger onderwijs, waarbij het toekennen van graden jveder uitsluitend den Staat wordt opgedragen. De indiening van dit voorstel werd door de linkerzijde in de Kamer met ingenomenheid begroet. Het bedoelde wetsontwerp Stelt de afschaffing voor van de bepalingen der wet van 1875, waarbij de gemengde jury werd ingevoerd. Voorts wordt daarin bepaald, dat leden eener niet erkende godsdienstige verccniging in Frankrijk geen onderwys zal mogen geven. Te Berlijn wordt steeds geklaa; onzekerheid, wat men wel zal k totdat het Paasch-rcces is ver^re1 de belastingplannen van Bismarck geheel bekend zijn en een stemming daarover in den Rijksdag heeft plaats gehad. De commissie schrapt en vermindert verschillende posten van de oorlogsbegrooting om ook hier zoo zuinig mogelyk te zijn. De interpel latie van de Fortschrittsparty over het invoerrecht op het graan is nog niet in orde; men weet nog niet, of er iets van komen zal, daar de bespreking op dit oogenblik toch tot geen resultaat kan leiden. De heer Stc^ord Nor^cpwOeed Vrijdag in het Engtlsche Lagerhuis ’mededêenngen omtrent den toestand in Birmanië. Hy zeide, dat de oorlog zuchtige handelingen van den Vorst van dat Rijk in den laatsten tyd het noodig gemaukt hadden Frankrijk aan den vooravond van garnizoen in Britsch-Birmanië te versterken, en wel op verzoek van den Engelschen resident aldaar. Die versterking moest echter slechts dienen om de inlandsche bevolking te beschermen. Vermoedelijk had het bericht van het afdanken van een gedeelte van Cetewaya’s troepen de Engel schen op de gedachte gebracht, dat de Koning der Zoeloes den vrede verlangde, althans de heer Sullivan ondervroeg den heer Hicks-Beach daaromtrent, die echter verzekerde, dat de Regeering niets daarvan vernomen had en ook zeker eerst den geleden neer laag te Isandula zou willen herstellen. De vervanging van lord Chelmsford wordt tegen gesproken. Ook de Hongaarsche delegatie heeft Vrijdag de aanvulliugscredieten, ter bestrijding der bezettings- kosten van Bosnië en Herzegowina, goedgekeurd. Graaf Andrassy heeft dus ook den laatsten tegen stand, die zijn buifenlandsche politiek totnogtoe ondervond, weten te overwinnen. Het schrikkelijk onheil, dat de Hongaarsche stad Szegedin heeft getroffen, zal waarschijnlijk nog zeer onaangename gevolgen hebben toor het Hongaarsche ministerie. De Regeering en hare ambtenaren schenen geheel het hoofd te hebben verloren. Volkomen waar is, wat de heer Tisza in den Rijksdag ver klaarde, dat de geweldige storm, die ten slotte het onheil veroorzaakte, door de Regeering niet kon worden voorzien. Maar men wist zeer goed, dat de dijk onmogelijk stand houden kon, wanneer een storm het water in beroering bracht. Vijf dagen achtereen bleef de vloed wassen en toch was niet een tiende gedeelte voorhanden van de reddingsmiddelen, die eene bevolking van 65,000 zielen zou behoeven. Zoo zijn door echt Oostersche zorgeloosheid der be ambten, honderden ir.enschen ten prooi aan de grootste ellende, die anders had kunnen worden voorkomen. giefs een beroep werd gedaan op den liefdadigbeidszin der inwoners. Ook thans zal dit, naar wij hopen, op nieuw blijken. Ziterdag jl. had in het Gemeenlandshuis te Leiden de aanbesteding plaats van het maken van een Wo ning voor den Machinist aan Rijnlands Stoomge maal te Gouda. Naar wij vernemen werd ingeschreven door D. Amesz f 2482.P. van Rooijen 2393.A. Gravesteijn J 2366.45, J. W. de Jongh f 2343. J. F. Welter 2319.--, E. Sliedrecht f 2289.— L. van Blokland 2278.A. Snelleman ƒ2236. W. Bokhoven 2198.H. J. Nederhorst f 2190. P. vau Mentz 2175.G. Luijeudijk ƒ2025. P. A. Burghout 1989. Wij vestigden reeds de aandacht op het hier ter stede te geven concert, waarop Cabl Hill zich zal doen hooren. Men weet hoe alom zijne medewerking op prijs wordt gesteld. Ten overvloede blijkt dit ook nog uit het volgende, door ons uit een der bladen overgenomen, bericht Mevrouw Nissen-Saloman geeft ook dit winter seizoen in Petersburg des Zondags Muzikale Ma tinees, welke evenals vroeger de élite in kunst en wetenschap, zoowel als de hoogste aristocratie vzn geboorte en geest in hare salons vereenigt. De beroemde Mecklenburgsche kamerzanger Carl Hill, die door zijne medewerking in *t oratorium //Elias” zooveel bijval inoogstte en dien men had willen overhalen tyt het geven van een eigen concert liet zich evenwel in de salon van mevr. Nissen-Saloman en in enkele hofkringen hooren, waar hij rijke ge schenken ontving, en door den keizer gedecoreerd werd. Den avond voor zijn vertrek werkte hij nog mede in het door de zangacade.nie gegeven feest tot viering van haar 60-jarig bestaan. Zondagmorgen is in den vroegen ochtend uit het water aan de Turfmarkt opgehaald het lijk van een meisje, dat zich, naar men vermeent, in een toestand van krankzinnigheid eenige uren te voren daarin had geworpen. Zondag jl werd iu ’t lokaal Nut en Vermaak al hier de gewoue 3-maandelykschê vergadering gehou den van het Zieken- en Weduwenfonds n Provident ia”. Uit het verslag van den secr.-boekh. bleek dat in dat kwartaal aan 46 zieken en 30 kraamvrouwen was uiigekeerd, met inbegrip van bodeloon etc. 686.77 en de ontvangsten hadden bedragen ƒ664.28 zoodat een nadcelig saldo was van 22.49. Ver volgens werd, op initiatief van den secr.-boekh., door 50 leden een begin gemaakt tot hel verkrijgen van een eigen lokaal, (geheel afgescheiden van //Pro- videntia”) door eene wekelijksche bijdrage van 10 ets. per persoon, ten einde later coöperatief op te treden. Ruim 200 leden waren ter vergadering tegenwoordig. Z. M. de Koning en Z. K. H. prins Alexander hebben bijdragen doen toekomen aan de commissie, welke in Den Haag werkzaam is tot het byeen- brengen der gelden, benoodigd voor een tweeden Noordpooliocht van de Willem Barende.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1