Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. i w ns IN, lorde k te St. ,enz. ens- dera N° 2277. 1879. E, Woensdag 2 April. 'EU Parlementaire Werkzaamheden. BEKENDMAKING. t en n i tegen 'Q JAN 1. GOUDSCHE COURANT. ïten, der itN 8t. PER tegen uinge- ^c volg deze P. i fraai B310a ligd en op de anten jorce- poth.; en; te nlyke by F. ek; te loven den ;rek- king van ongelden voor wegen geheel aan de schatters blijft overgelaten En zoo was men vraag beslist verhooging mocht hebben. He regeering wenschte later het bedrag der belasting te doen vaststellen, deheer Grataina stelde een ame n ind. Dit in der 3 aange- bevolen ïkelijhe ’•moede Art. 19 lett. g en k dier wet, aangevuld bij art. 10 der wet van 1843, wordt gelezen als rolgt «Dienst- en werkboden in gebouwen, instellingen, «gestichten of inrigtingen, vermeld ouder litt. «c eu d van art. 5 2, vodr zooveel' zij geen «belastbare diensten verrigten, regtstreeks ten be- ,hoeve van hen, die aldaar in eeuige betrekking «of als leden werkzaam zijn. D* eeuige vrouwelijke «bediende, overigens naar de eerste, derde of vierde «klasse bejjlb^uar, in dienst van den belasting- «pligtige, welke geeue andere bedienden houdt eu «vier of meer, eigen of aangehuwde kinderen, «kindskinderen of pupillen bij zich heeft iuwonen, «die op den In Mei des jaars, waarover de be- «lastiug loopt, jonger dan 2J jaren zijn." c. De twee eerste paragraphs van art. 27 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad N®. 4) zijn gewijzigd als volgt 1. D<e na den 15n Mei een perceel in ge bruik neemt, is voor dit perceel de belasting uaar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan nog over is, verschuldigd, f 2. Aan deu belaslingpligtige, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iémand in zijn dienst achter te laten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor deu tijd des dienstjaars, die dan nog over ia, indien daarvan door hem, binuen den tijd van eene maand, volgende op dien waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten kantore des ontvangers, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar I biljet. «De ontheffing wordt ook vetlasfed over het dric- «maandelyksehe tijdvak waarin het perceel werd «verlaten, iudien de belastiug-pligtige daarna, doch «in den loop van datzelfde tijdvak een ander «perceel, waarvoor hy belastingplichtig is, in ge- «bruik neemt. By overlijden van den belasting- «pligtige treden zijne erfgenamen in dezelfde «regten en verpligtingeu." «De aangifte, volgens het eerste en derde lid «ingediend, worden als gewone bezwaarschriften «aangemerkt en behandeld." d. AanJ 1 van art. 28 der bovengenoemde wet van 1833; zijn de navolgende bepalingen toegevoegd «Ten aanzien van den eersten grondslag kunnen, «behalve de jnarlyksche, onzuivere huurwaarde, «ook maand- of weekhuren worden aangegevea. «Andere aangiften worden aangemerkt als niet „gedaan." „Voor zoover de belaslingpligtige de aangegeven „maand- of weekhuren niet zelf tot jaarhuren „heeft herleid, wordt de eerste door vermenigvul- „diging met tiei^ en de laatste door vermeuig- „vuldiging met drie en dertig tot jaarhuur herleid „en alzoo herleid, als de aangegeveu jnarlyksche „huurwaarde aangemerkt." 2°. Op de verpligting, om by hunne bezwaar schriften, ingevolge art. 1 der wet van den 4n April 1870 (Staatsblad No. 60) over te leggen een duplicaat van hun aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij den Ontvanger der Directe Belasting verkrijgbaar gesteld. Gouda, den In April 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. De herziening van de belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen hield nog een geheele week de tweede kamer bezig. Niet slechts hoofdzaken, maar ook details werden uitvoerig besproken, alle belangrijke wijzigingen werden van de hand gewezen en eindelijk werd in de zitting van Vrjjdag het ontwerp met groote meerderheid aangenomen. In de zitting van Maandag werd de discussie over art. 2 voortgezet en da een driedaagsche dis cussie goedgekeurd, nadat met 41 tegen 28 stemmen een amendement was aangenomen tot dyke 1 hoog an het n Coup., BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, doen te weten, dat het Kohier voor de plaatselijke directe belasting dezer Gemeente, voor het dienst jaar 1879, door den Baad vaakgesteld, gedurende acht dagen, van des voormiddags tien tot des namiddags een, en van drie tot rijf ure, ter Secre tarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is ttedergelegd, binnen welken tijd elk aangeslagene, tegen zijnen aanslag, bij Gedeputeerde Staten in beroep kan komen bij verzoekschrift op ongezegeld papier geschreven. Gouda, den 29 Maart 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris BROUWER. ZPJLTZEnSTTEIxr. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Gouda, brengen ter keuuis van alle Patent- pliglige ingezetenen, wier namen voorkomen op de suppletoirs registers voor het dienstjaar 1878/79, dut de PATENTBLADEN in gereedheid eu op de Secretarie dezer Gemeente verkrijgbaar zijn, wanneer zij zich daartoe persoonlijk aanmeldeu, van den ke venden April tot en met den negentienden daaraan volgende, des voormiddags vau 10 tot des namiddags 1 ure (de Zondag uitgezonderd); zullende, overeen komstig Z. M. besluit van 17 October 1820, de binnen dien lyd door de betengh.lffi.adail nietafge- bnnlde PATENTEN, door den Deurwaarder der Directe belastingen, aan hunne huizen, tegen be taling van tien centen worden uitgereikt; terwijl de nalntigen vervallen in eene boete van cijftien gulden, bijaldien zy, aangevraagd wordende, hun PATENT of een afschn/t van hetzelve niet kunnen vertoonen. Gouda, den 1 Apr.il 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. AFKONDIGING. BURGEMEESTER en WETHOUDER? van Gouda Gezien het besluit van den Heer Commissaris des Koiiings in de Provincie Zuid—Holland, van den 8n Maart 1879, A. No. 392/1, 3e Afd. (Proc. Blad No. 28) betreffende de beschrijving voor de perso neels belasting, dienstjaar 1879/80 doen te weten: 1®. Dat de Ontvanger der Directe Belastingen, aan de woningen der ingezetenen, op,Woensdag den 7n Mei aanstaande en volgende dagen, ter in vulling zal doen bezorgen een Beschryvingsbiljet, inhoudende eene korte schets van de grondslagen der voornoemde belasting, hetwelk acht dagen na de uitreiking, door of van wege dien ontvanger zal worden afgehaald, terwyl zy, welke bij de beschrijving geen biljet zullen hebben ontvangen, gehouden sijn om de vereischte, behoodyk inge vulde verklaringen vóór of uiterlyk op den 31* Mei dejes jaars in te dienen, ten kantore van den Ontvanger, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zyu. 2°. Dat tot tegensohatters zijn aangesteld de Heeren P. M. ROOSENDAAL, P. A. BURGHOUT, H. J. NEDERHORST en G. van GENT. Wordende de belanghebbenden voorts in het bij zonder aandaclitig gemaakt 1®. Op de wijzigingen welke bij de wet van 9 April 1869 (Staatsblad N°. 59) in de wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad N®. 4) zyn gebragt, als a. aan art. 17 der wet van 1883 is toegevoegd de volgende bepaling „Wegens vrouwelyke dienstboden, die op den In „Mei des jaars, waarover de belasting loopt, ouder „dan 18 en jonger dan 21 jaren zyn, bedraagt „de belasting 6>.zonder toepassing van het „opklimmend tarief." vrijstelling van de veengronden van de her- taxatie. De andere amendementen werden ver worpen. In de zitting van Dinsdag was aan de orde de schaal, waarnaar de schatting zou plaats hebben, de verdeeling van de provinciën in schattingsdistricten, de commissie en de hoofd commissie van schat! ing. tJSen amendement van den heer Schimmelpenninck van der Oye, die de boschgronden in een provincie samen tot een schattingdistrict wil maken, werd met 44 tegen’ 25 stemmen verworpenaan een amen dement van den heer de jonge, die te grooten invloed van den voorzitter der schattingscom- missie vreezende hem slechts een beslissende stem wilde geven, nadat de zaak bij staking van stemming nogmaals in een volgende verga dering behandeld was, viel met 35 tegen 32 stem men hetzelfde lot te benrt Even ongelukkig waren de heeren de Vos van Steenwijk en Sickesz, die de hoofdcommissie weder wilden verdeelen de kamer stelde den minister met 56 tegen 9 stemmen in het gelijk, op grond dat die verdeeling - zeker niet bevorderlijk zon zijn aan de zoo noodige gelijkmatigheid der schatting in het geheele land. In de zitting van Woensdag was de samen stelling en bezoldiging der verschillende com-, missiën aan de orde. De onkosten voor de herziening stelde de minister op anderhalf mil- lioen. Uit de discussie bleek dat het noodzakeljjk wordt algemeene bepalingen omtrent den eed te maken, opdat die quaestie niet bij voortduring bij verschillende onderwerpen ter sprake wordt gebracht. Zeide de minister nu dat hij een voudig de bepalingen omtrent den eed, zooals die in ander^*wetten voorkomen, had overge nomen, dat is niet meer voldoende, nu eenmaal de zaak aan de orde is gesteld; of zal eerst eenig belangrijk ontwerp afgestemd moeten worden, omdat men zich niet langer"wil vereenigen met de vrije bepalingen omtrent de eedsaflegging? Nu werd het artikel, waarin van eedsaflegging sprake is nog met 43 tegen 22 stemmen aange nomen. Een voorstel van den heer van Kerkwyk, om te bepalen dat leden der Staten-Generaal niet benoembaar zijn tot leden der schattingscom- missiën, werd met 37 tegen 26 stemmen goed gekeurd, een der weinige amendementen, die bij de meerderheid genade vonden. Zullen de ge meenten schadeloos gesteld worden voor de kosten van de verwarming en verlichting der lokalen aan de schatters afgestaan, de afkondigingen, kennisgevingen enz. moeten voor rekening der gemeenten blyven. De bepalingen omtrent de wijze van schatting, het ter visie leggen der stukken voor ieder, niet volgens de Amsterdamscbe. maar volgens de gewone uitlegging van het woord, de bepalingen omtrent de her-schatting werden achtereen volgens goedgekeurd. In de zitting van Donderdag werd langdurig beraadslaagd of ook de kosten wegens het onderhoud van wegen, even als die van water- loozing en waterkeering van de huurwaarde zullen afgetrokken worden. Uit de discussie bleek dat de toestanden in de verschillende deelen des lands veel verschillen, en het daarom niet mogelijk is algemeene regels te stellen waarom ook alle amendementen die regel wilden stellen werden verworpen, en de aftre J’ schatters blijft overgelaten gevorderd tot art. 37, waarbij de zou worden of de Ifcziening al of niet o D ten gevolge moent hebben. De regeering n. x i i vaststellen,' deheer Grataina stelde een ame

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1